qInitialiseren van het
bandenspanningcontrolesysteem
In onderstaande gevallen dient het
initialiseren van het systeem uitgevoerd te
worden om het systeem normaal te laten
functioneren.
lDe bandenspanning wordt afgesteld.
lDe banden worden onderling
uitgewisseld.
lEen band of wiel wordt vernieuwd.
lDe accu is vernieuwd of volledig
uitgeput.
lHet waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem
brandt.
Initialiseringsmethode
1. Parkeer de auto op een veilige plaats en
trek de handrem stevig aan.
2. Laat de banden afkoelen, stel
vervolgens de bandenspanning van alle
vier (4) wielen af op de
voorgeschreven spanning zoals
aangegeven op het
bandenspanningslabel op de portierstijl
van het bestuurdersportier (portier
open). Zie Banden op pagina 9-10.
3. Zet het contact op ON.4. Houd terwijl de auto geparkeerd staat
de instelschakelaar van het
bandenspanningcontrolesysteem
ingedrukt en controleer dat het
waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem in de
instrumentengroep tweemaal knippert
en dat er eenmaal een pieptoon klinkt.
Bij instrumentengroep type A
verschijnt een bericht dat aangeeft dat
de initialisering is voltooid in de
instrumentengroep.
OPGELET
Als de initialisering van het systeem
uitgevoerd wordt zonder de
bandenspanning af te stellen, kan het
systeem de normale bandenspanning
niet bespeuren en bestaat de kans dat
het waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem niet
gaat branden als een bandenspanning
laag is, of dat het lampje gaat branden
ook als de bandenspanningen normaal
zijn.
De initialisering van het systeem wordt
niet uitgevoerd als de schakelaar tijdens
het rijden wordt ingedrukt.
4-144
Tijdens het rijden
Bandenspanningcontrolesysteem
OPMERKING
lOnder de volgende omstandigheden bestaat de kans dat het LDWS de witte (gele)
strepen niet correct kan bespeuren en dat het LDWS niet juist functioneert.
lAls een voorwerp dat op het instrumentenpaneel geplaatst is in de voorruit
weerkaatst wordt en door de camera wordt opgenomen.
lWanneer er zware bagage in de bagageruimte of op de achterzitting is geplaatst en
de auto overhelt.
lWanneer de bandenspanning niet op de voorgeschreven druk is afgesteld.lWanneer de auto op de oprit/afrit van de pleisterplaats of het tolhek van een
snelweg rijdt.
lWanneer de witte (gele) strepen minder goed zichtbaar zijn doordat deze vuil zijn
of de verf afgesleten is.
lWanneer het voertuig dat vóór u rijdt nabij de witte (gele) streep rijdt en de streep
minder goed zichtbaar is.
lWanneer de witte (gele) strepen niet goed zichtbaar zijn als gevolg van slecht weer
(regen, mist of sneeuw).
lBij het rijden op een tijdelijke rijstrook of weggedeelte met afgesloten rijstrook als
gevolg van wegwerkzaamheden.
lWanneer een misleidende streep op de weg wordt waargenomen, zoals bij een
tijdelijke streep voor wegwerkzaamheden, of door schaduweffecten, sneeuwresten
of gleuven met water.
lWanneer de helderheid van de omgeving plotseling verandert, zoals bij het in- of
uitrijden van een tunnel.
lWanneer de verlichting van de koplampen afgezwakt is als gevolg van
verontreiniging of afwijking van de optische as.
lWanneer de voorruit verontreinigd of beslagen is.lWanneer achterverlichting op het wegdek reflecteert.lWanneer het wegdek nat en glimmend is na regen, of als er plassen op de weg zijn.lWanneer een schaduw van de vangrail parallel aan de witte (gele) streep op de weg
valt.
lWanneer de rijstrook buitengewoon smal of breed is.lWanneer de weg buitengewoon oneffen is.lWanneer de auto schokt na een hobbel in de weg.lWanneer er twee of meer naast elkaar gelegen witte (gele) strepen zijn.lWanneer er wegmarkeringen of rijbaanmarkeringen van diverse vormen zijn in de
buurt van een kruising.
4-156
Tijdens het rijden
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
OnderhoudsfrequentieAantal maanden of kilometers,naargelang de situatie welke zich het eerst
voordoet
Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96 108
×1000 km 20 40 60 80 100 120 140 160 180
SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5 EN SKYACTIV-D 2.2
Aandrijfriemen
*8III
KoelsysteemIIII
MotorkoelvloeistofFL22 type
*9Verversen na de eerste 10 jaar of 200.000 km; daarna elke
100.000 km of 5 jaar.
Overige Elke 2 jaar vernieuwen.
Elektrolietniveau van accu en soortelijk gewichtIIIIIIIII
Remleidingen, slangen en verbindingenIIIIIIIII
Remvloeistof
*10RRRR
HandremIIIIIIIII
SchijfremmenIIIIIIIII
Werking van stuurinrichting en stuurstangenIIII
Handgeschakelde versnellingsbakolie Elke 180.000 km vernieuwen.
Achterdifferentieelolie
*11*12
Transmissieolie*12
Voor- en achterwielophanging, fuseekogels en
axiale speling van wiellagerIIII
Stofhoezen van aandrijfasIIII
Uitlaatsysteem hitteschilden Elke 80.000 km of 5 jaar inspecteren.
Bouten en moeren op chassis en carrosserieTTTT
Toestand van carrosserie
(op roest, corrosie en perforatie)Jaarlijks inspecteren.
Cabineluchtfilter (indien voorzien)RRRR
Banden (inclusief reservewiel)
(met afstelling van de bandenspanning)
*13IIIIIIIII
Lekke band noodreparatieset
(indien voorzien)
*14Jaarlijks inspecteren.
Tabelsymbolen:
I:Inspecteren: Inspecteren en reinigen, repareren, afstellen, bijvullen of indien nodig vernieuwen.
R:Vernieuwen
C:Reinigen
T:Vastdraaien
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
6-5
OnderhoudsfrequentieAantal maanden of kilometers,naargelang de situatie welke zich het eerst
voordoet
Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120 132 144
×1000 km 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150 165 180
SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5 EN SKYACTIV-D 2.2
Aandrijfriemen
*2IIIIIIIIIIII
Motorolie*3*4RRRRRRRRRRRR
Oliefilter*3RRRRRRRRRRRR
Luchtfilter*5CCCRCCCRCCCR
KoelsysteemIIIIII
MotorkoelvloeistofFL22 type
*6Verversen na de eerste 10 jaar of 195.000 km; daarna elke
90.000 km of 5 jaar.
Overige Elke 2 jaar vernieuwen.
Elektrolietniveau van accu en soortelijk gewichtIIIIIIIIIIII
Remleidingen, slangen en verbindingenIIIIIIIIIIII
Remvloeistof
*7IRIRIRIRIRIR
HandremIIIIIIIIIIII
Rembekrachtigingsysteem (Rembekrachtiger) en
slangenIIIIIIIIIIII
SchijfremmenIIIIIIIIIIII
Werking van stuurinrichting en stuurstangenIIIIII
Achterdifferentieelolie
*8*9
Transmissieolie*8
Voor- en achterwielophanging, fuseekogels en
axiale speling van wiellagerIIIIIIIIIIII
Stofhoezen van aandrijfasIIII
Uitlaatsysteem hitteschilden Elke 75.000 km inspecteren.
Bouten en moeren op chassis en carrosserieTTTTTTTTTTTT
Toestand van carrosserie
(op roest, corrosie en perforatie)Jaarlijks inspecteren.
Cabineluchtfilter (indien voorzien)RRRRRRRRRRRR
Banden (inclusief reservewiel)
(met afstelling van de bandenspanning)IIIIIIIIIIII
Lekke band noodreparatieset
(indien voorzien)
*10Jaarlijks inspecteren.
Tabelsymbolen:
I:Inspecteren: Inspecteren en reinigen, repareren, afstellen, bijvullen of indien nodig vernieuwen.
R:Vernieuwen
C:Reinigen
T:Vastdraaien
6-8
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
OnderhoudsfrequentieAantal maanden of kilometers,naargelang de situatie welke zich het eerst
voordoet
Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120 132 144
×1000 km 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150 165 180
Banden (inclusief reservewiel)
(met afstelling van de bandenspanning)
*10IIIIIIIIIIII
Lekke band noodreparatieset
(indien voorzien)
*11Jaarlijks inspecteren.
Tabelsymbolen:
I:Inspecteren: Inspecteren en reinigen, repareren, afstellen, bijvullen of indien nodig vernieuwen.
R:Vernieuwen
C:Reinigen
T:Vastdraaien
L:Smeren
Opmerkingen:
*1 De aandrijfriemen van de airconditioning, indien voorzien, eveneens inspecteren.
Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, de aandrijfriemen elke 7500
km of 6 maanden inspecteren.
a) Gebruik in bijzonder stoffige gebieden
b) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
c) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
d) Rijden bij extreme hitte
e) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
*2 Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, is het aan te bevelen elke
7500 km of 6 maanden de motorolie te verversen en het oliefilter te vernieuwen.
a) Gebruik in bijzonder stoffige gebieden
b) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
c) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
d) Rijden bij extreme hitte
e) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
*3 Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, de motorolie elke 2500 km of
3 maanden verversen.
a) Gebruik in bijzonder stoffige gebieden
b) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
c) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
d) Rijden bij extreme hitte
e) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
*4 Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, het motoroliefilter elke 5.000
km of 6 maanden vernieuwen.
a) Gebruik in bijzonder stoffige gebieden
b) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
c) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
d) Rijden bij extreme hitte
e) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
*5 Gebruik koelvloeistof type FL22 bij modellen met de inscriptie“FL22”op de radiateurdop zelf of op het
naburige gedeelte. Gebruik FL22 bij het verversen van de koelvloeistof.
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
6-11
Rusland/Wit-Rusland
SKYACTIV-D 2.2
OnderhoudsfrequentieAantal maanden of kilometers,naargelang de situatie welke zich het eerst
voordoet.
Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120 132 144
×1000 km 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120
Aandrijfriemen
*1IIII
Motorolie*2*3RRRRRRRRRRRR
Oliefilter*2RRRRRRRRRRRR
BrandstoffilterRusland Elke 60.000 km vernieuwen.
Wit RuslandRRRR
Brandstofinspuitsysteem
*4IIII
Luchtfilter*5CCRCCRCCRCCR
KoelsysteemIIIIII
MotorkoelvloeistofFL22 type
*6Verversen na de eerste 10 jaar of 200.000 km; daarna elke
100.000 km of 5 jaar.
Overige Elke 2 jaar vernieuwen.
Brandstofleidingen en slangenRuslandIIIIII
Wit RuslandIIIIIIIIIIII
Elektrolietniveau van accu en soortelijk gewichtIIIIIIIIIIII
Remleidingen, slangen en verbindingenIIIIIIIIIIII
Remvloeistof
*7RRRRRR
HandremIIIIIIIIIIII
SchijfremmenIIIIIIIIIIII
Werking van stuurinrichting en stuurstangenIIIIIIIIIIII
Achterdifferentieelolie
*8*9
Transmissieolie*9
Voor- en achterwielophanging, fuseekogels en
axiale speling van wiellagerIIIIIIIIIIII
Stofhoezen van aandrijfasIIIIIIIIIIII
Uitlaatsysteem hitteschildenIIIIIIIIIIII
Bouten en moeren op chassis en carrosserieTTTTTTTTTTTT
Scharnieren en sluithakenLLLLLLLLLLLL
Gehele elektrische systeemIIIIIIIIIIII
Toestand van carrosserie
(op roest, corrosie en perforatie)Jaarlijks inspecteren.
Cabineluchtfilter (indien voorzien)RRRRRR
Banden (inclusief reservewiel)
(met afstelling van de bandenspanning)
*10IIIIIIIIIIII
Lekke band noodreparatieset
(indien voorzien)
*11Jaarlijks inspecteren.
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
6-13
Voorzorgsmaatregelen betreffende onderhoudswerkzaamheden
Routine-onderhoud
Het wordt ten zeerste aangeraden de volgende punten dagelijks of tenminste wekelijks te
controleren.
lMotoroliepeil (pagina 6-24)
lMotorkoelvloeistofniveau (pagina 6-29)
lNiveau van remvloeistof en koppelingsvloeistof (pagina 6-31)
lNiveau van sproeiervloeistof (pagina 6-32)
lOnderhoud van de accu (pagina 6-40)
lBandenspanning (pagina 6-44)
Verkeerd of onvoldoende onderhoud kan tot problemen leiden. In dit hoofdstuk worden
enkel instrukties gegeven voor werkzaamheden die gemakkelijk uit te voeren zijn.
Zoals reeds werd aangegeven in de Inleiding (pagina 6-2), kunnen bepaalde procedures
uitsluitend door een erkende onderhoudsmonteur die beschikt over speciaal gereedschap
uitgevoerd worden.
Het uitvoeren van doe-het-zelf onderhoud tijdens de garantieperiode, kan eventuele
aanspraak op de garantie ongeldig maken. Lees de bijgeleverde Mazda-garantiebepalingen
voor nadere bijzonderheden en raadgevingen. Indien u niet zeker bent van een bepaalde
handelwijze ten aanzien van onderhoud, dient u dit door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur te laten uitvoeren.
Voor het opruimen van oude motorolie en chemische vloeistoffen zijn er strenge
milieuwetten opgesteld. Houd hiermee rekening en ruim deze stoffen op correcte wijze op
door deze in te leveren bij een erkend inzamelpunt voor chemisch afval.
Een officiële Mazda reparateur beschikt over alle mogelijkheden om de olie en overige
vloeistoffen in uw auto op de juiste manier te verversen en af te voeren.
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-19
Banden
Voor uw veiligheid, een minimaal
brandstofverbruik en een optimale
levensduur van de banden, dient u de
banden steeds op de aanbevolen
bandenspanning te houden en het voor uw
auto aanbevolen belastbare gewicht en de
gewichtsverdeling niet te overschrijden.
WAARSCHUWING
Gebruik van banden van verschillende
soort:
Het rijden met uw auto is gevaarlijk
wanneer er banden van verschillende
soort op gemonteerd zijn. Dit kan een
slechte bestuurbaarheid en een
langere remweg tot gevolg hebben,
hetgeen er toe kan leiden dat u de
macht over het stuur verliest.
Gebruik behalve tijdens het beperkte
gebruik van het noodreservewiel op
alle vier wielen uitsluitend banden van
dezelfde soort (radiaalbanden,
diagonaalbanden of diagonaalbanden
met staaldraad).
Gebruik van banden met een
verkeerde maat:
Het gebruik van banden van een
andere maat dan is voorgeschreven
voor uw Mazda (pagina 9-10), is
gevaarlijk. Dit kan het rijcomfort, de
wegligging, de grondspeling, de
speling tussen band en carrosserie en
de juiste werking van de
snelheidsmeter nadelig beïnvloeden.
Dit kan tot ongevallen leiden. Gebruik
dus uitsluitend banden van de juiste
maat zoals voor uw Mazda wordt
voorgeschreven.
qBandenspanning
WAARSCHUWING
Houd de bandenspanning steeds op
het juiste niveau:
Een te hoge of te lage
bandenspanning is gevaarlijk. De
verminderde bestuurbaarheid of het
plotseling lek raken van een band kan
een ernstig ongeluk veroorzaken.
Zie Banden op pagina 9-10.
Gebruik uitsluitend een originele
Mazda bandventieldop:
Gebruik van een niet-origineel
onderdeel is gevaarlijk, aangezien de
juiste bandenspanning niet behouden
kan worden als het bandventiel
beschadigd raakt. Als er in deze
toestand met de auto wordt gereden,
neemt de bandenspanning af wat een
ernstig ongeluk tot gevolg kan hebben.
Gebruik voor de bandventieldop geen
onderdeel dat niet een origineel Mazda
onderdeel is.
6-44
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud