128
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften
voor een maximale
effectiviteit van de airbags:
Maak er een gewoonte van om nor-
maal rechtop in de voorstoelen te zit-
ten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinde-
ren, huisdieren, objecten...). Dit kan
de goede werking van de airbag be-
lemmeren en/of de inzittende bij het
opblazen van de airbag verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van
uw auto de airbagsystemen contro-
leren.
Het is beslist niet toegestaan om
werkzaamheden uit te voeren aan air-
bagsystemen; alleen het PEUGEOT-
n e t w e r k h e e f t h i e r v o o r g e k w a l i fi c e e r d
personeel.
Zelfs als alle bovenstaande voor-
schriften worden nageleefd, blijft
de kans bestaan op letsel of lichte
brandwonden aan het hoofd, de borst
of de armen als de airbag wordt ge-
activeerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens
even snel leeg, waarbij de warme
gassen via de daarvoor bestemde
openingen naar buiten stromen. Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de spa-
ken vast en laat uw handen niet op
het stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten
niet op het dashboard laten rusten.
Het is raadzaam niet te roken in de
auto. Als de airbag wordt opgebla-
zen, kunnen brandende sigaretten of
een pijp brandwonden of ander letsel
veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak
geen gaten in de stuurwielbekleding
en sla er niet op.
Zij-airbags
Bedek de stoelen uitsluitend met
daarvoor goedgekeurde stoelhoezen.
Deze belemmeren het activeren van
de zij-airbags niet. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning
van de stoelen, dit zou bij het afgaan
van de airbags kunnen leiden tot ver-
wondingen aan armen of middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het por-
tierpaneel zitten.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbe-
kleding; dit zou bij het afgaan van
de window-airbags kunnen leiden tot
hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van
het dak; deze maken deel uit van de
bevestiging van de window-airbags.
128
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften
voor een maximale
effectiviteit van de airbags:
Maak er een gewoonte van om nor-
maal rechtop in de voorstoelen te zit-
ten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinde-
ren, huisdieren, objecten...). Dit kan
de goede werking van de airbag be-
lemmeren en/of de inzittende bij het
opblazen van de airbag verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van
uw auto de airbagsystemen contro-
leren.
Het is beslist niet toegestaan om
werkzaamheden uit te voeren aan air-
bagsystemen; alleen het PEUGEOT-
n e t w e r k h e e f t h i e r v o o r g e k w a l i fi c e e r d
personeel.
Zelfs als alle bovenstaande voor-
schriften worden nageleefd, blijft
de kans bestaan op letsel of lichte
brandwonden aan het hoofd, de borst
of de armen als de airbag wordt ge-
activeerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens
even snel leeg, waarbij de warme
gassen via de daarvoor bestemde
openingen naar buiten stromen. Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de spa-
ken vast en laat uw handen niet op
het stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten
niet op het dashboard laten rusten.
Het is raadzaam niet te roken in de
auto. Als de airbag wordt opgebla-
zen, kunnen brandende sigaretten of
een pijp brandwonden of ander letsel
veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak
geen gaten in de stuurwielbekleding
en sla er niet op.
Zij-airbags
Bedek de stoelen uitsluitend met
daarvoor goedgekeurde stoelhoezen.
Deze belemmeren het activeren van
de zij-airbags niet. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning
van de stoelen, dit zou bij het afgaan
van de airbags kunnen leiden tot ver-
wondingen aan armen of middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het por-
tierpaneel zitten.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbe-
kleding; dit zou bij het afgaan van
de window-airbags kunnen leiden tot
hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van
het dak; deze maken deel uit van de
bevestiging van de window-airbags.
219
06
CD, MP3/WMA-CD, SD-KAART MP3 /
WMA / USB-SPELER
INFORMATIE EN TIPS
Selecteer bij het branden van een CD-R of CD-RW de s de standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te ke te kunnen afspelen. Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijnet zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld. Het is raadzaam voor één CD niet meer dan één stan dastandaard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheidelheid in (maximaal 4 x) voor een optimale geluidskwaliteit. Voor het branden van een multisessie-CD is het raa dzaaadzaam de standaard Joliet te gebruiken.
De autoradio speelt bestanden met de extensie ".mp 3" mp3" en een bitrate van 8 tot 320 Kbps en bestanden met de extensie ".w m ".wma" en een bitrate van 5 tot 384 Kbps af. Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunn ekunnen worden afgespeeld. Geluidsbestanden met een andere extensie (.mp4, .m 34, .m3u...) kunnen niet worden afgespeeld.
De formaten MP3 (afkorting van MPEG 1, 2 & 2.5 Aud io Audio Layer 3) en WMA (afkorting van Windows Media AudioM, eigendeigendom van Microsoft) zijn standaarden voor het comprimeren van g van geluid die de mogelijkheid bieden enkele tientallen nummers op és op één CD te plaatsen.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters e nters en verwijder speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om problemen met het at het afspelen of de weergave te voorkomen.
Schakel de functie SD-kaart of USB uit voordat u d e SD de SD-kaart of de USB-stick uit de speler verwijdert.
Om diefstal te voorkomen, is het raadzaam de SD-ka ar-kaart of de USB-stick te verwijderen voordat u de auto met geopeneopend dak verlaat.
259
06 MULTIMEDIASPELERS
CD, CD MET MP3- OF WMA-BESTANDEN,
SD-KAART MP3/WMA
INFORMATIE EN TIPS
Selecteer bij het branden van een CD-R of CD-RW de s de standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te ke te kunnen afspelen. Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijnet zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld. Het is raadzaam voor één CD niet meer dan één stan dastandaard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheidelheid in (maximaal 4 x) voor een optimale geluidskwaliteit. Voor het branden van een multisessie-CD is het raa dzaaadzaam de standaard Joliet te gebruiken.
De Peugeot Connect Nav speelt bestanden met de ext ee extensie ".mp3" en een bitrate van 8 tot 320 Kbps en bestanden met deet de extensie ".wma" en een bitrate van 5 tot 384 Kbps af. Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunn ekunnen worden afgespeeld. Geluidsbestanden met een andere extensie (.mp4, .m 34, .m3u...) kunnen niet worden afgespeeld.
De formaten MP3 (afkorting van MPEG 1, 2 & 2.5 Aud io Audio Layer 3) en WMA (afkorting van Windows Media AudioM, eigendeigendom van Microsoft) zijn standaarden voor het comprimeren van g van geluid die de mogelijkheid bieden enkele tientallen nummers op és op één CD te plaatsen.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters e nters en verwijder speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om problemen met het at het afspelen of de weergave te voorkomen.