Page 145 of 340
5
143
Zicht
Ruitenwisserschakelaar
Instellen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de volgende automatische functies van de ruitenwissers mogelijk:
- automatische werking van de ruitenwissers
vóór,
- automatisch inschakelen van de ruitenwisser achter bij het inschakelen van
de achteruitversnelling.
Handmatige functies
De bestuurder schakelt de ruitenwissers handmatig in. De ruitenwissers voor en achter zor
gen
voor een optimaal zicht voor de bestuurder,
on
geacht de weersomstandigheden.
Ruitenwissers vóór
Wissnelheid:
Uitvoering met handbediende ruitenwissers (interval)
Uitvoerin
g met automatische ruitenwissers
hoge snelheid (hevige neerslag),
normale snelheid
(matige regenval),
interval
(wissnelheid aangepast aan
de wagensnelheid),
uit
,
één keer wissen (duw de hendel even
omlaag),
automatisch
(omlaag duwen
en loslaten),
één keer (de hendel even
naar u toe trekken).
Page 146 of 340

144
!
Zicht
Ruitenwisser achter
Schakel de automatische werking van de ruitenwisser achter uit bij sneeuwval of strenge vorst en bij montage vaneen fietsendrager op de achterklep. Dit kan worden uitgevoerd via hetconfiguratiemenu van het display vanhet instrumentenpaneel.
Ring voor de selectie van de ruitenwisser achter: u
it,
interval,
wissen en sproeien
(gedurende enige tijd).
Achteruitversnelling
Als de ruitenwissers vóór zijn ingeschakeld
op het moment dat u de achteruitversnelling
inschakelt, wordt automatisch de ruitenwisser
achter in
geschakeld.
D
eze functie kan wordengeactiveerd of gedeactiveerd via het configuratiemenu van het display van
het instrumentenpaneel.
D
eze functie is standaardgeactiveerd.
Instellen
)Trek de ruitenwisserschakelaar naar u
toe. De ruitensproeiers treden in werking,
waarna enige tijd de ruitenwissers worden
ingeschakeld om de ruit schoon te wissen.
De koplampsproeiers worden alleen
geactiveerd als de dimlichten branden.
Ruitensproeiers vóór en
ko
plampsproeiers
Te laag niveau ruiten-/koplampsproeier vloeistof
Als uw auto is voorzien van
koplampsproeiers en het
niv
eau van het reservoir
te laag is, verschijnt dit pictogram op het
instrumentenpaneel in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het displayvan het instrumentenpaneel.
Het pictogram verschijnt als het contact wordt
aangezet of als de schakelaar wordt bediend,
zolang het reser voir niet gevuld is.
Vul het ruiten-/koplampsproeierreser voir bij of
laat het bijvullen.
Page 147 of 340
5
145
i
Zicht
Automatische ruitenwissers
vóór
De ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de sensor achter de binnenspiegel regen detecteert. De snelheid
van de ruitenwissers wordt aangepast aan de
hoeveelheid neerslag.
Inschakelen
Duw de hendel één keer omlaag.
Dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel gaat branden en er verschijnt een melding.Duw de hendel no
g een keer omlaagof zet de hendel in een andere stand (Int., 1 of 2).
Dit verklikkerlamp
je op het instrumentenpaneelgaat uit en er verschijnt een melding.
Uitschakelen
Elke keer als het contact meer dan 1 minuut is afgezet, moet ude automatische werking van deruitenwissers opnieuw activeren door de hendel één keer omlaag te duwen.
Page 148 of 340

146
!i
Zicht
Dek de regensensor, die zich gecombineerd met de lichtsensor inhet midden van de voorruit achter debinnenspiegel bevindt, niet af. Schakel de automatische werking van de ruitenwissers uit als de auto wordt gewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelenvan de automatische ruitenwissers tot de voorruit ontdooid is.
Storing
In het geval van een storing in de automatische
wer
king van de ruitenwissers werken deze in de intervalstand.
Laat het systeem controleren door het
PEU
GEOT- net wer k of een gekwalificeerde
werkplaats.
Speciale stand van de
ru
itenwissers voor
Deze stand maakt het mogelijk de ruitenwisserslos te zetten van de voorruit.
In deze stand kunnen de ruitenwisserbladen
worden gereinigd of de ruitenwissers worden
ver vangen. In de winter kan deze stand tevens
worden gebruikt om de ruitenwissers los te zetten van de voorruit.
Om een goede werking van de flat-blade ruitenwissers te behouden, adviserenwij u:
- voorzichtig met de ruitenwissers om te gaan,
- de ruitenwissers regelmatig te reinigen met zeepsop,
- de ruitenwissers niet te gebruikenom een stuk karton tegen de voorruitte houden,
- de ruitenwissers te ver vangen zodraze tekenen van slijtage ver tonen.
)
Als de ruitenwisserschakelaar binnen een
minuut nadat het contact is afgezet wordt
bediend, bewegen de ruitenwissers naar
het midden van de voorruit. ) Zet het contact aan en bedien de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers na de werkzaamheden weer
in de ruststand te zetten.
Page 149 of 340

5
147
i!
Zicht
1.Plafonnier vóór2.Kaartleeslampjesvóór3.Kaartleeslampjes achter4.Sfeerverlichting
Plafonniers
In deze stand gaat de interieurverlichting geleidelijk branden:
Plafonnier vóór
Zorg ervoor dat er geen voor werpen incontact zijn met de plafonniers.
In de stand "interieurverlichting permanent ingeschakeld", blijft de interieurverlichting afhankelijk van de omstandighedengedurende een bepaalde tijd branden:- bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,- in de eco-mode: ongeveer 30 seconden,- bij draaiende motor: onbeperkt.
- als de auto wordt ontgrendeld,
- als de sleutel uit het contact wordt ver wijderd,
- als een por tier wordt geopend,
- als op de vergrendelingsknop van de
afstandsbediening wordt gedrukt om deauto te lokaliseren.
De interieurverlichtin
g gaat geleidelijk uit:
- als de auto wordt vergrendeld,
- als het contact wordt aangezet,
- 30 seconden na het sluiten van het laatste portier.
P
ermanent uit.
Permanent aan.
Kaartleeslampjes vóór en
achter
)
Druk bij aangezet contact op de
desbetreffende schakelaar.
Als plafonnier vóór in de stand
"interieurverlichting permanent ingeschakeld"
staat, branden ook de kaar tleeslampjes achter,behalve als deze in de stand "Permanent uit"staan.
U kunt de kaartleeslampjes achter vanaf de
zitplaatsen vóór uitschakelen om bijvoorbeeldslapende passagiers niet te storen. De
achterpassagiers kunnen echter altijd zelf de kaartleeslampjes inschakelen.
Page 150 of 340
148
Zicht
Sfeerverlichting De gedempte interieur verlichting verbetert het zicht in de auto als deze zich in een donkere
omgeving bevindt.
Inschakelen
Als het buiten donker is, gaan de leds van
de sfeerverlichting (plafonnier, portieren) automatisch branden als de parkeerlichten
worden ingeschakeld.
Uitschakelen
De sfeerverlichting gaat automatisch uit als de
parkeerlichten worden uitgeschakeld.
De sfeerverlichting kan handmatig worden uitgeschakeld door de dimmer van de
verlichting van het instrumentenpaneel op het zwakste niveau te zetten.
Page 151 of 340

6
149
i
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Algemene informatie met betrekking tot kinderzitjes
Volg voor een optimale veiligheid de volgende
adviezen op:
- conform de Europese wetgeving dienen kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner dan 1,50 m in gehomologeerde, aan
het lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjesop met veiligheidsgordels of
ISOFIX-bevestigingen uitgeruste plaatsen
te worden vervoerd * , -de veiligste plaats voor het ver voeren van
een kind is volgens de statistieken een
plaats op de achterbank van uw auto, -
kinderen tot 9 kg moeten zowel
voor- als achterin met de rug in de rijrichting worden vervoerd.
PEUGEOTbeveelt u aan kinderen opde zijachterzitplaatsen
van uw autote vervoeren:- met de rug in de rijrichting
tot 2 jaar, -
met het gezicht in de rijrichtingvanaf 2 jaar. Hoewel PEUGE
OT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan
veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van uzelf.
*
De regels voor het ver voeren van kinderen
zijn per land verschillend. Informeer hier voor
naar de wetgeving in uw land.
Page 152 of 340
150
i
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Kinderzitje op de passagiersstoel voor
"Met de rug in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje voor het
ver voeren met de rug in de rijrichting opde passagiersstoel voor wordt geplaatst, rmoet de airbag aan passagierszijde zijn
uitgeschakeld. Gebeurt dit niet, dan kan
het kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken
.
"Met het gezicht in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met het gezicht inde rijrichting op de passagiersstoel voor
wordt geplaatst, moet de stoel in de achterste
stand van de voor-/achterwaartse verstelling
worden gezet, in de hoogste stand en met
de ru
gleuning rechtop en mag de airbag aan
passagierszijde niet worden uitgeschakeld.
Passagiersstoel in de hoogste stand en zover mogelijk naar achteren.
Let erop dat de veiligheidsgordel goed aansgespannen is.