Page 25 of 218

24
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Meeteenheid instellen
Ga voor het instellen van de meeteen-
heid (kilometers of mijlen) als volgt te
werk:
❒druk kort een aantal malen op
knopMODEtotdat „Unit” wordt
weergegeven
❒druk op knop +of–om de meet-
eenheid te wijzigen;
❒om de instelling te bevestigen,
moet u langer dan 2 seconden op
de knop MODEdrukken.
Weergave inschakeling
brandstofnoodschakelaar
Het scherm verschijnt automatisch als
de brandstofnoodschakelaar wordt in-
geschakeld, als gevolg van een krach-
tige botsing.
De schakelaar onderbreekt de brand-
stoftoevoer.
Zie de betreffende paragraaf „Brand-
stofnoodschakelaar”. Ga voor het instellen als volgt te werk:
❒druk kort een aantal malen op
knopMODEtotdat „SPEEd”
wordt weergegeven;
❒druk op de knop +om de waarde
te verhogen (de maximum snel-
heid is 250 km/h);
❒druk op de knop –om de waarde
te verlagen (bij een snelheid lager
dan 30 km/h wordt de functie uit-
geschakeld „OFF”);
❒om de instelling te bevestigen,
moet u langer dan 2 seconden op
de knop MODEdrukken.
Als u na het verschijnen van
de mededeling „FPSon” een
brandstoflucht ruikt of merkt dat het
brandstofsysteem lekt, druk dan de
schakelaar niet terug, zodat brand
wordt voorkomen.
ATTENTIE
Page 26 of 218

25
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
EDIENING
fig. 26L0D0496m
MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY
(op het comfort
instrumentenpanee
l met drie regels)
De auto kan zijn uitgerust met een
multifunctioneel display dat tijdens de
rit nuttige informatie levert aan de be-
stuurder op basis van de instelling
voor de gewenste gegevens.
BEGINSCHERM fig. 26
Op het beginscherm kan het volgende
worden weergegeven:
ADatum / Kilometerteller (weergave
kilometer-/mijltotaalteller)
BTijd (altijd weergegeven, ook bij
uitgenomen contactsleutel en ge-
sloten voorportieren)
CBuitentemperatuurBEDIENINGSKNOPPEN fig. 27
+Om in het scherm en de keuzemo-
gelijkheden de volgende optie te
selecteren of de weergegeven
waarde te verhogen.
MODEKort indrukken voor toegang
tot het menu en/of naar het
volgende scherm te gaan of
de keuze te bevestigen.
Even ingedrukt houden om
terug te keren naar het be-
ginscherm.
–Om in het scherm en de keuzemo-
gelijkheden de voorgaande optie te
selecteren of de weergegeven
waarde te verlagen.
OPMERKING Bij de knoppen
+en–hangt de werking van het volgende af. DStand koplampverstelling (alleen
als het dimlicht is ingeschakeld)
EIndicatie schakeladvies.
OPMERKING Bij het openen van een
voorportier wordt de display verlicht
en wordt enkele seconden de tijd en
de kilometer-/mijltotaalteller weerge-
geven.
fig. 27L0C0384m
Page 27 of 218

26
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Weergave koplampafstelling
(alleen als het dimlicht
is ingeschakeld)
– als het beginscherm wordt weerge-
geven, dan kunt u de hoogteverstel-
ling van de koplampen bedienen (zie
de paragraaf „Koplampen” in dit
hoofdstuk).
Setup-menu
– binnen het menu kunt u naar de
voorgaande of volgende optie in de
keuzelijst gaan;
– tijdens het instellen kunt u de
waarde verhogen of verlagen.
SETUP-MENU fig. 28
Het menu bestaat uit een aantal func-
ties dat „cyclisch” wordt weergegeven.
De functies kunnen met de knoppen
+en–worden gekozen, waarna
u keuzemogelijkheden kunt selecteren
of instellingen (setup) kunt uitvoeren.
Het setup-menu kan worden geacti-
veerd door de knop MODEkort in te
drukken.
Door de knop
+of–steeds in te druk-
ken, kunt u de lijst van het setup-
menu doorlopen.
De werking is afhankelijk van het ge-
selecteerde menupunt.„Datum” en „Reg. Klok”
selecteren:
– als u de knop MODEkort indrukt,
kunt u de instelling selecteren die u
wilt wijzigen (bijv. uren/minuten of
jaar/maand/dag);
– met de knop
+en–(door de knop
telkens in te drukken) kan de nieuwe
instelling worden geselecteerd;
– als u de knop MODEkort indrukt,
kunt u de instelling opslaan en tege-
lijkertijd doorgaan naar het volgende
menupunt. Als dit menupunt het laat-
ste is, dan wordt teruggekeerd naar
het daarvoor geselecteerde menupunt.
Als u de knop MODE even
ingedrukt houdt:
– u verlaat het setup-menu en alleen
de al opgeslagen wijzigingen (beves-
tigd door het kort indrukken van de
knopMODE) worden bewaard.
Het setup-menu heeft een tijdregeling;
als het menu na een bepaalde tijd ver-
dwijnt, worden alleen de door u op-
geslagen wijzigingen (bevestigd door
het kort indrukken van de knop
MODE) bewaard. OPMERKING Als de auto is uitgerust
met het Connect Nav+, kunt u op de
display van het instrumentenpaneel
uitsluitend de volgende functies rege-
len/instellen:
„Verl.”, „Snelh.Lim.”, „Sens. licht”
(voor bepaalde uitvoeringen/markten),
„Buzz. gordels” en „Bag pass.”. De
andere functies worden weergegeven
op de display van het Connect Nav+,
waarmee deze functies ook kunnen
worden geregeld/ingesteld.
Een menupunt selecteren
– als u de knop MODEkort indrukt,
kunt u in het menu de instelling se-
lecteren die u wilt wijzigen;
– met de knop
+en–(door de knop
telkens in te drukken) kan de nieuwe
instelling worden geselecteerd;
– als u knop MODEkort indrukt,
kunt u de instelling opslaan en tege-
lijkertijd terugkeren naar het eerder
geselecteerde menupunt.
Page 28 of 218

27
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
EDIENING
Dag
JaarMaand Voorbeeld:
VERBRUIK MENU VERLATENSNELH. LIM.INSTELLEN KLOK SENS. LICHTTRIP B
WEERGAVE KLOK INSTELLEN
INSTEL. DATUM
SLEUTEL
EENH. AFSTAND
VOL. TOETSEN
VOL. ZOEMER SERVICE
TAALTEMP. EENH.
Voorbeeld:
– +
+– – –
+ +
–
–
+
+++
–––
+ +
–
druk kort
op de knop
MODE
Om vanuit het beginscherm te kunnen navigeren, moet
u kort op de knop MODEdrukken. Druk op de knop +
of–om in het menu te navigeren.
OPMERKING Als de auto rijdt is om veiligheidsredenen
alleen een beperkt menu (instellingen „Verlichting” en
„Snelheidslimiet”) toegankelijk. Als de auto stilstaat is
het uitgebreide menu toegankelijk. Bij uitvoeringen die
zijn uitgerust met het Connect Nav+ worden veel func-
ties op de display van het navigatiesysteem weergegeven.
–
+ +
–
druk kort
op de knop
MODE
Deutsch
English
Español
Italiano
Português
Français
(*) Functie wordt alleen
weergegeven als het SBR-
systeem door het Lancia
Servicenetwerk is uitgescha-
keld.
fig. 28
+
– +
–+
–
+
–
+ –
BUZZ. GORDELS
(*) (voor bepaalde uitvoeringen/markten) BAG. PASS.
Page 29 of 218

28
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Snelheidslimiet (Snelh. lim.)
Met deze functie kan de snelheidsli-
miet van de auto (km/h of mph) wor-
den ingesteld. Als deze limiet wordt
overschreden, wordt de bestuurder ge-
waarschuwd (zie hoofdstuk „Lamp-
jes en berichten”).
Ga voor het instellen van de snel-
heidslimiet als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODEop de
display verschijnt het opschrift
(Snelh. Lim.);
– druk op knop +of–om de snel-
heidslimiet in te schakelen (On) of uit
te schakelen (Off);Ga als volgt te werk als u de instelling
wilt annuleren:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert (On);
– druk kort op de knop +; op de dis-
play knippert (Off);
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug
te keren naar het beginscherm zonder
op te slaan. – als de functie al was ingeschakeld
(On), kan met de knop +of–de ge-
wenste snelheidslimiet worden inge-
steld en worden bevestigd door het in-
drukken van de knop MODE.
OPMERKING De waarde kan worden
ingesteld tussen 30 en 250 km/h of
tussen 20 en 155 mph, afhankelijk
van de ingestelde eenheid; zie de pa-
ragraaf „Meeteenheid afstand” – die
hierna is beschreven. Elke keer als
u de knop +/–indrukt, wordt de
waarde 5 eenheden verhoogd of ver-
laagd. Als u de knop +/–ingedrukt
houdt, lopen de cijfers automatisch
snel door of terug. Als u dicht bij de
juiste waarde bent, stelt u de exacte
waarde in door de knop telkens in te
drukken en los te laten.
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zon-
der op te slaan.
Page 30 of 218

29
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
EDIENING
Gevoeligheid schemersensor
instellen (Sens. licht)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kan de gevoeligheid
van de schemersensor ingesteld wor-
den op drie niveaus (niveau 1 = mi-
nimum niveau, niveau 2 = middelste
niveau, niveau 3 = maximum niveau);
hoe hoger de gevoeligheid, hoe lager
de benodigde hoeveelheid buitenlicht
om de lampen in te laten schakelen.
Deze functie is standaard ingesteld op
niveau „2”.
Ga voor de gewenste instelling als
volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert het eerder ingestelde
niveau;
– druk op de knop +of–om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zon-
der op te slaan.Trip B (Trip B)
Met deze functie kan de weergave van
Trip B (dagteller) worden ingescha-
keld (On) of uitgeschakeld (Off).
Zie voor meer informatie de paragraaf
„Tripcomputer”.
Ga voor het in-/uitschakelen als volgt
te werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert (On) of (Off), af-
hankelijk van de instelling;
– druk op de knop +of–om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zon-
der op te slaan.Klokje instellen
(Reg. klok)
Met deze functie kunt u het klokje in-
stellen.
Ga voor het verstellen als volgt te
werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knipperen de „uren”;
– druk op de knop +of–om de in-
stelling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE; op de
display knipperen de „minuten”;
– druk op de knop +of–om de in-
stelling uit te voeren.
OPMERKING Elke keer als u de knop
+of–indrukt, wordt de waarde een
eenheid verhoogd of verlaagd. Als
u de knop ingedrukt houdt, lopen de
cijfers automatisch snel door of terug.
Als u dicht bij de juiste waarde bent,
stelt u de exacte waarde in door de
knop telkens in te drukken en los te
laten.
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan.
Page 31 of 218

30
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Portieren en achterklep
ontgrendelen (Sleutel)
Met deze functie kunt u: de voor- en
achterportieren ontgrendelen, alleen
het bestuurdersportier ontgrendelen
of alle portieren en de achterklep ont-
grendelen.
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display wordt „Portieren openen”,
„Bestuurdersportier openen” en „Al-
les openen” weergegeven;
– druk kort op de knop +of–om de
keuze uit te voeren. De gekozen optie
gaat knipperen;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan. – druk kort op de knop MODEop de
display knippert de „maand”;
– druk op de knop +of–om de in-
stelling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert de „dag”;
– druk op de knop +of–om de in-
stelling uit te voeren.
Opmerking Elke keer als u de knop +
of–indrukt, wordt de waarde een
eenheid verhoogd of verlaagd. Als
u de knop ingedrukt houdt, lopen de
cijfers automatisch snel door of terug.
Als u dicht bij de juiste waarde bent,
stelt u de exacte waarde in door de
knop telkens in te drukken en los te
laten.
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zon-
der op te slaan. Tijdweergave 12h/24h (Mod. Klok)
Met deze functie kan de tijdweergave
worden ingesteld op 12h of 24h.
Ga voor het verstellen als volgt te
werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert 12h of 24h, afhan-
kelijk van de instelling;
– druk op de knop +of–om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zon-
der op te slaan.
Datum instellen (Inst. datum)
Met deze functie kan de datum worden
ingesteld (jaar – maand – dag).
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert het „jaar”;
– druk op de knop +of–om de in-
stelling uit te voeren;
Page 32 of 218

31
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
EDIENING
Meeteenheid „afstand”
(Afst. eenh.)
Met deze functie kan de meeteenheid
van de afstand (km of mijl) worden
ingesteld.
Ga voor het instellen van de gewenste
meeteenheid als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert (km) of (mi), afhan-
kelijk van de instelling;
– druk op de knop +of–om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan.Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert (km/l) of (l/100km),
afhankelijk van de eerdere instelling;
– druk op de knop +of–om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan. Meeteenheid „verbruik”
(Verbruik)
Met deze functie kan de eenheid van
het brandstofverbruik worden inge-
steld (km/l, l/100km of mpg). Deze
eenheid is gekoppeld aan de geselec-
teerde eenheid voor de afstand (km of
mijl, zie de vorige paragraaf „Meet-
eenheid afstand”).
Als de meeteenheid afstand is inge-
steld op „km”, kan de meeteenheid
verbruik worden ingesteld op „km/l’’
of „l/100 km’’. Als de meeteenheid af-
stand is ingesteld op „mijl”, geeft de
display de hoeveelheid verbruikte
brandstof aan in „mpg”.