WAARSCHUWINGEN
Afstand achter
cm Meer dan
200 cm 200-100 cm 100-65 cm 65-30 cm Minder dan
30 cm
Hoorbare waar-
schuwinggong Geen Eerste 1/2
tweede toon Slow (Vertraagd) Snel Continu
Displaybericht Parkeerhulpsys- teem AANWaarschuwing
voorwerp gedetec-
teerd Waarschuwing
voorwerp gedetec-
teerd Waarschuwing
voorwerp gedetec-
teerd Waarschuwing
voorwerp gedetec-
teerd
Boogjes Geen 3 brandend
(continu)3 langzaam
knipperend 2 langzaam
knipperend 1 langzaam
knipperend
Radiovolume ver-
laagd Nee. Ja. Ja. Ja. Ja.
OPMERKING:
Indien ingeschakeld, zal Park-
Sense® het radiovolume verlagen
wanneer het systeem een geluids-
signaal laat horen.
PARKSENSE® INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN
ParkSense® kan worden in- en uitge-
schakeld via het onderdeel "Door de
klant te programmeren functies" in
het EVIC. De beschikbare keuzes zijn:
OFF (uit), Sound Only (alleen geluid)
of Sound and Display (geluid en
beeld). Voor meer informatie raad- pleegt u "Elektronisch voertuiginfor-
matiecentrum (EVIC)/Persoonlijke
Instellingen (door de klant te pro-
grammeren functies)" in "De functies
op uw dashboard".
Als ParkSense® is uitgeschakeld,
wordt op de instrumentengroep gedu-
rende circa vijf seconden het bericht
"PARK ASSIST SYSTEM OFF"
(PARKEERHULPSYSTEEM UIT)
weergegeven. Voor meer informatie
raadpleegt u het "Elektronisch voer-
tuiginformatiecentrum (EVIC)" in
"De functies op uw dashboard". Als
de keuzehendel in de stand RE-
VERSE (achteruit) wordt gezet en hetsysteem is uitgeschakeld, verschijnt
op het EVIC het bericht "PARK AS-
SIST OFF" (parkeerhulp uitgescha-
keld) zolang de keuzehendel in RE-
VERSE (achteruit) staat.
ONDERHOUD VAN DE
PARKSENSE®
PARKEERSENSORENACHTER
Wanneer de ParkSense® parkeersen-
soren achter niet correct werken,
klinkt in de instrumentengroep een-
maal per contactcyclus een geluids-
signaal en verschijnt op het display
het bericht "CLEAN PARK ASSIST
143
SENSORS" (parkeersensoren reini-
gen) of "SERVICE PARK ASSIST
SYSTEM" (laat parkeersensoren re-
pareren). Voor meer informatie raad-
pleegt u het "Elektronisch voertuigin-
formatiecentrum (EVIC)" in "De
functies op uw dashboard". Wanneer
het keuzehendel in de stand RE-
VERSE (achteruit) wordt gezet en het
systeem een storing heeft gedetec-
teerd, wordt het bericht "CLEAN
PARK ASSIST SENSORS" (parkeer-
sensoren reinigen) of "SERVICE
PARK ASSIST SYSTEM" (laat par-
keersensoren repareren) weergegeven
zolang de keuzehendel in de stand
REVERSE staat. In een dergelijk ge-
val werkt ParkSense® niet.
Als het bericht "CLEAN PARK AS-
SIST SENSORS" (PARKEERSEN-
SOREN REINIGEN) op het EVIC
verschijnt, terwijl u er zeker van bent
dat de achterzijde/-bumper geen
sneeuw, ijs, modder, vuil of andere
obstakels bevat, neemt u contact op
met een erkende dealer.
Wanneer de melding "SERVICE
PARK ASSIST SYSTEM" (laat par-
keersensoren repareren) op het EVICverschijnt, dient u contact op te ne-
men met een erkende dealer.
PARKSENSE® SYSTEEM REINIGEN
Reinig de ParkSense® sensoren met
water, een schoonmaakmiddel voor
auto's en een zachte doek. Gebruik
geen ruwe of harde doek. Steek geen
voorwerpen in de sensors en bekras
deze niet. Hierdoor kunnen de sensors
beschadigd raken.
VOORZORGSMAATREGELEN
BIJ GEBRUIK VAN HET
PARKSENSE® SYSTEEMOPMERKING:
Zorg ervoor dat de achterbum-
per vrij is van sneeuw, ijs. mod-
der, vuil e.d. om het ParkSense®
systeem correct te laten werken.
Drilboren, grote vrachtwagens en andere bronnen van trillin-
gen kunnen de werking van
ParkSense® nadelig beïnvloeden.
Wanneer u de ParkSense® par- keerhulp uitschakelt, toont de
instrumentengroep de melding "PARK ASSIST OFF" (parkeer-
hulp uitgeschakeld). Park-
Sense® blijft uitgeschakeld tot-
dat u de parkeerhulp opnieuw
inschakelt, zelfs als u het con-
tact inschakelt.
Als u de keuzehendel in de stand REVERSE (achteruit) zet en
ParkSense® is uitgeschakeld,
zal het EVIC het bericht "PARK
ASSIST DISABLED" (parkeer-
hulp uitgeschakeld) weergeven
zolang de transmissie in RE-
VERSE staat.
Indien ingeschakeld, zal Park- Sense® het radiovolume verla-
gen wanneer het systeem een ge-
luidssignaal laat horen.
Reinig de ParkSense® sensoren regelmatig, maar let daarbij op
dat u geen krassen of schade toe-
brengt. De sensors mogen niet
bedekt raken met ijs, sneeuw,
modder, vuil of afval. Verontrei-
niging van de sensors kan leiden
tot een slechte systeemwerking.
Het ParkSense® systeem kan
obstakels achter de auto/
bumper over het hoofd zien of
144
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het wordt sterk aanbevolen om
voordat u de ParkSense® par-
keersensoren achter gaat gebrui-
ken de trekhaak van de auto te
verwijderen als deze niet wordt
gebruikt. Als u dit niet doet, kan
persoonlijk letsel of schade aan
voertuigen ontstaan doordat de
trekhaak zich veel dichter bij het
obstakel bevindt dan de achter-
bumper als het waarschuwings-
display de knipperende boog laat
zien en de aanhoudende toon laat
horen. Afhankelijk van de afme-
tingen en vorm van de trekhaak is
het ook mogelijk dat de sensors de
trekhaak detecteren en abusieve-
lijk aangeven dat er een obstakel
achter de auto aanwezig is. PARKVIEW® ACHTERUITRIJCAMERA
(voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Uw auto is mogelijk voorzien van een
ParkView® achteruitrijcamera. Hier-
mee kunt u het gebied achter de auto
op het scherm zien wanneer de scha-
kelhendel in de stand REVERSE
(achteruit) wordt gezet. Het beeld
wordt weergegeven op het navigatie-/
multimedia-radioscherm samen met
de waarschuwing "check entire sur-
roundings" (let op de gehele omge-
ving) aan de bovenkant van het
scherm. Na vijf seconden verdwijnt
deze opmerking. De ParkView® ca-
mera bevindt zich aan de achterzijde
van het voertuig boven de kenteken-plaat. Als u uit de achteruitversnelling scha-
kelt, wordt de achteruitrijcamera uit-
geschakeld en verschijnt het
navigatie- of audioscherm.
Indien getoond, geven statische ras-
terlijnen de breedte van het voertuig
aan, terwijl een onderbroken center-
lijn de middellijn van het voertuig
aangeeft. Deze lijnen kunnen bijv. van
dienst zijn bij het uitlijnen van het
voertuig voor een aanhanger. De sta-
tische rasterlijnen geven verschillende
zones aan waarmee u de afstand tot de
achterzijde van het voertuig kunt in-
schatten. De onderstaande tabel geeft
bij benadering de afstanden weer voor
elk van deze zones:
Zone Afstand tot de achterzijde van het voertuig
Rood 0 - 30 cm
Geel 30 cm - 1 m
Groen 1 m of meer
146
WAARSCHUWING!
Bestuurders moeten voorzichtig
achteruit rijden, ook al wordt er ge-
bruik gemaakt van de achteruitrij-
camera. Kijk altijd goed vóór of ach-
ter uw auto, controleer of zich daar
geen voetgangers, dieren, andere
voertuigen of obstakels bevinden en
let op dode hoeken voordat u voor-
of achteruitrijdt. U bent verant-
woordelijk voor de veiligheid van uw
omgeving en moet blijven opletten
als u achteruitrijdt. Anders bestaat
er een risico op ernstig of dodelijkletsel.LET OP!
Om schade aan het voertuig tevoorkomen mag ParkView® al-
leen worden gebruikt als parkeer-
hulp. De camera is niet in staat is
om elk obstakel of voorwerp op
uw rijbaan te detecteren.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
Om schade aan het voertuig te
voorkomen moet u langzaam rij-
den bij gebruik van de achteruit-
rijcamera, zodat u tijdig kunt
stoppen als u een obstakel ziet.
Het wordt de bestuurder aanbe-
volen om regelmatig over zijn/
haar schouder te kijken bij het
gebruik van ParkView®.
OPMERKING:
Wanneer de cameralens bedekt is
met sneeuw, ijs, modder of ander
vuil, moet de lens worden gerei-
nigd, met water worden gespoeld
en met een zachte doek worden
gedroogd. De lens niet afdekken.
PARKVIEW® IN- OF
UITSCHAKELEN — MET
NAVIGATIE-/
MULTIMEDIA-RADIO
1. Druk op de toets “menu”.
2. Selecteer de soft-toets "system set
up" (systeeminstellingen).
3. Druk op de schermtoets "camera
setup" (camera-instellingen). 4. Schakel de functie achteruitrijca-
mera in of uit door de soft-toets "ena-
ble rear camera in reverse" (camera
inschakelen bij achteruit rijden) te se-
lecteren.
5. Druk op de schermtoets "save" (opslaan).
PARKVIEW® IN- OF
UITSCHAKELEN —
ZONDER NAVIGATIE-/
MULTIMEDIA-RADIO
1. Druk op de toets “menu”.
2. Selecteer de soft-toets "system set
up" (systeeminstellingen).
3. Schakel de functie achteruitrijca-
mera in of uit door de soft-toets "ena-
ble rear camera in reverse" (camera
inschakelen bij achteruit rijden) te se-
lecteren. DAKCONSOLES
DAKCONSOLE VOORIN
Er zijn twee soorten dakconsoles be-
schikbaar. Het basismodel dakcon-
sole voorin heeft vaste instap-/
leeslampjes, een neerklapbaar
zonnebrilopbergvakje en een gesprek-
147
BERICHTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
UNITS (eenheden) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
WEERGAVE KEYLESS ENTER-N-GO(voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . 195
KOMPAS-/TEMPERATUURWEERGAVE . . . . 195
CUSTOMER-PROGRAMMABLE FEATURES (SYSTEM SETUP) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
GELUIDSSYSTEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202
NAVIGATIESYSTEEM (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202
BEDIENING iPod®/USB/MP3 (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202
De iPod® of het externe USB-apparaat aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 203
Gebruik van deze functie . . . . . . . . . . . . . . . . 203
De iPod® of het externe USB-apparaat bedienen met de radioknoppen . . . . . . . . . . . 204
Afspeelmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
De List- of Browse-modus . . . . . . . . . . . . . . . 205
Bluetooth Streaming Audio (BTSA) . . . . . . . . 206
UCONNECT™ MULTIMEDIA VIDEO ENTERTAINMENT SYSTEM (VES)™
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . 207
Beginnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207
Videospelletjes spelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207
172
Een audiobron op kanaal 2 beluisterenterwijl op kanaal 1 een video wordt
afgespeeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208
Dual Video Screen (systeem met twee beeldschermen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 209
Een dvd afspelen door het aanraakscherm van de radio te gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . 209
Een dvd afspelen door de VES™speler te gebruiken (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 210
Een audiobron beluisteren terwijl een video wordt afgespeeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Draaibaar scherm op de derde zitrij (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . 212
Belangrijke opmerkingen over het Dual Video Screen-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212
Afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212
Opbergen van afstandsbediening . . . . . . . . . . 214
De afstandsbediening vergrendelen . . . . . . . . 214
Batterijen van de afstandsbediening vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Gebruik van hoofdtelefoons . . . . . . . . . . . . . . 215
Bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 215
Batterijen van de hoofdtelefoon vervangen . . . 216
Levenslange standaardgarantie Unwired® stereohoofdtelefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
Systeeminformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
173
AUDIOBEDIENINGSELEMENTEN OP STUUR(voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . 225
Bediening van de radio . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
Cd-speler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
ONDERHOUD VAN CD/DVD-SCHIJFJES . . . . . . 225
RADIOWEERGAVE EN MOBIELE TELEFOONS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226
KLIMAATREGELING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226 HANDMATIG SYSTEEM VOORAIRCONDITIONING EN VERWARMING
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . 226
HANDMATIGE KLIMAATREGELING ACHTERIN (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 230
AUTOMATISCHE TEMPERATUURREGELING (ATC)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . 231
RIJDEN IN DE ZOMER . . . . . . . . . . . . . . . . . 239
RIJDEN IN DE WINTER . . . . . . . . . . . . . . . . 239
STALLING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 239
RUITONTWASEMING . . . . . . . . . . . . . . . . . . 239
LUCHTINLAAT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 239
AANWIJZINGEN VOOR BEDIENING . . . . . . . 240
Aircoluchtfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240
174
INSTRUMENTENPANEEL1 — Ventilatieroosters 5 — Analoge klok9 — Dvd-speler (voor be-
paalde uitvoeringen/markten)13 — Contactschakelaar
2 — Instrumentengroep 6 — Bovenste handschoe-nenkastje10 — Opbergvakje14 — Motorkapontgrende-ling
3 — Versnellingshendel 7 — Onderste handschoe-nenkastje11 — Bekerhouders 15 — Dimschakelaar
4 — Radio 8 — Klimaatregeling 12 — Rij schakelaars 16 — Lichtschakelaar
175