Page 49 of 100

6-1
2
3
4
5
67
8
9
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAU17241
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u er-
voor dat uw machine in zo veilig en efficiënt
mogelijke conditie blijft. De eigenaar/be-
stuurder van de machine is verplicht de op-
timale veiligheid te waarborgen. Op de
volgende pagina’s wordt de belangrijkste in-
formatie met betrekking tot inspecties, af-
stellingen en smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden vermeld in het periodie-
ke smeer- en onderhoudsschema moeten
worden beschouwd als een algemene richt-
lijn onder normale rijcondities. Het is echter
mogelijk dat de intervalperioden voor on-
derhoud moeten worden verkort afhankelijk
van het weer, het terrein, de geografische
locatie en individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10321
Het niet of onjuist uitvoeren van onder-
houd aan de machine vergroot het risico
op letsel of overlijden tijdens het uitvoe-
ren van onderhoud of het rijden met de
machine. Als u niet bekend bent met
voertuigonderhoud, laat het onderhoud
dan uitvoeren door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15121
Zet voor het uitvoeren van onderhoud de
motor af tenzij anders aangegeven.
Een draaiende motor heeft bewe-
gende delen die lichaamsdelen of
kleding kunnen grijpen en elektri-
sche onderdelen die schokken of
brand kunnen veroorzaken.
Het laten draaien van de motor tij-
dens het uitvoeren van onderhoud
kan leiden tot oogletsel, brandwon-
den, brand of koolmonoxidevergif-
tiging, mogelijk met de dood tot
gevolg. Zie pagina 1-1 voor meer in-
formatie over koolmonoxide.
DAU17341
Boordgereedschapsset
De boordgereedschapsset is te vinden ach-
ter paneel A. (Zie pagina 6-7.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Voor
de correcte uitvoering van bepaalde onder-
houdswerkzaamheden kan echter het ge-
bruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel vereist zijn.
OPMERKING
Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
werkzaamheden vereist zijn.
1. Boordgereedschapsset
1
Page 50 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU1770A
Periodiek smeer- en onderhoudsschema
OPMERKING
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis of, voor Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed-
schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
NR. ITEMCONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
1*
Brandstofleiding
Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen.
√√√√√
2*
Bougies
Controleer de conditie.
Reinigen.
√√
Vervangen.
√√
3*
Ventielen
Controleer de klepspeling.
Afstellen.Elke 40000 km (24000 mi)
4*
Luchtfilterelement
Vervangen.
√
5*
Koppeling
Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.
√√√√√
6*
Voorrem
Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.
√√√√√√
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
7*
Achterrem
Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.
√√√√√√
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
Page 51 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-3
2
3
4
5
67
8
9
8*
Remslangen
Controleer op scheurtjes en
beschadigingen.
√√√√√
Vervangen. Elke 4 jaar
9*
Wielen
Controleer de speling en contro-
leer op beschadigingen.
√√√√
10
*
Banden
Controleer op slijtage en bescha-
digingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.
√√√√√
11
*
Wiellagers
Controleer op speling of bescha-
digingen.
√√√√
12
*
Achterbrug
Controleer op een correcte wer-
king en overmatige speling.
√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
13
*
Balhoofdlagers
Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid.
√√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
14
Scharnieras van
remhendel
Smeren met siliconenvet.
√√√√√
15
Scharnieras van
rempedaal
Smeren met lithiumvet.
√√√√√
16
Scharnieras van
koppelingshendel
Smeren met siliconenvet.
√√√√√
17
Scharnieras van
schakelpedaal
Smeren met lithiumvet.
√√√√√
18
Zijstandaard
Controleer de werking.
Smeren.
√√√√√
NR. ITEMCONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
Page 52 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
19
*
Zijstandaardschake-
laar
Controleer de werking.
√√√√√√
20
*
Voorvork
Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.
√√√√
21
*
Schokdemperunit
Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.
√√√√
22
*
Relaisarm achter-
wielophanging en
scharnierpunten
verbindingsarm
Controleer de werking.
√√√√
23
*
Brandstofinjectie-
systeem
Stel de synchronisatie af.
√√√√√
24
Motorolie
Verversen.
Controleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielek-
kage.
√√√√√√
25
Oliefilterpatroon
Vervangen.
√√√
26
*
Koelsysteem
Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage.
√√√√√
Verversen. Elke 3 jaar
27
Cardanolie
Controleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielek-
kage.
√√ √
Verversen.
√√√
28
*
Voor- en achterrem-
schakelaar
Controleer de werking.
√√√√√√
NR. ITEMCONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
Page 53 of 100
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-5
2
3
4
5
67
8
9
29
Bewegende delen en
kabels
Smeren.
√√√√√
30
*
Gaskabelhuis en
gaskabel
Controleer de werking en speling.
Stel indien nodig de speling af.
Smeer het gaskabelhuis en de
gaskabel.
√√√√√
31
*
Luchtinlaatsysteem
Controleer de luchtafsluitklep, de
membraanklep en de slang op
beschadiging.
Vervang beschadigde onderde-
len indien nodig.
√√√√√
32
*
Uitlaatdempers en
uitlaatpijpen
Controleer of de schroefklemmen
goed vastzitten.
√√√√√√
33
*
EXUP-systeem
Controleer de werking, de vrije
slag van de kabel en de positie
van de katrol.
√√√
34
*
Lampen, richtin-
gaanwijzers en
schakelaars
Controleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.
√√√√√√
NR. ITEMCONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
Page 54 of 100
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU36771
OPMERKING
Luchtfilter
Het luchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement. Reinig dit niet met perslucht om beschadiging te
voorkomen.
Het luchtfilterelement moet u vaker vervangen als u vaak in extreem vochtige of stoffige gebieden rijdt.
Onderhoud aan hydraulisch rem- en koppelingssysteem
Controleer regelmatig het rem- en koppelingsvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
Vervang de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en remklauwen en van de koppelingshoofdcilinder en -werkcilinder
na elke twee jaar en ververs dan ook de rem- en de koppelingsvloeistof.
Vervang de rem- en koppelingsslangen na elke vier jaar of als ze zijn gescheurd of beschadigd.
Page 55 of 100
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-7
2
3
4
5
67
8
9
DAU18722
Verwijderen en aanbrengen van
de stroomlijn- en framepanelen
Bij het uitvoeren van sommige in dit hoofd-
stuk beschreven onderhoudswerkzaamhe-
den moeten het afgebeelde
stroomlijnpaneel en de framepanelen wor-
den verwijderd. Neem deze paragraaf door
wanneer een stroomlijn- of framepaneel
moet worden verwijderd of aangebracht.
DAU46430
Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van stroomlijnpaneel
1. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie
pagina 3-21.)
2. Verwijder het paneel C. (Zie pagina
6-8.)
3. Verwijder de bouten en trek daarna
het stroomlijnpaneel los.Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
schroeven aan.
2. Monteer het paneel.
3. Breng het bestuurderszadel aan.
1. Stroomlijnpaneel A
2. Paneel A
1
2
1. Paneel B
2. Paneel C
1
2
1. Bout
11 1
1
Page 56 of 100
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-8
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU46471
Paneel A
Om het paneel te verwijderen
1. Steek de sleutel in het slot en draai
deze daarna een kwartslag rechtsom.
2. Trek het paneel naar buiten.
Om het paneel aan te brengen1. Plaats het paneel in de oorspronkelijke
positie.2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie en neem deze dan
uit.
Paneel B
Om het paneel te verwijderen
1. Verwijder de bout.2. Trek het paneel naar buiten.
Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de bout aan.
Paneel C
Om het paneel te verwijderen1. Verwijder de bout.
2. Trek het paneel omhoog.
1. Ontgrendelen.
2. Paneel A
2
1
1. Bout
2. Paneel B
1
2