Page 65 of 96

3. Controleer het luchtfilterelement opbeschadiging en vervang het indien
nodig.
4. Breng het luchtfilterelement aan met de gekleurde kant naar buiten.
5. Bevestig de luchtfilterdeksels in de v- snaarbehuizing door de schroeven
aan te brengen. LET OP: Zorg
ervoor dat elk filterelement goed
aanligt in de behuizing. Laat de
motor nooit draaien met de filter-
elementen uitgenomen, hierdoor
kunnen de zuiger(s) en/of cilin-
der(s) overmatig versleten raken.
[DCA10531] DAU48431
Vrije slag van de gaskabel
afstellen
1. Vrije slag gaskabel
De vrije slag van de gaskabel dient bij de
binnenrand van de gasgreep 3,0–5,0 mm
(0,12–0,20 in) te bedragen. Controleer de
vrije slag van de gaskabel regelmatig en
stel deze indien nodig als volgt af.
OPMERKING
Het stationair toerental moet correct zijn
afgesteld voordat de vrije slag van de gas-
kabel wordt gecontroleerd en afgesteld.
1. Schuif de rubber afdekking terug.
2. Draai de borgmoer los.3. Draai de stelmoer richting (a) voor
meer vrije slag van de gaskabel.
Draai de stelmoer richting (b) voor
minder vrije slag van de gaskabel.
1. Rubber afdekking
2. Borgmoer
3. Stelmoer
4. Draai de borgmoer vast en schuif derubber afdekking weer naar de oor-
spronkelijke positie.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-17
6
39D-F819D-D4 16/11/11 10:12 Página 65
2AB-F819D-D1.indd 6531/07/12 11:23
Page 66 of 96

DAU21401
Klepspeling
De klepspeling kan tijdens gebruik gaan
afwijken, waardoor de lucht/brandstof-
verhouding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yama-
ha dealer worden afgesteld volgens de
intervalperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU21873
Banden
Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optima-
le prestatie, levensduur en veilige werking
van uw voertuig.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke rit
worden gecontroleerd en indien nodig
worden bijgesteld.
DWA10501
Rijden met deze machine met een
onjuiste bandenspanning kan leiden tot
verlies van de controle met mogelijk
ernstig letsel of overlijden tot gevolg.
De bandspanning moet worden
gecontroleerd en afgesteld terwijlde banden koud zijn (wanneer de
temperatuur van de banden gelijk
is aan de omgevingstemperatuur).
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en
het totale gewicht van rijder, pas-
sagier, bagage en accessoires dat
voor dit model is vastgesteld.
Bandenspanning (gemeten op
koude banden):
0–90 kg (0–198 lb): Voor:190 kPa (1,90 kgf/cm
2,
28 psi, 1,90 bar)
Achter: 220 kPa (2,20 kgf/cm
2,
32 psi, 2,20 bar)
90 kg - Maximale belasting Voor: 210 kPa (2,10 kgf/cm
2,
30 psi, 2,10 bar)
Achter: 250 kPa (2,50 kgf/cm
2,
36 psi, 2,50 bar)
Maximale belasting*: YP125R 182 kg (401 lb)
YP125RA 179 kg (395 lb)
YP125R Sport 180,5 kg (398 lb)
YP125RA Business 171,8 kg
(379 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, passagier, bagage en accessoires
WAARSCHUWING
ZAUM0053
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
39D-F819D-D4 16/11/11 10:12 Página 66
2AB-F819D-D1.indd 6631/07/12 11:23
Page 67 of 96

DWA10511
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
den met een te zwaar belaste machine
kan leiden tot een ongeval.
Inspectie van banden
1. Bandprofieldiepte
2. Wang van band
Voor elke rit moeten de banden worden
gecontroleerd. Als de bandprofieldiepte
op het midden van de band de vermelde
limiet heeft bereikt, de band spijkers of
stukjes glas bevat of wanneer de wang
van de band scheurtjes vertoont, moet de
band onmiddellijk door een Yamaha
dealer worden vervangen.
OPMERKING
De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem
altijd de lokale voorschriften in acht.
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless ban-
den.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden voor dit model
goedgekeurd door Yamaha Motor España
S.A.
DWA10470
Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen. Rij-
den op een machine met versleten
banden is niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijstabiliteit, waardoor
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
WAARSCHUWING
Voorband:Maat: 120/70-15 M/C 56P(PIRELLI-
METZELER)-56S(MICHELIN)
Fabrikant/model: PIRELLI / GTS23
MICHELIN / GOLD STANDARD
MICHELIN / CITYGRIPMETZELER / FEELFREE
Achterband: Maat: 140/70-14 M/C 68P(PIRELLI-
METZELER)-68S(MICHELIN)
Fabrikant/model: PIRELLI / GTS24
MICHELIN / GOLD STANDARD
MICHELIN / CITYGRIPMETZELER / FEELFREEMinimale bandprofieldiepte (voor
en achter): 1,6 mm (0,06 in)
1
2
ZAUM0054
WAARSCHUWING
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
39D-F819D-D4 16/11/11 10:12 Página 67
Na uitgebreide tests zijn alleen de hie-
ronder vermelde banden voor dit model
goedgekeurd door Yamaha Motor Co., Ltd.
2AB-F819D-D1.indd 6731/07/12 11:23
Page 68 of 96

aan een Yamaha dealer, die over
de nodige vakkundige kennis en
ervaring beschikt.DAU21961
Gietwielen
Let ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking
van uw voertuig.
Controleer de velgen voor iedere rit
op scheurtjes, verbuiging of krom-
trekken. Laat in geval van schade het
wiel door een Yamaha dealer vervan-
gen. Probeer het wiel nooit zelf te
repareren, hoe klein de reparatie ook
is. Vervang een wiel dat vervormd is
of haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren
of kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
DAUM2061
Vrije slag van voor- en
achterremhendel controleren
1. Vrije slag remhendel
1. Vrije slag remhendel
De vrije slag van de remhendel dient 3,0-
3,5 mm ( 0,12-0,14 in) te bedragen, zoals
weergegeven. Controleer de vrije slag van
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-20
6
39D-F819D-D4 16/11/11 10:12 Página 68
2AB-F819D-D1.indd 6831/07/12 11:23
Page 69 of 96

de remhendel regelmatig en laat indien
nodig een Yamaha dealer het remsysteem
controleren.
DWA10641
Als de vrije slag van de remhendel niet
normaal is, wijst dat op een serieus
defect in het remsysteem. Laat het
remsysteem vóór gebruik van het voer-
tuig nakijken of repareren door een
Yamaha dealer.
DAU22392
Controleren van voor- en
achterremblokken
De remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU22430
Remblokken voorrem
1. Slijtage-indicatorgroef
Elk voorremblok is voorzien van slijtage-
indicatorgroeven, zodat het remblok kan
worden gecontroleerd zonder de rem te
hoeven demonteren. Let op de slijtage-
indicatorgroeven om de remblokslijtage te
controleren. Wanneer een remblok zover
is afgesleten dat de slijtage-indicatorgroe-
ven vrijwel zijn verdwenen, vraag dan eenYamaha dealer de remblokken als set te
vervangen.
DAUS1990
Remblokken achterrem
De achterrem heeft een inspectieplug;
nadat deze is verwijderd kan de rem-
blokslijtage worden gecontroleerd zonder
de rem te hoeven demonteren.
Voor YP125R
Als de remvoeringsdikte minder is dan
0,8 mm (0,03 in), vraag dan een Yamaha
dealer de remblokken als set te vervan-
gen.
1. Remvoeringdikte
Voor YP125RA
Bekrachtig de rem en let op de stand van
de slijtage-indicator om de remblokslijta-
ge te controleren. Wanneer een remblok
WAARSCHUWING
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-21
6
39D-F819D-D4 16/11/11 10:12 Página 69
2AB-F819D-D1.indd 6931/07/12 11:23
Page 70 of 96

zover is afgesleten dat de slijtage-indica-
tor de remschijf bijna raakt, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set te
vervangen.
1. Slijtage-indicatorgroef
DAU40260
Controleren van
remvloeistofniveau
Voorrem
1. Merkstreep minimumniveau
Achterrem
1. Merkstreep minimumniveau
Bij een tekort aan remvloeistof kan lucht
het remsysteem binnendringen, waarna
de remwerking mogelijk minder effectief
is.
Controleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor
minimumniveau staat en vul indien nodig
bij. Een laag remvloeistofniveau wijst
mogelijk op verregaande remblokslijtage
en/of lekkage in het remsysteem. Als het
remvloeistofniveau laag is, controleer dan
de remblokken op slijtage en het remsys-
teem op lekkage.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht:
Bij het controleren van het remvloei-
stofniveau moet het bovenvlak van
het remvloeistofreservoir horizontaal
staan.
Gebruik uitsluitend de voorgeschre-
ven kwaliteit remvloeistof, anders
kunnen de rubber afdichtingen ver-
slechteren en zo lekkage en slechte
remwerking teweegbrengen.
Vul bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Bij vermengen van verschillende
typen remvloeistof kunnen schadelij-
ke chemische reacties optreden en
Aanbevolen remvloeistof:DOT 4
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
39D-F819D-D4 16/11/11 10:12 Página 70
2AB-F819D-D1.indd 7031/07/12 11:23
Page 71 of 96