Page 65 of 128

Remblokdikte, achter,
controlerenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.Remvoeringdikten onder de
minimumwaarde leiden tot
een verminderde remwerking en
onder bepaalde omstandigheden
tot schade aan de remmen.
Om de bedrijfszekerheid van het
remsysteem te waarborgen mo-
gen de remblokken niet dunner
worden dan de minimaal toelaat-
bare dikte. Dikte van de remblokken ach-
ter
1door visuele controle van
achteren controleren.
Remblokslijtagegrens
achter
min 1 mm (Alleen remvoe-
ring zonder rugplaat)
De slijtagemarkeringen moe-
ten duidelijk zichtbaar zijn.
Als de slijtagemarkeringen niet
meer zichtbaar zijn: Remblokken door een speci-
alist laten vervangen, bij voor- keur door een BMW Motorrad
dealer.
RemvloeistofRemvloeistofpeil, voor,
controlerenDe motorfiets rechtop houden
en erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is
Stuur in rechtuitstand zetten.
Bij een te laag remvloeistof-
peil kan lucht het remsys-
teem binnendringen. Dat leidt tot
een sterk verminderde remwer-
king.
863zOnderhoud
Page 66 of 128
Het remvloeistofpeil regelmatig
controleren.Vloeistofpeil op remvloeistofre-
servoir, voor, 1aflezen.
Door de slijtage van de
remblokken daalt het rem-
vloeistofpeil in het reservoir.
Remvloeistofpeil, voor
Remvloeistof DOT4
Het remvloeistofpeil mag niet
onder de MIN-markering ko-
men. (Remvloeistofreservoir
horizontaal) Als het remvloeistofpeil tot onder
het toegestane peil daalt:
De storing zo snel mogelijk
door een specialist laten ver-
helpen, bij voorkeur een BMW
Motorrad dealer.
Remvloeistofpeil, achter,
controlerenDe motorfiets rechtop houden
en erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is
Bij een te laag remvloeistof-
peil kan lucht het remsys-
teem binnendringen. Dat leidt tot een sterk verminderde remwer-
king.
Het remvloeistofpeil regelmatig
controleren.
Vloeistofpeil op remvloeistofre-
servoir, achter, 1aflezen.
Door de slijtage van de
remblokken daalt het rem-
vloeistofpeil in het reservoir.
Remvloeistofpeil, achter
Remvloeistof DOT4
864zOnderhoud
Page 67 of 128
Remvloeistofpeil, achter
Het remvloeistofpeil mag niet
onder de MIN-markering ko-
men. (Remvloeistofreservoir
horizontaal)
Als het remvloeistofpeil tot onder
het toegestane peil daalt: De storing zo snel mogelijk
door een specialist laten ver-
helpen, bij voorkeur een BMW
Motorrad dealer.
KoelvloeistofKoelvloeistofpeil
controlerenDe motorfiets rechtop houden
en erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is Koelvloeistofpeil bij de schaal-
indeling
1van het expansiere-
servoir controleren. Voorgeschreven peil
koelvloeistof
Tussen MIN- en MAX-mar-
kering op expansiereservoir
Is het koelvloeistofpeil te laag: Koelvloeistof bijvullen
Is het koelvloeistofpeil te hoog: Neem contact op met een spe-
cialist, bij voorkeur een BMW
Motorrad dealer.
Koelvloeistof bijvullenBuddyseat verwijderen. ( 37)
865zOnderhoud
Page 68 of 128
Draai de bout1los.
Bouten 2verwijderen.
Zijpaneel naar onderen verwij-
deren. Dop van het expansiereservoir
voor koelvloeistof
1openen.
Koelvloeistof tot het voorge-
schreven peil vullen.
Dop van het expansiereservoir
voor koelvloeistof sluiten. Het kuipzijdeel in de bevesti-
gingen
3aanbrengen.
Bouten 2aanbrengen.
866zOnderhoud
Page 69 of 128
Schroef1aanbrengen.
Buddyseat aanbrengen ( 38)
KoppelingSpeling van de
koppelingshendel
controlerenKoppelingshendel bedienen,
totdat weerstand voelbaar is.
Speling van de koppelingshen-
del Ameten.
Speling koppelingshendel
2...3 mm (bij koude motor) Als de speling van de koppe-
lingshendel buiten de tolerantie
ligt:
Speling van koppelingshendel
afstellen ( 67)
Speling van
koppelingshendel
afstellenManchet 1terugschuiven.
Borgmoer 2losdraaien.
Speling van de koppelingshen-
del met de stelbus 3in de juis-
te stand zetten.
Rechtsom draaien: Speling
wordt groter.
867zOnderhoud
Page 70 of 128

Linksom draaien: Speling
wordt kleiner.
Speling van de koppelingshen-
del controleren ( 67)
Borgmoer2vastdraaien.
Manchet 1over de stelbus
trekken.BandenBandenprofieldiepte
controlerenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Bandenprofieldiepte in de
hoofdprofielgroeven met
slijtage-indicatoren meten.
Op elke band bevinden zich
slijtagemarkeringen die in
het hoofdprofiel zijn geïntegreerd.
Indien de slijtagemarkeringen
zichtbaar zijn, is de band volle-
dig versleten. De posities van de
slijtagemarkeringen zijn op de zij-
kant van de band aangegeven, bijv. door de letters TI, TWI of
door een pijl.
Als het bandenprofiel niet meer
voldoet aan de wettelijk voorge-
schreven minimale profieldiepte:
Banden vervangen.
VelgenVelgen controlerenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Velgen visueel op defecten
controleren.
Beschadigde velgen contro-
leren en zo nodig laten ver-
nieuwen, bij voorkeur door een
BMW Motorrad dealer.KettingKetting smerenContact uitschakelen en neu-
traalstand inschakelen. Door vuil, stof en onvol-
doende smering wordt de
levensduur van de aandrijfketting
sterk verkort.
Aandrijfketting regelmatig reini-
gen en smeren.
De aandrijfketting met een ge-
schikt reinigingsmiddel reinigen,
afdrogen en kettingsmeermid-
del aanbrengen.
Overtollig smeermiddel afve-
gen.
Kettingspanning
controlerenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
868zOnderhoud
Page 71 of 128

Ketting met behulp van een
schroevendraaier omhoog
drukken en verschilAmeten.
Kettingspeling
25...30 mm (De motorfiets
staat op de zijstandaard.)
30...35 mm (Achterwiel uit-
geveerd)
Als de gemeten waarde buiten
de toegestane tolerantie ligt: Kettingspanning afstellen
( 69)
Kettingspanning afstellenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Steekasmoer 1losdraaien.
Borgmoeren 2links en rechts
door linksom draaien losmaken.
Met stelbouten 3links en
rechts de kettingspanning
afstellen.
Rechtsom draaien: ketting-
spanning wordt verlaagd.
Linksom draaien: kettingspan-
ning wordt verhoogd. Kettingspanning controleren
( 68)
Erop letten dat links en
rechts dezelfde waarde op de
schaal
4wordt ingesteld.
Borgmoeren 2links en rechts
door rechtsom draaien borgen.
Borgmoer van de ketting-
spanbout
25 Nm
Steekasmoer 1met het juiste
aanhaalmoment vastzetten.
Moer op steekas achter
80 Nm
Kettingslijtage
controlerenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
869zOnderhoud
Page 72 of 128

Ketting op het achterste uitein-
de van het achterkettingtand-
wiel naar achteren trekken.
De toppen van de tanden moe-
ten nog binnen de schakels
blijven.
Als de kettingschakels voorbij de
toppen van de tanden kunnen
worden getild: Contact opnemen met een
specialist, bij voorkeur een
BMW Motorrad dealer.
WielenAanbevolen bandenVoor elke bandenmaat zijn be-
paalde bandenmerken door BMW
Motorrad getest, als verkeersvei-
lig beoordeeld en goedgekeurd.
Van andere banden kan BMW
Motorrad de geschiktheid van
het product niet beoordelen en
daarom niet instaan voor de rij-
veiligheid.
BMW Motorrad adviseert, alleen
banden te gebruiken, die door
BMW Motorrad zijn getest en
goedgekeurd.
Uitvoerige informatie krijgt u bij
uw BMW Motorrad dealer of via
internet onder "www.bmw-motor-
rad.com".Voorwiel uitbouwenDe motorfiets op een geschikte
hulpstandaard plaatsen. BMW
Motorrad adviseert de BMW
Motorrad hulpstandaard. Hulpstandaard aanbrengen
( 76)
Met SU BMW Motorrad ABS:
Bout 1van de ABS-sensor los-
draaien en ABS-sensor uit de
houder nemen.
Voorwiel met geschikte hulp-
standaard optillen. BMW Mo-
torrad adviseert de BMW Mo-
torrad voorwielstandaard.
Voorwielstandaard aanbrengen
( 77)
870zOnderhoud