26
Parameters van de auto
In dit menu kunt u bepaalde functies ten
behoeve van het rijden en het comfort
inschakelen:
- inschakelen van de ruitenwisser achter als de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld (zie hoofdstuk
"Zicht"),
- selectieve ontgrendeling (zie hoofd- stuk "Openen"),
- follow-me-home en instapverlichting (zie hoofdstuk "Zicht"),
- sfeerverlichting (zie hoofdstuk "Zicht"),
- verlichting overdag (zie hoofdstuk "Zicht"),
-
bochtverlichting (zie hoofdstuk "Zicht"), - automatische of handbediende handrem (zie hoofdstuk "Rijden").
Keuze van de eenheden
In dit menu kunt u de eenheden kiezen:
temperatuur (°Celsius of °Fahrenheit)
en verbruik (l/100 km, mpg of km/l).
Taalkeuze
In dit menu kunt u de weergave van de
taal kiezen: Deutsch, English, Espanol,
Français, Italiano, Nederlands, Portugues,
Türkçe * .
Het algemene menu en de bij-
behorende functies zijn uitslui-
tend toegankelijk bij stilstaande
auto, via de toetsen 1 tot en met 4 .
Boven een bepaalde snelheid ver-
schijnt een melding op het display
die aangeeft dat toegang tot het al-
gemene menu onmogelijk is.
De weergave van de boordcomputer
is uitsluitend toegankelijk bij rijdende
auto, via de toetsen 2 en 3 (zie para-
graaf "Boordcomputer").
Algemeen menu
Druk op toets 1 voor toegang tot het
algemene menu en om één van de
volgende functies te kiezen:
- "Parameters van de auto",
- "Taalkeuze",
- "Keuze van de eenheden".
Druk op toets 2 of 3 om op het
scherm te verplaatsen.
Druk opnieuw op toets 1 om de keu-
ze te bevestigen.
* Volgens land van bestemming.
VERKLIKKERLAMPJES
De verklikkerlampjes geven de bestuur-
der informatie over de werking van een
systeem (ingeschakeld of uitgescha-
keld) of waarschuwen de bestuurder in
het geval van een storing (waarschu-
wingslampje).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan
sommige waarschuwingslampjes en-
kele seconden branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten
deze lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer
dan voordat u gaat rijden welke functie
het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen
gaan branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display of op het dis-
play van het instrumentenpaneel. Verklikkerlampjes kunnen con-
stant branden of knipperen.
Een aantal verklikkerlampjes
heeft beide mogelijkheden. Of het
constant branden of knipperen van
een verklikkerlampje duidt op een
storing, is afhankelijk van de wer-
kingsfase van de auto.
26
Parameters van de auto
In dit menu kunt u bepaalde functies ten
behoeve van het rijden en het comfort
inschakelen:
- inschakelen van de ruitenwisser achter als de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld (zie hoofdstuk
"Zicht"),
- selectieve ontgrendeling (zie hoofd- stuk "Openen"),
- follow-me-home en instapverlichting (zie hoofdstuk "Zicht"),
- sfeerverlichting (zie hoofdstuk "Zicht"),
- verlichting overdag (zie hoofdstuk "Zicht"),
-
bochtverlichting (zie hoofdstuk "Zicht"), - automatische of handbediende handrem (zie hoofdstuk "Rijden").
Keuze van de eenheden
In dit menu kunt u de eenheden kiezen:
temperatuur (°Celsius of °Fahrenheit)
en verbruik (l/100 km, mpg of km/l).
Taalkeuze
In dit menu kunt u de weergave van de
taal kiezen: Deutsch, English, Espanol,
Français, Italiano, Nederlands, Portugues,
Türkçe * .
Het algemene menu en de bij-
behorende functies zijn uitslui-
tend toegankelijk bij stilstaande
auto, via de toetsen 1 tot en met 4 .
Boven een bepaalde snelheid ver-
schijnt een melding op het display
die aangeeft dat toegang tot het al-
gemene menu onmogelijk is.
De weergave van de boordcomputer
is uitsluitend toegankelijk bij rijdende
auto, via de toetsen 2 en 3 (zie para-
graaf "Boordcomputer").
Algemeen menu
Druk op toets 1 voor toegang tot het
algemene menu en om één van de
volgende functies te kiezen:
- "Parameters van de auto",
- "Taalkeuze",
- "Keuze van de eenheden".
Druk op toets 2 of 3 om op het
scherm te verplaatsen.
Druk opnieuw op toets 1 om de keu-
ze te bevestigen.
* Volgens land van bestemming.
VERKLIKKERLAMPJES
De verklikkerlampjes geven de bestuur-
der informatie over de werking van een
systeem (ingeschakeld of uitgescha-
keld) of waarschuwen de bestuurder in
het geval van een storing (waarschu-
wingslampje).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan
sommige waarschuwingslampjes en-
kele seconden branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten
deze lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer
dan voordat u gaat rijden welke functie
het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen
gaan branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display of op het dis-
play van het instrumentenpaneel. Verklikkerlampjes kunnen con-
stant branden of knipperen.
Een aantal verklikkerlampjes
heeft beide mogelijkheden. Of het
constant branden of knipperen van
een verklikkerlampje duidt op een
storing, is afhankelijk van de wer-
kingsfase van de auto.
29
Verklikkerlampjes uitschakeling
Als één van de onderstaande verklikkerlampjes brandt, betekent dit dat de desbetreffende functie bewust is uitgeschakeld.
Verklikkerlampjes weergave Oorzaak Handelingen, opmerkingen
Passagiersairbag blijft
branden. De schakelaar in het
dashboardkastje staat in de
stand OFF.
De passagiersairbag is
uitgeschakeld. Zet de schakelaar in de stand ON om de
passagiersairbag in te schakelen.
De passagiersairbag wordt automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart.
Dynamische
stabiliteitscontrole (ESP/ASR) blijft
branden. De knop (links onder op
het dashboard) of de
draaiknop van de "Grip
control" is geactiveerd.
Het bijbehorende
verklikkerlampje brandt.
De functie ESP/ASR is
uitgeschakeld.
ESP: dynamische
stabiliteitscontrole.
ASR: antispinregeling. Druk op de knop om de functie ESP/ASR te
activeren of zet de draaiknop "Grip control" op
ESP. Het verklikkerlampje dooft.
Het systeem wordt automatisch opnieuw
ingeschakeld bij snelheden hoger dan ongeveer
50 km/h.
De functie ESP/ASR wordt automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart.
31
Verklikkerlampje status Oorzaak Oplossing, opmerkingen
+ Storing
elektrische
parkeerrem blijft branden.
Er is een storing in de
elektrische parkeerrem. Raadpleeg zo snel mogelijk het
PEUGEOT-netwerk.
De rem kan handmatig worden losgezet.
Raadpleeg voor meer informatie over
de elektrische parkeerrem het hoofdstuk
"Rijden".
Remsysteem blijft branden.
Het remvloeistofniveau is te
laag. Vul het niveau bij met een vloeistof
voorzien van een artikelnummer van
PEUGEOT.
+
brandt continu, in
combinatie met het
verklikkerlampje storing
in de elektrisch bediende handrem terwijl deze niet is aangetrokken.
Er is een storing in het
remsysteem. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en
raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
+ blijft branden, in
combinatie met het
verklikkerlampje ABS. Er is een storing in
de elektronische
remdrukregelaar (REF).
Antiblokkeersysteem
(ABS) blijft branden. Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden,
echter zonder bekrachtiging.
Rijd voorzichtig met lage snelheid
en raadpleeg zo snel mogelijk het
PEUGEOT-netwerk.
Dynamische
stabiliteitscontrole (ESP/ASR)
knippert. De ESP/ASR-regeling is
actief. Deze functie verbetert de aandrijving en
zorgt voor een betere koersstabiliteit.
blijft branden. Storing in de ESP/ASR-
regeling, tenzij deze is
uitgeschakeld en het lampje
op de knop brandt. Controleer de bandenspanning.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
33
Verklikkerlampje status Oorzaak Oplossing, opmerkingen
Een of meer portieren geopend
blijft branden bij een
snelheid lager dan 10 km/h. Een portier, de achterklep,
het onderste gedeelte van
de achterklep of de motorkap
(alleen in combinatie met
alarm) is niet goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
blijft branden in combinatie
met een geluidssignaal als
de snelheid hoger is dan 10 km/h.
Veiligheidsgordel
niet vastgemaakt of losgemaakt. blijft branden en
knippert vervolgens in combinatie met
een geluidssignaal. De bestuurder en/of
de passagier heeft zijn
veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt.
Een of meer inzittenden
achterin hebben eveneens
hun gordel losgemaakt.
Trek aan de gordel en klik de gesp vast
in de gesphouder.
Airbags brandt tijdelijk.
Het verklikkerlampje brandt
gedurende enkele seconden
en dooft als het contact wordt
aangezet. Het verklikkerlampje moet doven zodra
de motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk als
dit niet het geval is.
blijft branden. Er is een storing in
een van de airbags
of de pyrotechnische
gordelspanners. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
Aanwezigheid water in
brandstof blijft branden. Er bevindt zich water in het
b r a n d s t o f fi l t e r .
Risico van beschadiging
van het inspuitsysteem bij
dieselmotoren. Raadpleeg zo snel mogelijk het
PEUGEOT-netwerk.
Bochtverlichting knippert.
Er is een storing in de
bochtverlichting. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
Bandenspanning
te laag blijft branden. De bandenspanning van een
of meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de
bandenspanning.