128
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
fig. 89A0K0115mfig. 90A0K0222m
DOP VAN DE BRANDSTOFTANK
Het tankklepje wordt ontgrendeld als de portieren centraal worden
ontgrendeld en automatisch vergrendeld bij centrale vergrende-
ling van de portieren.
Openen
Druk op klepje A-fig. 89 om het te ontgrendelen en toegang te
krijgen tot de tankdop B. Druk vervolgens dop B in draai de dop
linksom.
De tankdop is voorzien van een koord C dat aan het tankklepje
vastzit om verlies van de dop te voorkomen. Haak de tankdop tij-
dens het tanken aan haakje D.
Noodbediening van het klepje
In geval van nood, trek aan de riem A-fig. 90 op de rechterzijde
van de achterklep om de tankklep te openen.
Trek aan de riem om te ontgrendelen. Druk vervolgens op de klep
om te openen.
Sluiten
Haak dop B los van haakje D en plaats de dop op de zitting. Draai
daarna de dop rechtsom totdat u een of meer klikken hoort. Sluit
vervolgens tankklepje A en controleer of deze goed is vergrendeld.
Door de hermetische afsluiting van de tank kan de druk in de tank
iets verhoogd zijn. Het is daarom normaal als u bij het losdraaien
van de tankdop een sissend geluid hoort.
Kom niet dicht bij de vulopening met open vuur of
een brandende sigaret: brandgevaar. Houd uw
hoofd ook niet dicht bij de vulopening om te voor-
komen dat u schadelijke dampen inademt.