Page 113 of 210

112
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALGEMENE OPMERKINGEN
Als het lampje gaat branden, verschijnt er
bij bepaalde uitvoeringen ook een bijbe-
horende melding op het instrumentenpa-
neel en/of klinkt een geluidssignaal. Deze
meldingen zijn beknopt en uit voorzorg
en moeten als een aanvulling worden ge-
zien en niet als alternatief voor de infor-
matie in dit instructieboekje. Wij raden u
daarom aan dit instructieboekje goed door
te lezen. Houdt u bij een storing altijd
aan de aanwijzingen die in dit hoofd-
stuk beschreven worden.
BELANGRIJK De storingsmeldingen die
op het display verschijnen, zijn onderver-
deeld in twee categorieën: ernstigesto-
ringen en minder ernstige storingen.
De ernstigestoringen worden langdurig
“cyclisch” herhaald.
De minder ernstigestoringen worden
gedurende een kortere tijd “cyclisch” her-
haald.
U kunt de weergavecyclus van beide ca-
tegorieën onderbreken door op de knop
MENU ESCte drukken. Het lampje (of
het symbool op het display) op het ins-
trumentenpaneel blijft branden totdat de
storing is verholpen.TE LAAG
REMVLOEISTOFNIVEAU
(rood)
AANGETROKKEN
HANDREM (rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Na enke-
le seconden moet het lampje doven.
Te laag remvloeistofniveau
Het lampje gaat branden als het rem-
vloeistofniveau in het reservoir onder het
minimum niveau is gedaald, bijvoorbeeld
door lekkage in het remsysteem.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-
behorende melding op het display.Aangetrokken handrem
Het lampje gaat branden als de handrem
wordt aangetrokken.
Als de auto in beweging is, hoort u bij en-
kele uitvoeringen ook een akoestisch sig-
naal.
BELANGRIJK Als het lampje tijdens het
rijden gaat branden, controleer dan of de
handrem niet is aangetrokken.
x
Als het lampje xtijdens het
rijden gaat branden (op en-
kele uitvoeringen verschijnt ook een
melding op het display), stop dan on-
middellijk en wendt u tot het Fiat Ser-
vicenetwerk.
ATTENTIE!
111-122 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:41 Pagina 112
Page 114 of 210

113
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STORING AIRBAG
(rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Na enke-
le seconden moet het lampje doven.
Als het lampje continu blijft branden, geeft
dit een storing in het airbagsysteem aan.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-
behorende melding op het display.AIRBAG
PASSAGIERSZIJDE/ZIJ-
AIRBAGS
UITGESCHAKELD
(geel)
Het lampje “gaat branden als de fron-
tairbag en sidebag (indien aanwezig) aan
passagierszijde worden uitgeschakeld. Als
u bij ingeschakelde airbags aan passagiers-
zijde de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje “ongeveer 4 se-
conden branden en vervolgens 4 seconden
knipperen. Hierna moet het lampje doven.
¬“
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje
¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden, dan is er
mogelijk een storing in de veilig-
heidssystemen; in dat geval kunnen
de airbags of gordelspanners niet ge-
activeerd worden bij een ongeval of,
in een zeer beperkt aantal gevallen,
niet op de juiste wijze geactiveerd
worden. Voordat u verder rijdt, dient
u contact op te nemen met het Fiat
Servicenetwerk om het systeem direct
te laten controleren.
ATTENTIE!
Een defect lampje ¬wordt
ook weergegeven doordat
het lampje voor de uitgeschakelde
frontairbag aan passagierszijde “lan-
ger dan de normale 4 seconden knip-
pert. Daarnaast worden de airbags
aan passagierszijde (frontairbag en
zij-airbag - indien aanwezig) auto-
matisch uitgeschakeld. In dit geval
kan het lampje ¬geen storingen in
de airbag-/gordelspannersystemen
aangeven. Voordat u verder rijdt,
dient u contact op te nemen met het
Fiat Servicenetwerk om het systeem
direct te laten controleren.
ATTENTIE!
Een defect lampje “wordt
aangegeven door het bran-
den van het lampje ¬. Bovendien
worden de airbags aan passagierszij-
de (frontairbag en zij-airbag - indien
aanwezig) automatisch uitgescha-
keld. Voordat u verder rijdt, dient u
contact op te nemen met het Fiat
Servicenetwerk om het systeem direct
te laten controleren.
ATTENTIE!
111-122 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:41 Pagina 113
Page 115 of 210

114
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
TE HOGE
KOELVLOEISTOFTEMP
ERATUUR (rood)
Als u de contactsleutel in stand
MARdraait, gaat het lampje branden. Na
enkele seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als de motor te
warm is.
Als het lampje gaat branden, moeten de
volgende maatregelen worden genomen:
❒bij normale rij-omstandigheden:
stop de auto, zet de motor uit en con-
troleer of het niveau van de koelvloei-
stof in het reservoir niet onder het
MIN-merkteken staat. Als dit wel het
geval is, wacht dan enkele minuten zo-
dat de motor kan afkoelen, open ver-
volgens langzaam en voorzichtig de dop,
vul koelvloeistof bij en controleer of de
koelvloeistof tussen het MIN- en MAX-
merkteken op het reservoir staat. Con-
troleer ook of er geen vloeistof weg-
lekt. Als bij het starten van de motor
het lampje opnieuw gaat branden,
wendt u dan tot het Fiat Servicenet-
werk.❒Als de auto onder zware bedrijf-
somstandigheden wordt gebruikt
(bijvoorbeeld het trekken van een aan-
hanger bergopwaarts of met volbeladen
auto): verlaag de snelheid en breng, als
het lampje blijft branden, de auto tot
stilstand. Wacht 2 tot 3 minuten met
draaiende motor en geef iets gas voor
een snellere circulatie van de koel-
vloeistof. Zet vervolgens de motor uit.
Controleer het vloeistofniveau zoals
hiervoor beschreven.
BELANGRIJK Bij zware bedrijfsomstan-
digheden is het raadzaam de motor en-
kele minuten te laten draaien met iets in-
getrapt gaspedaal voordat u de motor uit-
zet. Op enkele uitvoeringen verschijnt de
bijbehorende melding op het display.ACCU WORDT NIET
VOLDOENDE
OPGELADEN (rood)
Als u de contactsleutel in stand
MARdraait, gaat het lampje branden. Het
moet doven zodra de motor is aangesla-
gen (als de motor stationair draait, kan het
lampje iets vertraagd doven).
Als het lampje blijft branden, wendt u dan
onmiddellijk tot het Fiat Servicenetwerk.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-
behorende melding op het display.
çw
111-122 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:41 Pagina 114
Page 116 of 210

115
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STORING ABS (geel)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Na enke-
le seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als het systeem
defect of niet beschikbaar is. In dat geval
blijft het remsysteem normaal werken,
maar zonder de mogelijkheden van het
ABS. Rijd voorzichtig verder en wendt u
zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenet-
werk.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-
behorende melding op het display.
STORING IN
EBD (rood)
(geel)
Als bij een draaiende motor tegelijkertijd
de waarschuwingslampjes
xen >gaan
branden, dan is er een storing in het EBD-
systeem of is het systeem niet beschikbaar;
in dat geval kunnen bij hard remmen de
achterwielen vroegtijdig blokkeren waar-
door de auto kan slippen.
Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbij-
zijnde werkplaats van het Fiat Servicenet-
werk om het systeem te laten controleren.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-
behorende melding op het display.
>
x>v
BRANDEN CONTINU:
TE LAGE
MOTOROLIEDRUK (rood)
KNIPPEREN: OLIEKWALITEIT
ONVOLDOENDE
(alleen Multijet-uitvoeringen met DPF - rood)
Als de contactsleutel op MARwordt gezet,
gaat het lampje branden; direct na het aans-
laan van de motor moet het lampje doven.
1. Te lage motoroliedruk
Het lampje brandt continu (voor bepaal-
de uitvoeringen/markten, waar voorzien)
en verschijnt er een bericht op het display
wanneer het systeem detecteert dat de
motoroliedruk te laag is.STORING ESP /
TRACTION PLUS
(geel)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Na enke-
le seconden moet het lampje doven.
Als het lampje niet dooft of tijdens het rij-
den blijft branden en het lampje op de
knop ASR OFF gaat branden, wendt u dan
tot het Fiat Servicenetwerk.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-
behorende melding op het display.
OpmerkingAls het lampje knippert tij-
dens het rijden, dan geeft dit aan dat het
ESP in werking is getreden.
áAls het lampje vtijdens
het rijden gaat branden (op
enkele uitvoeringen verschijnt ook
een melding op het display), zet dan
onmiddellijk de motor uit en wendt
u tot het Fiat Servicenetwerk.
ATTENTIE!
2. Oliekwaliteit onvoldoende
(alleen Multijet-uitvoeringen met
DPF)
Het lampje knippert en er verschijnt (voor
bepaalde uitvoeringen/markten, waar voor-
zien) een bericht op het display. Afhanke-
lijk van de uitvoering kan het lampje op een
van de volgende wijzen knipperen:
– gedurende 1 minuut om de twee uur;
– tot de olie wordt ververst, waarbij het
lampje om de 3 minuten 5 seconden uit
blijft.
Na de eerste melding blijft het lampje na
iedere start knipperen op de eerder be-
schreven wijzen zolang de motorolie niet
is ververst. Er verschijnt een bijbehoren-
de melding op het display (voor bepaalde
uitvoeringen/markten, waar voorzien).
Als dit lampje gaat knipperen betekent dit
niet dat er sprake is van een defect aan het
voertuig, maar wordt de klant gewaar-
schuwd over het feit dat het normale ge-
bruik van het voertuig heeft geleid tot de
noodzaak van olieverversing.
111-122 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:41 Pagina 115
Page 117 of 210

116
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NIET OMGELEGDE
VEILIGHEIDSGORDEL
(rood)
Het lampje op het instrumenten-
paneel gaat continu branden als bij stil-
staande auto de veiligheidsgordel aan be-
stuurderszijde niet goed is omgelegd. Als
de auto rijdt en de veiligheidsgordels voor
zijn niet goed omgelegd, dan gaat het lamp-
je knipperen en klinkt tegelijkertijd een
akoestisch signaal (zoemer).
Het akoestische signaal (zoemer) van het
SBR-systeem (Seat Belt Reminder) kan
permanent worden uitgeschakeld door
het Fiat Servicenetwerk.
Op enkele uitvoeringen kan het systeem
weer worden geactiveerd via het Setup-
menu.NIET GOED
GESLOTEN
PORTIEREN (rood)
Als een of meerdere portieren of
de bagageruimte niet goed gesloten zijn,
gaat het lampje branden (bij bepaalde uit-
voeringen).
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-
behorende melding op het display.
MINIMUM
MOTOROLIEPEIL
(rood)
Als u de contactsleutel in stand
MARdraait, gaat het lampje op
het instrumentenpaneel branden. Na en-
kele seconden moet het lampje doven.
Het lampje op het instrumentenpaneel gaat
branden als het motoroliepeil onder de mi-
nimum vastgestelde waarde is gedaald.
Herstel in dit geval het juiste motoroliepeil
(zie “Niveaus controleren” in het hoofd-
stuk “Onderhoud en zorg”).
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-
behorende melding op het display.
<´
k
Kwaliteitsverlies van de motorolie wordt
versneld door:
– overwegend stadsgebruik van het voer-
tuig, waardoor de frequentie van het re-
generatieproces van het DPF toeneemt
– gebruik van het voertuig voor korte
trajecten, waardoor de motor de bedrijf-
stemperatuur niet kan bereikene
– herhaalde onderbrekingen van het re-
generatieproces, aangegeven door het
branden van het DPF-lampje.
Als het lampje gaat branden,
moet de oude motorolie zo
snel mogelijk, en ieder geval binnen
500 km nadat het lampje is gaan
branden, worden ververst. Als deze in-
formatie niet in acht wordt genomen,
kan dit ernstige schade aan de motor
en het vervallen van de garantie tot
gevolg hebben. Het knipperen van dit
lampje heeft niets te maken heeft
met de hoeveelheid olie in de motor;
wanneer het lampje gaat knipperen
moet u dus absoluut geen olie aan de
motor toevoegen.
ATTENTIE!
111-122 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:41 Pagina 116
Page 118 of 210

117
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STORING
INSPUITSYSTEEM
(Multijet-uitvoeringen)
(geel)
STORING IN
MOTORMANAGEMENT
SYSTEEM EOBD
(benzine-uitvoeringen)
(geel)
Storing in inspuitsysteem
Als u onder normale omstandigheden de
contactsleutel in stand MARdraait, gaat
het lampje branden. Na het starten van de
motor moet het lampje doven.
Als het lampje blijft branden of tijdens het
rijden gaat branden, dan duidt dit op een
storing in het inspuitsysteem. Dit kan tot
gevolg hebben dat de prestaties vermin-
deren, de auto slechter gaat rijden en het
brandstofverbruik toeneemt.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-
behorende melding op het display.
U kunt onder deze omstandigheden door-
rijden zonder te veel van de motor te ei-
sen of met hoge snelheid te rijden. Wendt
u in dit geval zo snel mogelijk tot het Fiat
Servicenetwerk.Storing in
motormanagementsysteem
EOBD
Als u onder normale omstandigheden de
contactsleutel in stand MARdraait, gaat
het lampje branden. Na het starten van de
motor moet het lampje doven.
Het lampje gaat eerst branden om de juis-
te werking ervan aan te geven. Als het
lampje blijft branden of tijdens het rijden
gaat branden:
❒continu branden: duidt op een defect in
het inspuit-/ontstekingssysteem. Dit kan
tot gevolg hebben dat schadelijke uit-
laatgasemissie toeneemt, de prestaties
verminderen, de auto slechter gaat rij-
den en het brandstofverbruik toe-
neemt.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de
betreffende melding op het display.
U kunt onder deze omstandigheden
doorrijden zonder te veel van de mo-
tor te eisen of met hoge snelheid te rij-
den. Als lang met een brandend waar-
schuwingslampje wordt doorgereden,
kunnen beschadigingen ontstaan.
Wendt u zo snel mogelijk tot het Fiat
Servicenetwerk.
Het lampje dooft als de storing ver-
dwijnt; de storing wordt echter wel
door het systeem in het geheugen op-
geslagen.❒knipperend: duidt op een mogelijke be-
schadiging van de katalysator (zie
“EOBD-systeem” in het hoofdstuk
“Dashboard en bediening”).
Als het lampje knippert, moet het gas-
pedaal worden losgelaten zodat de mo-
tor met lage toerentallen draait en het
lampje niet meer knippert; u kunt met
matige snelheid doorrijden waarbij rij-
omstandigheden moeten worden ver-
meden die kunnen leiden tot het op-
nieuw gaan knipperen van het lampje.
Wendt u zo snel mogelijk tot het Fiat
Servicenetwerk.
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje Ugaat niet branden
of het gaat branden of knip-
peren tijdens het rijden (er verschijnt bij
bepaalde uitvoeringen ook een melding
op het display), wendt u dan zo snel
mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk. De
werking van het lampje Ukan worden
gecontroleerd met behulp van specia-
le apparatuur van de verkeerspolitie.
Houdt u aan de wetgeving van het land
waarin u rijdt.
U
111-122 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:41 Pagina 117
Page 119 of 210

118
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
DPF (ROETFILTER)
WORDT GEREINIGD
(alleen Multijet-uitvoeringen
met DPF- geel)
Als u het contactslot op MARdraait, gaat
het lampje branden. Het moet echter na
enkele seconden doven. Het lampje
brandt continu om de klant te laten we-
ten dat het DPF-systeem de opgehoopte
schadelijke stoffen (roet) middels het re-
generatieproces moet verwijderen. Het
lampje gaat niet bij elk DPF-regeneratie-
proces branden, maar alleen als de rij-
voorwaarden zodanig zijn dat dit aan de
klant gemeld moet worden. Om het lamp-
je uit te laten gaan moet het voertuig tot
aan het einde van het regeneratieproces
in beweging blijven. Het proces duurt ge-
middeld 15 minuten. De optimale condi-
ties voor beëindiging van het proces wor-
den bereikt door het voertuig met een
snelheid van 60 km/u te laten rijden met
een toerental boven 2000/min. Als dit
lampje gaat branden betekent dit niet dat
er sprake is van een defect aan het voer-
tuig en is het dus ook niet nodig om de au-
to naar de garage te brengen. Als het
lampje gaat branden, wordt er tevens een
melding op het display weergegeven (voor
bepaalde uitvoeringen/markten, indien van
toepassing).RESERVEBRANDSTOF
(geel)
Als u de contactsleutel in stand
MARdraait, gaat het lampje branden. Na
enkele seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als er nog 6 tot
7 liter brandstof aanwezig is.
BELANGRIJK Als het lampje knippert, dan
is er een storing in het systeem. Wendt
u in dit geval tot het Fiat Servicenetwerk
om het systeem te laten controleren.VOORGLOEI-
INSTALLATIE
(Multijet-uitvoeringen
(geel)
STORING VOORGLOEI-
INSTALLATIE
(Multijet-uitvoeringen)
(geel)
Voorgloeibougies
Als u de contactsleutel in stand MARdraait,
gaat het lampje branden. Het lampje dooft
als de voorgloeibougies de vooraf ingestel-
de temperatuur hebben bereikt. Start de
motor, zodra het lampje gedoofd is.
BELANGRIJK Bij een hoge buitentempe-
ratuur kan het lampje zeer kort branden.
Storing in voorgloei-installatie
Het lampje gaat knipperen als er een sto-
ring is in de voorgloei-installatie. Wendt u
zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenet-
werk.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-
behorende melding op het display.
h
ç
mDe snelheid moet altijd worden
afgestemd op de verkeerssitu-
atie en de weersomstandigheden en de
toepasselijke verkeersregels. De motor
kan worden afgezet terwijl het DPF-lamp-
je brandt, maar herhaalde onderbrekin-
gen van het regeneratieproces kunnen
voortijdig kwaliteitsverlies van de motor-
olie tot gevolg hebben. Daarom verdient
het altijd aanbeveling te wachten tot het
lampje uit is gegaan voordat u de motor
afzet, rekening houdend met hetgeen
hierboven is beschreven. Het verdient
geen aanbeveling de DPF-generatie te
voltooien terwijl het voertuig stilstaat.
ATTENTIE!
111-122 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:41 Pagina 118
Page 120 of 210

119
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
WATER IN
BRANDSTOFFILTER
AANWEZIG
(Multijet-uitvoeringen)
(geel)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Na enke-
le seconden moet het lampje doven.
Het lampje cgaat branden als er water
in het dieselfilter zit.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-
behorende melding op het display.STORING IN
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING -
FIAT CODE (geel)
STORING DIEFSTALALARM
(geel) (indien aanwezig)
INBRAAKPOGING
(geel)
Storing elektronische
startblokkering Fiat CODE.
Als het lampje, met de contactsleutel in
stand MAR, constant gaat branden, dan
duidt dit op een mogelijke storing (zie
“Fiat CODE” in het hoofdstuk “Dash-
board en bediening”).
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-
behorende melding op het display.
BELANGRIJK Als de lampjes Uen Yte-
gelijk branden, dan is er een storing in de
Fiat CODE.
Als bij een draaiende motor het lampje Y
knippert, dan wordt de auto niet beveiligd
door het systeem (zie de paragraaf “Fiat
Code” in het hoofdstuk “Dashboard en
bediening”).
Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk om
alle sleutels in het geheugen te laten op-
slaan. Water in het brandstofsys-
teem kan het inspuitsysteem
ernstig beschadigen en de mo-
tor kan onregelmatig gaan
draaien. Als het lampje cgaat branden
(bij bepaalde uitvoeringen verschijnt
ook een melding op het display), wendt
u dan zo snel mogelijk tot het Fiat Ser-
vicenetwerk om de condens te laten af-
tappen. Als het lampje direct na het
tanken gaat branden, bestaat de mo-
gelijkheid dat er tijdens het tanken wa-
ter in de brandstoftank is gekomen: zet
in dat geval onmiddellijk de motor uit
en wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
cY
Storing diefstalalarm
Als het lampje (of het symbool op het dis-
play) gaat branden, dan is er een storing in
het diefstalalarm. Op enkele uitvoeringen
verschijnt de bijbehorende melding op het
display.
Wendt u zo snel mogelijk tot het Fiat Ser-
vicenetwerk.
Inbraakpoging
Als het lampje snel knippert of als het sym-
bool op het display gaat branden, dan is er
een inbraakpoging gesignaleerd. Op enke-
le uitvoeringen verschijnt de bijbehoren-
de melding op het display.
Wendt u zo snel mogelijk tot het Fiat Ser-
vicenetwerk.
111-122 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:41 Pagina 119