WAARSCHUWING
Rijd nooit met banden waarvan de
bandenspanning niet juist is:
Het rijden met banden waarvan de
bandenspanning niet juist is, is
gevaarlijk. Banden met een onjuiste
bandenspanning kunnen de
wegligging nadelig beïnvloeden en een
ongeluk veroorzaken. Wanneer u de
bandenspanning van de normale
banden controleert, dit ook bij het
noodreservewiel controleren.
OPMERKING
Om te voorkomen dat de krik en de
gereedschapset tijdens het rijden gaan
rammelen, dienen deze op de juiste
wijze opgeborgen te worden.
7-24
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
qAls het waarschuwingslampje voor
systeem van airbag/voorspanners
van voorste veiligheidsgordels gaat
branden of knipperen
Een defect in het systeem wordt
aangeduid als het waarschuwingslampje
constant knippert, constant brandt of
helemaal niet brandt wanneer het contact
op ON gezet wordt. Bij elk van deze
gevallen dient u zo spoedig mogelijk een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur te raadplegen.
Het systeem zal dan wellicht in het geval
van een aanrijding niet in werking treden.
WAARSCHUWING
Sleutel nooit zelf aan de airbag/
voorspannersystemen en laat altijd
alle onderhoud en reparatie door een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
uitvoeren:
Het zelf uitvoeren van onderhoud of
sleutelen aan de systemen is
gevaarlijk. De kans bestaat dat een
airbag/voorspanner onvoorzien
geactiveerd of buiten werking gesteld
wordt.
qAls het waarschuwingslampje van
het
bandenspanningcontrolesysteem
gaat knipperen
Als het bandenspanningcontrolesysteem
defect is, gaat het waarschuwingslampje
voor de bandenspanning gedurende
ongeveer 1 minuut knipperen wanneer het
contact op ON gezet wordt en vervolgens
continu branden. Laat uw auto zo spoedig
mogelijk door een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur controleren.
qAls de KEY indikatie/
waarschuwingslampje (rood)
wordt aangegeven
í
Type A
“Sleutelloos- systeem inspectie vereist”
wordt op de display getoond
Dit bericht wordt getoond als er een
probleem is met de geavanceerde
afstandbediende portiervergrendeling &
startdrukknopsysteem.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur.
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
7-45íBepaalde modellen.
qSleutel-in-auto-achtergelaten
waarschuwingspieptoon (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Als een sleutel in het interieur van de auto
is achtergelaten en alle portieren en de
achterklep met een afzonderlijke sleutel
worden vergrendeld, wordt er gedurende
ongeveer 10 seconden een pieptoon
gegeven om de bestuurder er op attent te
maken dat de sleutel in het interieur van
de auto is achtergelaten.
Als dit gebeurt, worden de portieren en de
achterklep vergrendeld, maar zullen de
functies van de sleutel die in het interieur
van de auto is achtergelaten tijdelijk
geannuleerd worden.
Voer voor het herstellen van de
sleutelfuncties de procedure van
toepassing uit (pagina 3-9).
qi-stop waarschuwingszoemerí
lAls het bestuurdersportier geopend
wordt terwijl de i-stop functie in
werking is en de motor automatisch is
stopgezet, gaat het i-stop
indikatielampje (groen) knipperen
(Europese modellen) en klinkt
tegelijkertijd de zoemer om de
bestuurder op de hoogte te stellen dat
de motor is stopgezet. Wanneer het
bestuurdersportier gesloten wordt, stopt
de zoemer.
lAls één van de volgende handelingen
wordt uitgevoerd nadat de motor
automatisch is stopgezet, gaat het i-
stop waarschuwingslampje (oranje)
branden en klinkt er tegelijkertijd een
pieptoon. In dit geval wordt de motor
om veiligheidsredenen niet automatisch
opnieuw gestart, alhoewel het
koppelingspedaal wordt ingetrapt
(handgeschakelde versnellingsbak) of
het rempedaal wordt losgelaten
(automatische transmissie). Gebruik de
standaard motorstartprocedure voor het
starten van de motor.
lDe motorkap geopend wordt.lDe bestuurder staat op het punt uit te
stappen terwijl de keuzehendel in de
stand D/M staat (niet in
blokkeermodus voor tweede
versnelling) (behalve Europese
modellen) (de veiligheidsgordel van
de bestuurder is losgemaakt en het
bestuurdersportier is geopend).
qRijsnelheidsalarmí
De functie van het rijsnelheidsalarm is
bestemd om de bestuurder via een enkele
pieptoon en een waarschuwingsindicatie
in de instrumentengroep te waarschuwen
dat de tevoren ingestelde rijsnelheid is
overschreden.
U kunt de instelling van de rijsnelheid
waarbij de waarschuwing wordt gegeven
veranderen (pagina 4-34).
qWaarschuwingszoemer voor
bandenspanning
De waarschuwingszoemer klinkt
gedurende ongeveer 3 seconden wanneer
er een afwijking is in de bandenspanning
(pagina 4-141).
7-54
Als er zich een probleem voordoet
íBepaalde modellen.
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Voertuig-identificatienummer
Europese modellen met rechts stuur
Voertuigen gebouwd in de Russische
Federatie
qInformatielabel voor
uitlaatgasreiniging (Filippijnen)
qBandenspanningslabel
Model met links stuur
Model met rechts stuur
qMotornummer
SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5
Voorwaarts
Identificatienummers
9-3
qBanden
Voorbeeld van een bandmarkering en zijn betekenis
Nominale profielbreedte
Nominale breedtehoogteverhouding in %
ConstructiecodeModder en sneeuw
Snelheidsaanduiding
Belastingsindex (niet op ZR banden)
Nominale vel
gdiameter in inches
Bandmarkering-informatie
Kies de juiste banden voor uw wagen aan de hand van de volgende bandmarkering-informatie.
Snelheidsaanduiding Maximum toegestane snelheid
Q Maximaal 160 km/h
R Maximaal 170 km/h
S Maximaal 180 km/h
T Maximaal 190 km/h
U Maximaal 200 km/h
H Maximaal 210 km/h
V Maximaal 240 km/h
W Maximaal 270 km/h
Y Maximaal 300 km/h
ZR Meer dan 240 km/h
Bandentype en bandenspanning
OPMERKING
De banden zijn optimaal aangepast aan het chassis van uw auto.
Bij het vernieuwen van banden wordt het door Mazda aanbevolen banden van hetzelfde
type te monteren als waarmee uw auto oorspronkelijk is uitgerust. Neem voor details
contact op met een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur.
9-10
Technische gegevens
Controleer het bandenspanningslabel voor de bandenmaat en de bandenspanning (pagina
6-44).
Na het afstellen van de bandenspanning is initialisering van het
bandenspanningcontrolesysteem noodzakelijk om het systeem normaal te laten
functioneren.
Zie Initialiseren van het bandenspanningcontrolesysteem op pagina 4-144.
Standaard band
BandenmaatBandenspanning
Maximaal 3 personen―Volledige belasting
225/65R17 102VVoor 230 kPa (2,3 bar, 33 psi) 260 kPa (2,6 bar, 38 psi)
Achter 230 kPa (2,3 bar, 33 psi) 280 kPa (2,8 bar, 41 psi)
225/55R19 99VVoor 250 kPa (2,5 bar, 36 psi) 260 kPa (2,6 bar, 38 psi)
Achter 250 kPa (2,5 bar, 36 psi) 290 kPa (2,9 bar, 42 psi)
Gewicht van 1 persoon: Ongeveer 75 kg
Noodreservewielí
Bandenmaat Bandenspanning
185/80R17 95M 250 kPa (2,5 bar, 36 psi)
Winterband
BandenmaatBandenspanning
Maximaal 3 personen―Volledige belasting
225/65R17
*1
MSVoor 230 kPa (2,3 bar, 33 psi) 260 kPa (2,6 bar, 38 psi)
Achter 250 kPa (2,5 bar, 36 psi) 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)
225/55R19
*2
MSVoor 250 kPa (2,5 bar, 36 psi) 260 kPa (2,6 bar, 38 psi)
Achter 270 kPa (2,7 bar, 39 psi) 310 kPa (3,1 bar, 45 psi)
Gewicht van 1 persoon: Ongeveer 75 kg
*1 Belastingsindex en snelheidsaanduiding: 102Q/102S/102H/102V
*2 Belastingsindex en snelheidsaanduiding: 99Q/99S/99H/99V
Aantrekkoppel van wielmoeren
Haal bij het monteren van een band de wielmoeren met het onderstaande koppel aan.
108―147 N·m (12―14 kgf·m)
qZekeringen
Zie Zekeringen op pagina 6-62.
Technische gegevens
9-11íBepaalde modellen.
A
Aanbevolen olie ................................ 6-24
Aanbevolen smeermiddelen ................ 9-6
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem
(AFS) ................................................ 4-97
Accu .................................................. 6-38
Inspectie van het niveau van het accu-
elektroliet ................................... 6-40
Laden ......................................... 6-41
Onderhoudspunt ......................... 6-40
Technische gegevens .................... 9-5
Vernieuwen ................................ 6-41
Accu is uitgeput
Starten met een hulpaccu ........... 7-25
Achterklep ......................................... 3-21
Afdekking bagageruimte ............ 3-24
Wanneer de achterklep niet geopend
kan worden ................................. 7-56
Achterruit
Achterruitverwarming ............. 4-114
Achterruitensproeier ........................ 4-113
Achterruitenwisser .......................... 4-113
Achterruitverwarming ..................... 4-114
Spiegel ...................................... 4-115
Achterste kledinghaken ................... 5-124
Achteruitkijkmonitor ....................... 4-163
Achterzitting ..................................... 2-11
Afmetingen ......................................... 9-8
Afstandbediende
portiervergrendeling ............................ 3-4
Anti-blokkeer remsysteem (ABS) ... 4-130
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Behalve Europese modellen) ........... 3-56
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Europese modellen) ......................... 3-51
Anti-wielspin regeling (TCS) .......... 4-131
TCS OFF schakelaar ................ 4-132
Asbak .............................................. 5-125
A
Audiobedieningsschakelaar
Afstellen van het volume ........... 5-60
Audio-uit toets ........................... 5-61
Zoektoets .................................... 5-60
Audio-installatie
Antenne ...................................... 5-14
Audiobedieningsschakelaar ........ 5-60
Audioset (Type A/Type B) ......... 5-29
Audioset (Type C/Type D) ......... 5-43
AUX/USB/iPod modus .............. 5-63
Bedieningstips voor audio-
installatie .................................... 5-14
Gebruik van de
commanderschakelaar ................ 5-62
Automatische transmissie
Ontgrendelpal van
overschakelblokkering ............... 4-83
Rijtips ......................................... 4-90
Schakelblokkeersysteem ............ 4-83
Schakelstanden ........................... 4-81
B
Bagageruimte .................................. 5-124
Bagageruimteverlichting ................. 5-114
Banden .............................................. 6-44
Bandenspanning ......................... 6-44
Noodreservewiel ........................ 6-47
Onderling verwisselen van de
banden ........................................ 6-46
Sneeuwbanden ........................... 3-64
Sneeuwkettingen ........................ 3-65
Technische gegevens .................. 9-10
Vernieuwen van een band .......... 6-47
Vernieuwen van een velg ........... 6-48
Bandenspanningcontrolesysteem .... 4-141
Bediening van de handgeschakelde
versnellingsbak ................................. 4-77
10-2
Index
V
Voetrem ........................................... 4-117
Voorruitensproeier ........................... 4-112
Voorruitenwissers ............................ 4-110
Voorzitting .......................................... 2-5
W
Waarschuwingsknipperlichten ........ 4-116
Waarschuwingslampjes
120 km/h waarschuwing ............ 4-64
4WD ........................................... 4-58
Anti-blokkeer remsysteem ......... 4-51
Automatische transmissie ........... 4-59
Bandenspanningcontrolesysteem....... 4-64
HBC ........................................... 4-69
Hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur
.......... 4-54
i-stop .......................................... 4-55
KEY ............................................ 4-67
Laadsysteem ............................... 4-52
Laag brandstofpeil ..................... 4-61
Laag sproeiervloeistofniveau ..... 4-64
LDWS ........................................ 4-57
Motorolie ................................... 4-53
Motorwaarschuwingslamje ........ 4-53
Open-portier ............................... 4-63
Remsysteem ............................... 4-50
RVM .......................................... 4-57
Veiligheidsgordels ...................... 4-61
Z
Zelf uit te voeren onderhoud
Openen van de motorkap ........... 6-21
Overzicht van de motorruimte .... 6-23
Sluiten van de motorkap ............ 6-22
Vernieuwen van de batterij ......... 6-41
Voorzorgsmaatregelen betreffende
onderhoudswerkzaamheden ....... 6-19
Zender ................................................. 3-5
Zitting
Zittingpositiegeheugen
(Bestuurdersstoel) ........................ 2-8
Zittingen
Achterzitting ............................... 2-11
Hoofdsteun ................................. 2-15
Stoelverwarming .......................... 2-7
Voorzitting .................................... 2-5
10-8
Index