Page 189 of 282
188
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
fig. 49F0N0117m
❒pak de schroevendraaier uit de ge-
reedschapset en verwijder hiermee de
dop C-fig. 48op het aangegeven punt;
❒pak het sleepoog Duit de gereed-
schapset en draai het op de schroef-
draadpen fig. 48.
Het sleepoog achter B-fig. 49bevindt zich
op het in de afbeelding aangegeven punt.
Page 190 of 282

189
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD ......................... 190
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA ..... 191
PERIODIEKE CONTROLES ............................................. 195
ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO............................... 195
NIVEAUS CONTROLEREN ............................................. 196
LUCHTFILTER ..................................................................... 202
POLLENFILTER .................................................................... 202
ACCU ..................................................................................... 202
WIELEN EN BANDEN ...................................................... 205
RUBBER SLANGEN ............................................................ 206
RUITENWISSERS/ACHTERRUITWISSER ..................... 206
CARROSSERIE ..................................................................... 208
INTERIEUR ............................................................................ 210
O O O O
N N N N
D D D D
E E E E
R R R R
H H H H
O O O O
U U U U
D D D D
E E E E
N N N N
Z Z Z Z
O O O O
R R R R
G G G G
Page 191 of 282

BELANGRIJK De servicebeurten van het
Geprogrammeerd Onderhoud zijn door
de fabrikant voorgeschreven. Het niet
uitvoeren van deze servicebeurten kan
het vervallen van de garantie tot gevolg
hebben.
De werkzaamheden van het Gepro-
grammeerd Onderhoud kunnen door
alle Fiat-dealers tegen vaste tarieftijden
worden uitgevoerd.
Eventuele reparaties die nodig blijken tij-
dens het uitvoeren van de diverse
inspecties en controles van het gepro-
grammeerd onderhoud, worden uitslui-
tend na toestemming van de klant uitge-
voerd.BELANGRIJK Het is raadzaam eventuele
kleine defecten onmiddellijk door de
Fiat-dealer te laten verhelpen en daar-
mee niet te wachten tot de volgende
servicebeurt.
Als de auto vaak wordt gebruikt voor
het trekken van aanhangers, moeten er
kortere intervallen worden aangehou-
den voor de werkzaamheden van het
geprogrammeerd onderhoud.GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Doelmatig onderhoud is een beslissende
factor voor een lange levensduur, de
beste prestaties en een zo zuinig moge-
lijk gebruik van de auto.
Om dit te realiseren heeft Fiat een reeks
controle- en onderhoudsbeurten
samengesteld die, afhankelijk van de
motoruitvoering, iedere 40.000/45.000
km moeten worden uitgevoerd.
Onthoud echter dat het geprogram-
meerd onderhoud niet volledig toerei-
kend is om de auto in optimale staat te
houden: zowel in de beginperiode voor
de servicebeurt bij 40.000/45.000 kilo-
meter als daarna, tussen twee service-
beurten in, moet regelmatig wat aan-
dacht aan de auto worden geschonken.
Controleer bijvoorbeeld regelmatig de
bandenspanning en de vloeistofniveaus
en vul deze laatste zo nodig bij.
190
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
Page 192 of 282

191
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
45 90 135 180 225
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
ONDERHOUDSSCHEMA
(120 Multijet - 130 Multijet - 160 Multijet)
x 1000 km
Banden op conditie en slijtage controleren, bandenspanning eventueel herstellen
Werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richtingaanwijzers, waar-
schuwingsknipperlichten, laadruimte, waarschuwings-/controlelampjes enz.)
controleren
Werking ruitenwissers/-sproeiers controleren en eventueel
sproeiermonden afstellen
Stand wisserbladen controleren en wisserbladen op slijtage controleren
Remblokken op conditie en slijtage controleren en
werking van remblokslijtagesensor voor en achter controleren
Visueel de conditie controleren van:
Buitenzijde carrosserie en bodemplaatbescherming, uitlaat, brandstof- en
remleidingen, rubber delen (stofkappen, hoezen enz.) en rubber slangen
van rem- en brandstofsysteem
Conditie en spanning van diverse aandrijfriemen voor hulporganen visueel
controleren (behalve uitvoeringen met automatische riemspanners)
Slag van handrem controleren en eventueel afstellen
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren
Vergrendelmechanismen op vervuiling controleren en mechanismen smeren
Motorolie en oliefilter vervangen
Page 193 of 282

192
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
45 90 135 180 225
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●
●
●
●●●●●
●●
●●●●●
x 1000 km
Brandstoffilter vervangen
Luchtfilterelement vervangen (▼)
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen
(motorkoelsysteem - remsysteem - stuurbekrachtiging - ruitensproeiers - enz.)
Distributieriem controleren (uitvoeringen 120 - 130 Multijet)
Aandrijfriem voor hulporganen vervangen
Distributieriem vervangen (uitvoeringen 120 - 130 Multijet) (*)
Motormanagementsysteem controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of om de 24 maanden)
(*) Of iedere 4 jaar bij zware gebruiksomstandigheden (koud klimaat, in stadsverkeer met langdurig stationair draaiende
motor, stoffige omgeving of op wegen met zand en/of strooizout). Of iedere 5 jaar, onafhankelijk van het aantal afgelegde
kilometers
(▼)Als de auto is uitgerust met een speciaal luchtfilter voor stoffige omgeving:
- iedere 20.000 km filter controleren en reinigen;
- iedere 40.000 km filter vervangen.
Page 194 of 282

193
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
40 80 120 160 200
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
ONDERHOUDSSCHEMA (100 Multijet)
x 1000 km
Banden op conditie en slijtage controleren, bandenspanning eventueel herstellen
Werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richtingaanwijzers,
waarschuwingknipperlichten, laadruimte, waarschuwings-/controlelampjes
enz.) controleren
Werking ruitenwissers/-sproeiers controleren en eventueel
sproeiermonden afstellen
Stand wisserbladen controleren en wisserbladen op slijtage controleren
Remblokken op conditie en slijtage controleren en
werking van remblokslijtagesensor voor en achter controleren
Visueel de conditie controleren van:
Buitenzijde carrosserie en bodemplaatbescherming, uitlaat, brandstof- en
remleidingen, rubber delen (stofkappen, hoezen enz.) en rubber slangen
van rem- en brandstofsysteem
Conditie van diverse aandrijfriemen voor hulporganen visueel controleren
Slag van handrem controleren en eventueel afstellen
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren
Vergrendelmechanismen op vervuiling controleren en mechanismen smeren
Motorolie en oliefilter vervangen
Brandstoffilter vervangen
Page 195 of 282

40 80 120 160 200
●●●●●
●●●●●
●
●●●●●
●●
●●●●●
194
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
x 1000 km
Luchtfilterelement vervangen (▼)
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen
(motorkoelsysteem - remsysteem - stuurbekrachtiging - ruitensproeiers - enz.)
Aandrijfriem voor hulporganen vervangen
Motormanagementsysteem controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of om de 24 maanden)
Als de auto overwegend onder zware bedrijfsomstandigheden rijdt, zoals:
❒trekken van aanhangers of caravans;❒rijden op stoffige wegen;❒veel korte ritten (minder dan 7-8 km) en bij buitentemperaturen onder nul;❒veel langdurig stationair draaiende motor of lange ritten bij lage snelheden (bijv. bij huis-aan-huis bezorging) of als de auto
lang stilstaat;
❒in de stad;
moeten de onderhoudsbeurten iedere 30.000 km worden uitgevoerd
(▼)Als de auto is uitgerust met een speciaal luchtfilter voor stoffige omgeving:
- iedere 20.000 km filter controleren en reinigen;
- iedere 40.000 km filter vervangen.
Page 196 of 282

195
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
ZWAAR GEBRUIK VAN
DE AUTO
Als de auto overwegend onder zware
bedrijfsomstandigheden rijdt, zoals:
❒trekken van aanhangers of caravans;
❒rijden op stoffige wegen;
❒veel korte ritten (minder dan 7-8
km) en bij buitentemperaturen
onder nul;
❒veel langdurig stationair draaiende
motor of lange ritten bij lage snel-
heden (bijv. bij huis-aan-huis bezor-
ging) of als de auto lang stilstaat;
❒in de stad; is het noodzakelijk de vol-
gende controles vaker uit te voeren,
dan in het Onderhoudsschema staat
aangegeven:
❒remblokken voor (schijfremmen) op
conditie en slijtage controleren;
❒vergrendelmechanismen van motor-
kap en laadruimte op vervuiling con-
troleren en mechanismen smeren;
❒visueel de conditie controleren van:
motor, versnellingsbak, aandrijf-
assen, uitlaat, brandstof- en remlei-
dingen, rubber delen (stofkappen,
hoezen enz.) en rubber slangen van
rem- en brandstofsysteem;
❒acculading en niveau van het elek-
trolyt in de accu controleren;
❒conditie van diverse aandrijfriemen
voor hulporganen visueel controleren;
❒pollenfilter controleren en eventu-
eel vervangen;
❒luchtfilter controleren en eventueel
vervangen.
PERIODIEKE
CONTROLES
Iedere 1.000 km of voor een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
❒niveau van de motorkoelvloeistof;
❒niveau van de remvloeistof;
❒niveau van de ruitensproeiervloei -
stof;
❒conditie en spanning van de banden;
❒werking verlichting (koplamp-/ach-
terlichtunits, richtingaanwijzers,
waarschuwingsknipperlichten enz.);
❒werking ruitenwissers/-sproeiers en
stand/slijtage wisserbladen voor en
achter.
Iedere 1.000 km controleren en eventu-
eel bijvullen: motoroliepeil.
Gebruik bij voorkeur producten van FL
Seleniaomdat die speciaal zijn afge-
stemd op de Fiat-modellen (zie de
“Vullingstabel” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”).