Page 145 of 258

144VEILIGHEID
ISOFIX-KINDERZITJE MONTEREN
Maak het kinderzitje vast aan de daarvoor bestemde onderste me-
talen beugels A-fig. 13, tussen rugleuning en zitting, en:
❍bij de passagiersstoel voor: maak de bovenste gordel (bij het
kinderzitje geleverd) vast aan het bevestigingspunt B-fig. 14
aan de onderkant, nabij de schuifrail van de voorstoel;
❍bij de achterbank: maak de bovenste gordel (bij het kinderzitje
geleverd) vast aan de bevestigingspunten C-fig. 14 aan de ach-
terzijde van de rugleuning.
Er kan ook een mengvorm worden gekozen, een traditioneel kin-
derzitje en een „Isofix Universeel”-kinderzitje. Bedenk dat bij Iso-
fix Universeel-kinderzitjes, alle zitjes gebruikt kunnen worden die
goedgekeurd zijn volgens de ECE R44/03-richtlijn „Isofix Univer-
seel”. In het Alfa Romeo Lineaccessori-programma is een „Isofix
Universeel” „Duo Plus”-kinderzitje beschikbaar. Zie voor meer in-
formatie over de montage en/of het gebruik van het kinderzitje,
het „Instructieboekje” dat bij het kinderzitje wordt geleverd.
fig. 13A0J0092mfig. 14A0J0310m
Monteer het kinderzitje alleen als de auto stilstaat.
Het kinderzitje is op de juiste wijze aan de beugels
bevestigd als u het hoort vergrendelen. Houdt u in
ieder geval aan de instructies voor de montage, de de-
montage en de plaatsing. De fabrikant van het kinder-
zitje is verplicht deze instructies bij te leveren.
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:12 Pagina 144
Page 146 of 258

VEILIGHEID145
2
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE ISOFIX-KINDERZITJES
In de volgende tabel worden, conform de Europese wetgeving ECE 16, de mogelijkheden weergegeven van de montage van de Isofix-
kinderzitjes op de zitplaatsen die zijn uitgerust met Isofix-beugels.
Gewichtsgroep Richting Maat- Passagier Passagier achter
kinderzitje klasse Isofix voor zijkant links zijkant rechts
DraagwiegTegen de rijrichting in F X X X
Tegen de rijrichting in G X X X
Groep 0 tot 10 kg Tegen de rijrichting in E IL X X
Tegen de rijrichting in E IL X X
Groep 0 tot 13 kg Tegen de rijrichting in D IL X X
Tegen de rijrichting in C X X X
Tegen de rijrichting in D IL X X
Tegen de rijrichting in C X X X
Groep 1 van 9 tot 18 kg In de rijrichting B IUF IUF IUF
In de rijrichting BI IUF IUF IUF
In de rijrichting A IUF X X
IUF geschikt voor Isofix-kinderzitjes uit de universele klasse (met een derde bevestigingspunt boven), die in de rijrichting bevestigd moeten worden en
goedgekeurd zijn voor het gebruik door die gewichtsgroep.
IL: geschikt voor Isofix-kinderzitjes die speciaal ontworpen en goedgekeurd zijn voor dit type auto. Het kinderzitje kan gemonteerd worden door de
voorstoel naar voren te schuiven.
X: Isofix-plaats niet geschikt voor kinderzitjes in deze gewichtsgroep en/of deze maatklasse
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:12 Pagina 145
Page 147 of 258

146VEILIGHEID
FRONTAIRBAGS
De auto is uitgerust met meertraps-frontairbags („Smartbags”) aan
bestuurders- en passagierszijde en een knie-airbag aan bestuur-
derszijde.
„SMARTBAGS”
(MEERTRAPS-FRONTAIRBAGS)
De frontairbags (bestuurder en passagier) en de knie-airbag aan
bestuurderszijde beschermen de inzittenden voor bij middelzware
en zware frontale botsingen, door het opblazen van een luchtkussen
tussen de inzittende en het stuurwiel of het dashboard.
De airbags zijn geen vervanging voor de veiligheidsgordels, maar
een aanvulling. Draag dus altijd veiligheidsgordels. Bij een onge-
val kan een inzittende die geen veiligheidsgordel heeft omgelegd,
in contact komen met een airbag die nog niet volledig opgebla-
zen is. Hierdoor wordt de inzittende minder door de airbag be-
schermd.
Het is mogelijk dat de frontairbags in de volgende gevallen niet
worden geactiveerd:
❍bij frontale botsingen, met een ander deel van de auto dan het
front, tegen makkelijk vervormbare objecten (bijv. als het voor-
spatbord tegen de vangrail komt);
❍als de auto onder andere auto’s of veiligheidsvoorzieningen
schuift (bijvoorbeeld onder vrachtwagens of de vangrail);
omdat geen enkele aanvullende bescherming wordt geboden op
de veiligheidsgordels. Als de airbags in deze gevallen niet geacti-
veerd worden, betekent dit niet dat het systeem niet goed func-
tioneert.
FRONTAIRBAG AAN BESTUURDERSZIJDE
fig. 15
Deze is in een daarvoor bestemde ruimte in het midden van het
stuurwiel is geplaatst.
Plaats geen stickers of andere objecten op het
stuurwiel, op het deksel van de airbag aan pas-
sagierszijde of op de zijkant van de hemelbekle-
ding. Plaats geen voorwerpen op het dashboard aan pas-
sagierszijde, omdat deze het correct openen van de airbag
aan passagierszijde kunnen hinderen en de inzittenden
ernstig kunnen verwonden.
fig. 15A0J0047m
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:12 Pagina 146
Page 148 of 258

VEILIGHEID147
2
FRONTAIRBAG AAN PASSAGIERSZIJDE
fig. 16
Deze is in een daarvoor bestemde ruimte in het dashboard geplaatst.
Rijd altijd met beide handen op de stuurwielrand,
zodat bij het in werking treden van de airbag, het
systeem niet wordt gehinderd door obstakels. Rijd
niet met voorover gebogen lichaam, maar ga goed recht-
op zitten en steun tegen de rugleuning.
fig. 16A0J0050m
Monteer absoluut geen kinderzitje achterstevoren
op de passagiersstoel voor als de airbag aan pas-
sagierszijde is ingeschakeld. Als bij een ongeval de
airbag in werking treedt (opblaast), kan dit ern-
stig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben, on-
geacht de zwaarte van het ongeluk. Als er geen andere
mogelijkheid is, moet altijd de airbag aan passagierszij-
de uitgeschakeld worden als het kinderzitje op de passa-
giersstoel voor wordt geplaatst. Bovendien moet de pas-
sagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren zijn geschoven
om te voorkomen dat het kinderzitje eventueel in aan-
raking komt met het dashboard. Ook als het niet wette-
lijk verplicht is, raden wij u aan, voor een optimale be-
scherming van de volwassenen, de airbag onmiddellijk
weer in te schakelen zodra er geen kinderen meer ver-
voerd worden.
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:12 Pagina 147
Page 149 of 258
148VEILIGHEID
KNIE-AIRBAG AAN BESTUURDERSZIJDE fig. 17
Deze is in een daarvoor bestemde ruimte onder het stuurwiel ge-
plaatst. Deze airbag biedt een extra bescherming bij een frontale
aanrijding.
fig. 17A0J0056m
Zie voor het uitschakelen van de airbags de pa-
ragraaf „Menu-onderdelen” in hoofdstuk „1”.
Frontairbag aan passagierszijde en zij-airbag
(sidebag) uitschakelen
Als u een kind op de voorstoel moet vervoeren, schakel dan de
frontairbag aan passagierszijde en de zij-airbags (sidebags) uit. Bij
uitgeschakelde airbags gaat op het instrumentenpaneel het lamp-
je
“branden.
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:12 Pagina 148
Page 150 of 258

VEILIGHEID149
2
ZIJ-AIRBAGS
(SIDEBAGS – HEADBAGS)
De auto is uitgerust met zij-airbags voor (sidebags voor) aan be-
stuurders- en aan passagierszijde voor bescherming van borst-bek-
ken en headbags voor en achter (windowbags).
ZIJ-AIRBAGS (SIDEBAGS) fig. 18
Ze bestaan uit twee verschillende kussens die in de rugleuning van
de voorstoelen zijn geplaatst. Ze hebben tot doel de borstkas en
het bekken van de inzittenden te beschermen bij middelzware en
zware zijdelingse aanrijdingen.
ZIJ-AIRBAGS VOOR BESCHERMING VAN HET
HOOFD (WINDOWBAGS) fig. 19
De headbag is een „gordijn”-systeem, dat zich aan de zijkant in
de hemelbekleding bevindt en dat is afgedekt met een afwerklijst.
De headbags bieden bescherming aan het hoofd van de inzitten-
den voor en achter tijdens een zijdelingse aanrijding.
Bij lichte zijdelingse aanrijdingen (waarbij de werking van de vei-
ligheidsgordel voldoende is) worden de airbags niet geactiveerd.
De veiligheidsgordels moeten daarom altijd worden gedragen.
De inzittende wordt bij een zijdelingse botsing optimaal door het
systeem beschermd als hij/zij in de juiste positie in de stoel zit.
Hierdoor kan de headbag op de juiste wijze worden opgeblazen.
fig. 18A0J0103mfig. 19A0J0051m
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:12 Pagina 149
Page 151 of 258

150VEILIGHEID
Als de airbag in werking treedt, ontsnapt er een kleine hoeveelheid
poederachtige stof: deze stof is niet schadelijk en duidt niet op
brand. Dit poeder kan de huid en de ogen irriteren: als u hiermee
in aanraking bent gekomen, moet u zich met neutrale zeep en wa-
ter wassen.
Alle controlewerkzaamheden, reparaties en vervanging van het air-
bagsysteem moeten door het Alfa Servicenetwerk worden uitgevoerd.
Aan het einde van de lange levensduur van uw auto, moet u con-
tact opnemen met het Alfa Romeo Servicenetwerk om het air-
bagsysteem buiten werking te laten stellen.
Het in werking treden van de gordelspanners en de airbags wordt
door de elektronische regeleenheid bepaald, afhankelijk van het
type ongeval. Als een van deze onderdelen niet in werking treedt,
dan duidt dat niet op een storing in het systeem.Haak geen harde voorwerpen aan de kleding-
haakjes en aan de steunhandgrepen.
Steun niet met het hoofd, de armen of de ellebo-
gen tegen het portier, de ruiten of in het gebied
van de headbag om verwondingen tijdens het op-
blazen te voorkomen.
Steek nooit het hoofd, de armen of ellebogen uit
het raam.
BELANGRIJKE TIPS
De stoelen mogen niet met water of met stoom worden gerei-
nigd (met de hand of in een automatisch wasapparaat).
De frontairbags en/of zij-airbags kunnen worden geactiveerd bij
krachtige stoten aan de onderzijde van de carrosserie, bijvoorbeeld
bij zware botsingen tegen drempels of stoepranden of obstakels
op het wegdek, of als de auto terecht komt in grote gaten of ver-
zakkingen in het wegdek.Als het lampje ¬niet gaat branden als u de con-
tactsleutel in stand MAR draait, of blijft branden
tijdens het rijden (op enkele uitvoeringen verschijnt
ook een bericht op het display), dan is er mogelijk een
storing in de veiligheidssystemen; in dat geval kunnen de
airbags of gordelspanners niet geactiveerd worden bij een
ongeval of, in een zeer beperkt aantal gevallen, niet op
de juiste wijze geactiveerd worden. Voordat u verder rijdt,
dient u contact op te nemen met het Alfa Romeo Servi-
cenetwerk om het systeem direct te laten controleren.
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:12 Pagina 150
Page 152 of 258

VEILIGHEID151
2
De geldigheidsduur van de pyrotechnische lading
en die van het spiraalmechanisme zijn vermeld op
het betreffende plaatje in het dashboardkastje.
Wendt u vóór het verstrijken van deze periode tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk om de gordelspanner te la-
ten vervangen.
Reis niet met voorwerpen op schoot of voor de
borst en houd vooral geen pijp, potlood enz. in
de mond. Bij een ongeval waarbij de airbag in wer-
king treedt, kan dit ernstig letsel veroorzaken.
Laat bij diefstal of een poging tot diefstal, bij be-
schadiging of als de auto bij een overstroming on-
der water is geweest, het airbagsysteem door het
Alfa Romeo Servicenetwerk controleren.
Bedenk dat als de contactsleutel in stand MAR
staat, ook bij uitgezette motor de airbags geacti-
veerd kunnen worden als de auto wordt aange-
reden door een andere auto. Daarom mogen, ook als de
auto stilstaat, absoluut geen kinderen op de passagiers-
stoel voor worden geplaatst. Als de contactsleutel echter
in stand STOP staat, wordt bij een ongeval geen enkel be-
veiligingssysteem (airbag of gordelspanners) geactiveerd;
als een systeem niet in werking treedt, betekent dit niet
dat het systeem niet goed werkt.
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat
het lampje
“(met ingeschakelde frontairbag aan
passagierszijde) enige seconden branden en ver-
volgens enige seconden knipperen, om aan te geven dat
de airbag aan passagierszijde bij een ongeval wordt ge-
activeerd. Hierna moet het lampje doven.
De frontairbag treedt in werking als de botsing
zwaarder is dan een botsing waarbij alleen de gor-
delspanners worden geactiveerd.
Bij aanrijdingen die tussen die twee drempelwaarden in
liggen, treden alleen de gordelspanners in werking.
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:12 Pagina 151