IX
!!
129
RIJDEN
ELEKTRISCH BEDIENDE
HANDREM
De elektrisch bediende handrem kan
op twee manieren worden bediend:
- AUTOMATISCH
Automatisch aantrekken bij het
afzetten van de motor en auto-
matisch vrijzetten bij het wegrij-
den (geautomatiseerde functies
standaard geactiveerd),
- HANDMATIG
Handmatige bediening voor het
aantrekken en vrijzetten is altijd
mogelijk door het bedienen van
de hendel A
en het indrukken
van het rempedaal.
Automatische werking
Handrem aantrekken bij afgezette motor
Wanneer de auto stilstaat en u de
motor afzet, wordt de handrem
automatisch aangetrokken
.
De aangetrokken toestand van de
handrem wordt aangegeven door:
Handrem aantrekken met
draaiende motor
Wanneer de auto stilstaat met draaien-
de motor, dient u de auto tegen weg-
rollen te beveiligen door de handrem
handmatig aan te trekken. Trek
hiertoe
aan de hendel A
.
De aangetrokken toestand van de
handrem wordt aangegeven door:
- het branden van het con-
trolelampje P
op de hen-
del A
,
Controleer voordat u de auto
verlaat of het controlelampje P
en het controlelampje op het
instrumentenpaneel branden.
Laat kinderen nooit alleen in de
auto wanneer het contact is aan-
gezet: ze zouden de handrem kun-
nen vrijzetten.
- de melding "handrem aange-
trokken" op het display van het
instrumentenpaneel.
Het aantrekken of vrijzetten van de
elektrisch bediende handrem gaat
gepaard met een geluid.
- het branden van het con-
trolelampje P
op de hen-
del A
,
- de melding "handrem aange-
trokken" op het display van het
instrumentenpaneel.
Wanneer u het bestuurdersportier
opent om uit te stappen terwijl de
handrem niet is aangetrokken, klinkt
er een geluidssignaal en verschijnt
er een melding op het display.
Controleer voordat u de auto
verlaat of het controlelampje P
en het controlelampje op het
instrumentenpaneel branden.
- het branden van dit con-
trolelampje op het instru-
mentenpaneel,
- het branden van dit con-
trolelampje op het instru-
mentenpaneel,