Page 217 of 340
9
215
Onderhoud
Dit overzicht is een hulpmiddel bijhet controleren van de verschillendevloeistofniveaus en het ver vangen van
bepaalde onderdelen.
Benzinemotoren
1.
Reservoir stuurbekrachtiging. 2.Reservoir ruiten- en koplampsproeiers. 3.Reservoir koelvloeistof. 4.
Reservoir remvloeistof.
5. Accu/zekeringen.
6.Zekeringkast.
7. Luchtfilter.8.Oliepeilstok.9.
Motorolie (bij)vullen.
1,6 l 16V VTi 120
pk
1,6 l 16V THP 155 pk
Page 218 of 340
216
Onderhoud
het controleren van de verschillendevloeistofniveaus, het ver vangen van bepaaldeonderdelen en het ontluchten van hetbrandstofcircuit.
*
Vol
gens motoruitvoering.
Dieselmotoren
1.
Reservoir stuurbekrachtiging. 2.
Reservoir ruiten- en koplampsproeiers. 3.
Reservoir koelvloeistof.4.
Reservoir remvloeistof.5.
Accu/zekeringen.
6.Zekeringkast.
7. Luchtfilter. 8.Oliepeilstok. 9.
Motorolie (bij)vullen.10.Handopvoerpomp * . 11.
Ontluchtnippel * . 1,6 l HDi 110
pk
2,0 l HDi 140 pk
Page 219 of 340
9
217
Onderhoud
Dit overzicht is een hulpmiddel bijhet controleren van de verschillendevloeistofniveaus, het ver vangen van bepaaldeonderdelen en het ontluchten van hetbrandstofcircuit.
*
Volgens motoruitvoering.
Dieselmotoren
1.
Reservoir stuurbekrachtiging. 2.Reservoir ruiten- en koplampsproeiers. 3.Reservoir koelvloeistof. 4.
Reservoir remvloeistof.
5. Accu/zekeringen.
6.Zekeringkast.
7. Luchtfilter.8.Oliepeilstok.9.
Motorolie (bij)vullen.10.Handopvoerpomp *
. 11.
Ontluchtnippel *
.
2,0 l HDi 163 pk
2,2 l HDi 200 pk
Page 220 of 340

218
!
Onderhoud
Niveaus controleren
Let bij werkzaamheden onder de
motorkap goed op, want bepaalde delen van de motor kunnen zeer heet zijn (kans op brandwonden).
Motorolieniveau
Het motorolieniveau kan bij aangezetcontact worden gecontroleerd via de motorolieniveaumeter op het
instrumentenpaneel, of met de
oliepeilstok.
Een handmatige controle van het
motorolieniveau is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, horizontale ondergrondstaat en de motor minstens 30 minuten nietheeft gedraaid.
Het is normaal dat u tussen tweeonderhoudsbeurten door olie moet bijvullen.
PEUGEOT adviseert u om elke 5000 km het
olieniveau te controleren en, indien nodig, olie
bij te vullen.
Na het bi
jvullen zal de olieniveaumeter op het
dashboard bij het aanzetten van het contact na30 minuten de juiste waarde aangeven.
Olie verversen
Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het
ver versingsinterval voor uw auto.
Om een verminderde betrouwbaarheid van de
motor en de emissieregeling te voorkomen, is
het gebruik van additieven in de motorolie niet
toegestaan.
Type motorolie
Gebruik de door de fabrikant aanbevolen
motorolie voor uw auto en motoruitvoering.
Het remvloeistofniveau dientzich zo dicht mogelijk bij het
merkteken "MA XI" te bevinden.Controleer indien dit niet het geval
is of de remblokken van uw auto zijn
versleten.
Remvloeistofniveau
Remvloeistof verversen
Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het
voorgeschreven ver versingsinterval.
Type remvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
remvloeistof die voldoet aan de DOT4 - n o r m .
Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau
Het stuurbekrachtigingsvloeistofniveau dient zich zo dicht mogelijk bij hetmerkteken "MA XI" te bevinden. Draai
bij koude motor de dop open om hetniveau te controleren. Laat in het
geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het PEUGEOT- net wer k of door een gekwalificeerde werkplaats. Controleer de onderstaande niveaus regelmatig en vul indien nodig bij, tenzij anders aangegeven.
Page 221 of 340

9
219
Onderhoud
Koelvloeistofniveau
Het koelvloeistofniveau dient zich
zo dicht mogelijk bij het merkteken
"MA XI" te bevinden, maar mag beslist niet hoger zijn.
Als de motor warm is, wordt de temperatuur
van de koelvloeistof geregeld door de
koelventilator. Deze kan ook bij afgezet contact
werken.
Bij uitvoeringen voorzien van een roetfilter kan de koelventilator bij afgezet contact
nog (gaan) werken, zelfs bij koude motor.
Wacht bovendien alvorens werkzaamheden
aan het koelsysteem uit te voeren ten minste
1 uur nadat de motor gedraaid heeft, omdat het
koelsysteem onder druk staat.
Draai om brandwonden te voorkomen de dop
eerst 2 omwentelingen los om de druk te latendalen. Verwijder, als de druk eenmaal gedaaldis, de dop en vul koelvloeistof bij.
Koelvloeistof verversen
De koelvloeistof behoeft niet te worden
v
erverst.
Type koelvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschrevenkoelvloeistof.
Type ruiten- enkoplampsproeiervloeistof
Voor een optimale reiniging en om het
bevriezen van de sproeiers te voorkomen is
het
(bij)vullen van het reservoir met water niet
toe
gestaan.
Niveau ruiten- en
koplampsproeiervloeistof
Wanneer uw auto is voorzien vankoplampsproeiers, wordt een te
laag vloeistofniveau van de ruiten-en koplampsproeiers aangegeven
door een geluidssignaal en een
melding op het display van het
instrumentenpaneel.
Vul bi
j de eerstvolgende gelegenheid het
reservoir bij.
Page 222 of 340
220
!
Onderhoud
Vermijd langdurig huidcontact met afgewerkte olie en andere vloeistoffen.De meeste van deze vloeistoffen zijn
bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en andere vloeistoffen niet in het riool, in het water of op de grond.Deponeer afgewerkte olie in de daarvoor bestemde containersbij het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Afgewerkte producten
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren
door het PEUGEOT-netwerk of door eengekwalificeerde werkplaats.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau wordt aangegeven
door het verklikkerlampje Ser vice in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display van het instrumentenpaneel.
Page 223 of 340

9
221
i
Onderhoud
Controles
12V- accu De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig te controleren of deaccupolen en -klemmen schoon
zijn, vooral bij warm weer en in de winter.
Raadpleeg voordat u de accukabels losneemthet hoofdstuk "Praktische informatie"
voor meer informatie over de te nemen
voorzorgsmaatregelen. Laat de filters periodiek ver van
gen
volgens de in het onderhoudsboekje
aangegeven intervallen.
Als de omgeving (veel stof...) enhet gebruik (veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding geven, moeten de filters
twee keer zo vaak worden vervangen(zie paragraaf "Motoren").
Een verstopt interieurfilter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat bij het olie ver versen tevens
het oliefilter ver vangen.
Raadpleeg het onderhoudsboekje
voor het ver vangingsinterval.
Oliefilter Deze sticker, die hoort bij het Stop & Start-systeem, geeft aan dat er een speciale12 V loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door het PEUGEOT-netwerk of door eengekwalificeerde werkplaats. Het negeren van deze aanwijzing kan ertoe leiden dat de accu vroegtijdig aan ver vangingtoe is.
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter ver vuild is,
wordt u hierop geattendeerd
door het tijdelijk branden van
dit lampje in combinatie met een melding op het
multifunctionele display.
Ga om het roetfilter te regenereren,zodra de omstandigheden het toelaten,met een snelheid van minimaal 60 km/hrijden tot het lampje dooft. Als het lampje blijft branden is hetminimum brandstofadditiefniveau bereikt: raadpleeg de paragraaf "Niveau brandstofadditief".
Bij een nieuwe auto kunt u de eerste paar keer dat het roetfilter geregenereerd wordt een brandluchtruiken; dit is volkomen normaal. Als langdurig met zeer lage snelheidwordt gereden of de motor langdurig stationair draait, kan bij gasgeven soms rook uit de uitlaat waargenomen worden. Dit heeft geen invloed op deprestaties en heeft geen gevolgen voor het milieu.
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzijden in het onderhoudsboekje die betrekking hebben op de motoruitvoering van uw auto voor het laten
controleren van bepaalde onderdelen volgens het onderhoudsschema van de constructeur.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 224 of 340

222
!
Onderhoud
Handgeschakelde versnellingsbak
De versnellingsbak is
onderhoudsvrij (olie ver versen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsboekje
voor het interval van de niveaucontrole.
Gestuurde handgeschakelde
versnellingsbak met 6 versnellingen
De versnellingsbak is
onderhoudsvrij (olie ver versen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsboekje
voor het interval van de niveaucontrole.
Automatische
versnellin
gsbak
De automatische versnellingsbak is
onderhoudsvrij (olie verversenniet noodzakelijk).
Raadplee
g het onderhoudsboekje
voor het interval van de niveaucontrole. De sli
jtage van de remblokken
is sterk afhankelijk van de rijstijl,
vooral bij stadsverkeer en veel kor te
ritten. Hierdoor kan het noodzakelijkblijken om de remblokken vaker, tussen twee
onderhoudscontroles door, te laten controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt een te laag remvloeistofniveau erop dat deremblokken versleten zijn.
Remblokken
Raadpleeg het PEUGEOT- net wer k
of een gekwalificeerde werkplaats
voor informatie over het controleren
van de slijtage van de remschijven.
Staat van remschijven
Elektrische
parkeerrem
Dit systeem hoeft niet apart gecontroleerd te worden. Als er zich toch een probleem voordoet,laat het systeem dan controleren door het PEUGEOT- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg voor meer informatie het hoofdstuk
"Rijden - Elektrische parkeerrem - § Storingen".
Gebruik uitsluitend door PEUGEOTaanbevolen producten of gelijkwaardigekwaliteitsproducten. Om de werking van belangrijke organen als het remsysteem te optimaliseren,selecteer t en biedt PEUGEOT specifieke producten aan.
Vanwege de kans op beschadigingvan het elektrisch systeem is het reinigen van de motorruimte met een
hogedrukreiniger niet toegestaan.
Handrem
Als de handrem een te grote slag
heeft of als het systeem minder goed werkt, moet de handrem, zelfs
t
ussen twee onderhoudsbeurten
door, worden afgesteld.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
wer
kplaats.