Page 89 of 210

BELANGRIJK Iedere gordel dient slechts
ter bescherming van een enkel persoon:
gebruik de gordel niet voor een kind dat
bij een volwassene op schoot zit, waarbij
de gordel beiden zou moeten beschermen
fig. 6. Er mag geen enkel voorwerp tus-
sen de gordel en het lichaam van de inzit-
tende worden geplaatst.
fig. 6F0T0005m
Als de gordel aan een zware
belasting wordt blootgesteld
(bijvoorbeeld tijdens een ongeval),
dan moet de gordel samen met de
verankeringen, bevestigingspunten en
de eventueel gemonteerde gordel-
spanners worden vervangen. Ook als
de schade niet zichtbaar is, dan kan
de gordel toch verzwakt zijn.
ATTENTIE!
HOE U DE
VEILIGHEIDSGORDELS
IN OPTIMALE STAAT HOUDT
Voor het juiste onderhoud van de veilig-
heidsgordels moeten de volgende aanwij-
zingen zorgvuldig worden opgevolgd:
❒zorg dat de gordel goed uitgetrokken
en niet gedraaid is; controleer ook of
de oprolautomaat zonder haperingen
werkt;
❒vervang de gordels na een ongeval, ook
al zijn ze ogenschijnlijk niet beschadigd.
Vervang de gordels ook als de gordel-
spanners in werking zijn geweest;
❒u kunt de gordels met de hand wassen
met water en een neutrale zeep. Spoel
ze uit en laat ze in de schaduw drogen.
Gebruik geen bijtende, blekende of
kleurende middelen. Vermijd het ge-
bruik van alle chemische producten die
het weefsel van de gordel kunnen aan-
tasten;
❒voorkom dat vocht in de oprolauto-
maat komt: de werking van de oprol-
automaten is alleen gegarandeerd, als
ze niet nat zijn geweest;
❒vervang de gordels bij tekenen van slij-
tage of beschadigingen.
Voor maximale veiligheid
moet u de rugleuning rechtop
zetten, tegen de leuning aan gaan zit-
ten en de gordel goed laten aansluiten
op borst en bekken. Draag altijd vei-
ligheidsgordels zowel voor als achter in
de auto! Rijden zonder veiligheidsgor-
dels vergroot het risico op ernstig let-
sel of dodelijke afloop bij een ongeval.
Het is streng verboden onderdelen
van de veiligheidsgordels of gordel-
spanners te demonteren of open te
maken. Werkzaamheden aan de vei-
ligheidsgordels en gordelspanners
moeten worden uitgevoerd door ge-
kwalificeerd personeel. Wendt u al-
tijd tot het Fiat Servicenetwerk.
ATTENTIE!
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
ALFABETISCH
REGISTER
TECHNISCHE
GEGEVENS
ONDERHOUD
EN ZORG
NOODGEVALLEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STARTEN EN
RIJDEN
88
VEILIGHEID
083-100 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:40 Pagina 88
Page 90 of 210

KINDEREN VEILIG
VERVOEREN
Voor optimale bescherming bij een onge-
val moeten alle inzittenden zittend reizen
en beschermd worden door goedgekeur-
de veiligheidssystemen.
Dit geldt met name voor kinderen.
Dit is een wettelijk voorschrift volgens
richtlijn 2003/20/EU in alle lidstaten van de
Europese Unie.
Het hoofd van kleine kinderen is in ver-
houding met de rest van het lichaam gro-
ter en zwaarder dan dat van volwassenen,
terwijl spieren en botstructuur nog niet
volledig zijn ontwikkeld. Daarom moeten
kleine kinderen door andere systemen be-
schermd worden dan door de veiligheids-
gordels.De resultaten van onderzoek naar de op-
timale bescherming van kleine kinderen
zijn verwerkt in de Europese ECE/R44-
voorschriften die wettelijk verplicht zijn.
De systemen zijn onderverdeeld in vijf
groepen:
Groep 0 gewicht tot aan 10 kg
Groep 0+ gewicht tot aan 13 kg
Groep 1 gewicht: 9-18 kg
Groep 2 gewicht: 15-25 kg
Groep 3 gewicht: 22-36 kg
Zoals u ziet is er een gedeeltelijke over-
lapping tussen de groepen; daarom zijn er
in de handel systemen verkrijgbaar die ge-
schikt zijn voor verschillende gewichts-
groepen.Alle systemen moeten zijn voorzien van
de typegoedkeuring en van een goed vast-
gehecht plaatje met het controlemerk, dat
absoluut niet mag worden verwijderd.
Kinderen met een lengte van meer dan
1,50 m worden, met betrekking tot de vei-
ligheidssystemen, gelijkgesteld met vol-
wassenen en moeten dan ook normaal de
veiligheidsgordels omleggen.
In het Fiat Lineaccessori-programma zijn
kinderzitjes opgenomen voor elke ge-
wichtsgroep. Deze zijn speciaal ontwor-
pen en ontwikkeld voor de Fiat-modellen.DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
ALFABETISCH
REGISTER
TECHNISCHE
GEGEVENS
ONDERHOUD
EN ZORG
NOODGEVALLEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STARTEN EN
RIJDEN
89
VEILIGHEID
083-100 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:40 Pagina 89
Page 91 of 210

ZEER GEVAARLIJK: Monteer
absoluut geen kinderzitje ach-
terstevoren op de passagiers-
stoel voor als de frontairbag
aan passagierszijde is inge-
schakeld. Als bij een ongeval de airbag
in werking treedt (opblaast), kan dit
ernstig letsel en zelfs de dood tot ge-
volg hebben. Wij raden u aan kinderen
altijd op de zitplaatsen achter te ver-
voeren, omdat die plaatsen bij een on-
geval de meeste bescherming bieden.
Kinderzitjes moeten dus niet op de zit-
plaats voor gemonteerd worden bij au-
to’s die zijn uitgerust met een airbag
aan passagierszijde. Als bij een ongeval
de airbag in werking treedt (opblaast),
kan dit ernstig letsel en zelfs de dood
tot gevolg hebben, onafhankelijk van
de zwaarte van het ongeluk. Als er geen
andere mogelijkheid is, kunnen kinde-
ren op de passagiersstoel voor worden
vervoerd bij auto’s die zijn uitgerust
met een uitschakelbare frontairbag
aan passagierszijde. In dit geval moet
u er absoluut zeker van zijn dat de air-
bag is uitgeschakeld door te controle-
ren of het waarschuwingslampje
“op
het instrumentenpaneel brandt (zie
“Frontairbag aan passagierszijde” in
het hoofdstuk “Frontairbags”). Boven-
dien moet de stoel zo ver mogelijk naar
achteren zijn geschoven om te voor-
komen dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard.
ATTENTIE!
GROEP 0 en 0+
Kinderen tot 13 kg moeten in babyzitjes
worden vervoerd die achterstevoren zijn
geplaatst, waardoor het achterhoofd
wordt gesteund en bij plotseling remmen
de nek niet wordt belast.
Het wiegje moet op zijn plaats worden ge-
houden door de veiligheidsgordel, zoals in
fig. 7is aangegeven, en het kind moet op
zijn beurt worden beschermd door de
gordel van het wiegje zelf.GROEP 1
Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18
kg moeten worden vervoerd in kinder-
zitjes met een kussen die naar voren zijn
gekeerd, waarbij de veiligheidsgordel van
de auto zowel het kinderzitje als het kind
op zijn plaats moet houden fig. 8.
fig. 7F0T0006mfig. 8F0T0007m
De afbeeldingen dienen al-
leen ter illustratie van de be-
vestiging. Houdt u voor de montage
van het kinderzitje aan de instructies.
De fabrikant is verplicht deze in-
structies bij te leveren.
ATTENTIE!
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
ALFABETISCH
REGISTER
TECHNISCHE
GEGEVENS
ONDERHOUD
EN ZORG
NOODGEVALLEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STARTEN EN
RIJDEN
90
VEILIGHEID
083-100 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:40 Pagina 90
Page 92 of 210

GROEP 2
Kinderen met een gewicht tussen 15 en
25 kg kunnen direct door de veiligheids-
gordels van de auto worden beschermd
fig. 9.
Kinderen moeten zo in de kinderzitjes
worden geplaatst, dat het diagonale gor-
delgedeelte schuin over de borst en niet
langs de nek ligt. Het horizontale gordel-
gedeelte moet over het bekken en niet
over de buik van het kind liggen.GROEP 3
Bij kinderen met een gewicht tussen 22 en
36 kg is de borstomvang van dien aard dat
de kinderen gewoon tegen de rugleuning
kunnen steunen en niet meer in een kin-
derzitje hoeven te worden vervoerd.
In fig. 10wordt een voorbeeld gegeven
van de juiste positie van het kind op de
achterbank. Kinderen die langer zijn dan
1,50 m kunnen, net volwasse-
nen, de veiligheidsgordels om-
leggen.
fig. 9F0T0008mfig. 10F0T0009m
De afbeeldingen dienen al-
leen ter illustratie van de be-
vestiging. Houdt u voor de montage
van het kinderzitje aan de instructies.
De fabrikant is verplicht deze in-
structies bij te leveren.
ATTENTIE!
Er bestaan kinderzitjes die
geschikt zijn voor de ge-
wichtsgroepen 0 en 1 die uitgerust
zijn met een bevestigingspunt achter.
Deze kinderzitjes hebben zelf gordels
om het kind te beschermen. Vanwege
het gewicht kan het gevaarlijk zijn als
ze verkeerd worden gemonteerd (bij-
voorbeeld als een kussen tussen het
kinderzitje en de veiligheidsgordels
van de auto wordt geplaatst). Houdt
u voor de montage strikt aan de bij-
geleverde instructies.
ATTENTIE!
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
ALFABETISCH
REGISTER
TECHNISCHE
GEGEVENS
ONDERHOUD
EN ZORG
NOODGEVALLEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STARTEN EN
RIJDEN
91
VEILIGHEID
083-100 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:40 Pagina 91
Page 93 of 210
92
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE KINDERZITJES
De auto voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de montage van kinderzitjes op de verschillende plaatsen in
de auto. Zie de volgende tabel:
Groep Gewicht Passagierszitplaats voor Passagierszitplaats achter
Groep 0, 0+ tot 13 kg U U
Groep 1 9-18 kg U U
Groep 2 15-25 kg U U
Groep 3 22-36 kg U U
Legenda:
U = geschikt voor “Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-voorschriften voor de aangegeven “groepen”.
083-100 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:40 Pagina 92
Page 94 of 210

93
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
Hieronder zijn de richtlijnen voor
een veilig vervoer van kinderen aan-
gegeven:
❒monteer kinderzitjes altijd op de zit-
plaatsen achter, omdat die plaatsen bij
een ongeval de meeste bescherming
bieden;
❒als de frontairbag aan passagierszijde
buiten werking wordt gesteld, moet al-
tijd gecontroleerd worden of de airbag
daadwerkelijk is uitgeschakeld: het be-
treffende lampje
“op het instrumen-
tenpaneel moet continu branden;
❒houdt u bij de montage van het kinder-
zitje strikt aan de instructies. De fabri-
kant is verplicht deze instructies bij te
leveren. Bewaar de instructies samen
met het instructieboekje in de auto.
Monteer geen gebruikte kinderzitjes
waarvan de gebruiksaanwijzingen ont-
breken;❒controleer of de gordels goed zijn
vastgemaakt door aan de gordelband
te;
❒ieder veiligheidssysteem is bedoeld voor
slechts een kind: vervoer nooit twee
kinderen in een systeem;
❒controleer altijd of de gordel niet langs
de nek van het kind loopt;
❒zorg er tijdens de rit voor dat het kind
geen afwijkende houding aanneemt of
de gordels losmaakt;
❒vervoer kinderen nooit in uw armen,
ook geen pasgeboren kinderen. Nie-
mand is sterk genoeg om ze bij een on-
geval vast te houden;
❒na een ongeval moet het zitje door een
nieuw exemplaar worden vervangen.
Monteer geen kinderzitje op
de voorstoel, als de auto is uit-
gerust met een airbag aan de passa-
gierszijde, omdat dan kinderen nooit op
de voorstoel vervoerd mogen worden.
ATTENTIE!
INBOUWVOORBEREIDING
VOOR “ISOFIX”-
KINDERZITJES
(indien aanwezig)
Enkele uitvoeringen zijn voorbereid op de
montage van Isofix Universeel-kinderzitjes;
een nieuw gestandaardiseerd Europees sys-
teem voor het vervoeren van kinderen.
Er kan ook een mengvorm worden geko-
zen, een traditioneel kinderzitje en een
Isofix-kinderzitje.
In fig. 11is een voorbeeld gegeven van een
kinderzitje. Het Isofix Universeel-kinder-
zitje is er voor drie gewichtsgroepen: 1.
Voor de andere groepen is er een speci-
fiek Isofix-kinderzitje dat alleen kan wor-
den gebruikt als het speciaal voor deze au-
to is ontworpen, getest en goedgekeurd
(zie de lijst met auto’s die bij het kinder-
zitje geleverd wordt).
083-100 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:40 Pagina 93
Page 95 of 210

fig. 13
BBF0T0284mfig. 12F0T0145m
fig. 11F0T0010m
Monteer het kinderzitje al-
leen als de auto stilstaat. Het
kinderzitje is op de juiste wijze aan de
beugels bevestigd als u het hoort ver-
grendelen. Houdt u in ieder geval aan
de instructies voor de montage, de de-
montage en de plaatsing. De fabri-
kant van het kinderzitje is verplicht
deze instructies bij te leveren.
ATTENTIE!Bedenk dat bij Isofix Universeel-kinderzit-
jes, alle zitjes gebruikt kunnen worden die
goedgekeurd zijn volgens de ECE R44/03-
richtlijn “Isofix Universeel”.
In het Fiat Lineaccessori-programma is een
“Duo Plus” Isofix Universeel-kinderzitje
beschikbaar.
Zie voor meer informatie over de mon-
tage en/of het gebruik van het kinderzit-
je, het “Instructieboekje” dat bij het kin-
derzitje wordt geleverd.
Vanwege het verschillende bevestigings-
systeem, moet het kinderzitje aan de daar-
voor bestemde onderste metalen beugels
A-fig. 12worden bevestigd. Deze bevin-
den zich tussen de rugleuning en zitting
van de achterbank. Verwijder daarna de
hoedenplank en bevestig de bovenste riem
(bij het kinderzitje geleverd) aan het oog
B-fig. 13(een per zijde) op de achterzij-
de van de rugleuning van de achterbank.
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
ALFABETISCH
REGISTER
TECHNISCHE
GEGEVENS
ONDERHOUD
EN ZORG
NOODGEVALLEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STARTEN EN
RIJDEN
94
VEILIGHEID
083-100 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:40 Pagina 94
Page 96 of 210

GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE ISOFIX UNIVERSEEL
KINDERZITJES
In de volgende tabel worden, conform de Europese wetgeving ECE 16, de mogelijkheden weergegeven van de montage van de Iso-
fix Universeel-kinderzitjes op de stoelen die zijn uitgerust met Isofix-beugels.
GewichtsgroepOpstelling Klasse- Plaats Isofix
kinderzitje indeling Isofix achter aan de zijkant
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep I vanaf 9 kg
tot 18 kg
IUF: geschikt voor Isofix-kinderzitjes uit de universele klasse (met een derde bevestigingspunt boven) die in de rijrichting bevestigd
moeten worden en goedgekeurd zijn voor het gebruik door die gewichtsgroep.
IL: geschikt voor Isofix-kinderzitjes, die speciaal ontworpen en goedgekeurd zijn voor dit type auto. Het kinderzitje kan gemon-
teerd worden door de voorstoel naar voren te schuiven.
(*) Het Isofix-kinderzitje kan gemonteerd worden door de voorstoel in de hoogste stand te zetten.E
E
D
C
D
C
B
B1
AIL
IL
IL
IL (*)
IL
IL (*)
IUF
IUF
IUF Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
In de rijrichting
In de rijrichting
In de rijrichting
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
ALFABETISCH
REGISTER
TECHNISCHE
GEGEVENS
ONDERHOUD
EN ZORG
NOODGEVALLEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STARTEN EN
RIJDEN
95
VEILIGHEID
083-100 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:40 Pagina 95