CONTINU BRANDEND:
Motoroliedruk te laag (rood)
KNIPPEREND: Motorolie verslechterd
(voor bepaalde versies/markten - rood)
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het lampje
branden maar moet het doven zodra de motor is gestart.
1. Onvoldoende motoroliedruk
Het lampje gaat continu branden en (voor bepaalde versies/markten)
verschijnt een melding op de display wanneer het systeem een
onvoldoende motoroliedruk waarneemt.
Wanneer het
lampje tijdens het rijden gaat
branden (bij sommige versies verschijnt ook een melding
op de display), zet dan de motor onmiddellijk af en neem
contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
2. Motorolie verslechterd
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje knippert en er verschijnt een melding op de display (voor
bepaalde versies/markten).
Afhankelijk van de versie kan het lampje kan op verschillende
manieren knipperen:
❒elke twee uur 1 minuut;
❒cycli van 3 minuten met intervallen van 5 seconden waarin het
lampje niet brandt totdat de olie wordt ververst.Na de eerste melding zal, bij elke start van de motor, het lampje
blijven knipperen zoals voorheen beschreven totdat de olie wordt
ververst. Op de display verschijnt een speciale melding (voor bepaalde
versies/markten) en gaat het betreffende lampje branden. Het
knipperen van het lampje moet niet als een storing worden
beschouwd, maar wil de bestuurder erop wijzen dat de motorolie moet
worden ververst na een normaal gebruik van de auto. Vergeet niet
dat verslechtering van de motorolie wordt versneld door:
❒overwegend stadsgebruik van de auto, waardoor het DPF-
regeneratieproces vaker moet worden uitgevoerd;
❒gebruik van de auto voor korte ritten, waardoor de motor niet
helemaal op bedrijfstemperatuur kan komen;
❒herhaald onderbreken van het regeneratieproces, hetgeen wordt
aangegeven door het branden van het DPF-lampje.
Wanneer het lampje gaat branden, moet de
afgewerkte motorolie zo spoedig mogelijk, en elk
geval binnen 500 km nadat het lampje voor het eerst
gaat branden, worden ververst. Het niet naleven van deze
instructie kan de motor ernstig beschadigen en derhalve de
garantie voor de veroorzaakte schade ongeldig maken. Vergeet
niet dat het branden van dit lampje niets te maken heeft met
het oliepeil in de motor. Voeg dus absoluut geen motorolie toe als
het lampje begint te knipperen.
10
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Koelvloeistoftemperatuur te
hoog (rood)
Door de contactsleutel in de stand MAR te draaien, gaat het lampje op
het instrumentenpaneel branden. Enkele seconden na het starten van
de motor moet dit lampje doven.
Het lampje gaat branden wanneer de motor oververhit is.
De display toont een speciale melding.
Ga als volgt te werk wanneer het lampje tijdens het rijden gaat
branden:
❒tijdens een normale rit: breng de auto tot stilstand, zet de motor af
en controleer of het koelvloeistofniveau in het reservoir zich onder
het MIN-teken bevindt. Als dit het geval is, wacht dan enkele
minuten tot de motor is afgekoeld, draai vervolgens langzaam en
voorzichtig de dop open, vul koelvloeistof bij en controleer of het
peil zich tussen het MIN- en MAX-teken op het reservoir bevindt.
Controleer ook op de aanwezigheid van vloeistoflekken. Als het
lampje bij de volgende start gaat branden, neem dan contact op
met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
❒Wanneer het voertuig onder veeleisende omstandigheden wordt
gebruikt (bijvoorbeeld bij het bergop trekken van een aanhanger
of wanneer de auto volgeladen is): minder snelheid en breng het
voertuig tot stilstand als het lampje blijft branden. Wacht 2 of 3
minuten met draaiende motor en geef ietwat gas om de
koelvloeistofcirculatie te bevorderen. Zet vervolgens de motor af.
Controleer het vloeistofpeil zoals hiervoor beschreven.
BELANGRIJK Het is raadzaam om onder zware
bedrijfsomstandigheden de motor vóór het afzetten enkele minuten te
laten draaien met het gaspedaal iets ingetrapt.
Portieren niet goed gesloten
(rood)(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje (of symbool op de display) gaat branden wanneer een of
meer portieren of de achterklep niet goed gesloten zijn. Bij geopende
portieren en als de auto rijdt wordt een geluidssignaal voortgebracht.
Bij sommige versies gaat ook het lampje (of symbool op de display)
branden wanneer de motorkap niet goed gesloten is.
11WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Storing EOBD/inspuitsysteem
(geel)
Onder normale omstandigheden, wanneer de contactsleutel naar
MAR-ON wordt gedraaid, gaat het lampje branden maar moet doven
zodra de motor is gestart.
Wanneer het lampje blijft branden of tijdens het rijden gaat branden,
wijst dit op een onjuiste werking van het inspuitsysteem; met name
duidt een vast brandend lampje op een storing in het
brandstoftoevoer-/inspuitsysteem die overmatige uitlaatgasemissies,
mogelijk prestatieverlies, slechte rijeigenschappen en een hoog
brandstofverbruik kan veroorzaken.
Bij sommige versies verschijnt een speciale melding op de display.
Onder deze omstandigheden kan men met gematigde snelheid verder
rijden zonder te veel eisen aan de motor te stellen. Het langdurig
rijden met brandend lampje kan schade aan de motor veroorzaken.
Raadpleeg zo snel mogelijk het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Het lampje dooft nadat de storing is verdwenen, maar de storing
wordt door het systeem in het geheugen bewaard.
OPMERKING (alleen voor benzinemotoren)
Als het lampje knippert, kan dit op een mogelijk defect van de
katalysator wijzen.
Als het lampje knippert, moet het gaspedaal worden losgelaten om het
motortoerental te verlagen, totdat het lampje niet meer knippert. Rijd
verder met gematigde snelheid en voorkom rijomstandigheden die
kunnen leiden tot het opnieuw gaan knipperen van het lampje. Neem
zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Wanneer, als de sleutel in de stand MAR wordt gedraaid,
het
lampje niet gaat branden of wanneer tijdens het
rijden het lampje continu of knipperend gaat branden (bij
sommige versies verschijnen ook een melding op de display), ga dan
onmiddellijk naar een dealer van het Alfa Romeo Servicenetwerk.
De verkeerspolitie beschikt over speciale apparatuur waarmee
de werking van het lampje
kan worden gecontroleerd. Neem in
elk geval de wettelijke voorschriften in acht van het land waarin
wordt gereden.
VDC systeem (geel)(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid, gaat dit
lampje branden. Het moet doven kort nadat de motor is gestart.
Als het lampje (of het symbool op de display) continu blijft branden en
niet dooft, neem dan contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Bij sommige versies verschijnt een speciale melding op de display.
Het lampje gaat tijdens het rijden knipperen om aan te geven dat het
VDC-systeem werkt.
12
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Storing ASRDoor de contactsleutel in de stand MAR te draaien, gaat het lampje op
het instrumentenpaneel branden. Enkele seconden na het starten van
de motor moet dit lampje doven.
Als het lampje (of het symbool op de display) continu blijft branden en
niet dooft, neem dan contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Bij sommige versies verschijnt een speciale melding op de display.
Het lampje gaat tijdens het rijden knipperen om aan te geven dat het
VDC-systeem werkt.Storing Hill HolderDit lampje gaat branden (bij sommige versies verschijnen ook een
melding en een
symbool op de display) als er een storing in het
Hill Holder systeem optreedt.
Raapleeg in zo'n geval het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Storing Alfa Romeo CODE
systeem/Storing alarm (geel)(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje (of het symbool op de display) gaat branden (en bij
sommige versies verschijnt ook een melding op de display) wanneer
een Alfa Romeo CODE systeemfout of alarmfout is waargenomen
(voor bepaalde versies/markten).
Raadpleeg in dat geval zo snel mogelijk het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
InbraakpogingAls het lampje knippert of, bij sommige versies, als het symbool op de
display (samen met een melding) verschijnt, wordt een inbraakpoging
aangegeven. Raadpleeg zo snel mogelijk het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Voorgloeibougies
(dieselversies) (geel)
Wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, gaat
dit lampje branden. Het dooft wanneer de voorgloeibougies de
vereiste temperatuur hebben bereikt. De motor kan worden gestart
zodra het lampje gedoofd is.
BELANGRIJK Als de buitentemperatuur erg hoog of gematigd is, kan
het lampje al na zeer korte tijd doven.Storing voorgloeibougies
(dieselversies)Het lampje knippert (en bij sommige versies verschijnen een melding
op de display) om een storing in het voorgloeisysteem aan te geven.
Raadpleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk om de storing zo spoedig
mogelijk te laten verhelpen.
13WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Water in het dieselfilter
(dieselversies) (geel)
Het lampje brandt continu tijdens het rijden (er verschijnt ook een
melding op de display) als er water in het brandstoffilter is
waargenomen.
Water in het brandstofcircuit kan het inspuitsysteem ernstig
beschadigen en de motor onregelmatig doen draaien. Als
het
lampje op de display gaat branden (er verschijnt
ook een melding op de display), raadpleeg dan zo snel mogelijk het
Alfa Romeo Servicenetwerk om het systeem te laten aftappen. Als het
lampje onmiddellijk na het tanken gaat branden, kan het zijn dat er
tijdens het tanken water in de tank terecht is gekomen: zet de motor
onmiddellijk uit en neem contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Brandstofreserve –
Beperkte actieradius (geel)
Dit lampje gaat branden wanneer er nog circa5à7liter brandstof in
de tank is.
Wanneer het bereik minder is dan ongeveer 50 km (of het equivalent
in mijl) is, verschijnt bij sommige versies een waarschuwing op de
display.
Wanneer het lampje tijdens het rijden gaat knipperen,
neem dan contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.Cruise control (groen)(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid, gaat dit
lampje branden. Het moet doven kort nadat de Cruise Control functie
is uitgeschakeld.
Het lampje gaat branden wanneer de draaiknop van de cruise control
in de stand ON wordt gedraaid (zie de paragraaf “Cruise Control”
in dit hoofdstuk).
De display toont een speciale melding.
14
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Algemene storingsmelding
(geel)(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat branden onder de volgende omstandigheden.
Raadpleeg in dergelijke gevallen het Alfa Romeo Servicenetwerk om
de storing zo spoedig mogelijk te laten verhelpen.
Storing buitenverlichtingZie beschrijving voor het
controlelampje.
Storing remlichtenZie beschrijving voor “Storing remlichten”.Afsluiter van de brandstoftoevoerHet lampje gaat branden wanneer de brandstofnoodschakelaar wordt
ingeschakeld. Op de display verschijnt een speciale melding.Storing Start&Stop(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat branden wanneer een storing is het Start&Stop
systeem wordt vastgesteld.
Storing regensensor(voor bepaalde versies/markten)
Zie beschrijving voor het
controlelampje.
Storing parkeersensor(voor bepaalde versies/markten)
Zie beschrijving voor het
controlelampje.
Storing schemersensor(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat branden wanneer een storing is de schemersensor
wordt vastgesteld.Storing motoroliedruksensorHet lampje gaat branden wanneer een storing in de
motoroliedruksensor wordt gedetecteerd. Op de display verschijnt een
speciale melding.
16
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Lage bandenspanning(voor bepaalde versies/markten)
Dit lampje (of symbool op de display) gaat branden (bij sommige
versies verschijnt ook een melding op de display) (alsook een
geluidsignaal) als de bandenspanning van een of meerdere banden
onder een bepaalde grenswaarde komt.
Zo wordt de bestuurder door de TPMS op de hoogte gebracht wanneer
de bandenspanning gevaarlijk laag is en het risico op lekkage
optreedt.
BELANGRIJK Rijd niet verder met een of meerdere banden met te lage
spanning, dit kan de wendbaarheid van de auto nadelig beïnvloeden.
Breng de auto tot stilstand, voorkom bruusk remmen en sturen.
Vervang het wiel meteen door het noodreservewiel (voor bepaalde
versies/markten) of repareer het m.b.v. de speciale reparatiekit (zie
“Een wiel vervangen” in hoofdstuk “Noodgevallen” en raadpleeg het
Alfa Romeo Servicenetwerk zo spoedig mogelijk.Storing TPMS
Dit lampje (of symbool op de display) gaat branden (en bij sommige
versies verschijnt ook een melding op de display) wanneer een fout
in de TPMS is waargenomen.
Raadpleeg in dat geval zo snel mogelijk het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Als een of meerdere wielen niet met sensoren wordt gemonteerd,
verschijnt een melding op de display tot de oorspronkelijke condities
zijn hersteld.
Bandenspanning controleren
De lampje (of symbool op de display) gaat branden (bij sommige
versies verschijnt ook een melding op de display) wanneer de
bandenspanning onder de aanbevolen waarde voor een lange
levensduur van de band en een zuinig brandstofverbruik komt. Het
lampje kan ook wijzen op drukverlies.
Als twee of meerdere banden zich in voornoemde toestand bevinden,
toont de display sequentieel de aanwijzingen voor elkeen van de
banden.
Onder dergelijke omstandigheden moet de juiste bandenspanning
worden hersteld (zie het hoofdstuk “Technische gegevens”).
18
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
In-/uitschakeling Start&Stop
systeem(voor bepaalde versies/markten)
Storing start&Stop systeem
Inschakeling Start&Stop systeem
Wanneer het Start&Stop systeem wordt ingeschakeld, verschijnt een
melding op de display.
De led op de
knop (op de bekleding nabij het stuurwiel) is
uitgeschakeld (zie de paragraaf “Start&Stop” in dit hoofdstuk).
Start&Stop systeem uitschakelen
❒Versies met herconfigureerbaar multifunctioneel display: wanneer
het Start&Stop systeem wordt uitgeschakeld, verschijnt een melding
op de display.
❒Versies met multifunctioneel display: wanneer het Start&Stop
systeem wordt uitgeschakeld, verschijnt het symbool
op de
display.
De led op de
knop brandt wanneer het systeem is uitgeschakeld.
Storing Start&Stop systeem
Als er een storing optreedt in het Start&Stop systeem, knippert het
symbool
(versies met multifunctioneel display) of
(versies met
herconfigureerbaar multifunctioneel display) op de display.
Voor bepaalde versies/markten, indien aanwezig, wordt er ook een
bericht weergegeven.
Raapleeg in zo'n geval het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Bagageruimte open
Bij sommige versies wordt een melding + symbool op de display
weergegeven wanneer de bagageruimte open is.
Motorkap open
Bij sommige versies wordt een melding + symbool op de display
weergegeven wanneer de motorkap open is.
Mogelijke aanwezigheid van
ijs op de weg
Bij versies met herconfigureerbaar multifunctioneel display, verschijnt
een melding + symbool op de display wanneer de buitentemperatuur
3°C of minder bedraagt.
Bij versies met multifunctioneel display, wordt alleen een melding
weergegeven.
BELANGRIJK Bij een storing van de buitentemperatuursensor, worden
streepjes i.p.v. temperatuurwaarden op de display weergegeven.
19WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER