Page 49 of 88

DAU20070
Koelvloeistof
Voor iedere rit moet het koelvloeistofnive-
au worden gecontroleerd. Ook moet de
koelvloeistof worden ververst volgens de
intervalperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU39086
Controleren van het
koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat
bij het controleren van het koelvloeis-
tofniveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maxi-
mumniveau staan.
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
3. Als het koelvloeistofniveau zich op of
onder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, verwijder dan paneel
A. (Zie pagina 6-8).
4. Verwijder de dop van het koelvloeis-
tofreservoir, vul koelvloeistof bij tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau, en breng dan de dop van het
koelvloeistofreservoir weer aan.
WAARSCHUWING! Verwijder alle-
en de dop van het koelvloeistofre-
servoir. Probeer nooit om de radia-
torvuldop te verwijderen als de
motor koud is.
[DWA15161]. LET OP: Als
er geen koelvloeistof aanwezig is,
gebruik dan in plaats daarvan
gedistilleerd water of onthard lei-dingwater. Gebruik geen hard
water of zout water, dit is schade-
lijk voor de motor. Als er in plaats
van koelvloeistof water is gebruikt,
vervang dit dan zo snel mogelijk
door koelvloeistof, anders is het
systeem niet beschermd tegen
vorst en corrosie. Als er water aan
de koelvloeistof is toegevoegd,
laat dan een Yamaha dealer zo
snel mogelijk het antivriesgehalte
van de koelvloeistof controleren
om te voorkomen dat de effectivi-
teit van de koelvloeistof afneemt.
[DCA10472]
1. Dop koelvloeistofreservoir
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-13
6
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:47 Página 49
Page 50 of 88

5. Monteer het paneel.
DAUS1601
Om de koelvloeistof te verversen
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en laat het motorblok indien
nodig afkoelen.
2. Verwijder het stroomlijnpaneel C en
het paneel A. (Zie pagina 6-8).
3. Schuif een opvangbak onder de
motor om de gebruikte koelvloeistof
op te vangen.
4. Verwijder de borgbout voor de radia-
torvuldop, de borging voor de radia-
torvuldop en de radiatorvuldop.
WAARSCHUWING! Probeer nooit
om de radiatorvuldop te verwijde-
ren als de motor warm is.
[DWA10381]
1. Borgbout radiatorvuldop
2. Radiatorvuldop
3. Borging radiatorvuldop
5. Verwijder de aftapplug voor koelvlo-
eistof om het koelsysteem af te tap-
pen.
1. Aftapplug koelvloeistof
6. Verwijder de dop van het koelvloeis-
tofreservoir.
7. Haal de koelvloeistofreservoirslang
los aan reservoirzijde en laat de
koelvloeistof wegstromen uit het
reservoir.
1. Koelvloeistofreservoir
2. Slang koelvloeistofreservoir
8. Nadat de koelvloeistof is uitgestro-
omd moet het koelsysteem grondig
worden gespoeld met schoon kraan-
water.
9. Vervang de onderlegring van de
aftapplug als deze beschadigd is en
zet dan de aftapplug vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor
maximumniveau):
0,29 L (0,31 US qt, 0,26 Imp.qt)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-14
6
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:47 Página 50
Page 51 of 88

10. Sluit de koelvloeistofreservoirslang
aan.
11. Giet de aanbevolen koelvloeistof in
de radiator totdat deze vol is.
12. Breng de radiatorvuldop weer aan.
13. Laat de motor een paar minuten
lopen. Zet de motor af en controleer
het koelvloeistofniveau in de radiator.
Als dit laag staat, vul dan koelvloeis-
tof bij tot aan de rand van de radiator.
14. Monteer de radiatorvuldop, de bor-
ging voor de radiatorvuldop en de
borgbout voor de radiatorvuldop.15. Vul het koelvloeistofreservoir tot het
maximumniveau met koelvloeistof.
16. Installeer de reservoirdop en contro-
leer op lekkage van koelvloeistof.OPMERKING
Als lekkage wordt gevonden, vraag dan
een Yamaha dealer om het koelsysteem te
inspecteren.
17. Breng het stroomlijnpaneel en het
framepaneel aan.
DAU40371
Luchtfilterelement
Het luchtfilterelement moet worden gerei-
nigd of vervangen volgens de intervalpe-
rioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema. Vraag een Yama-
ha dealer het luchtfilterelement te reinigen
of te vervangen.
Aanhaalmoment:
Aftapplug koelvloeistof:
Aanbevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol
antivries met corrosieremmers
voor aluminium motoren
Mengverhouding antivries/water:
1:1
Hoeveelheid koelvloeistof:
Inhoud radiator (inclusief alle
leidingen):
0,70 L (0,74 US qt, 0,62 Imp.qt)
Inhoud koelvloeistofreservoir:
0,29 L (0,31 US qt, 0,26 Imp.qt)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-15
6
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:48 Página 51
Page 52 of 88

DAU21280
Afstellen van de carburateur
De carburateur vormt een belangrijk
onderdeel van de motor en moet zeer pre-
cies worden afgesteld. Laat daarom de
meeste carburateurafstellingen over aan
een Yamaha dealer die over de benodigde
vakkennis en ervaring beschikt. De afste-
lling die in het volgende hoofdstuk is
beschreven, wordt echter als onderdeel
van het routineonderhoud beschouwd en
kan wel door de eigenaar worden uitgevo-
erd.
DCA10550
De carburateur werd op de Yamaha
fabriek ingesteld en uitgebreid getest.
Als deze afstellingen worden gewijzigd
zonder dat voldoende technische ken-
nis aanwezig is, kan de werking van de
motor achteruitgaan of wordt de motor
beschadigd.
DAU33482
Afstellen van het stationair
toerental
Het stationair toerental moet als volgt
worden gecontroleerd en eventueel afges-
teld volgens de intervalperioden vermeld
in het periodieke smeer- en onderhoudss-
chema.
De motor moet warm zijn om deze afste-
lling te verrichten.
1. Verwijder het paneel B. (Zie pagina
6-8).
2. Controleer het stationair toerental en
stel dit indien nodig volgens de spe-
cificatie af door de stationair stelsch-
roef te verdraaien. Draai de schroef in
de richting (a) om het stationair toe-
rental te verhogen. Draai de schroef
in de richting (b) om het stationair
toerental te verlagen.
1. Stationair stelschroef
OPMERKING
Als het voorgeschreven stationair toeren-
tal niet haalbaar is volgens de hierboven
beschreven werkwijze, vraag dan een
Yamaha dealer de afstelling uit te voeren.
3. Monteer het paneel.
Stationair toerental:
1250–1350 tpm
LET OP
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-16
6
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:48 Página 52
Page 53 of 88

DAU21370
Speling van de gaskabel
afstellen
1. Vrije slag gaskabel
De vrije slag van de gaskabel dient
4,0–6,0 mm (0,16–0,24 in) te bedragen bij
de gasgreep. Controleer de vrije slag van
de gaskabel regelmatig en stel deze
indien nodig als volgt af.
OPMERKING
Het stationair toerental moet correct zijn
afgesteld voordat de gaskabelspeling
wordt gecontroleerd en afgesteld.
1. Draai de borgmoer los.
2. Draai de stelmoer richting (a) voor
meer gaskabelspeling. Draai de stel-
moer richting (b) voor minder gaska-
belspeling.
1. Borgmoer
2. Stelmoer
3. Draai de borgmoer aan.
DAU21562
Banden
Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optima-
le prestatie, levensduur en veilige werking
van uw motorfiets.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke rit
worden gecontroleerd en indien nodig
worden bijgesteld.
DWA10501
Rijden met deze machine met een
onjuiste bandenspanning kan leiden tot
verlies van de controle met mogelijk
ernstig letsel of overlijden tot gevolg.
De bandspanning moet worden
gecontroleerd en afgesteld terwijl
de banden koud zijn (wanneer de
temperatuur van de banden gelijk
is aan de omgevingstemperatuur).
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en
het totale gewicht van rijder, pas-
sagier, bagage en accessoires dat
voor dit model is vastgesteld.
WAARSCHUWING
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-17
6
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:48 Página 53
Page 54 of 88

DWA10511
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
den met een te zwaar belaste machine
kan leiden tot een ongeval.
Inspectie van banden
1. Bandprofieldiepte
2. Wang van band
Voor elke rit moeten de banden worden
gecontroleerd. Als de bandprofieldiepte
op het midden van de band de vermelde
limiet heeft bereikt, de band spijkers of
stukjes glas bevat of wanneer de wang
van de band scheurtjes vertoont, moet de
band onmiddellijk door een Yamaha dea-
ler worden vervangen.
OPMERKING
De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem
altijd de lokale voorschriften in acht.
Bandeninformatie
Deze motorfiets is uitgerust met gietwie-
len en tubeless banden.
DWA10461
Monteer altijd voor- en achterbanden
van hetzelfde merk en type. Verschi-
llende banden kunnen het weggedrag
van de machine veranderen, wat kan
leiden tot een ongeval.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden voor dit model
goedgekeurd door Yamaha Motor Espa-
ña, S.A.
WAARSCHUWING
Minimale bandprofieldiepte (voor
en achter):
1,6 mm (0,06 in)
1
2
ZAUM0054
WAARSCHUWING
Bandenspanning (gemeten op
koude banden):
0–90 kg (0–198 lb):
Voor:
180 kPa (1,80 kgf/cm
2,
26 psi, 1,80 bar)
Achter:
200 kPa (2,00 kgf/cm
2,
29 psi, 2,00 bar)
90–196 kg (198–432 lb):
Voor:
190 kPa (1,90 kgf/cm
2,
28 psi, 1,90 bar)
Achter:
230 kPa (2,30 kgf/cm
2,
33 psi, 2,30 bar)
Maximale belasting*:
196 kg (432 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder,
passagier, bagage en accessoires
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:48 Página 54
Page 55 of 88

DWA10470
Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen. Rij-
den op een machine met versleten
banden is niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijstabiliteit, waardoor
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over
de nodige vakkundige kennis en
ervaring beschikt.
DAU21960
Gietwielen
Let ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking
van uw voertuig.
Controleer de velgen voor iedere rit
op scheurtjes, verbuiging of krom-
trekken. Laat ingeval van schade het
wiel door een Yamaha dealer vervan-
gen. Probeer het wiel nooit zelf te
repareren, hoe klein de reparatie ook
is. Vervang een wiel dat vervormd is
of haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren,
of kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
Rijd niet te snel direct na het verwis-
selen van een band. Het bandop-
pervlak dient eerst te zijn ingereden
voordat het zijn optimale eigens-
chappen verkrijgt.
DAU22020
Vrije slag van koppelingshendel
afstellen
1. Vrije slag van koppelingshendel
2. Borgmoer
3. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel
De vrije slag van de koppelingshendel
dient 10,0–15,0 mm (0,39–0,59 in) te
bedragen, zoals weergegeven. Controleer
de vrije slag van de koppelingshendel
regelmatig en stel indien nodig als volgt
af.
1. Draai de borgmoer bij de koppelings-
hendel los.
2. Draai de stelbout richting (a) voor
meer vrije slag van de koppelings-
hendel. Draai de stelbout richting (b)
voor minder vrije slag van de koppe-
lingshendel.
Voorband:
Maat:
100/80 17 (52H)
Fabrikant/model:
Pirelli / Sport Demon
Continental / Conti-Twist SM
Achterband:
Maat:
130/70 17 (62H)
Fabrikant/model:
Pirelli / Sport Demon
Continental / Conti-Twist SM
WAARSCHUWING
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:48 Página 55
Page 56 of 88

3. Draai de borgmoer aan.
OPMERKING
Als de voorgeschreven vrije slag niet kan
worden gehaald op de hierboven besch-
reven wijze, vraag dan een Yamaha dealer
het inwendig koppelingsmechanisme te
controleren.
DAUT1221
Vrije slag van voorremhendel
controleren
1. Vrije slag voorremhendel
De vrije slag van de remhendel dient
2,0–5,0 mm (0,08–0,20 in) te bedragen,
zoals weergegeven. Controleer de vrije
slag van de remhendel regelmatig en laat
indien nodig een Yamaha dealer het
remsysteem controleren.
DWA10641
Als de vrije slag van de remhendel niet
normaal is, wijst dat op een serieus
defect in het remsysteem. Laat het
remsysteem vóór gebruik van het voer-
tuig nakijken of repareren door een
Yamaha dealer.
DAUM1353
Vrije slag van rempedaal
afstellen
1. Vrije slag rempedaal
De vrije slag van het rempedaal dient
5,0–10,0 mm (0,20–0,39 in) te bedragen,
zoals weergegeven. Controleer de vrije
slag van het rempedaal regelmatig en laat
deze indien nodig door een Yamaha dea-
ler afstellen.
DWAM1030
Als de vrije slag van het rempedaal niet
normaal is, wijst dat op een serieus
defect in het remsysteem. Laat het
remsysteem vóór gebruik van de
motorfiets nakijken of repareren door
een Yamaha dealer.
WAARSCHUWINGWAARSCHUWING
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-20
6
5WX-F819D-D3:5WX-F819D-D3 24/11/08 14:49 Página 56