ONDERHOUD EN ZORG
GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUDJuist onderhoud is uiterst belangrijk voor een lange levensduur van de
auto onder optimale omstandigheden.
Alfa Romeo heeft een reeks controles en onderhoudsbeurten opgesteld
die elke 30.000 kilometer (benzineversies) of elke 35.000 kilometer
(dieselversies) uitgevoerd moeten worden.
Vóór 30.000/35.000 km en vervolgens tussen elke twee
servicebeurten is het sowieso nodig om bepaalde items van het
Geprogrammeerde Onderhoudsplan te controleren (bijv. periodieke
controle van het niveau van de vloeistoffen, bandenspanning, etc.).
De servicebeurten van het Geprogrammeerde Onderhoud worden
volgens een vast tijdsschema door het Alfa Romeo Servicenetwerk
uitgevoerd. Eventuele reparaties die nodig blijken tijdens het uitvoeren
van de diverse inspecties en controles van het geprogrammeerd
onderhoud, mogen uitsluitend worden uitgevoerd na toestemming van
de klant. Als de auto dikwijls gebruikt wordt voor het trekken van
aanhangers, dan moet een korter interval tussen de
onderhoudsbeurten worden aangehouden.WAARSCHUWING
Op 2000 km vóór de volgende servicebeurt zal de display een
melding tonen.
De servicebeurten van het Geprogrammeerde Onderhoud zijn door de
fabrikant voorgeschreven. Het niet uitvoeren ervan kan het vervallen
van de garantie tot gevolg hebben.
Het is raadzaam het Alfa Romeo Servicenetwerk onmiddellijk te
informeren over eventuele kleine storingen en niet te wachten tot de
volgende servicebeurt.
193WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
195WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
km x 100030 60 90 120 150 180
Maanden24 48 72 96 120 144
Klepspeling controleren en, indien nodig, afstellen (1.4 Benzine 8V 78 pk versies)●●●
Uitlaatgasemissie controleren.●●●●●●
Laadtoestand accu controleren en eventueel opladen●●●●●●
Motormanagementsystemen controleren (m.b.v. diagnosestekker)●●●●●●
De aandrijfriem(en) van hulporganen vervangen●
De getande distributieriem vervangen
(*)
●
Bougies vervangen
(**)
●●●●●●
Luchtfilterelement vervangen
(***)
●●●
Motorolie en oliefilter vervangen (of elke 24 maanden)
(****)
●●●●●●
Remvloeistof vervangen (of elke 24 maanden)●●●
Pollenfilter vervangen (of elke 12 maanden)●●●●●●
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koud klimaat, gebruik in de stad, langdurig stationair draaien) om de vier
jaar worden vervangen of in elk geval om de vijf jaar.
(**) Voor 1.4 MultiAir en 1.4 Turbo MultiAir versies zijn de volgende zaken zijn van vitaal belang om de correcte werking te verzekeren en om ernstige schade aan de
motor te voorkomen: gebruik uitsluitend bougies die speciaal gecertificeerd zijn voor deze motoren; alle bougies moeten van hetzelfde type en merk zijn (zie de
paragraaf “Motor” in het hoofdstuk "Technische gegevens"); houdt u strikt aan de vervangingsintervallen van de bougies die vermeld zijn in het
Geprogrammeerde Onderhoudsschema; neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk om de bougies te laten vervangen.
(***) Bij Turbo TwinAir versies moet het luchtfilterelement elke 30.000 km worden vervangen.
(****) Als de auto jaarlijks minder dan 10.000 km rijdt, dan moeten de motorolie en het motoroliefilter elke 12 maanden worden vervangen.
MOTOROLIEControleer of het oliepeil tussen de referentietekens MIN en MAX staat
op de peilstok A.
Als het oliepeil dichtbij of onder het referentieteken MIN staat, olie
toevoegen via vulopening B tot het peil het referentieteken MAX
bereikt.
Het oliepeil mag het referentieteken MAX nooit
overschrijden.
Voor 1.4 Benzine, 1.4 MultiAir, 1.4 Turbo MultiAir,
1.3 JTD
M-2
en 1.6 JTD
Mversies
Trek de oliepeilstok A naar buiten, maak hem schoon met een
niet-pluizende doek en zet hem weer terug. Trek hem weer naar buiten
en controleer of het oliepeil tussen de referentietekens MIN en MAX
op de peilstok staat.
Voor Turbo TwinAir versies
De oliepeilstok is een geheel met de dop A. Schroef de dop los, maak
de peilstok schoon met een niet-pluizende doek, zet de peilstok weer
terug en schroef de dop weer vast.
Schroef de dop weer los en controleer of het oliepeil tussen de
merktekens MIN en MAX op de peilstok staat.Motorolieverbruik
Gewoonlijk ligt het maximaal motorolieverbruik op 400 gram per
1000 km. Tijdens de beginperiode van de auto wordt de motor
ingereden. Daarom is het motorolieverbruik pas stabiel na de eerste
5.000 ÷ 6.000 km.
Vul geen olie bij met andere kenmerken dan de olie
waarmee de motor is gevuld.Gebruikte motorolie en oliefilters bevatten substanties die
schadelijk zijn voor het milieu. Wij adviseren u de olie en
het oliefilter te laten vervangen bij het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
206WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
MOTORKOELVLOEISTOFAls het niveau te laag is, maak de reservoirdop C los en vul de
vloeistof bij zoals vermeld in het hoofdstuk "Technische gegevens".
PARAFLU
UPanti-vries wordt gebruikt in het
motorkoelsysteem. Gebruik voor het bijvullen dezelfde
vloeistof dan de vloeistof die in het koelsysteem zit.
PARAFLU
UPkan niet gemengd worden met andere soorten vloeistof.
Als dit per ongeluk toch gebeurt, start dan onder geen voorwaarde de
motor. Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.Het koelsysteem staat onder druk. Vervang de dop,
indien nodig, uitsluitend door een andere originele
dop, anders kan de werking van het systeem in
gevaar gebracht worden. Verwijder de dop van het reservoir niet
als de motor heet is: u loopt het risico van brandwonden.
VLOEISTOF VOOR RUITENSPROEIERS/
ACHTERRUITSPROEIERAls het niveau te laag is, maak de reservoirdop D los en vul de
vloeistof bij zoals vermeld in het hoofdstuk "Technische gegevens".
Rijd nooit met een leeg ruitensproeierreservoir:
ruitensproeiers zijn van fundamenteel belang voor een
goed zicht. Sommige in de handel verkrijgbare
ruitensproeiervloeistoffen zijn licht ontvlambaar. De motorruimte
omvat warme onderdelen die bij contact met de vloeistof brand
kunnen veroorzaken.
REMVLOEISTOFControleer of het vloeistofniveau op het maximum peil staat. Als het
vloeistofniveau te laag is, maak de reservoirdop E los en vul de
vloeistof bij zoals vermeld in het hoofdstuk "Technische gegevens".
Vermijd elk contact tussen de uiterst corrosieve remvloeistof
en de gelakte delen. Spoel bij contact onmiddellijk uit met
rijkelijk water.Remvloeistof is giftig en uiterst corrosief. Als
remvloeistof per ongeluk wordt gemorst, moeten de
betrokken delen onmiddellijk worden gewassen met
water en neutrale zeep en vervolgens met rijkelijk water worden
afgespoeld. Raadpleeg bij inslikken onmiddellijk een arts.Het symbool
op het reservoir geeft aan dat een
synthetische remvloeistof moet worden gebruikt, dus
geen minerale remvloeistof. Het gebruik van minerale
vloeistoffen kan de speciale rubbers in het remsysteem
onherstelbaar beschadigen.
207WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
LUCHTFILTER/POLLENFILTER/
DIESELFILTERNeem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk om de filters te
laten vervangen.
ACCUAccu F (zie vorige bladzijden) vereist niet dat de elektrolyt met
gedestilleerd water wordt bijgevuld. Een periodieke controle bij het
Alfa Romeo Servicenetwerk is echter noodzakelijk om de efficiëntie te
verifiëren.ACCU VERVANGENVervang indien nodig de accu door een andere originele accu met
dezelfde specificaties. Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de
accu voor het onderhoud.NUTTIG ADVIES OM DE LEVENSDUUR
VAN DE ACCU TE VERLENGENNeem de volgende aanwijzingen in acht om het snel ontladen van de
accu te voorkomen en de levensduur te verlengen:
❒wanneer de auto wordt geparkeerd, controleer dan of de portieren,
de motorkap en de achterklep goed gesloten zijn. Hiermee wordt
voorkomen dat de interieurverlichting blijft branden;
❒schakel de interieurverlichting uit: de auto is in ieder geval uitgerust
met een systeem voor automatische uitschakeling van de
interieurverlichting;
❒houd accessoires (bijv. autoradio, alarmknipperlichten, etc.) niet te
lang ingeschakeld wanneer de motor is uitgezet;
❒maak voordat werkzaamheden aan de elektrische installatie worden
uitgevoerd, de kabel van de minpool op de accu los;
BELANGRIJK Als het ladingsniveau gedurende langere tijd onder 50%
blijft, raakt de accu door sulfatering beschadigd. Hierdoor
verminderen de capaciteit en het startvermogen.
208WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
De accu is in dit geval ook gevoeliger voor bevriezing (dit kan reeds
bij temperaturen van -10°C gebeuren). Als de auto langere tijd niet
gebruikt wordt, zie dan "Langdurige stilstand van de auto” in het
hoofdstuk "Starten en rijden".
Als men na aanschaf van het voertuig accessoires wil monteren die
constante elektrische voeding nodig hebben (diefstalalarm, enz.)
of veel stroom verbruiken, dient men contact op te nemen met het
gespecialiseerde personeel van het Alfa Romeo Servicenetwerk. Zij
kunnen het totale benodigde stroomverbruik beoordelen.
Accuvloeistof is giftig en corrosief. Vermijd contact met
huid en ogen. Houd open vuur en bronnen van vonken
uit de buurt van de accu: brand- en
ontploffingsgevaar.Als de accu met onvoldoende vloeistof werkt, kan dit
de accu onherstelbaar beschadigen en een explosie
veroorzaken.Verkeerde installatie van elektrische en elektronische
apparatuur kan ernstige schade aan de auto toebrengen.
Als men na aanschaf van de auto accessoires wil monteren
(alarm, mobiele telefoon enz.), wordt geadviseerd contact op te nemen
met het Alfa Romeo Servicenetwerk, dat de meest geschikte apparaten
zal aanraden en zal controleren of een accu met een grotere capaciteit
gemonteerd moet worden.
Accu’s bevatten stoffen die zeer gevaarlijk zijn voor het
milieu. Neem steeds contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om de accu te laten vervangen.Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt onder
extreem koude weersomstandigheden, dan moet de
accu worden verwijderd en op een verwarmde plaats
worden bewaard om bevriezing te voorkomen.Bij werkzaamheden aan de accu of in de buurt van de
accu, moeten de ogen altijd met een speciale bril
beschermd worden.
209WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELENAANBEVOLEN PRODUCTEN EN HUN SPECIFICATIESGebruikEigenschappen van vloeistoffen en
smeermiddelen voor een correcte werking van
de autoOriginele vloeistoffen
en smeermiddelenVerversingsinterval
Smeermiddelen voor
benzinemotorenSAE 5W-40 ACEA C3 volledig synthetisch smeermiddel.
FIAT-kwalificatie 9.55535-S2SELENIA StAR P.E.
Contractual Technical
Reference no. F603.D08Volgens het Geprogram-
meerde Onderhoudsschema
Smeermiddelen voor
dieselmotorenSAE 5W-30 volledig synthetisch smeermiddel.
FIAT-kwalificatie 9.55535-S1SELENIA WR P.E.
Contractual Technical
Reference No. F510.D07Volgens het Geprogram-
meerde OnderhoudsschemaAls bij dieselmotoren in geval van nood geen originele producten beschikbaar zijn, moeten de smeermiddelen minimaal aan de ACEA
C2-specificaties voldoen. In dit geval zijn geen optimale motorprestaties gegarandeerd en is het raadzaam de olie zo snel mogelijk bij het Alfa
Romeo Servicenetwerk te laten vervangen door het aanbevolen product.
Het gebruik van producten met lagere eigenschappen dan de ACEA C3-specificaties voor benzinemotoren en de ACEA C2-specificaties voor
dieselmotoren kan beschadigingen aan de motor veroorzaken die niet door de garantie worden gedekt.
Bij benzineversies met MultiAir systeem kan het gebruik van smeermiddelen met lagere specificaties dan ACEA C3 en een andere SAE-
viscositeitsgraad dan 5W-40 beschadigingen aan de motor veroorzaken die niet door de garantie worden gedekt.
252WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN HET VOERTUIG AAN
HET EINDE VAN DE LEVENSDUURReeds vele jaren voldoet Alfa Romeo aan een globale verplichting om het milieu te beschermen en te respecteren door voortdurend haar
productieprocessen te verbeteren en steeds meer producten te ontwikkelen die milieuvriendelijk zijn. Om de klanten de best mogelijk service te
garanderen in overeenstemming met milieuwetgeving en conform de Europese Richtlijn 2000/53/EG inzake de behandeling van voertuigen aan
het einde van hun levensduur, biedt Alfa Romeo haar klanten de mogelijkheid hun voertuigen (*) aan het einde van hun levensduur zonder extra
kosten in te leveren.
De Europese richtlijn bepaalt namelijk dat de auto kan worden ingeleverd zonder kosten voor de laatste houder of eigenaar als de auto geen of
een negatieve marktwaarde heeft. In bijna alle landen van de Europese Unie konden tot 1 januari 2007 alleen auto’s kosteloos worden ingeleverd
die na 1 juli 2002 op kenteken waren gezet; vanaf 2007 is het kosteloos inleveren van de auto niet meer afhankelijk van het jaar van
kentekenregistratie, als het voertuig maar de essentiële voertuigonderdelen (met name de motor en de carrosserie) en geen extra afval bevat.
Voor de kosteloze inlevering van het voertuig aan het einde van zijn levensduur kunt u zich tot een van onze Servicepunten of tot een bevoegd
Alfa Romeo inzamelings- en verwerkingsbedrijf wenden. Deze bedrijven zijn zorgvuldig geselecteerd en bieden kwaliteitservice voor de
inzameling, verwerking en recycling van afgedankte voertuigen met respect voor het milieu.
Voor meer informatie over deze inzamelings- en verwerkingsbedrijven kunt u zich wenden tot het Alfa Romeo Servicenetwerk of het gratis
nummer 00800 2532 0000 bellen of de Alfa Romeo website bezoeken.
(*) Auto voor personenvervoer met maximaal negen zitplaatsen en een maximaal toelaatbaar gewicht van 3,5 t.
258WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER