Page 168 of 312
❒neem de sleutel A fig. 117 en draai de wielbouten volledig vast;
❒draai aan de slinger van de krik D fig. 118 om de auto omlaag te
brengen. Verwijder de krik;
❒gebruik de sleutel A fig. 117 om de wielbouten kruiselings vast te
draaien, in de volgorde die is aangegeven in fig. 120;❒het is raadzaam om bij vervanging van een lichtmetalen velg het
wiel ondersteboven te plaatsen, met het versierde gedeelte naar
boven gericht.
Laat het correcte aanhaalkoppel van de wielbouten zo snel
mogelijk controleren door het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Monteer zo snel mogelijk een standaard band, want een normaal wiel
is breder dan het noodreservewiel waardoor de laadvloer van de
bagageruimte oneffen is.
fig. 119
A0J0061
fig. 120
A0J0271
164WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 174 of 312

❒als na deze handeling nog steeds geen 1,8 bar wordt verkregen
binnen 5 minuten na inschakeling van de compressor, rij dan niet
verder maar neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk;
❒stop na ongeveer 10 minuten en controleer opnieuw de
bandenspanning; vergeet de handrem niet aan te trekken;
❒als een spanning van minstens 1,8 bar wordt gemeten, herstel dan
de correcte bandenspanning (bij draaiende motor en aangetrokken
handrem), ga weer rijden en rijd zeer voorzichtig naar de
dichtstbijzijnde garage van het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Breng de sticker op een voor de bestuurder goed
zichtbare plaats aan, om eraan te herinneren dat de
band behandeld is met de snelle bandenreparatiekit.
Rijd voorzichtig, met name in bochten. Rijd niet harder dan 80
km/h. Vermijd bruusk accelereren en remmen.
Rij niet verder als de bandenspanning onder 1,8 bar is
gedaald: de Fix&Go Automatic snelle
bandenreparatiekit kan de vereiste wegligging niet
garanderen omdat de band te ernstig beschadigd is. Raapleeg
het Alfa Romeo Servicenetwerk.Informeer de dealer dat de band gerepareerd is met
de snelle bandenreparatiekit. Overhandig de
informatiefolder aan het personeel dat de band zal
repareren die behandeld is met de snelle bandenreparatiekit.
170WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 176 of 312

EEN LAMP VERVANGENALGEMENE INSTRUCTIES❒Controleer alvorens een lamp te vervangen of de contacten zijn
geoxideerd;
❒vervang defecte lampen door exemplaren van hetzelfde type en
vermogen;
❒controleer na vervanging van een gloeilamp in de koplamp altijd of
de koplampafstelling goed is;
❒als een lamp niet functioneert, controleer dan of de betreffende
zekering is doorgebrand alvorens de lamp te vervangen. Om de
zekeringen te vinden wordt verwezen naar de paragraaf
“Zekeringen vervangen” in dit hoofdstuk.
Raak alleen het metalen gedeelte van halogeenlampen
aan. Het aanraken van de bol met de vingers kan de
lichtopbrengst en de levensduur van de lamp reduceren.
Als de bol per ongeluk toch wordt aangeraakt, moet hij worden
schoongewreven met een doekje gedrenkt met alcohol en vervolgens
laten drogen.Wijzigingen of reparaties aan het elektrisch systeem
die niet correct zijn uitgevoerd en waarbij geen
rekening wordt gehouden met de technische
systeemgegevens, kunnen storingen in de werking en zelfs
brand tot gevolg hebben.
In halogeenlampen bevindt zich gas onder druk. Als ze
breken, kunnen er glassplinters wegschieten.Wegens het hoge voltage mag een gasontladingslamp
(Bi-Xenon) alleen door ervaren personeel vervangen
worden: levensgevaar! Raapleeg het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
BELANGRIJK Bij een lage temperatuur en of bij een hoge
luchtvochtigheidsgraad kan de binnenzijde van de koplamp een beetje
beslagen zijn. Dit is geen defect maar een natuurlijk verschijnsel dat
veroorzaakt wordt door de temperatuur- en vochtverschillen tussen de
binnen- en buitenzijde van het glas, en dat geen enkele nevenwerking
heeft op de normale werking van de lichten. Deze aanslag verdwijnt
geleidelijk aan (van het midden tot de randen) zodra de koplampen
worden ingeschakeld.
172WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 180 of 312
DIMLICHTMet gloeilampen
Ga als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒verwijder het deksel B fig. 131;
❒verwijder deksel A fig. 133 die de lamp beschermt;
❒verwijder de lamp en vervang hem;
❒monteer de lamphouder weer, controleer of hij goed vast zit;
❒monteer deksel B fig. 131;
Met gasontladingslampen (Bixenon)
(voor bepaalde versies/markten)
Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk
om deze te laten vervangen.
RICHTINGAANWIJZERSVoor
Om de lamp te vervangen, sleutel A fig. 134 (die zich in het
documentenvak zit) gebruiken, steek deze in zitting B en draai de
lamphouder linksom.
fig. 133
A0J0040
fig. 134
A0J0018
176WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Verwijder de lamp en vervang hem.
Page 181 of 312
Flanken
Ga als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒gebruik lampenglas A fig. 135 om de veer B in te drukken, trek
daarna de eenheid naar buiten;
❒draai lamphouder C linksom, verwijder de lamp en vervang hem;
❒monteer lamphouder C in het lampenglas en draai hem rechtsom;
❒monteer de unit, controleer of de inwendige borgveer B goed
vastzit.
MISTLAMPEN VOOR(voor bepaalde versies/markten)
Raapleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk om deze lampen te laten
vervangen.ACHTERLICHTUNITSOm toegang te krijgen tot de verlichtingseenheid, de bekleding van de
bagageruimte aan de zijkant verplaatsen (zie fig. 136). Deze bevatten
de lampen voor de parkeerverlichting, richtingaanwijzers en het
remlicht.PARKEER-/REMLICHTENDit zijn led lampjes. Neem contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om deze lampen te laten vervangen.
fig. 135
A0J0042
fig. 136
A0J0043
177WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 182 of 312
MISTLICHTEN/MISTACHTERLICHTENVoor het vervangen van de lampen van het mistachterlicht A fig. 137
of achteruitrijlicht B fig. 137, contact opnemen met het Alfa Romeo
Service Netwerk.3e
REMLICHT
Deze zitten in de achterklep en bestaan uit led lampjes. Neem voor het
vervangen van de lampjes contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
KENTEKENVERLICHTINGGa als volgt te werk om een lamp te vervangen:
❒verwijder de lichtunits van de kentekenverlichting fig. 138;
❒draai de lamphouder B fig. 139 linksom, verwijder de lamp C en
vervang hem;
fig. 137
A0J0044
fig. 138
A0J0046
fig. 139
A0J0045
178WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 186 of 312

ZEKERINGEN VERVANGENALGEMENE INFORMATIEHet elektrische systeem wordt beveiligd door zekeringen: bij een
storing of bij oneigenlijk gebruik van het systeem brandt de zekering
door.
Controleer eerst of de zekering is doorgebrand wanneer een elektrisch
onderdeel niet meer werkt: de geleidende band A fig. 148 mag niet
onderbroken zijn.
Als dit wel het geval is, dan moet de zekering worden vervangen door
een nieuw exemplaar met dezelfde stroomsterkte (zelfde kleur).
B = intacte zekering.
C = zekering met doorgebrande geleidende band.
Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk
als de zekering opnieuw doorbrandt.
Vervang een doorgrande zekering nooit door metalen
draden of ander materiaal.Vervang een zekering nooit door een exemplaar met
een hogere stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR.Als een hoofdzekering (MAXI-FUSE, MEGA-FUSE,
MIDI-FUSE) doorbrandt, neem dan contact op met het
Alfa Romeo Servicenetwerk.Alvorens een zekering te vervangen, moet men
controleren of de contactsleutel uit het slot is genomen
en of alle stroomverbruikers uit staan en/of zijn
uitgeschakeld.Als een hoofdzekering voor veiligheidsinrichtingen
(airbagsysteem, remsysteem), motorsystemen
(motorsysteem, transmissiesysteem) of stuurinrichting
doorbrandt, neem dan contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
fig. 148
A0J0048
182WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 194 of 312

ACCU OPLADENBELANGRIJK De beschrijving voor het opladen van de accu geldt
slechts ter informatie. Raapleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk.
BELANGRIJK Wacht, nadat de contactsleutel naar STOP is gedraaid,
minstens 1 minuut alvorens de accuvoeding los te koppelen.
Het verdient aanbeveling aan de accu langzaam en met een laag
ampèrage gedurende ongeveer 24 uur op te laden. De accu langer
opladen, kan de accu beschadigen.VERSIES ZONDER Start&Stop
SYSTEEM(voor bepaalde versies/markten)
Ga voor het opladen van de accu als volgt te werk:
❒maak de minklem los van de accu;
❒sluit de kabels van de acculader aan op de accupolen; let daarbij
op de polariteit;
❒schakel de acculader in;
❒schakel na het opladen eerst de acculader uit alvorens de accu los te
koppelen;
❒sluit de minklem aan op de accu.
VERSIES MET Start&Stop SYSTEEMGa voor het opladen van de accu als volgt te werk:
❒koppel de stekker A fig. 155 van de accusensor C op de minklem D
van de accu los (door op de knop B te drukken);
❒sluit de pluskabel (+) van de acculader aan op de pluspool (+) van
de accu;
❒sluit de minkabel (-) van de acculader aan op de D-klem van de
minpool (-) van de accu;
❒schakel de acculader in;
❒schakel na het opladen eerst de acculader uit alvorens de accu los te
koppelen;
❒sluit de stekker A weer aan op de sensor C van de accu.
fig. 155
A0J0389
190WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER