Veiligheid
162
Zij-airbags
De zij-airbags beschermen de bestuurder en de passagier vóór bij een ernstige zijdelingse aanrijding, om de kans op borstletsel te verkleinen. De zij-airbags zijn, aan de zijde van de portieren, in de rugleuningen van de voorstoelen aangebracht.
Activering
De zij-airbags worden aan de desbetreffende zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse aanrijding binnen (een gedeelte van) de impactzone opzij ( B ), loodrecht op de lengteas van de auto en vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde van de auto. De zij-airbag wordt opgeblazen tussen de inzittende vóór en het desbetreffende portierpaneel.
Windowairbags
De windowairbags beschermen de bestuurder en passagiers (uitgezonderd de middelste passagier achter) bij een ernstige zijdelingse aanrijding, om de kans op letsel aan de zijkant van het hoofd te verkleinen. De windowairbags zijn aangebracht in de stijlen en in de hemelbekleding.
Activering
De windowairbag wordt gelijktijdig met de zijairbag aan de desbetreffende zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse aanrijding binnen (een gedeelte van) de impactzone opzij ( B ), waarbij de krachten loodrecht op de lengterichting van de auto en vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde van de auto worden uitgeoefend. De windowairbag wordt opgeblazen tussen de inzittenden vóór en achter en de ruiten.
Registratiezones voor een aanrijding
A. Impactzone vóór. B. Impactzone opzij.
Als dit waarschuwingslampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display, raadpleeg dan het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om het systeem te laten controleren. De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige aanrijding niet worden geactiveerd.
Storing
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of bij over de kop slaan, kan het zijn dat de airbag niet wordt geactiveerd. Bij een aanrijding van achteren of een frontale aanrijding wordt de airbag niet geactiveerd.
8
Veiligheid163
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten. Draag altijd een correct afgestelde autogordel. Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbag en de inzittenden (kinderen, huisdieren, objecten...). Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden. Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren. Werkzaamheden aan airbagsystemen mogen uitsluitend door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats worden uitgevoerd. Zelfs als alle bovenstaande voorschriften worden nageleefd, blijft de kans bestaan op letsel of lichte brandwonden aan het hoofd, de borst of de armen als de airbag wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk zeer snel opgeblazen (binnen enkele milliseconden) en loopt vervolgens even snel leeg, waarbij de warme gassen via de daarvoor bestemde openingen naar buiten stromen.
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor goedgekeurde stoelhoezen, die in combinatie met actieve zijairbags gebruikt kunnen worden. Voor informatie over de stoelhoezen die geschikt zijn voor uw auto kunt u zich wenden tot het PEUGEOT-netwerk. Raadpleeg de rubriek "Accessoires". Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot verwondingen aan armen of borstkas. Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten. De voorpassagier mag zijn voeten niet op het dashboard laten rusten. Het is raadzaam niet te roken in de auto. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken. Ver wijder het stuur wiel nooit, maak geen gaten in de stuur wielbekleding en sla er niet op.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding; dit zou bij het afgaan van de window-airbags kunnen leiden tot hoofdletsel. Demonteer nooit de handgrepen van het dak (indien aanwezig); deze maken deel uit van de bevestiging van de window-airbags.
07
268
MULTIMEDIASPELERS
CD, MP3/WMA-CD, SD-kaart MP3 / WMA /
USB-speler
Selecteer bij het branden van een CD-R of CD-RW de standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnen afspelen.
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één CD niet meer dan één standaard voor\
het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid in (maximaal 4 x) voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-CD is het raadzaam de standaard Joliet te gebruiken.
De autoradio speelt bestanden met de extensie ".mp3" en een bitrate van 8 tot 320 Kbps en bestanden met de extensie ".wma" en een bitrate van 5 tot 384 Kbps af.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunnen worden afgespeeld.
Geluidsbestanden met een andere extensie (.mp4, .m3u...) kunnen niet worden afgespeeld.
De formaten MP3 (afkorting van MPEG 1, 2 & 2.5 Audio Layer 3) en WMA (afkorting van Windows Media AudioM, eigendom van Microsoft) zijn standaarden voor het comprimeren van geluid die de mogelijkheid bieden enkele tientallen nummers op één CD te plaatsen.
Aansluiten van een IPod :
Sluit de IPod met de USB-aansluiting aan voor het afspelen van MP3-bestanden (beperkt aantal functies).
Sluit de IPod met de AUX-aansluiting aan voor het afspelen van ITunes-bestanden.
Een USB-stick moet geformateerd zijn naar FAT 32 om te kunnen worden afgespeeld.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en verwijder speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om problemen met het afspelen of de weergave te voorkomen.
Schakel de functie USB of SD-kaart uit voordat u de SD-kaart of de USB-stick uit de speler verwijdert.
Om diefstal te voorkomen, is het raadzaam de SD-kaart of de USB-stick te verwijderen voordat u de auto met geopend dak verlaat.
Informatie en adviezen
.
Index367
Wassen (adviezen)..................................46, 185Wegklapbaar kleurendisplay ....................68, 70Wiel demonteren ...........................................205Wiel monteren ...............................................205Wiel verwisselen ...........................................203Window-airbags ....................................162, 163WIP Com 3D .........................245, 248, 251, 278WIP Sound .....................................65, 343, 356
W
Z
Zekeringen ....................................................214Zekeringen vervangen ..................................214Zekeringkast dashboard ...............................214Zekeringkast motorruimte .............................214Zij-airbags .............................................162, 163Zijknipperlicht ................................................2 11Zijspots ..........................................................12 2Zijverlichting ..................................................12 2Zonneklep .............................................125, 13 6Zonnescherm panoramadak ........................131Zonwering .....................................................13 6Zuinig rijden ....................................................40