Page 4 of 340

.
Inhoud
Instrumentenpaneel 22
Verklikkerlampjes 23
Meters 33
Boordcomputer 38
Controle tijdens het rijdenIn één oogopslag
Sleutel met afstandsbediening 41
Alarm 50
Elektrisch bedienbare ruiten 52
Bagageruimte 54
Elektrisch bedienbare achterklep
(SW) 55
Schuif-/kanteldak 58
Panoramadak (SW) 60
Brandstoftank 61
Tankbeveiliging diesel 62
Toegang tot de auto
Voorstoelen 64
Achterbank 69
Spiegels 71
Stuurwielverstelling 73
Indeling interieur 74
Indelin
g van de bagageruimte (Berline) 77
Indeling van de bagageruimte (SW) 78
Ver war ming en ventilatie 83
Handbediende airconditioning 85
Automatische airconditioning metgescheiden regeling 87
Automatische airconditioning quadrizone 90
Achterruitverwarming 95
Programmeerbaar ver warmings-/ventilatiesysteem 96
Comfort
Starten - afzetten van de motor 97Elektrische parkeerrem 99Handbediende parkeerrem 106Handgeschakelde versnellingsbak 107Opschakelindicator 108Automatische transmissie 109Gestuurde handgeschakelde
6-versnellingsbak 113Stop & Start 117Hill holder 120Head-up display 121Snelheidsbegrenzer 124Snelheidsregelaar 126Parkeerhulp 128Intelligente parkeerhulp 130
Rijden
Lichtschakelaar 132
Automatische verlichting 137
Koplampen verstellen 140
Bochtverlichting 141
Ruitenwisserschakelaar 143
Automatische ruitenwissers 145
Plafonniers 147
Sfeerverlichting 148
Zicht
Eco-rijden 20
Page 9 of 340

.
7
In één oogopslag
Interieur
Sfeerverlichting
Het gedimde licht van de sfeer verlichting
verbetert bij weinig buitenlicht het zicht in het
interieur.
Head-up display
Dit systeem projecteert de informatie over dewagensnelheid en de snelheidsbegrenzer/snelheidsregelaar op een getint scherm in hetgezichtsveld van de bestuurder, zodat deze de
blik op de weg gericht kan houden.
Automatische airconditioning
Deze functie maakt het mogelijk de
airconditioning op een bepaald comfor tniveau in
te stellen. Aan de hand van deze instelling en de
weersomstandigheden wordt de airconditioningver volgens automatisch geregeld.Handbediend
Audio- en communicatiesystemen
Deze systemen zijn voorzien van de nieuwste
technologie: autoradio met MP3-afspeelmogelijkheid, USB-aansluiting,
Bluetooth-handsfree set, navigatiesysteem met
kleurenscherm, AUX-aansluitingen,
hifi-audiosysteem, ...
Peugeot Connect Nav
14
8
121
85
293 239
Autoradio
87
90
Gescheiden regeling
Quadrizone
Het optionele JBL audiosysteemis speciaal ontworpen voor het interieur van uw 508.
Page 10 of 340
8
In één oogopslag
Het branden van een verklikkerlampje geeft aan of de bijbehorende functie is in- of
uitgeschakeld.
Schakelaars
Openen van het kofferdeksel/de
achterklep.
Openen van de brandstofvulklep.54, 55
Massa
ge-functie.
6
8
50
Inbraakalarm.
Verklikkerlamp
je programmeerbare
ver warming.
6
1
96
Elektrische parkeerrem.
99
Motor star ten/afzetten met de elektronische sleutel.
97
Uitschakelen van het
Stop & Start-
systeem.
118
Head-up display (aan/uit, instellingen).
12
1
Uitschakelen parkeerhulp.
129
Intelli
gente parkeerhulp.
130
Elektrische kinderbeveiliging.
160
Uitschakelen van het
CDS-/ASR-systeem.
166
Automatisch dimmende koplampen.
138
Page 12 of 340
10
In één oogopslag
9.Zekeringkast.
10. Zijruitontwaseming.
11.Voor r uitont waseming.
12 .Contact-/stuurslot.
13. Starten met de elektronische sleutel.14 .
Bediening op het stuur wiel van deautoradio.
15. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/boordcomputer.
16.Schakelaar alarmknipperlichten en centrale
vergrendeling.
17. Display.
Cockpit
1.
Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer. 2.
Koplampverstelling. 3.
Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers. 4.
Instrumentenpaneel.5.
Airbag bestuurder. Claxon.
6.Ver snellingspook.
7. 12V- aansluiting.
USB-/Jack-aansluitingen.8.Hendel motorkapontgrendeling.
18.Middelste verstelbare en afsluitbareventilatieroosters. 19. Airbag passagier.
20.
Verstelbare en afsluitbarezijventilatieroosters. 21.Dashboardkastje / Uitschakelingpassagiersairbag. 22.
Elektrische parkeerrem.23.
Middenarmsteun met opbergvakken.24.
Opbergvakken (volgens uitvoering). 25.Autoradio.26.Bedieningspaneel ver warming/airconditioning.
Page 18 of 340
16
In één oogopslag
Controle tijdens het rijden
Wanneer u het contact aanzet, slaan alle meters uit en keren ver volgens terug naar de '0"-stand.A.
Als het contact wordt aangezet, moet de meter het resterende brandstofniveau
weergeven.B.Bij draaiende motor moet het
verklikkerlampje laag brandstofniveau uitgaan.
Instrumentenpaneel
1. Als het contact wordt aangezet, gaan de
oranje en rode waarschuwingslampjes branden. 2.Bij draaiende motor moeten deze lampjes
weer uitgaan.
Raadpleeg de desbetreffende bladzijde als er lampjes blijven branden.
Verklikkerlampjes
23
C.
Als het contact wordt aangezet, wordt op
het display van het instrumentenpaneel het
motorolieniveau weergegeven.
Ga indien nodig tanken of vul olie bij.
3
7
Page 24 of 340
22
Controle tijdens het rijden
Instrumentenpaneel benzine - diesel
Toerenteller (x 1000 t/min of rpm),
schaalverdeling afhankelijk van de motoruitvoering (benzine of diesel). 2. Motorolietemperatuurmeter. 3.Brandstofniveaumeter.4.
Koelvloeistoftemperatuurmeter. 5.
Snelheidsmeter (km/h of mph).
6.Aanwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.
7
. Opschakelindicator (handgeschakelde
versnellingsbak) of weergave positie selectiehendel (gestuurdeA
.Dimmer verlichting.
B.Weergave logboek
waarschuwingsmeldingen.
Informatie over het onderhoud.C.Resetten van de dagteller. hand
geschakelde versnellingsbak of
automatische transmissie).8. Display: waarschuwingsmeldingen,
meldingen over de status van functies,
boordcomputer.
9.Dagteller (km of miles).
10. Automatische ruitenwissers Onderhoudsindicator
(km of miles) ver volgens,
kilometerteller. Beide functies worden achtereenvolgend
weergegeven na het aanzetten van het contact.
Meters en displays Bedieningstoetsen
Page 25 of 340

1
23
!
Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes
De verklikkerlampjes geven de bestuurder
informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of
waarschuwen de bestuurder in het geval van
een storing (waarschuwingslampje).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan
bepaalde waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel en
/of op het display van het
instrumentenpaneel enkele seconden branden.
Zodra de motor wordt
gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan
branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display van hetinstrumentenpaneel.
Verklikkerlampjes kunnen constant
branden of knipperen.
Een aantal verklikkerlampjes heeftbeide mogelijkheden. Of het constant branden of knipperen van een
controlelampje duidt op een storing, isafhankelijk van de werkingsfase van de auto.
1
2
2
2
3
3
3
2
3
3
Gebruik, als de auto stilstaat, de linker
draaiknop van het stuur wiel om door de menu's
te scrollen en de parameters van de auto in te
stellen (comfort- en rijsystemen, ...).
- Draaien (buiten menu om): u scrolt door dediverse beschikbare actieve functies.
- Indrukken: toegang tot het algemene menu,bevestigen van uw keuze.
- Draaien (in het menu): verplaatsen naar boven of naar beneden in het menu.
Algemeen menu
Parameters van de auto Instellin
gen display
Voorverwarming / voor ventilatie
Instellingen bestuurdersplaats
Alleen ont
grendelen kofferdeksel
Hulp bij het rijden
Geprogrammeerde snelheden
Achterruitenwisser aan bij achteruit
Elektrische parkeerrem
Verlichting
Instapverlichting
Follow me home-verlichtin
g
Bochtverlichting
Instellingen
Taal
Eenheid
Verbruik
Te m p e r a t u u r
Kleurstellin
g
3
1
2
2
3
2
3
1
2
Page 26 of 340

24
i
Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel en/of op het display van het instrumentenpaneel geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Richtingaanwijzer linksknipper t, metgeluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaagbeweegt.
Richtingaanwijzer
rechts
knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Parkeerlichtenpermanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Parkeerlichten".
Dimlichtpermanent.De lichtschakelaar staat in de stand "Dimlicht".
Grootlichtpermanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelennaar dimlicht.
Mistlampen vóórpermanent. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om demistlampen vóór uit te schakelen.
Mistachterlichtenpermanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichtenuit te schakelen.
Raadpleeg voor meer informatie over de lichtschakelaar het hoofdstuk "Zicht".