VIII
11 9
VEILIGHEID
HULPSYSTEMEN BIJ HET
REMMEN
Uw auto is voorzien van drie syste-
men die u helpen om de auto in een
noodsituatie veilig tot stilstand te
brengen:
- het antiblokkeersysteem (ABS),
- de elektronische remdrukrege-
laar (EBD),
- Brake Assist System (BAS).
Antiblokkeersysteem
(ABS) en elektronische
remdrukregelaar (REF)
Deze systemen zorgen tijdens het
remmen voor een betere stabiliteit
en bestuurbaarheid van uw auto en
voor een betere controle in scherpe
bochten, vooral op een slecht of
glad wegdek.
Inschakelen
Het antiblokkeersysteem treedt au-
tomatisch in werking zodra een van
de wielen dreigt te blokkeren.
De normale werking van het anti-
blokkeersysteem kan merkbaar zijn
door het trillen van het rempedaal.
Storing
Trap het rempedaal bij een nood-
stop krachtig en volledig in en laat
het niet los. Als dit waarschuwingslamp-
je gaat branden in combina-
tie met een geluidssignaal
en een melding op het dis-
play van het instrumentenpaneel,
duidt dit op een storing in het anti-
blokkeersysteem. Door deze storing
zou u tijdens het remmen de contro-
le over uw auto kunnen verliezen.
Als dit waarschuwingslampje
gaat branden in combinatie
met het waarschuwingslamp-
je STOP
en ABS
, een ge-
luidssignaal en een melding op het
display van het instrumentenpaneel,
duidt dit op een storing in de elektro-
nische remdrukregelaar. Door deze
storing zou u tijdens het remmen de
controle over uw auto kunnen verlie-
zen.
Stop op een veilige plaats.
Raadpleeg in beide gevallen het
CITROËN-netwerk of een gekwalifi -
ceerde werkplaats.
Zorg er bij vervanging van de wie-
len (banden en velgen) voor dat er
wielen worden gemonteerd die aan
de voorschriften van de construc-
teur voldoen.
Brake Assist System (BAS)
Dit systeem zorgt ervoor dat in
noodgevallen de optimale remdruk
sneller wordt bereikt, zodat de rem-
afstand kleiner wordt.
Inschakelen
Het systeem wordt ingeschakeld als
het rempedaal sneller wordt inge-
trapt dan een bepaalde grenswaar-
de.
Het systeem zorgt er dan voor dat de
benodigde bedieningskracht minder
wordt en dat de effectiviteit van het
remmen wordt vergroot.
Trap het rempedaal bij een nood-
stop zeer krachtig in en laat het pe-
daal niet los.
331
TREFWOORDENREGISTER
A Aanjager, regeling ............. 51, 54
Aansluiting 12V ..................... 102
ABS met elektronische
remdrukregelaar .................. 119
Accessoires ........................... 207
Accu .............................. 174, 198
Accu laden ............................ 198
Achterbank .............................. 66
Achterruitverwarming ........ 51, 54
Achteruitrijlicht ............... 187, 189
Afmetingen ............................ 219
Afstandsbediening ....... 69, 70, 74
Afstandsbediening,
batterij ............................. 73, 74
Afstandsbediening,
batterij vervangen .................. 73
Afstandsbediening
synchroniseren ...................... 73
Airbags vóór .......................... 127
Airconditioning ................... 24, 50
Airconditioning met centrale
regeling ................................. 51
Airconditioning met
gescheiden regeling .............. 54
Alarmknipperlichten ............... 116
Alarmsysteem ......................... 75
Algemeen menu .................... 308
Allesdragers .......................... 203
Allesdragers monteren .......... 203
Antiblokkeersysteem (ABS) .... 119
Antispinregeling (ASR) .......... 120
Armleuning achter ................. 102
Armleuning vóór .................... 101
Audio-
aansluitingen ....... 292, 312, 314
Audio/video-aansluiting ......... 256
Automatische
ruitenwissers ................... 94, 95
Automatisch inschakelen
alarmknipperlichten ............. 116A Automatisch inschakelen
verlichting ........................ 88, 90
Autoradio ....... 306, 307, 319, 320
AUX-aansluiting .................... 292
Aux-aansluitingen .......... 256, 314
Aux-ingang ............ 256, 292, 314
B Bagageafdekking .................. 105
Bagagenet voor
hoge belading ...................... 105
Bagageruimte .................... 81, 82
Bagageruimte
(indeling) ..................... 103, 104
Bagageruimte,
indeling ........................ 103, 104
Bagageruimte openen ............. 69
Banden .................................... 24
Bandenreparatieset ............... 176
Bandenspanning ............. 24, 223
Bandenspanning, detectie ..... 117
Bandenspanning te laag
(detectie) ............................. 117
Bandreparatieset ................... 176
Bekerhouder .................. 101, 102
Beladen ................................... 24
Beltoets CITROËN ................ 227
Benzinemotor .................. 87, 167
Bestuurdersplaats
(instellingen) .......................... 65
Binnenspiegel .................... 67, 68
Bluetooth
(handsfree set) .... 257, 293, 315
Bluetooth (telefoon) ....... 257, 293
Bochtverlichting .................. 91-93
Boordcomputer .................. 29, 30
Brake Assist System (BAS) ... 119
Brandstof ..................... 24, 86, 87
Brandstofaddititiefniveau ....... 173
Brandstofniveaumeter ............. 86
Brandstofsysteem ontluchten ... 165B Brandstoftank .................... 86, 87
Brandstoftank (inhoud) ............ 86
Brandstoftankdop .................... 86
Brandstof tanken ............... 86, 87
Brandstoftankklep ............. 86, 87
Brandstoftank leeg (diesel) ... 165
Brandstoftanklep openen ........ 86
Brandstofverbruik .................... 24
Buitenspiegels ......................... 67
C CD-/MP3 -speler ........... 291, 311
CD MP3 ......................... 291, 311
Centrale vergrendeling ...... 70, 79
Claxon ................................... 116
Controlelampjes .......... 32, 36, 38
Controlelampjes (status) ......... 34
Controles ....... 167, 169, 174, 175
D Dagrijverlichting ............... 90, 183
Dagteller .................................. 42
Dagteller resetten .................... 42
Dashboardkastje ................... 100
Dashboardverlichting .............. 42
Dashboardverlichting
(dimmer) ................................ 42
Datum (display) ............. 261, 295
Datum instellen ............. 261, 295
Diensten CITROËN ............... 227
Dieselmotor ..................... 87, 169
Dimlicht ........................... 88, 183
Display
instrumentenpaneel ....... 26, 138
E Eco-modus ............................ 200
Elektronische
remdrukregelaar (REF) ....... 119
Elektronisch gestuurde vering ... 160
ESP/ASR ............................... 120
ESP: Elektronisch
stabiliteitsprogramma .......... 120