Page 340 of 657
qHindernisdetectieaanduidingí
De positie van een sensor die een hindernis heeft bespeurd wordt aangeduid. De meter gaat
op verschillende punten branden, afhankelijk van de afstand naar de hindernis die door de
sensor bespeurd wordt.
Naarmate de auto een hindernis dichter nadert, gaat de zone in de meter dichter bij de auto
branden.
Bij voertuigen met het parkeersensorsysteem, wordt een type B meter op het scherm
getoond.
Voor Achter type A Achter type B
RechterhoeksensormeterRechterhoeksensormeterRechterhoeksensormeter
Linkerhoeksensormeter
Linkerhoeksensormeter
Linkerhoeksensormeter Voorste
sensormeterAchterste
sensormeter
Achterste sensormeter
4-184
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Parkeersensorsysteem
Page 341 of 657
Melding van systeemproblemen
Als er zich een van de problemen voordoet die in onderstaande tabel worden aangegeven,
wordt de bestuurder als volgt afhankelijk van het type systeem van het probleem op de
hoogte gesteld.
Detectieindikator
Oplossing
Voor/Achter type A Achter type B
Loszittende
verbinding
Er is mogelijk een defect in het
systeem. Laat uw auto zo spoedig
mogelijk door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur inspecteren.
Defect in het
systeem
Er is mogelijk een defect in het
systeem. Laat uw auto zo spoedig
mogelijk door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur inspecteren.
Bevriezing/verontreiniging
Het sensorgedeelte dat overeenkomt
met de getoonde
hindernisdetectieaanduiding is mogelijk
verontreinigd. Als het systeem zich niet
heeft hersteld, de auto door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur laten
inspecteren.
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
4-185
Page 342 of 657
qParkeersensorwaarschuwingszoemer
Wanneer het systeem in werking is, klinkt de zoemer als volgt.Voorste sensor, achterste sensor
AfstanddetectiegebiedAfstand tussen het voertuig en de hindernis
Zoemtoon*1Voorste sensor Achterste sensor
Grootste afstandOngeveer 100 cm―60 cm
Ongeveer 150 cm―60 cm
Langzaam
onderbroken geluid
Grote afstandOngeveer 60―45 cm
Ongeveer 60―45 cm
Gematigd
onderbroken geluid
MiddenafstandOngeveer 45―35 cm
Ongeveer 45―35 cm
Snel onderbroken
geluid
Nabije afstandBinnen ongeveer 35 cm
Binnen ongeveer 35 cm
Continu geluid
*1 De snelheid van de onderbroken pieptonen neemt toe naarmate de auto de hindernis nadert.
4-186
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Page 343 of 657
Voorste hoeksensor, achterste hoeksensor
AfstanddetectiegebiedAfstand tussen het voertuig en de hindernis
Zoemtoon
*1Voorste/achterste hoeksensor
Grote afstandOngeveer 50―38 cm
Gematigd onderbroken geluid
MiddenafstandOngeveer 38―25 cm
Snel onderbroken geluid
Nabije afstandBinnen ongeveer 25 cm
Continu geluid
*1 De snelheid van de onderbroken pieptonen neemt toe naarmate de auto de hindernis nadert.
OPMERKING
Als er gedurende 6 seconden of langer een hindernis bespeurd wordt, stopt de pieptoon
(behalve voor de nabije afstand zone). Als dezelfde hindernis bespeurd wordt in een
andere zone, klinkt de bijbehorende pieptoon.
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
4-187
Page 344 of 657

qWanneer de waarschuwingsindikator/zoemer geactiveerd is
Het systeem stelt de bestuurder op de hoogte van een abnormale toestand door het
activeren van de zoemtoon en het indikatielampje.
Indikatielampje/zoemtoon Controle
Het indikatielampje gaat
knipperen wanneer de
parkeersensorschakelaar wordt
ingedrukt bij een rijsnelheid van
10 km/h of minder.Er is mogelijk een defect in het systeem. Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur
inspecteren.
De zoemtoon wordt niet
gehoord.Er is mogelijk een defect in het systeem. Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur
inspecteren.
Het onderbroken geluid van de
zoemer wordt vijfmaal gehoord.Verwijder alle vreemde bestanddelen van het sensorgedeelte. Als het systeem
zich niet heeft hersteld, de auto door een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur laten inspecteren.
Een bepaalde
hindernisdetectieindikator wordt
continu getoond.Zie Hindernisdetectieaanduiding op pagina 4-184.
4-188
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Page 357 of 657
WAARSCHUWING
Zet bij het ontwasemen de
temperatuurregelaar in de stand voor
hete of warme lucht (stand):
Gebruik van de stand
met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht is gevaarlijk, aangezien
dit het beslaan van de voorruit kan
veroorzaken. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
OPMERKING
Gebruik de temperatuurregelknop om
de temperatuur van de luchtstroom te
verhogen en de ruit sneller te
ontwasemen.
qZonlicht/Temperatuursensor
De functie van de volautomatische
airconditioning meet de binnen- en
buitentemperatuur en het zonlicht. Op
basis hiervan wordt vervolgens de
temperatuur van het interieur ingesteld.
OPGELET
Zorg ervoor dat geen van de sensors
gehinderd wordt, anders zal de
automatische airconditioning niet juist
functioneren.
Zonlichtsensor
Interieurtemperatuursensor
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-13
Page 389 of 657

: Schakelt het scherm automatisch
over al naargelang de conditie van de
koplampverlichting
*1 De instelling kan niet worden gemaakt
in de achteruitrijcameramodus.
Display UIT
De display kan uitgeschakeld worden.
Raak de
schermtoets aan om de
display uit te schakelen.
De display kan als volgt weer terug
ingeschakeld worden:
lDruk op de audiotoets () voor
het weergeven van het audioscherm.
lDruk op de navigatietoets () voor
het weergeven van het navigatiescherm
(Met navigatiesysteem).
lDruk op de telefoontoets ()
voor het weergeven van het Bluetooth®
telefoonscherm.
lDruk op de insteltoets () voor
het weergeven van het
telefooninstelscherm.
lDruk op de audioregelknop voor het
weergeven van het geluidinstelscherm.
lSchakel over naar de stand R om over
te gaan naar de
achteruitrijcameramodus.
Schakel over naar een andere stand dan
R om terug te keren naar de display uit
toestand.
OPMERKING
lHet parkeersensorscherm wordt
tijdelijk weergegeven wanneer de
parkeersensor geactiveerd wordt.
Zie Parkeersensorsysteem op pagina
4-180.
lHet scherm kan ook met behulp van
de spraakherkenning uitgeschakeld
worden.
Zie Spraakherkenning op pagina
5-89.
Displayinstelling terugstellen
Alle scherminstelwaarden kunnen
teruggesteld worden op hun
begininstellingen.
1. Raak de
schermtoets aan.
2. Raak de
schermtoets aan.
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
5-45
Page 504 of 657

Ruitenwisserbladen
OPGELET
lHet is gebleken dat een“hot wax”
behandeling, zoals in automatische
auto-was installaties een nadelige
invloed op de reinigende werking
van de ruitenwissers heeft.
lGebruik geen benzine, petroleum,
terpentijn of andere chemische
middelen in de nabijheid van of op
de ruitenwisserbladen om
beschadiging er van te voorkomen.
lWanneer de ruitenwisserhendel in de
stand AUTO staat en het contact op
ON wordt gezet, is het mogelijk dat
de ruitenwissers in de volgende
gevallen automatisch in beweging
gezet worden:
lAls de voorruit boven de
regensensor wordt aangeraakt.
lAls de voorruit boven de
regensensor met een doek wordt
afgeveegd.
lAls met een hand of ander
voorwerp tegen de voorruit wordt
gestoten.
lAls vanuit het interieur van de
auto met een hand of ander
voorwerp tegen de regensensor
wordt gestoten.
Let er op dat uw handen of vingers
niet beklemd raken, aangezien dit
letsel kan veroorzaken of de
ruitenwissers kan beschadigen. Zorg
er bij het wassen of uitvoeren van
onderhoud aan uw Mazda voor dat
de ruitenwisserhendel in de stand
OFF staat.Verontreiniging van de voorruit of de
ruitenwisserbladen door bepaalde
substanties kan het effectief functioneren
van de ruitenwisserbladen verminderen.
Bekende vormen van verontreiniging zijn
insecten, boomhars en de“hot wax”
behandeling welke door sommige auto-
was installaties gebruikt wordt.
Indien de wisserbladen niet goed wissen,
reinig dan zowel de voorruit als de
wisserbladen met een goed
schoonmaakmiddel of een zacht
reinigingsmiddel en spoel ze grondig met
schoon water af. Herhaal deze procedure,
indien nodig.
qVernieuwen van de
ruitenwisserbladen van de voorruit
Wanneer de ruitenwissers niet meer goed
wissen, zijn de ruitenwisserbladen
waarschijnlijk versleten of ingescheurd.
Vervang ze in dat geval.
OPGELET
Probeer de ruitenwisserarm niet met de
hand te bewegen om beschadiging van
de ruitenwisserarmen of overige
onderdelen te voorkomen.
OPMERKING
Om bij het omhoog zetten van zowel de
ruitenwisserarm aan de bestuurderszijde
als die aan de passagierszijde
beschadiging van de wisserarmbladen
te voorkomen, de wisserarm aan de
bestuurderszijde eerst omhoog zetten.
Omgekeerd, bij het omlaag zetten van
de wisserarmen, de wisserarm aan de
passagierszijde het eerst omlaag zetten.
6-34
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud