Page 113 of 328

111
INDELINGEN
Verplaatsbare vloerplaat
De vloerplaat kan met behulp van de
steunen aan de zijkant in drie standen
worden gezet, waarmee u de bagage-
ruimte naar wens kunt indelen:
- Hoge stand (maximaal 50 kg): de
vloerplaat ligt op dezelfde hoogte
als het gesloten onderste deel van
de achterklep.
U kunt dan voorwerpen inladen ter-
wijl het onderste gedeelte van de
bagageruimte afgeschermd is.
- Middelste stand (maximaal 100 kg):
de vloerplaat ligt op dezelfde hoogte
als het geopende onderste deel van
de achterklep.
Met de achterbank in de portefeuil-
lestand ontstaat zo een vlakke laad-
vloer tot aan de voorstoelen.
- Lage stand (maximaal 150 kg): maxi-
male inhoud van de bagageruimte.
Plaatsen en vastzetten in de schuine
stand:
)
Til de vloerplaat vanuit de hoge
stand op tot de bagage-afdekplaat.
)
Trek de twee steunen uit en laat de
vloerplaat hierop rusten.
Hoogteverstelling:
)
Duw de vloerplaat zo ver mogelijk naar voren en gebruik de steunen A
om de
vloerplaat in de gewenste stand te zet-
ten.
De vloerplaat is voorzien van
4 sjorogen om uw bagage (met inacht-
neming van de maximale belasting)
vast te zetten in de bagageruimte.
Page 114 of 328

11 2
INDELINGEN
Uitneembare lamp
Deze lamp, die in de zijwand van de
bagageruimte is aangebracht, kan als
verlichting van de bagageruimte en als
zaklamp gebruikt worden.
Werking
Deze lamp werkt op oplaadbare batte-
rijen van het type NiMH.
De lamp kan ongeveer 45 minuten bran-
den en wordt tijdens het rijden weer op-
geladen.
Gebruik
)
Verwijder de lamp uit de houder
door aan de zijde van de lamp A te
trekken.
)
Druk de schakelaar op de achterzijde
in om de lamp in of uit te schakelen.
)
Klap de steun aan de achterzijde
uit om de lamp neer te zetten en de
lichtbundel te richten, bijvoorbeeld tij-
dens het verwisselen van een wiel.
Opbergen
)
Breng de lamp aan door eerst het
smalle gedeelte B in de houder te
steken.
Hierdoor wordt de lamp automatisch
uitgeschakeld als dat al niet het ge-
val was.
Zonwering zijruiten achter
De zonwering voor de zijruiten achter
beschermt uw kinderen tegen de zon.
)
Trek de zonwering omhoog aan de
middelste lip.
)
Bevestig de zonwering aan de daar-
voor bestemde haak.
Let bij het aanbrengen van de
oplaadbare batterijen op de
plus- en de minpolen.
Gebruik nooit gewone batterijen in
plaats van de oplaadbare batterijen.
Als de lamp niet op de juiste
wijze is aangebracht, wordt
deze mogelijk niet opgeladen
en gaat niet branden bij het
openen van de achterklep.
Raadpleeg het hoofdstuk
"Verlichting - Verlichting baga-
geruimte" voor de werking van
deze functie.
Page 115 of 328

113
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN
PEUGEOT
beveelt u aan
kinderen op de zij
achterzit-
plaatsen
van uw auto te ver-
voeren:
- met de rug in de rijrichting
tot
2 jaar,
- met het gezicht in de rijrichting
vanaf 2 jaar.
ALGEMENE INFORMATIEMET BETREKKING TOT KINDERZITJES
*
De regels voor het vervoeren van
kinderen zijn per land verschillend.
Informeer hiervoor naar de wetgeving
in uw land. Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van
uw auto veel aandacht heeft besteed
aan veiligheidsvoorzieningen voor uw
kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook
afhankelijk van uzelf.
Volg voor een optimale veiligheid de
volgende adviezen op:
- conform de Europese wetge-
ving dienen kinderen jonger dan
12 jaar of kleiner dan 1,50 m in ge-
homologeerde, aan het lichaams-
gewicht aangepaste kinderzitjes
op met veiligheidsgordels of ISOFIX-
bevestigingen uitgeruste plaatsen te
worden vervoerd * ,
- de veiligste plaats voor het ver-
voeren van een kind is volgens
de statistieken een plaats op de
achterbank van uw auto,
- kinderen tot 9 kg moeten zowel
voor- als achterin met de rug in
de rijrichting worden vervoerd.
Page 116 of 328
11 4
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN
"Met het gezicht in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met het gezicht in
de rijrichting op de passagiersstoel voor
wordt geplaatst, moet de stoel in de achterste
stand van de voor-/achterwaartse verstelling
worden gezet, in de hoogste stand en met
de rugleuning rechtop en mag de airbag aan
passagierszijde niet worden uitgeschakeld.
Let erop dat de veiligheidsgor-
del goed aansgespannen is.
Passagiersstoel in de hoogste stand
en zo ver mogelijk naar achteren.
"Met de rug in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje voor het ver-
voeren met de rug in de rijrichting op de
passagiersstoel voor
wordt geplaatst,
moet de airbag aan passagierszijde zijn
uitgeschakeld. Gebeurt dit niet, dan kan
het kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken
.
KINDERZITJE OP DE PASSAGIERSSTOEL VOOR
Page 117 of 328
11 5
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN
Airbag aan passagierszijde OFF
Raadpleeg de rubriek "Airbags"
in het hoofdstuk "Veiligheid"
voor meer informatie over het
uitschakelen van de airbag.
Raadpleeg de voorschriften op de stic-
ker die zich aan beide zijden van de zon-
neklep aan passagierszijde bevindt:
Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijde
altijd uit als u een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel
plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk ge-
wond raken.
Page 118 of 328
116
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met artikelnummer die met een driepunts veiligheidsgordel
kunnen
worden vastgemaakt:
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
Groep 1: van 9 tot 18 kg
L1
"RÖMER/BRITAX
Baby-Safe Plus".
Wordt met de rug in de rijrichting
geplaatst.
L2
"RÖMER Duo Plus ISOFIX".
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L4
"RECARO Start".
L5
"KLIPPAN Optima".
Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg):
gebruik alleen de zitverhoging.
L6
"RÖMER KIDFIX"
.
Kan op de ISOFIX-verankeringspunten van de auto worden
bevestigd. Het kind wordt beschermd door de veiligheidsgordel.
Page 119 of 328

11 7
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN
PLAATSEN VAN KINDERZITJES MET STEUN
Het plaatsen van een kinderzitje met een steun (of een reactiestang) in de auto vereist extra aandacht. U moet met name
letten op de aanwezigheid van opbergvakken in de voetenruimte bij de buitenste achterzitplaatsen.
Laat de steun niet rusten op
het deksel van het opbergvak:
het deksel zou bij een heftige
schok kunnen breken. Als de ver-
stelmogelijkheden van de steun het
toelaten, zijn er twee andere moge-
lijkheden.
Op de bodem van het
opbergvak
Als de steun lang genoeg is, kunt u
deze laten rusten op de bodem van het
opbergvak. Haal alle voorwerpen uit het
opbergvak alvorens de steun te plaat-
sen.
Op een gedeelte van de vloer waar
geen opbergvak is aangebracht
Als de steun lang genoeg is en ver ge-
noeg kan worden gekanteld (houd u
daarbij aan de voorschriften in de ge-
bruiksaanwijzing van het kinderzitje), is
er nog een andere mogelijkheid. U kunt
in dat geval de steun laten rusten op het
gedeelte van de vloer waar geen op-
bergvak is aangebracht. Gebruik indien
nodig de mogelijkheid de voorstoel in
lengte te verstellen om de steun op een
correcte wijze te laten rusten op het ge-
deelte van de vloer waar geen opberg-
vak is aangebracht.
Als u de steun niet op een
van deze twee manieren kunt
plaatsen, is het raadzaam
geen kinderzitje met een steun op
deze zitplaats te bevestigen.
Page 120 of 328

118
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN
BEVESTIGING KINDERZITJES MET VEILIGHEIDSGORDEL
Conform de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden weer met betrekking tot het bevestigen, met een veilig-
heidsgordel, van een universeel gehomologeerd kinderzitje, gerangschikt naar gewicht van het kind en de plaats in de auto:
a
: universeel kinderzitje dat in alle auto's bevestigd kan worden met behulp van de veiligheidsgordel.
b
: groep 0, vanaf de geboorte tot 10 kg. Reiswiegen en autobedjes mogen niet op de passagiersplaats voor worden ver-
voerd.
c
: raadpleeg de huidige wetgeving in uw land alvorens een kinderzitje op deze plaats te bevestigen.
U
: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd kinderzitje met een veiligheidsgordel, zowel met
de "rug in de rijrichting" als met het "gezicht in de rijrichting".
U (R):
als U
, waarbij de stoel van de auto in de hoogste stand en zo ver mogelijk naar achteren moet staan.
L:
alleen de vermelde kinderzitjes mogen op de desbetreffende plaats worden bevestigd (volgens land van bestemming).
X:
zitplaats die niet geschikt is voor een kinderzitje voor de aangegeven gewichtscategorie.
Gewicht van het kind en leeftijdsindicatie
Plaats
Minder dan 13 kg
(Categorie 0 (
b
)
en 0+)
Tot ongeveer 1 jaar
Van 9 tot 18 kg
(Categorie 1)
Van 1 tot ongeveer
3 jaar
Van 15 tot 25 kg
(Categorie 2)
Van 3 tot ongeveer
6 jaar
Van 22 tot 36 kg
(Categorie 3)
Van 6 tot ongeveer
10 jaar
Passagiersstoel
vóór (
c
)
met
hoogteverstelling
U (R)
U (R)
U (R)
U (R)
Passagiersstoel
vóór (c)
zonder
hoogteverstelling
X
X
X
X
Buitenste
zitplaatsen
achter
U
*
U
*
U
*
U
*
Middelste
zitplaats achter
L1
L2, L4
L4, L5, L6
L4, L5, L6
*
Het plaatsen van kinderzitjes met een steun
(of een reactiestang) vereist extra aandacht. Raadpleeg de pagina "Plaatsen
van kinderzitjes met steun" voor meer informatie.