Zorg dat de gordelband nooit gedraaid is. Het bovenste
gordelgedeelte moet over de schouder en schuin over de borst liggen.
Het onderste gordelgedeelte moet over het bekken fig. 94 en dus
niet over de buik liggen. Steek nooit voorwerpen (wasknijpers,
klemmen enz.) tussen de gordel en het lichaam van de inzittende.
Voor optimale bescherming moet de rugleuning
rechtop gezet worden, moet men goed tegen de
rugleuning aanzitten en moet de gordel goed
aansluiten op de borst en het bekken. Draag altijd
veiligheidsgordels, zowel voor- als achterin! Rijden zonder
veiligheidsgordels doet bij ongeval het risico op ernstige
verwondingen toenemen en kan zelfs de dood tot gevolg
hebben.
Elke gordel kan slechts een enkele persoon beschermen. Vervoer nooit
kinderen op de schoot van inzittenden met één veiligheidsgordel
voor beiden fig. 95. Steek geen enkel voorwerp tussen de gordel en
het lichaam van een inzittende.
Het is ten strengste verboden onderdelen van de
veiligheidsgordel of gordelspanner te demonteren of
aan te passen. Werkzaamheden aan deze onderdelen
moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd en erkend
personeel. Raapleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk.Nadat een gordel aan een zware belasting is
blootgesteld (bijvoorbeeld bij een ongeval), moet de
gordel compleet met de verankeringen,
bevestigingsschroeven en de gordelspanner worden vervangen.
Ook als er geen zichtbare schade is, kan de gordel toch verzwakt
zijn.
fig. 94
A0J0095
fig. 95
A0J0096
133WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BELANGRIJK
Reinig de stoelen niet met water of stoom onder druk (met de hand of
in een automatisch wasapparaat).
De frontairbags en/of zijairbags kunnen geactiveerd worden bij
krachtige stoten aan de onderzijde van de carrosserie (bijv. heftige
botsing tegen drempels of stoepranden, grote gaten of verzakkingen in
het wegdek etc.).
Als de airbag geactiveerd wordt, ontsnapt een kleine hoeveelheid
poeder: dit poeder is niet schadelijk en duidt niet op het begin van een
brand. Dit poeder kan echter de huid en ogen irriteren: was ze in dit
geval met neutrale zeep en water.
Alle werkzaamheden aan airbags (controle, reparatie en vervanging)
moeten door het Alfa Romeo Servicenetwerk worden uitgevoerd.
Als de auto wordt gesloopt, moet het airbagsysteem onbruikbaar
gemaakt worden door het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Gordelspanners en airbags worden op verschillende manieren
geactiveerd, afhankelijk van het type botsing. Als een of meerdere van
deze voorzieningen niet in werking treden, dan duidt dat niet op een
storing in het systeem.
Als de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid en het
lampje
gaat niet branden of blijft branden tijdens
het rijden (samen met de melding op de display), dan
is er mogelijk een storing in de veiligheidssystemen. In dat geval
kunnen de airbags of gordelspanners niet geactiveerd worden bij
een ongeval of, in een zeer beperkt aantal gevallen, op
verkeerde wijze geactiveerd worden. Laat het systeem
controleren door het Alfa Romeo Servicenetwerk alvorens verder
te rijden.
De vervaldata van de explosieve lading en de
klokveer staan vermeld op een specifiek etiket in het
dashboardkastje. Neem voor het verstrijken van de
vervaldata contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk om
deze te laten vervangen.Reis niet met voorwerpen op schoot of voor de borst
en houd niets in de mond (pijp, pen, etc.). Dit kan
ernstig letsel veroorzaken als de airbag in werking
treedt.Laat bij diefstal of poging tot diefstal, vandalisme of
overstromingen het airbagsysteem door het Alfa
Romeo Servicenetwerk controleren.
147WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTEN EN RIJDEN
DE MOTOR STARTENSTARTPROCEDURE VOOR
BENZINEVERSIES(uitgezonderd Turbo TwinAir versies)
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan en zet de versnellingsbak in de vrijstand;
❒trap het koppelingspedaal volledig in zonder het gaspedaal aan te
raken;
❒draai de contactsleutel naar AVV en laat deze los zodra de motor
start.
BELANGRIJK
❒Als de motor niet bij de eerste poging start, draai dan de
contactsleutel naar de stand STOP alvorens de procedure
te herhalen.
❒Als, met de contactsleutel in de stand MAR, het
waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel (of het
symbool op het display) samen met het waarschuwingslampje
blijft branden, draai dan de sleutel naar STOP en weer terug
naar MAR; als het waarschuwingslampje blijft branden, probeer het
dan met de andere sleutels die bij de auto zijn geleverd. Neem
contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk als de motor nog
steeds niet gestart kan worden.
❒Laat de contactsleutel nooit in de MAR stand bij afgezette motor.Starten van de motor bij Turbo TwinAir versies
Ga als volgt te werk:
❒Trek de handrem aan en plaats de versnellingspook in z'n vrij of
trap het koppelingspedaal volledig in als een andere versnelling dan
de vrijstand is ingeschakeld;
❒draai de contactsleutel naar AVV en laat deze los zodra de motor
start.
OpmerkingAls de motor niet bij de eerste poging start, draai dan
de contactsleutel naar de stand STOP en herhaal de startprocedure
door de versnellingspook in z'n vrij te plaatsen en het
koppelingspedaal volledig in te drukken.
BELANGRIJK
❒Als, met de contactsleutel in de stand MAR, het
waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel (of het
symbool op het display) samen met het waarschuwingslampje
blijft branden, draai dan de sleutel naar STOP en weer terug
naar MAR; als het waarschuwingslampje blijft branden, probeer het
dan met de andere sleutels die bij de auto zijn geleverd. Neem
contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk als de motor nog
steeds niet gestart kan worden.
❒Laat de contactsleutel nooit in de MAR stand bij afgezette motor.
149WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENNOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTPROCEDURE VOOR
DIESELVERSIESGa als volgt te werk:
❒trek de handrem aan en zet de versnellingsbak in de vrijstand;
❒draai de contactsleutel naar MAR: de waarschuwingslampjes
en
op het instrumentenpaneel (of het symbool op het
display) gaan branden;
❒wacht tot de waarschuwingslampjes (of het symbool op het display)
uit gaan;
❒trap het koppelingspedaal volledig in zonder het gaspedaal aan te
raken;
❒draai de contactsleutel naar AVV zodra het waarschuwingslampje
dooft. Als te lang wordt gewacht, is het werk van de
voorgloeibougies tevergeefs. Laat de sleutel los zodra de motor start.
Als het waarschuwingslampje
na het starten of na
langdurig "aanzwengelen" 1 minuut knippert, duidt dit op
een defect van de gloeibougies. Als de motor start kan
de auto zoals gewoonlijk gebruikt worden, maar moet zo snel
mogelijk contact worden opgenomen met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Het is gevaarlijk om de motor in afgesloten ruimten te
laten draaien. De motor verbruikt zuurstof en
produceert kooldioxide, koolmonoxide en andere
giftige gassen.
Tijdens de eerste gebruiksperiode adviseren wij om
overmatige belasting van de auto te voorkomen
(bijvoorbeeld hard accelereren, lang rijden met de
maximumsnelheid, abrupt remmen, enz.).Laat de contactsleutel nooit in de stand MAR staan als de
motor is afgezet, zodat de accu niet onnodig wordt
ontladen.Onthoud dat de rembekrachtiging en de elektrische
stuurbekrachtiging niet werken zolang de motor niet is
gestart; om die reden is meer kracht benodigd voor
de bediening van het rempedaal en het stuur.Probeer de motor nooit te starten door het voertuig te
duwen, te slepen of van een helling af te laten rijden.
Hierdoor kan de katalysator worden beschadigd.
150WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENNOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BELANGRIJK Tijdens deze handelingen moet het rempedaal ingetrapt
blijven.
BELANGRIJK Bij auto's met een armsteun voor, moet deze armsteun
worden opgetild om te voorkomen dat de hendel ertegen komt.
De auto moet geremd worden na enkele klikken van
de hendel: indien niet, neem dan contact op met het
Alfa Romeo Servicenetwerk om hem te laten afstellen.
GEBRUIK VAN DE
VERSNELLINGSBAKOm de versnellingen in te schakelen, trap het koppelingspedaal
volledig in en schakel de hendel in de gewenste stand (het schema is
aangegeven op de knop fig. 109, fig. 110, fig. 111).
fig. 109
A0J0265
fig. 110
A0J0266
152WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENNOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
TREKKEN VAN AANHANGERSBELANGRIJK
Voor het trekken van aanhangers of caravans moet het voertuig zijn
voorzien van een goedgekeurde trekhaak en een geschikte elektrische
installatie. De montage moet door een vakspecialist worden
uitgevoerd.
Monteer eventuele speciale en/of extra achteruitkijkspiegels conform
de wegenverkeerswetgeving.
Vergeet niet dat het klimvermogen van de auto door het gewicht van
een aanhanger of caravan wordt gereduceerd. Ook de remafstand
wordt langer en er is meer tijd nodig om in te halen.
Schakel een lage versnelling in bij een helling omlaag om een continu
gebruik van de rem te voorkomen.
Op de trekhaak rust het gewicht van de aanhanger waardoor het
laadvermogen van de auto proportioneel wordt gereduceerd. Om er
zeker van te zijn dat het maximum toelaatbaar getrokken gewicht
(op de typegoedkeuring vermeld) niet wordt overschreden, dient men
in acht te nemen dat deze waarde betrekking heeft op het toelaatbare
gewicht van een volgeladen aanhangwagen, inclusief accessoires en
bagage.
Volg de lokale snelheidsbeperkingen voor auto’s met aanhanger op.
Rijd in geen geval harder dan 100 km/h.
MONTAGE VAN DE TREKHAAKRaapleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk voor de montage van de
trekhaak.
De auto kan zijn uitgerust met ABS, maar dit heeft
geen inwerking op het remsysteem van de aanhanger.
Wees dus bijzonder voorzichtig op gladde wegen.Probeer nooit de remwerking van de aanhanger te
beïnvloeden door wijzigingen aan het remsysteem van
de auto uit te voeren. Het remsysteem van de
aanhanger moet volledig onafhankelijk zijn van het hydraulisch
systeem van de auto.
156WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENNOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WINTERBANDENDe winterbanden moeten dezelfde maat hebben als de standaard
geleverde banden: het Alfa Romeo Servicenetwerk staat u bij om de
meest geschikte band te kiezen.
Gebruik winterbanden alleen in geval van ijs of sneeuw op de wegen.
Voor de bandenmaat en de bandenspanning van de winterbanden
moet men zich exact houden aan de aanwijzingen die zijn
aangegeven in de paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”.
De specifieke eigenschappen van winterbanden verminderen drastisch
wanneer de profieldiepte minder is dan 4 mm. Vervang in dergelijke
gevallen de wielen.
Door hun specifieke eigenschappen zijn de prestaties van
winterbanden onder normale omstandigheden of wanneer lang op de
snelweg wordt gereden, veel lager dan die van de standaard
gemonteerde banden. Beperk het gebruik van winterbanden uitsluitend
voor de omstandigheden waarvoor ze zijn goedgekeurd.
Monteer op de vier wielen dezelfde banden (zelfde merk en
profieldiepte) voor meer veiligheid tijdens het rijden en het remmen en
voor een betere bestuurbaarheid. Keer de draairichting van de
banden zeker niet om.
De maximumsnelheid voor winterbanden met de
indicatie “Q” is 160 km/h; 190 km/h voor
winterbanden met de indicatie “T” en 210 km/h voor
winterbanden met de indicatie"H". De snelheidsbeperkingen
moeten echter altijd worden gerespecteerd.
SNEEUWKETTINGENHet gebruik van sneeuwkettingen moet aan de plaatselijke
voorschriften voldoen. De sneeuwkettingen mogen alleen op de
voorwielen gemonteerd worden (aangedreven wielen).
Controleer de spanning van de sneeuwkettingen na enkele tientallen
meters rijden.
Gebruik sneeuwkettingen met smalle schakels: bij alle versies, voor
bandenmaat 195/55 R16" en voor bandenmaat 205/55 R16"
gebruik sneeuwkettingen met smalle schakels die maximaal 9 mm
uitsteken buiten het bandprofiel.
BELANGRIJK Monteer nooit sneeuwkettingen op het noodreservewiel.
In geval van een lekke voorband, vervang dan een achterwiel door het
noodreservewiel en monteer het achterwiel op de vooras. Zo heeft de
vooras twee normale wielen waarop sneeuwkettingen kunnen worden
gemonteerd.
Beperk de snelheid als sneeuwkettingen gemonteerd zijn;
rijd niet harder dan 50 km/h. Vermijd kuilen,
trottoirbanden en stoepen en rijd geen lange stukken op
sneeuwvrije wegen om de auto en het wegdek niet te beschadigen.
157WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENNOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
NOODGEVALLEN
Wij adviseren om in een noodsituatie het gratis telefoonnummer te bellen dat in het garantieboekje is vermeld. U
kunt zich ook verbinden met de site www.alfaromeo.com om de dichtstbijzijnde dealer van het Alfa Romeo
Servicenetwerk te vinden.DE MOTOR STARTENAls het lampje
op het instrumentenpaneel continu blijft branden,
neem dan onmiddellijk contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
STARTEN MET HULPACCUAls de accu leeg is, kan de motor gestart worden met een hulpaccu
met dezelfde of een iets hogere capaciteit dan de lege accu.
Ga als volgt te werk om de auto te starten:
❒verbind de plusklemmen (+ teken bij de klem) van de beide accu's
met een startkabel;fig. 112;❒sluit met een tweede startkabel de minklem (–) van de hulpaccu aan
op een massapunt
op de motor of de versnellingsbak van de
auto die gestart moet worden;
❒verwijder als de motor gestart is, de kabels in de omgekeerde
volgorde los.
Lees voor versies met het Start&Stop systeem, in geval van starten met
een hulpaccu, de paragraaf “Start&Stop systeem” in het hoofdstuk
“Kennismaking met de auto”.
Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk als de motor na
diverse pogingen nog steeds niet gestart kan worden.
BELANGRIJK Verbind de minklemmen van de twee accu’s niet
rechtstreeks met elkaar! Als de hulpaccu in een andere auto
is geïnstalleerd, moet accidenteel contact tussen de metalen delen van
beide auto's vermeden worden.
Gebruik nooit een accusnellader om de motor te starten,
aangezien deze de elektronische systemen kan
beschadigen, met name de regeleenheden van de
ontsteking en de inspuiting.
fig. 112
A0J0392
159WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER