Page 217 of 382

213
BEKER-/BLIKJESHOUDER
VOOR (fig. 155)Deze bevindt zich aan de voorzijde
van de middenconsole.
Open de houder door op het deksel
bij punt Ate drukken en los te laten:
de beker-/blikjeshouder opent auto-
matisch.
Sluit de houder door het deksel B
in de zitting te duwen. KOEL-/WARMHOUDVAK VOOR
DRANKJES
Aan de binnenzijde van de arm-
steun voor vindt u een verlicht koel-
/warmhoudvak voor drankjes ( fig.
156). Dit vak is rechtstreeks verbon-
den met de klimaatregeling.
In dit vak kunnen drankjes langer
bewaard worden op de temperatuur
die ze hadden toen ze in het vak
werden geplaatst.
Om toegang tot het vak te krijgen,
moet de armsteun A(fig. 157)
omhoog worden getrokken met
behulp van de handgreep B. Open de uitstroomopening van het
vak door het bedieningsorgaan A
(fig. 156) op te tillen. Sluit de uit-
stroomopening door het bedienings-
orgaan Ate laten zakken.
Klap om het vak te sluiten de arm-
steun neer totdat deze vergrendelt en
druk vervolgens op knop C om de
armsteun nog verder te laten zak-
ken.
BELANGRIJK Het koel-/warm-
houdvak dient niet voor het koelen
en opwarmen van drankjes. Het vak
dient voor het handhaven van de
temperatuur van de erin geplaatste
dranken, die dus eerst moeten wor-
den verwarmd of gekoeld voordat ze
worden geplaatst.
fig. 155
L0A0186b
fig. 156
L0A0251b
fig. 157
L0A0169b
Page 218 of 382
214
Let er bijzonder goed op
dat u de drankjes niet
morst. Het koel-/warm-
houdvak beschikt evenwel over
een afvoer aan de onderkant
waardoor de eventueel gemorste
vloeistof naar buiten wordt afge-
voerd. OPBERGVAK OP HET
DASHBOARD (fig. 158)
Achter de versnellingspook bevindt
zich een opbergvak A. OPBERGVAKKEN IN DE
PORTIEREN
In de panelen van de portieren
bevindt zich een opbergvak:
– A
(fig. 159) op de voorportieren
– B (fig. 160) op de achterportieren.
fig. 158
L0A0182b
fig. 160
L0A0212b
fig. 159
L0A0194b
Page 219 of 382
215
BEKER-/BLIKJESHOUDER
ACHTER (fig. 162)De houder Abevindt zich in de arm-
steun achter.
Open de houder door op het door de
pijl aangegeven punt te drukken en
weer los te laten: de beker-/blikjes-
houder opent automatisch.
Sluit de houder door deze in de zit-
ting te duwen. OPBERGVAK IN ARMSTEUN
ACHTER
De armsteun achter is van binnen
voorzien van een opbergvak A(fig.
163), een vak voor pasjes, tolkaartjes,
e.d. Ben een stekkerdoos C.
Verder kan de armsteun, afhanke-
lijk van het uitrustingsniveau, bevat-
ten:
– de knoppen voor de verwarming,
de massage, de lendensteunverstelling
en de aanpassing van de zijzitplaat-
sen achter
– de knop voor het verplaatsen van
de passagiersstoel voor
– de knop voor de elektrische bedie-
ning van het zonnescherm
fig. 162
L0A0073b
fig. 163
L0A0075b
fig. 161
L0A0252b
OPBERGVAK OP DE
MIDDENCONSOLE (fig. 161)
Op de uitvoeringen met gescheiden
klimaatregeling bevindt zich aan de
achterkant van het middenconsole het
opbergvak A.
Page 220 of 382

216
STEKKERDOOSDe stekkerdoos bevindt zich in de arm-
steun achter.
Om toegang tot de stekkerdoos te krij-
gen, moet de armsteun omhoog worden
getrokken met de handgreep A(fig.
164). Het vak kan gesloten worden door
de armsteun te laten zakken.
Voor het gebruik van de stekkerdoos
moet het dekseltje C(fig. 163) worden
opgetild.
Bij enkele uitvoeringen bevindt zich
ook een stekkerdoos in het dashboard-
kastje.
De stekkerdoos wordt gevoed met de
contactsleutel in stand MARen kan al-
leen worden gebruikt voor accessoires
met een maximum stroomverbruik van
15A (vermogen 180W). ELEKTRISCH BEDIENBAAR
ZONNESCHERM (fig. 165)
De elektrische bediening van het zon-
nescherm werkt uitsluitend als de con-
tactsleutel in stand MARstaat.
De bedieningsknoppen bevinden zich
op de middenconsole dicht bij de ver-
snellingspook en in de armsteun achter.
Voor de bediening van het zonne-
scherm vanaf de zitplaatsen voor, moet
knop Aworden ingedrukt om het zon-
nescherm omhoog te laten komen en
knop Bom het te laten zakken.
Voor de bediening van het zonne-
scherm vanaf de zitplaatsen achter, moet
op de voorzijde van schakelaar Cwor-
den gedrukt om het zonnescherm om-
hoog te laten komen, en op de achter-
zijde van de schakelaar om het te laten
zakken.
Sluit geen accessoires op
de stekkerdoos aan met een
stroomverbruik dat hoger is
dan de aangegeven maximale
waarde.
Een langdurig stroomverbruik kan
de accu uitputten, waardoor de mo-
tor niet meer gestart kan worden.– de stekkerdoos
– de afstandsbediening voor de hifi-
en TV-functies van het CONNECT.
– de extra ontvanger voor de tele-
foon.
BELANGRIJK Lees voor het ge-
bruik van de stekkerdoos de instruc-
ties in de betreffende paragraaf in dit
hoofdstuk.
Om toegang tot het vak te krijgen,
moet de armsteun omhoog worden
getrokken met behulp van de hand-
greep A (fig. 164).
Het vak kan gesloten worden door
de armsteun te laten zakken.
fig. 164
L0A0074b
fig. 165
L0A0280b
Page 221 of 382

217
EXTRA ACCESSOIRESAls u na aanschaf van uw auto ac-
cessoires wilt monteren die constante
voeding nodig hebben (navigatiesys-
teem met anti-diefstalsatellietbewa-
king, enz.), of accessoires die de elek-
trische installatie zwaar belasten, dient
u zich tot de Lancia-dealer te wenden.
Deze kan u de meest geschikte instal-
laties aanraden die zijn opgenomen in
het Lancia Lineaccessori-programma
en controleren of de elektrische instal-
latie van de auto geschikt is voor het
extra stroomverbruik of dat het nood-
zakelijk is een accu met een grotere
capaciteit te monteren.
RADIOZENDAPPARATUUR EN
MOBIELE TELEFOON
Mobiele telefoons en andere radio-
zendapparaten (bijvoorbeeld 27 mc)
mogen alleen in de auto worden ge-
bruikt als er een aparte antenne aan
de buitenkant van de auto wordt ge-
monteerd.
Bovendien wordt de zend- en ont-
vangstkwaliteit aanzienlijk beperkt
door de isolerende eigenschappen van
de carrosserie.
HANDGREPEN (fig. 167)
Deze bevinden zich bij de portieren.
De handgrepen achter zijn voorzien
van een kledinghaakje A.
fig. 166
L0A0147b
fig. 167
L0A0222b
Controleer voordat u het
zonnescherm bedient of er
geen voorwerpen op de
hoedenplank liggen.
DOCUMENTENVAKKEN (fig.
166)
De rugleuningen van de voorstoelen
zijn aan de achterzijde voorzien van
een documentenvak.
Page 222 of 382

218
Onzorgvuldig gebruik
van het opendak, ook als
het is uitgerust met een
anti-letselfunctie, kan gevaarlijk
zijn. Controleer voor en tijdens de
bediening altijd of de passagiers
niet verwond kunnen worden door
de beweging van het opendak zelf
of door in beweging gebrachte
voorwerpen. Verwijder altijd de
contactsleutel uit het contactslot
als u de auto verlaat, om te voor-
komen dat het opendak per onge-
luk in beweging wordt gebracht en
zo gevaar kan opleveren voor de
achtergebleven inzittenden.
OPENDAK MET
ZONNECELLEN
Het opendak wordt elektrisch be-
diend. De elektrische bediening werkt
alleen als de contactsleutel in stand
MAR staat. Het opendak verschuift in
lengterichting, met verschillende ope-
ningsstanden, tot aan een complete
opening waarbij het opendak in een
daarvoor bestemde ruimte is ge-
plaatst. Het opendak kan ook aan de
achterzijde worden geopend (kantel-
stand) voor ventilatie in het interieur.
Aan de bovenzijde van het opendak
bevinden zich een aantal zonnecellen
die tijdens het parkeren de aanjager
van de klimaatregeling van stroom
voorzien, waardoor de temperatuur in
het interieur aanmerkelijk daalt.
Het opendak is uitgerust met een an-
tiletsel-veiligheidssysteem, dat het
opendak controleert tijdens het slui-
ten en dicht kantelen. De elektronische regeleenheid van
het systeem signaleert eventuele ob-
stakels tijdens het sluiten en dicht
kantelen van het opendak. Als een ob-
stakel wordt geconstateerd wordt het
sluiten/dicht kantelen gestopt en on-
middellijk een klein stukje in tegen-
gestelde richting uitgevoerd.
Door het gebruik van een
mobiele telefoon, een 27
mc-zender of gelijksoor-
tige apparaten in de auto (zonder
buitenantenne) ontstaan elektro-
magnetische velden die, als ze
worden versterkt door de reflectie
in het interieur, niet alleen
schadelijk voor de gezondheid van
de inzittenden kunnen zijn, maar
ook storingen in de elektrische
systemen van de auto (zoals de re-
geleenheid van het motormanage-
mentsysteem, de regeleenheid van
het ABS/EBD enz.) kunnen ver-
oorzaken. Hierdoor wordt de vei-
ligheid in gevaar gebracht.
Page 223 of 382
219
Open het dak niet bij
sneeuw of ijs: het kan dan
beschadigd worden.
BELANGRIJK Plaats bij uitvoerin-
gen met Keyless System de CID niet
op het opendak van de auto om te
voorkomen dat de CID per ongeluk
wordt herkend. OPENEN/SLUITEN EN
KANTELSTAND
Alle functies van het opendak (ope-
nen, sluiten en kantelstand achterzijde)
worden bediend met keuzeschakelaar
A (fig. 168).
Er zijn 6 openingsstanden in lengte-
richting en 3 kantelstanden ( fig. 169).
Na de bediening van de schakelaar,
beweegt het opendak en stopt auto-
matisch in de gekozen stand. Bij het openen van het opendak ver-
schijnt aan de voorzijde automatisch
een windscherm A (fig. 170) om
luchtwervelingen in het interieur te
voorkomen.
fig. 168
L0A0281b
fig. 170
L0A0282b
fig. 169
L0A0284b
Page 224 of 382

220
Na het loskoppelen van
de accu of het doorbran-
den van de zekering is het
nodig om de anti-letselfunctie op-
nieuw in te stellen. Ga daarbij als
volgt te werk:
1) draai keuzeschakelaar Ahelemaal
naar links, in de maximale kantel-
stand 3 (fig. 168)
2 ) houd de keuzeschakelaar Ain die
stand totdat het opendak in de maxi-
male kantelstand staat
3) laat de schakelaar los als het
opendak minstens 2 seconden in die
stand staat
4) druk binnen 5 seconden op de
schakelaar en houd deze ingedrukt
5) binnen nog eens 5 seconden be-
gint het opendak te bewegen en voert
een complete cyclus uit van openen en
sluiten en stopt als het opendak vol-
ledig gesloten is
6) laat de schakelaar los als het open-
dak minstens 2 seconden stilstaat. Op deze manier wordt het systeem
opnieuw ingesteld en functioneert
weer op normale wijze. Wendt u tot
de Lancia-dealer als dit niet het ge-
val is. Als de procedure voortijdig wordt
onderbroken, moet deze vanaf het be-
gin worden herhaald. Controleer regelmatig of
de afvoeropeningen A (fig.
171), die zich in de hoeken
voor van de omlijsting van het
opendak bevinden, niet verstopt
zijn.
fig. 171
L0A0283b