Page 49 of 78

8-1
2
3
4
5
6
789
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAU50130
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u er-
voor dat uw machine in zo veilig en efficiënt
mogelijke conditie blijft. De eigenaar/be-
stuurder van de machine is verplicht de op-
timale veiligheid te waarborgen. Op de
volgende pagina’s wordt de belangrijkste in-
formatie met betrekking tot inspecties, af-
stellingen en smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema’s moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn onder
normale rijcondities. Het is echter mogelijk
dat de intervalperioden voor onderhoud
moeten worden verkor t afhankelijk van het
weer, het terrein, de geografische locatie en
individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10321
Het niet of onjuist uitvoeren van onder-
houd aan de machine vergroot het risico
op letsel of overlijden tijdens het uitvoe-
ren van onderhoud of het rijden met de
machine. Als u niet bekend bent met
voertuigonderhoud, laat het onderhouddan uitvoeren door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15840
Draai de sleutel naar “OFF” wanneer u onderhoud uitvoert, tenzij anders aange-
geven. Een draaiende motor heeft bewe-
gende delen die lichaamsdelen of
kleding kunnen grijpen en elektrische
onderdelen die schokken of brand kun-
nen veroorzaken.
WAARSCHUWING
DWA15830
Deze scooter is uitsluitend ontworpenvoor gebruik op verharde wegen.
WAARSCHUWING
DWA15460
Remschijven, -klauwen, -trommels en
-voeringen kunnen tijdens het gebruik
zeer heet worden. Laat onderdelen van
het remsysteem afkoelen alvorens dezeaan te raken.
1CB-9-DA-D0.book 1 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
Page 50 of 78

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
8-2
1
2
3
4
5
6
78
9
DAU50610
OPMERKING
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 30000 km, beginnend vanaf 6000 km.
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed-schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
DAU50620
Algemeen smeer- en onderhoudsschema NR. ITEM CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km 6000 km 12000 km 18000 km 24000 km
1* Voorrem Controleer de werking en stel de
speling van de remhendel af.
Vervang de remschoenen. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
2* Achterrem Controleer de werking en stel de
speling van de remhendel af.
Vervang de remschoenen. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
3* Wielen Controleer de speling en
controleer op beschadigingen.
4* Banden Controleer op slijtage en
beschadigingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.
5* Wiellagers Controleer op speling of
beschadigingen.
6* Balhoofdlagers Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid.
Smeren met lithiumvet. Elke 24000 km
1CB-9-DA-D0.book 2 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
Page 51 of 78

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
8-3
2
3
4
5
6
789
7*
Framebevestigingen
Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn
vastgezet.
8 Scharnieras van
voorremhendel Smeren met lithiumvet.
9 Scharnieras van
achterremhendel Smeren met lithiumvet.
10 Middenbok Controleer de werking.
11 * Vo o r v o r k Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
12 * Schokdemperunit Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
13 *
Vo o r - e n
achterremschakelaar
Controleer de werking.
14 Bewegende delen
en kabels
15 * Snelheidsregelaar Controleer de werking.
Corrigeer indien nodig.
16 * Lampen,
richtingaanwijzers
en schakelaars Controleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.
17 * Lawaai van de
motor Controleer op ongewone
geluiden die afkomstig zijn van
de motor.
Corrigeer indien nodig.
18 * Oplaadkabel en
stekker Controleer de toestand en ga na
of er sprake van beschadiging
is.
Vervang indien nodig.
NR. ITEM
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km 6000 km 12000 km 18000 km 24000 km
1CB-9-DA-D0.book 3 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
Page 52 of 78

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
8-4
1
2
3
4
5
6
78
9
DAU50143
Controleren op afwijkende
motorgeluiden Controleer de motor op afwijkende gelui-
den.OPMERKINGWanneer de machine op de middenbok
staat, kunt u de motor niet boven een be-
paalde snelheid laten lopen door de snel-heidsregelaar te draaien.
DAU50155
Snelheidsregelaar controleren Controleer de volgende punten voordat u
de snelheidsregelaar controleert.
Controleer of de sleutel in de stand
“OFF” staat. Draai langzaam aan de
snelheidsregelaar en controleer of
deze soepel beweegt en weer terug-
keert wanneer u deze loslaat.
Controleer op mogelijke sporen van
slijtage of schade rond de snelheidsre-
gelaar. Controleer ook of de bevesti-
gingsbouten van de
snelheidsregelaarhouder goed zijn
aangedraaid.
Zorg dat u bij wassen van de machine
geen water sproeit in de buurt van de
snelheidsregelaar. Als het gedeelte
rond de snelheidsregelaar erg vuil is,
gebruikt u een goed uitgewrongen
vochtige doek om dit te reinigen.
WAARSCHUWING
DWA15672
Rijd niet met de machine als u een pro-
bleem ondervindt met de werking van de
snelheidsregelaar. Laat de machine na-
kijken door een Yamaha-dealer. Als u de
machine bij problemen blijft gebruiken,
wordt het risico op een ongeval of scha-de aan apparatuur vergroot.1. Druk de achterremhendel in met uw linkerhand.
2. Draai de sleutel naar “ON”.
3. Annuleer de stand-bymodus door op een van de regelknoppen te drukken.
(Zie pagina 4-2.)
4. Controleer of de bedrijfsstatusindica- tor “RUN” wordt weergegeven en of de
machine in de rijmodus staat. (Zie pa-
gina 7-1 voor meer informatie over
“Voorbereidingen voordat u wegrijdt”
en “Wegrijden”.)
5. Controleer of de snelheidsregelaar en motor soepel werken tijdens versnel-
len door geleidelijk aan de snelheids-
regelaar te draaien terwijl u met de
machine rijdt. Als er een probleem is,
moet u de machine laten controleren
door een Yamaha-dealer.
1CB-9-DA-D0.book 4 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
Page 53 of 78

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
8-5
2
3
4
5
6
789
DAU50674
Banden Banden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen door
de voorgeschreven banden.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10511
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
den met een te zwaar belaste machinekan leiden tot een ongeval.Inspectie van banden
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op het
midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de band
scheurtjes vertoont, moet de band onmid-
dellijk door een Yamaha dealer worden ver-
vangen.
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
Bandeninformatie
Dit voertuig is uitgerust met gietwielen en
binnenbanden.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieronder
vermelde banden voor dit model goedge-
keurd door Yamaha Motor Co., Ltd.
WAARSCHUWING
DWA10471
Laat sterk versleten banden door
Bandenspanning (gemeten op koude
banden):
Voor: 200 kPa (2.00 kgf/cm
2, 29 psi)
Achter:
250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Maximale belasting*: 87 kg (192 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, baga- ge en accessoires
1. Bandprofieldiepte
2. Wang van bandMinimale bandprofieldiepte (voor en
achter): 1.6 mm (0.06 in)
12
Voorband:Maat:
60/100-12 36J
Fabrikant/model: INOUE RUBBER/MB80
Achterband: Maat:60/100-12 36J
Fabrikant/model: INOUE RUBBER/MB80
1CB-9-DA-D0.book 5 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
Page 54 of 78

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
8-6
1
2
3
4
5
6
78
9
een Yamaha dealer vervangen. Rij-
den op een machine met versleten
banden is niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averechts ef-
fect op de rijstabiliteit, waardoor u
de macht over het stuur zou kunnen
verliezen.
De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over de
nodige vakkundige kennis en erva-
ring beschikt om dit te doen.
Rijd niet te snel direct na het verwis-
selen van een band. Het bandopper-
vlak dient eerst te zijn ingereden
voordat het zijn optimale eigen-schappen verkrijgt.
DAU22003
Gietwielen
WAARSCHUWING
DWA10610
De wielen van dit model zijn niet ontwor-
pen voor gebruik met tubeless banden.
Gebruik geen tubeless banden voor ditmodel.
Let ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of band
moet het wiel worden uitgebalanceerd.
Een niet uitgebalanceerd wiel zal mo-
gelijk slecht functioneren of kan een
slechte wegligging en een verkorte le-
vensduur van de banden tot gevolg
hebben.
DAU22152
Vrije slag van voor- en
achterremhendel afstellen De vrije slag van de voor- en achterremhen-
del moet op de aangegeven posities wor-
den gemeten.
Voor1. Voorremhendel
2. Vrije slag remhendel
1
2
1CB-9-DA-D0.book 6 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
Page 55 of 78
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
8-7
2
3
4
5
6
789
Achter
Controleer de vrije slag van de voor- en
achterremhendel regelmatig en stel indien
nodig als volgt af.
Draai de stelmoer op de remankerplaat
richting (a) voor meer vrije slag van de rem-
hendel. Draai de stelmoer richting (b) voor
minder vrije slag van de remhendel.Voor
Achter
WAARSCHUWING
DWA10650
Vraag een Yamaha dealer de afstelling te
doen als de juiste afstelling niet haalbaaris volgens de beschreven werkwijze.
DAU22361
Controleren van voor- en
achterremschoenen Voor
Achter
1. Achterremhendel
2. Vrije slag remhendelVrije slag voorremhendel:
10.0–20.0 mm (0.39–0.79 in)
Vrije slag achterremhendel:
10.0–20.0 mm (0.39–0.79 in)
1
2
1. Stelmoer vrije slag voorremhendel
1. Stelmoer vrije slag achterremhendel
(a)
(b)
1
1
(a)
(b)
1. Slijtage-indicator remschoen
2. Slijtagelimiet remschoen
1. Slijtage-indicator remschoen
2. Slijtagelimiet remschoen
1 2
1
2
1CB-9-DA-D0.book 7 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
Page 56 of 78

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
8-8
1
2
3
4
5
6
78
9
De voor- en achterremschoenen moeten
worden gecontroleerd op slijtage volgens
de intervalperioden voorgeschreven in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Elke rem heeft een eigen slijtage-indicator
zodat de remschoenslijtage kan worden ge-
controleerd zonder de rem te demonteren.
Bekrachtig de rem en let op de stand van de
slijtage-indicator om de remschoenslijtage
te controleren. Wanneer een remschoen
zover is afgesleten dat de slijtage-indicator
bij de slijtagelimiet komt, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set te
vervangen.
DAU23095
Kabels controleren en smeren De werking van alle bedieningskabels en de
conditie van alle kabels moet voorafgaand
aan elke rit worden gecontroleerd en de ka-
bel en kabeleinden moeten indien nodig
worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te vervan-
gen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt. WAARSCHUWING!
Schade aan de buitenbehuizing van ka-
bels kan leiden tot interne roestvorming
en storing veroorzaken met de beweging
van kabels. Vervang beschadigde ka-
bels zo snel mogelijk om onveilige om-
standigheden te voorkomen.
[DWA10711]
DAU43631
Voor- en achterremhendel
smeren Voorremhendel
Achterremhendel
De scharnierpunten van de voor- en achter-
remhendels moeten worden gesmeerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Aanbevolen smeermiddel:
Yamaha Chain and Cable Lube of
motorolie
1CB-9-DA-D0.book 8 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分