139
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
“UNIVERSEEL”
KINDERZITJE MONTEREN
(met de veiligheidsgordels)
GROEP 0 en 0+ fig. 99
Kinderen tot 13 kg moeten in babyzitjes worden vervoerd die
achterstevoren zijn geplaatst, waardoor het achterhoofd wordt
gesteund en bij plotseling remmen de nek niet wordt belast. Het
babyzitje moet op zijn plaats worden gehouden door de veilig-
heidsgordel van de auto, zoals in de afbeelding is aangegeven,
en het kind moet op zijn beurt worden beschermd door de gordel
van het wiegje zelf.
fig. 99A0K0014mfig. 100A0K0129m
De afbeeldingen dienen alleen ter illustratie van
de bevestiging. Houdt u voor de montage van het
kinderzitje aan de instructies. De fabrikant is ver-
plicht deze instructies bij te leveren.
GROEP 1 fig. 100
Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18 kg moeten worden ver-
voerd in een kinderzitje dat naar voren is gekeerd.
Er zijn ook kinderzitjes met Isofix-beugels die ste-
vig aan de stoel kunnen worden bevestigd, zon-
der gebruik te maken van de veiligheidsgordels
van de auto.
143
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
MONTAGEVOORBEREIDING
VOOR “ISOFIX”-KINDERZITJE
De auto is voorbereid op de montage van “Isofix Universeel”-kin-
derzitjes; een nieuw gestandaardiseerd Europees systeem voor het
vervoeren van kinderen.
fig. 103A0K0018m
Er kan ook een mengvorm worden gekozen, een traditioneel kin-
derzitje en een Isofix-kinderzitje. In fig. 103 staat een voorbeeld
van het Isofix Universeel-kinderzitje voor de gewichtsgroep 1.
Voor de andere groepen is er een specifiek Isofix-kinderzitje dat
alleen kan worden gebruikt als het speciaal voor deze auto ont-
worpen, getest en goedgekeurd is (zie de lijst met auto’s die bij
het kinderzitje geleverd wordt).
BELANGRIJK De zitplaats middenachter is voor geen enkel Isofix-
kinderzitje geschikt.
144
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ISOFIX UNIVERSEEL-KINDERZITJE MONTEREN
Het kinderzitje moet aan de daarvoor bestemde onderste meta-
len beugels B-fig. 104, worden bevestigd. Deze bevinden zich in
de rugleuning van de achterbank (de beugels zijn bereikbaar door
de ritssluiting A omhoog te schuiven). Bevestig daarna de boven-
ste gordel (bij het kinderzitje geleverd) aan de bevestigingspunten
C-fig. 105 op de achterkant van de rugleuning.
Er kan ook een mengvorm worden gekozen, een traditioneel kin-
derzitje en een “Isofix Universeel”-kinderzitje. Bedenk dat bij Isofix
Universeel-kinderzitjes, alle zitjes gebruikt kunnen worden die goed-
gekeurd zijn volgens de ECE R44/03-richtlijn “Isofix Universeel”.
In het Alfa Romeo Lineaccessori-programma zijn een Isofix Univer-
seel “Duo Plus”- en een “G 0/1 S”-kinderzitje beschikbaar. Zie voor
meer informatie over de montage en/of het gebruik van het kin-
derzitje, het “Instructieboekje” dat bij het kinderzitje wordt geleverd.
fig. 104A0K0109mfig. 105A0K0108m
Monteer het kinderzitje alleen als de auto stilstaat.
Het kinderzitje is op de juiste wijze aan de beugels
bevestigd als u het hoort vergrendelen. Houdt u in
ieder geval aan de instructies voor de montage, de de-
montage en de plaatsing. De fabrikant van het kinder-
zitje is verplicht deze instructies bij te leveren.
145
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE ISOFIX-KINDERZITJES
In de volgende tabel worden, conform de Europese wetgeving ECE 16, de mogelijkheden weergegeven van de montage van de Isofix-
kinderzitjes op de zitplaatsen die zijn uitgerust met Isofix-beugels.
IUF: geschikt voor Isofix-kinderzitjes uit de universele klasse (met een derde bevestigingspunt boven), die in de rijrichting bevestigd moeten worden
en goedgekeurd zijn voor het gebruik door die gewichtsgroep.
X: Isofix-plaats niet geschikt voor kinderzitjes in deze gewichtsgroep en/of deze maatklasse.
IL (*): het is mogelijk het Isofix-kinderzitje te monteren door de verstelling van de voorstoel te bedienen.
Gewichtsgroep Richting Maat-klasse Passagierszitplaats
kinderzitje Isofix achter
DraagwiegTegen de rijrichting in F X
Tegen de rijrichting in G X
Groep 0 tot 10 kg Tegen de rijrichting in E IL (*)
Tegen de rijrichting in E IL (*)
Groep 0 tot 13 kg Tegen de rijrichting in D IL (*)
Tegen de rijrichting in C IL (*)
Tegen de rijrichting in D IL (*)
Tegen de rijrichting in C IL (*)
Groep 1 van 9 tot 18 kg In de rijrichting B IUF
In de rijrichting BI IUF
In de rijrichting A IUF
287
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Geprogrammeerd
onderhoudsschema................ 200
Gewichten .......................238-239
Gloeilampen (vervangen) ......... 174
– algemene aanwijzingen ...... 174
– buitenverlichting ................. 177
– interieurverlichting .............. 182
– lamptypen .................175-176
Gordelspanners....................... 135
Grootlicht
– bediening.......................... 75
– gloeilampen vervangen ....... 177
GSI (Gear Shift Indicator) ......... 22
Handbediende airconditioning ... 60
Headbag ................................ 148
Hendels aan het stuur
– hendel links....................... 74
– hendel rechts ..................... 77
Hill Holder (systeem) ............... 110Hoofdsteun ......................... 53-54
– „Anti-Whiplash”-functie ....... 53
Hulpverwarming ...................... 73
Identificatiegegevens
– chassisnummer.................. 226
– identificatieplaatje .............. 225
– motornummer ................... 226
– plaatje met informatie over
de carrosserielak................ 226
Imperiaal/skidrager ................. 107
Inbouwvoorbereiding
autoradio ............................. 122
Instapverlichting ...................... 76
Instrumenten .......................... 4-5
– brandstofmeter .................. 6
– instelbaar multifunctioneel
display ............................. 21
–
koelvloeistoftemperatuurmeter ... 6
– multifunctioneel display ....... 20
– snelheidsmeter .................. 6– toerenteller ....................... 6
Interieur (reinigen).................. 222
Interieuruitrusting.................... 87
Interieurverlichting
– bagageruimteverlichting ...... 84
– dorpelverlichting ................. 84
– plafondverlichting voor ........ 81
– verlichting
dashboardkastje ................. 84
– zonneklepverlichting ........... 83
Isofix Universeel (kinderzitje) .... 143
Kentekenplaatverlichting
– gloeilampen vervangen ....... 181
Kinderen veilig vervoeren .......... 138
– kinderzitjes ....................... 139
– montagevoorbereiding voor
„Isofix”-kinderzitje ............. 143
Kinderveiligheidsslot................. 96
Kinderzitjes (geschiktheid
voor gebruik) ........................ 141
288
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Klimaatbeheersing ................... 59
Klimaatregeling....................... 57
– luchtroosters.................. 57-58
Knop TRIP .............................. 39
Koplampen ............................. 108
– gloeilampen vervangen ....... 177
– koplampen afstellen ........... 108
– koplampverstelling............. 108
Koplampsproeiers
– bediening.......................... 220
– vloeistofniveau
controleren ... 208-209-210-211
Koppeling ............................... 230
Krik ....................................... 163
Lampjes op het
instrumentenpaneel............... 6
Luchtfilter/Pollenfilter/
Dieselfilter ............................ 214
Luchtroosters...................... 57-58
Menu-onderdelen ................... 26
Milieu (bescherming)............... 129
Mistachterlichten
– bediening.......................... 85
– gloeilampen
vervangen ......................... 180
Mistlampen
– bediening.......................... 85
– gloeilampen vervangen ....... 178
Montagevoorbereiding
navigatiesysteem ................... 123
Montagevoorbereiding voor
„Isofix”-kinderzitje ................. 143
Motor
– code ................................ 226
– identificatiecodes ................ 227
– technische gegevens .... 228-229
Motor starten..................151-161
Motorcodes ............................ 227
Motorkap............................... 106
Motorolie
– niveau controleren .............. 208– specificaties ....................... 242
– verbruik ............................ 212
Motorruimte
– niveaus controleren ............ 207
– openen/sluiten motorkap .... 107
– uitspuiten.......................... 221
MSR (systeem)....................... 112
Niveaus controleren ......... 208-211
Noodgevallen..................... 161
Onderhoud en zorg........... 199
– geprogrammeerd
onderhoud ........................ 199
– geprogrammeerd
onderhoudsschema ............. 200
– periodieke controles ............ 206
– zwaar gebruik van de auto ... 206
Opkrikken van de auto ............. 196
290
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
– mechanische sleutel ............ 42
– sleutel met
afstandsbediening.............. 42
Smeermiddelen
(specificaties)................242-243
Sneeuwkettingen .................... 159
Snelheid (maximum)............... 237
Snelheidsmeter ....................... 6
Spiegels ............................ 55-56
Start&Stop-systeem ................. 116
Start-/contactslot.................... 49
– stuurslot ........................... 49
Startblokkering
Alfa Romeo CODE .................. 40
Starten en rijden................ 151
Stekkerdoos ........................... 90
Stuurinrichting ......................... 231
Stuurslot................................ 49
Stuurwiel (verstellen)............... 54
Symbolen .............................. 40Veiligheidsgordels
– gebruik van de
veiligheidsgordels ............... 131
– gordelspanners.................. 135
– onderhoud ........................ 137
– SBR-systeem ..................... 133
– trekkrachtbegrenzers .......... 135
Velgen ................................... 232
– afmetingen ....................... 234
– rim protector ..................... 233
– verklaring van
velgencodering .................. 233
Verlichting dashboardkastje
– gloeilampen vervangen ....... 184
Verlichtingsunits
– achterlichtunits
(gloeilampen vervangen) .... 179
– koplampunits
(gloeilampen vervangen) .... 177
Versnellingsbak
(gebruik van de) ................... 154Technische gegevens......... 225
Toerenteller ............................ 6
Transmissie ............................. 230
Trekken van aanhangers ........... 157
Trekkrachtbegrenzers............... 135
Trip Computer ......................... 36
– gegevens Trip Computer ...... 37
– knop TRIP......................... 39
Uitstoot van CO2.................... 245
Universeel kinderzitje
monteren ............................. 139
VDC (systeem)...................... 110
Veiligheid........................... 131
– „Isofix”-kinderzitje
(montage) ........................ 143
– kinderen veilig vervoeren ..... 138
– kinderveiligheidsslot............ 96
– veiligheidsgordels ............... 131