Page 209 of 283

NOODGEVALLEN
207
– als u er niet in slaagt binnen 5 minu-
ten de bandenspanning op ten minste 1,5
bar te krijgen, koppel dan de compressor los
van het ventiel en de contactdoos en ver-
plaats vervolgens de auto ongeveer 10 me-
ter naar voren of naar achteren, zodat de
afdichtvloeistof in de band verdeeld wordt;
pomp de band vervolgens weer op;
– als u er ook dan niet in slaagt om, bin-
nen 5 minuten na inschakeling van de com-
pressor, de spanning op ten minste 1,8 bar
te brengen, mag niet verder worden gere-
den, omdat de band te erg beschadigd is en
de reparatieset de vereiste wegligging niet
kan garanderen; wendt u tot de Alfa Romeo-
dealer;
– als de band is opgepompt tot de juiste
waarde, vertrek dan onmiddellijk;
fig. 15
A0A1100m
fig. 16
A0A1039m
A TTENTIE– als een spanning van ten minste 1,8
bar wordt gemeten, herstel dan de correc-
te bandenspanning (met draaiende motor
en aangetrokken handrem) en rijdt ver-
der;
– rijd zeer voorzichtig naar de Alfa
Romeo-dealer.
Als de bandenspanning
onder 1,8 bar is gedaald,
mag niet verder worden gereden:
de snelle reparatieset Fix & Go
automatic kan de vereiste weg-
ligging niet garanderen omdat de
band te erg beschadigd is. Wendt
u tot de Alfa Romeo-dealer.
AT T E NTIE
Plaats de sticker op een
voor de bestuurder goed
zichtbare plaats om aan te geven
dat de band behandeld is met de
snelle bandenreparatieset. Rijd
voorzichtig vooral in bochten.
Rijd niet harder dan 80 km/h.
V ermijd bruusk accelereren en
remmen.
– stop na ongeveer 10 minuten en con-
troleer opnieuw de bandenspanning; ver-
geet niet de handrem aan te trek-
ken;
U moet absoluut aange-
ven dat de band is gere-
pareerd met de snelle bandenre-
paratieset. Overhandig de infor-
matiefolder aan het personeel dat
de band moet repareren die
behandeld is met de bandenrepa-
ratieset.
AT T ENTIE
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 207
Page 210 of 283

NOODGEVALLEN
208fig. 17
A0A1101m
fig. 18
A0A1102m
fig. 19
A0A1103m
wordt de afdichtvloeistof niet in de band
gespoten.
PROCEDURE VOOR HET VER-
VANGEN VAN DE SPUITBUS
Ga als volgt te werk voor het vervangen
van de spuitbus:
– maak de koppeling A-fig. 19 en de
vulbuis Blos;
– draai de te vervangen spuitbus links-
om en trek de spuitbus omhoog;
– plaats de nieuwe spuitbus en draai de
spuitbus rechtsom;
– plaats de koppeling Aterug of sluit de
vulbuis Baan op de zitting.
U moet absoluut aange-
ven, aan iedereen die de
auto kan gebruiken, dat de band
is gerepareerd met de snelle
reparatieset. Overhandig de
informatiesticker aan het perso-
neel dat de reparatiewerkzaam-
heden uitvoert.
AT T E NTIEALLEEN VOOR HET CONTROLE-
REN EN HERSTELLEN VAN DE
SPANNING
De compressor kan ook worden gebruikt
voor het herstellen van de bandenspan-
ning. Maak de snelkoppeling A-fig. 17
los en verbind de koppeling direct met het
ventiel van de op te pompen band fig.
18; op deze manier wordt de spuitbus
niet met de compressor verbonden en
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 208
Page 211 of 283

NOODGEVALLEN
209
Modificaties of reparaties
aan de elektrische instal-
latie die niet correct worden uit-
gevoerd en waarbij geen reke-
ning wordt gehouden met de
technische specificaties van het
systeem, kunnen storingen in de
werking en zelfs brand veroorza-
ken.
AT TENTIE
Wij raden u aan defecte
gloeilampen, indien moge-
lijk, door de Alfa Romeo-dealer
te laten vervangen. De juiste
werking en afstelling van de bui-
tenverlichting zijn van essentieel
belang voor de rijveiligheid en
bovendien wettelijk verplicht.
AT T ENTIE
Halogeenlampen mag u
uitsluitend aanraken op
het metalen gedeelte. Als u de bol
met uw vingers aanraakt, zal de
lichtopbrengst van de lamp terug-
lopen en kan ook de levensduur
beperkt worden. Als u de bol per
ongeluk toch hebt aangeraakt,
moet u de bol schoonwrijven met
een doekje met alcohol en daarna
laten drogen.
A TTENTIE
Halogeenlampen bevatten
gas onder druk. Bij breuk
kunnen er glassplinters weg-
schieten.
AT T ENTIE
Door de hoge voedings-
spanning mogen defecte
gasontladingslampen (Xenon)
uitsluitend vervangen worden
door gespecialiseerd personeel:
levensgevaar! Wendt u tot de
Alfa Romeo-dealer.
AT TENTIEEEN GLOEILAMP VER-
VANGEN
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 209
Page 212 of 283

NOODGEVALLEN
210
D.-E. HalogeenlampenVerwijder de lamp door de borg-
veer los te haken.
F. Xenonlampen
V oor het verwijderen van de
lamp moet de bevestigingsring
worden losgedraaid en de bijbe-
horende borgveer worden losge-
haakt. ALGEMENE AANWIJZINGEN
– Als een lamp niet brandt, controleer
dan eerst of de zekering niet doorgebrand
is, voordat u de lamp vervangt.
– Zie voor de plaats van de zekeringen
de paragraaf “Een doorgebrande zeke-
ring” in dit hoofdstuk.
– Controleer, voordat u een lamp ver-
vangt, of de contacten niet zijn geoxi-
deerd.
– Vervang een defecte lamp door een
exemplaar van hetzelfde type en vermo-
gen.
– Als u een gloeilamp in de koplamp
hebt vervangen, controleer dan om veilig-
heidsredenen altijd of de afstelling nog
goed is.
TYPEN GLOEILAMPEN (fig. 20)
Op de auto zijn verschillende typen gloei-
lampen gemonteerd:
A. Glasfittinglampen Deze zijn voorzien van een klemfit-
ting. Verwijder de lamp door de
lamp uit de houder te trekken.
B. Gloeilampen met bajonetfit- ting
V oor het verwijderen van de lamp:
druk de lamp iets in, draai de lamp
linksom en verwijder de lamp.
C. Buislampen Verwijder de lamp door hem uit de
veercontacten los te maken.
fig. 20
A0A0503m
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 210
Page 213 of 283
NOODGEVALLEN
211
GLOEILAMPEN
Grootlicht
Dimlicht
Dimlicht met Xenongasontladingslampen
Buitenverlichting voor
Mistlampen voor
Richtingaanwijzers voor
Richtingaanwijzers op voorspatbord
Richtingaanwijzers achter
Achterlichten - remlichten
Derde remlicht
Achteruitrijlichten
Mistachterlicht
Kentekenplaatverlichting
Dorpelverlichting
Plafondverlichting voor
Plafondverlichting achter
Verlichting zonneklepspiegel
Ve rlichting dashboardkastje
Bagageruimteverlichting FIGUUR 20
D
DF
B E
B A
B
B A
B
B A
C
C
C A
A
C VERMOGEN
55W
55W
35W6W
55W
21W 5W
21W
5W/21W 2,3W21W
21W 5W
5W
10W
10W
1,2W 5W
5W
TYPE
H1
H7
DS2
H6W H1
PY21W W5W
P21W
P21/5W W2,3W P21W
P21WW5W C5W
C10W
C10W
W1,2W W5WC5W
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 211
Page 214 of 283

HALOGEEN KOPLAMPEN
BELANGRIJKZie voor het lamptype
en het vermogen de vorige paragraaf
“Een gloeilamp vervangen”.
fig. 21
A0A1066m
Modificaties of reparaties
aan de elektrische instal-
latie die niet correct worden uit-
gevoerd en waarbij geen reke-
ning wordt gehouden met de
technische specificaties van het
systeem, kunnen storingen in de
werking en zelfs brand veroorza-
ken.
AT T ENTIE
NOODGEVALLEN
212
DEFECTE
BUITENVERLICHTING
KOPLAMPEN MET XENONLAM-
PEN
Xenonlampen hebben een zeer lange
levensduur waardoor een eventueel defect en
daardoor een vervanging onwaarschijnlijk is.
In de koplampunits zijn de gloeilampen
voor de buitenverlichting, het dimlicht, het
grootlicht en de mistlamp opgenomen. In de koplampunits zijn de gloeilampen
voor de buitenverlichting, het dimlicht, het
grootlicht en de richtingaanwijzers voor
opgenomen.
De lampen zijn op de volgende wijze in
de koplampunit geplaatst ( fig. 21):
(A) Dimlicht
(B) Grootlicht
(C) Buitenverlichting
(D) Richtingaanwijzers voor.
BELANGRIJK Aan de binnenzijde kan
de koplamp een beetje beslagen zijn: dit
duidt niet op een defect maar is een
natuurlijk verschijnsel dat veroorzaakt
wordt door de lage temperatuur en de
luchtvochtigheidsgraad en verdwijnt snel
als de koplampen worden ingeschakeld.
De aanwezigheid van druppels aan de bin-
nenzijde van de koplamp duidt daarente-
gen op het binnendringen van water:
wendt u in dat geval tot de Alfa Romeo-
dealer.
Door de hoge voedings-
spanning mogen defecte
gasontladingslampen (Xenon)
uitsluitend vervangen worden
door gespecialiseerd personeel:
levensgevaar! Wendt u tot de
Alfa Romeo-dealer.
AT TENTIE
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 212
Page 215 of 283
NOODGEVALLEN
213
Dimlichten(fig. 22-23)
Gloeilamp vervangen:
– Schuif de rubber beschermhoes los.
– Maak de stekker (A) los.
– Maak de veer van de lamp ( B) los.
– Verwijder en vervang de lamp.
fig. 23
A0A1068m
fig. 22
A0A1067m
Buitenverlichting voor(fig.
24)
Gloeilamp vervangen:
– Schuif de rubber beschermhoes los.
– Druk op de lippen ( A) en trek de
lamphouder los.
– Verwijder de geklemd gemonteerde
lamp (B) en vervang de lamp.
– Monteer de lamphouder, waarbij op
de vergrendeling van de borglippen ( A)
moet worden gelet.
– Monteer de rubber beschermhoes
weer op de juiste wijze.
fig. 24
A0A1069m
– Monteer de nieuwe lamp. Hierbij moe-
ten de lippen van het metalen deel vallen
in de uitsparingen van de reflector; maak
vervolgens de veer (B) vast.
– Sluit de stekker ( A) aan.
– Monteer de rubber beschermhoes
weer op de juiste wijze.
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 213
Page 216 of 283
NOODGEVALLEN
214
Grootlicht (fig. 25-26)
Gloeilamp vervangen:
– Schuif de rubber beschermhoes los.
– Maak de stekker (A) los.
– Maak de veer van de lamp ( B) los.
– Verwijder en vervang de lamp.
fig. 26
A0A1071m
fig. 25
A0A1070m
– Monteer de nieuwe lamp. Hierbij moet
de nok van het metalen deel vallen in de
uitsparing in de reflector. Maak vervolgens
de veer (B) vast.
– Sluit de stekker ( A) aan.
– Monteer de rubber beschermhoes
weer op de juiste wijze.Richtingaanwijzers voor
(fig. 27)
Gloeilamp (oranje) vervangen:
– Draai de lamphouder ( A) linksom en
verwijder de lamphouder.
– Verwijder de lamp door deze iets in te
drukken en linksom te draaien.
– Plaats de lamp door deze iets in te
drukken en rechtsom te draaien.
– Monteer de lamphouder, draai de
lamphouder rechtsom en controleer of de
houder goed vastzit.
fig. 27
A0A1072m
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 214