Page 65 of 382

61
D- Toetsen voor het opslaan van de
stoelinstellingen
E - Verwarming
Stand van de stoel verstellen - bedie-
ningsknop A (fig. 37)
1 - Stoel omhoog zetten
2 - Stoel omlaag zetten.
Stand van de stoel verstellen - bedie-
ningsknop A(fig. 39)
1 - Voorzijde omhoog zetten
2 - Achterzijde omhoog zetten
3 - Verticale verplaatsing
4 - Verplaatsing in lengterichting. Stand rugleuning verstellen - bedie-
ningsknop B (fig. 37)
3 - Rugleuning omhoog zetten
4 - Rugleuning omlaag zetten.
Stand rugleuning verstellen - bedie-
ningsknop B(fig. 40)
5 - Rugleuning omhoog zetten
6 - Rugleuning omlaag zetten.
Stand hoofdsteun verstellen - bedie-
ningsknop B (fig. 40)
7 - Hoofdsteun omhoog zetten
8 - Hoofdsteun omlaag zetten.
fig. 39
L0A0149b
fig. 40
L0A0150b
fig. 41
L0A0151b
Lendensteun verstellen
Hierdoor kan de steun in de rug ver-
anderd worden voor meer comfort.
Druk op de voorzijde van de knop
voor meer steun en op de achterzijde
voor minder steun.
Op enkele stoelen kan het steunvlak
van de rugleuning ook in verticale
richting versteld worden: druk op de
bovenzijde van de knop voor meer
steun en op de onderzijde voor min-
der steun.
Bedieningsknop C (fig. 37)
5 – Meer steun in de rug
6 – Minder steun in de rug
Bedieningsknop C (fig. 41) 9 - Meer steun in de rug
Page 66 of 382

62
10- Minder steun in de rug
11 - Meer verticale steun
12 - Minder verticale steun.
VERWARMING (fig. 42) Draai voor inschakeling van de ver-
warming bedieningsknop Ein stand
“ 1 ”, “ 2” of “ 3”. De standen komen
overeen met verschillende verwar-
mingsniveaus. Draai voor uitschake-
ling van de verwarming de bedie-
ningsknop Ein stand “ 0”.
De inschakeling van de verwarming
wordt op het display van het CON-
NECT aangegeven.
fig. 42
L0A0175b
INSTELLINGEN VAN DE
BESTUURDERSSTOEL
OPSLAAN (fig. 43)
Met deze voorziening kunnen drie
verschillende instellingen van de be-
stuurdersstoel en de buitenspiegels in
het geheugen worden opgeslagen en
opgeroepen.
Samen met de instellingen van de
stoel wordt ook de stand van de
hoofdsteun, de buitenspiegels en het
stuurwiel (alleen uitvoeringen met
elektrische stuurwielverstelling) in het
geheugen opgeslagen.
De instellingen van de stoel, de bui-
tenspiegels en de stand van het stuur-
wiel kunnen alleen worden opgesla-
gen als de contactsleutel in stand
MAR staat. Stel de stand van de bestuurders-
stoel, de hoofdsteun, de buitenspiegels
en het stuurwiel in met de betreffende
bedieningsknoppen. Druk vervolgens
ongeveer 3 seconden op één van de
toetsen “ 1”, “ 2” of “ 3” waaronder
een instelling kan worden opgeslagen,
totdat u een geluidssignaal hoort ter
bevestiging.
Als u de instelling van de stoel in het
geheugen opslaat, wordt ook de stand
van de hoofdsteun, de buitenspiegels
en het stuurwiel in het geheugen op-
geslagen.
Als u een nieuwe stand in het ge-
heugen opslaat, wordt automatisch de
vorige stand, die met dezelfde knop is
opgeslagen, gewist.
BELANGRIJK De instelling van de
lendensteun en de inschakeling van de
stoelverwarming kunnen niet in het
geheugen worden opgeslagen.
Opgeslagen instellingen
oproepen
Druk voor het oproepen van een op-
geslagen instelling (met de contact-
sleutel in stand MAR) op de be-
treffende toets “ 1”, “ 2” of “ 3”. De
stoel wordt automatisch in de opge-
slagen stand gezet.
fig. 43
L0A0152b
Page 67 of 382

63
De opgeslagen stand kan alleen wor-
den opgeroepen als deze verschillend
is van de stand waarin de stoel staat
en de snelheid van de auto lager is
dan 10 km/h.
De stoel kan alleen verplaatst wor-
den als de contactsleutel in stand
MAR staat en ongeveer 1 minuut na-
dat de contactsleutel is uitgenomen of
in stand STOPis gezet: gedurende
deze tijd blijft de stand van de bui-
tenspiegels ongewijzigd; als de motor
daarna wordt gestart dan wordt de
stand van de buitenspiegels automa-
tisch ingesteld gelijk met de instelling
van de stoel (zie de paragraaf “Auto-
matische synchronisatie buitenspie-
gels”).
Als na het verstrijken van deze tijd
het oproepen van de opgeslagen in-
stelling nog bezig is, wordt deze fase
in ieder geval voltooid. Als de motor wordt gestart tijdens
het oproepen van de opgeslagen in-
stelling, wordt de beweging van de
stoel geblokkeerd; daarna wordt de
stoel automatisch in de opgeslagen
stand gezet.
BELANGRIJK Als tijdens het op-
roepen van een instelling op één van
de bedienings- of geheugentoetsen
wordt gedrukt, wordt de stoel onmid-
dellijk stilgezet.
“Parkeer”-stand van de buiten-
spiegel aan passagierszijde op-
slaan
Voor een optimaal zicht tijdens het
inparkeren kan, tijdens het inschake-
len van de achteruit, de buitenspiegel
aan passagierszijde in een stand wor-
den gezet die verschillend is van de
stand die normaal tijdens het rijden
gebruikt wordt. Deze stand kan wor-
den opgeslagen. Ga voor het opslaan als volgt te
werk:
– schakel bij stilstaande auto en met
de contactsleutel in stand MARde
achteruit in;
– stel de buitenspiegel aan passa-
gierszijde zodanig af met de be-
treffende bedieningsknoppen (zie de
paragraaf buitenspiegels) dat een op-
timaal zicht wordt verkregen voor het
inparkeren;
– houd ten minste 3 seconden één
van de geheugen-/oproeptoetsen “ 1”,
“ 2 ” of “ 3” ( fig. 43 ) ingedrukt;
– de “parkeer”-stand van de buiten-
spiegel aan passagierszijde wordt sa-
men met de stand van de buitenspie-
gel en de positie van de stoel aan be-
stuurderszijde en de stand van de
spiegel aan passagierszijde tijdens het
rijden, in het geheugen opgeslagen.
Als de stand van de spiegel is opge-
slagen, klinkt er een geluidssignaal.
Page 68 of 382

64
fig. 44
L0A0310b
“Parkeer”-stand van de
buitenspiegel aan
passagierszijde oproepenGa als volgt te werk voor het oproe-
pen van de “parkeer”-stand van de
buitenspiegel aan passagierszijde:
– schakel bij stilstaande auto en met
de contactsleutel in stand MARde
achteruit in; de spiegel wordt auto-
matisch in de hiervoor opgeslagen
stand gezet.
Als er geen enkele “parkeer”-stand
is opgeslagen, wordt, als de achteruit
wordt ingeschakeld, de buitenspiegel
aan passagierszijde automatisch in
een vooraf ingestelde stand gezet om
het inparkeren te vergemakkelijken.
De buitenspiegel aan passagierszijde
keert ongeveer 10 seconden na het
uitschakelen van de achteruit auto-
matisch in de beginpositie terug of als
de snelheid van de auto bij vooruit rij-
den hoger is dan 10 km/h. BELANGRIJK
De “parkeer”-stand
kan alleen worden opgeslagen en op-
geroepen als de contactsleutel in stand
MAR staat.
Automatische synchronisatie
van de buitenspiegels
Iedere keer als u de contactsleutel in
stand MARdraait, worden de buiten-
spiegels automatisch in de laatst in-
gestelde en/of opgeroepen stand gezet
voordat de contactsleutel werd uitge-
nomen.
Hierdoor worden de spiegels weer in
de oorspronkelijke stand gezet als tij-
dens het parkeren met de hand en/of
per ongeluk één van de buitenspiegels
is versteld. COMFORT-STOELEN (fig. 44)
Met knop Aop de Comfort-stoelen
voor kunnen de betreffende instellin-
gen onafhankelijk ingeschakeld wor-
den. Als op de knop van één van de
voorstoelen wordt gedrukt, verschijnt
het betreffende menu van het CON-
NECT waarin, met behulp van de ver-
schillende opties, het verwarmingsni-
veau, de inschakeling van de ventila-
tie, de massage en de adaptieve func-
tie worden bepaald voor iedere voor-
stoel afzonderlijk.
De Comfort-instellingen kunnen ook
worden ingeschakeld door de knop
“Setup” van het CONNECT in te
drukken en vervolgens de functie
“Comfort stoel” te selecteren.
Page 69 of 382

65
Let erop dat de hoofd-
steun zo is ingesteld dat de
steun het hoofd steunt en
niet de nek. Alleen in deze positie
bieden ze bescherming, wanneer
de auto van achteren aangereden
wordt. Rijdt nooit zonder hoofd-
steunen: dit is niet alleen gevaar-
lijk maar ook wettelijk verboden. ARMSTEUN (fig. 46)
De armsteun Akan in hoogte ver-
steld worden in 3 standen. Om de
armsteun omhoog te klappen, moet u
aan de handgreep Btrekken. Voor het
neerklappen moet draaiknop Cinge-
drukt worden gehouden.
In de armsteun bevindt zich een
koel-/warmhoudvak voor drankjes
(zie de betreffende paragraaf in dit
hoofdstuk). Het vak is bereikbaar na-
dat de armsteun Aomhoog is geklapt
door aan de handgreep Bte trekken.
Klap om het vak te sluiten de arm-
steun neer totdat deze vergrendelt en
druk vervolgens op knop Com de
armsteun nog verder te laten zakken.Zie voor het inschakelen van deze
instellingen het CONNECT-boekje
dat bij de auto geleverd wordt.
HOOFDSTEUN (fig. 45)
De hoofdsteunen voor kunnen elek-
trisch worden aangepast aan de lengte
van de bestuurder.
Verplaats voor het omhoog zetten
van de hoofdsteun de bedieningsknop
B (fig. 40) naar 7. Verplaats voor het
omlaag zetten van de rugleuning de
bedieningsknop naar 8.
De hoofdsteunen kunnen worden
verwijderd door ze omhoog te trek-
ken. Om ze terug te plaatsen moeten
de stangen in de zittingen op de rug-
leuning worden gestoken.
fig. 45
L0A0148b
fig. 46
L0A0169b
Page 70 of 382
66
ZITPLAATSEN
ACHTER
HOOFDSTEUNEN De 3 hoofdsteunen achter ( fig. 47-
48) kunnen in hoogte worden ver-
steld. Verplaats de hoofdsteun
omhoog of omlaag in de gewenste
stand. Let erop dat de hoofd-
steunen zo zijn ingesteld
dat ze het hoofd steunen
en niet de nek. Alleen in deze po-
sitie bieden ze bescherming, wan-
neer de auto van achteren wordt
aangereden. De bestuurder kan de hoofdsteunen
van de zijzitplaatsen achter omlaag
zetten door met de sleutel in stand
MAR op de knop A(fig. 49) op de
middenconsole te drukken.
De hoofdsteunen achter kunnen niet
worden verwijderd.
fig. 47
L0A0166b
fig. 48
L0A0165b
fig. 49
L0A0168b
Page 71 of 382

67
ARMSTEUN Voor gebruik moet de armsteun
worden neergeklapt zoals is afgebeeld.
Trek hiervoor aan de handgreep A
( fig. 50).
Til de armsteun op om deze weer in
de zitting te plaatsen.
In de armsteun bevindt zich een op-
bergvak dat, afhankelijk van het uit-
rustingsniveau, het volgende kan be-
vatten:
– de knoppen voor de verwarming,
de massage, de lendensteunverstelling
en de aanpassing van de zijzitplaat-
sen achter
– de knop voor het verplaatsen van
de passagiersstoel voor – de knop voor de elektrische bedie-
ning van het zonnescherm
– de stekkerdoos
– de afstandsbediening voor de hifi-
en TV-functies van het CONNECT.
BELANGRIJK Lees voor het ge-
bruik van de stekkerdoos de instruc-
ties in de paragraaf “Interieuruitrus-
ting” in dit hoofdstuk.
Het opbergvak is bereikbaar nadat
het deksel van de armsteun omhoog
is getrokken met behulp van de hand-
greep A(fig. 51). Klap het deksel neer
om het vak te sluiten. VERWARMING (fig. 52)
Draai voor inschakeling van de
verwarming van de zijzitplaatsen ach-
ter de bedieningsknop A(linker stoel)
of B(rechter stoel) in stand “ 1”, “ 2”
of “ 3”. De standen komen overeen
met verschillende verwarmingsni-
veaus. Draai voor uitschakeling van
de verwarming de bedieningsknop in
stand “ 0”.
fig. 50
L0A0076b
fig. 51
L0A0074b
fig. 52
L0A0102b
Page 72 of 382

68
COMFORT STOELEN De Comfort zijzitplaatsen achter zijn
uitgerust met bedieningsknoppen
waarmee onafhankelijk de verwar-
ming, de lendensteunverstelling, de
massage en de adaptieve functie kun-
nen worden geregeld; de bedienings-
knoppen bevinden zich in de arm-
steun.
In het opbergvak in de armsteun be-
vindt zich ook de knop voor het ver-
plaatsen van de passagiersstoel voor
en voor de elektrische bediening van
het zonnescherm.
De werking van de bedieningsknop-
pen is mogelijk als:
– de sleutel in stand MARstaat – ongeveer 1 minuut nadat de sleu-
tel is uitgenomen of in stand STOPis
gedraaid
– ongeveer 3 minuten bij uitgeno-
men contactsleutel of met de contact-
sleutel in stand STOPen geopend
portier.
Plaats van de bedieningsknoppen in
het opbergvak ( fig. 53):
A – Bedieningsknoppen voor len-
densteunverstelling, massage en adap-
tieve functie van de rechter zitplaats
B – Bedieningsknop voor verwar-
ming in de rechter zitplaats
C – Bedieningsknoppen voor len-
densteunverstelling, massage en adap-
tieve functie van de linker zitplaats D
– Bedieningsknop voor verwar-
ming van de linker zitplaats
E – Knop voor het verplaatsen van
de passagiersstoel voor
F – Knop voor de elektrische bedie-
ning van het zonnescherm.
BELANGRIJK Druk ongeveer 2 se-
conden op de knoppen om de gewen-
ste functie in te schakelen, zodat het
systeem zichzelf kan instellen.
Rechter zitplaats instellen
(fig. 54)
1 – Meer steun in de rug
2 – Minder steun in de rug
3 – Massage inschakelen
4 – Massage uitschakelen
5 – Adaptieve functie inschakelen
6 – Adaptieve functie uitschakelen
Door de lendensteun te verstellen
kan de steun in de rug veranderd
worden voor meer comfort. Druk op
1 voor meer steun en op 2voor min-
der steun.
De massage vermindert de ver-
moeidheid vooral bij lange ritten.
fig. 53
L0A0312b
fig. 54
L0A0311b