Page 97 of 283

WEGWIJS IN UW AUTO
95
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING MET GESCHEIDEN REGELING
(optional voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Ga als volgt te werk om het systeem in
te schakelen (fig. 105):
- verdraai de ringen van de knoppen om
de gewenste temperatuur in te stellen
(bestuurderszijde – passagierszijde).
- druk knop
AUTOin.
BELANGRIJK Met de airconditioning
kan de temperatuur voor de bestuurder en
de passagier apart worden ingesteld. Het
maximale temperatuurverschil is 7°C.
BELANGRIJK De aircocompressor kan
alleen werken bij een draaiende motor en
een buitentemperatuur hoger dan 4°C. Om het systeem beter te begrijpen en te
benutten, raden wij u aan om de volgen-
de pagina’s zorgvuldig te lezen.
A0A1020m
fig. 105
De airconditioning
maakt gebruik van het
koelmiddel “R134a”. Bij
lekkage is dit middel niet schade-
lijk voor het milieu. Gebruik in
geen geval andere middelen,
omdat anders de componenten
van het systeem beschadigd kun-
nen worden.
Bij een lage buitentempe-
ratuur werkt de aircocom-
pressor niet. Het verdient daarom
aanbeveling om de recirculatie-
functie
vbij lage buitentempe-
raturen niet te gebruiken, omdat
de ruiten anders snel kunnen be-
slaan.
A TTENTIE
Iedere keer als de accu
losgekoppeld is geweest,
moet tenminste 3 minuten
worden gewacht voordat de motor
wordt gestart, zodat de regeleen-
heid van de airconditioning de ac-
tuatoren van de temperatuur en de
luchtverdeling kan resetten.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 95
Page 98 of 283

WEGWIJS IN UW AUTO
96
parameters en functies:- temperatuur ingevoerde lucht in het interieur (gescheiden voor de bestuur-
ders- en passagierszijde)
- aanjagersnelheid
- luchtverdeling
- in-/uitschakeling recirculatiefunctie
- toestaan in-/uitschakeling aircocompressor.
Het is mogelijk de instelling van de vol-
gende functies handmatig te veranderen: - aanjagersnelheid
- luchtverdeling
- in-/uitschakeling recirculatiefunctie
- toestaan in-/uitschakeling aircocompressor.
De regeling van de functies die niet hand-
matig zijn gewijzigd, blijft automatisch
plaatsvinden. De temperatuurregeling van
de lucht naar het interieur vindt altijd auto-
matisch plaats. De temperatuur is afhanke-
lijk van de op de displays voor de bestuurder
en passagier ingestelde waarden.
BELANGRIJK De handmatige instellin-
gen hebben voorrang boven de automati-
sche instellingen en blijven in het geheu-
gen opgeslagen, totdat de gebruiker de
regeling weer overlaat aan het automati-
sche systeem. De handmatig gekozen
instellingen blijven opgeslagen als de
motor wordt uitgezet en weer hersteld als
de motor opnieuw wordt gestar
T.
Om een goede werking
van de wasemsensor te
garanderen mogen geen
zelfklevende voorwerpen
(tolvignetten, parkeerschijven
enz.) in het “controle”-gebied
tussen sensor en voorruit worden
aangebracht. Bovendien moeten
de voorruit en de sensor voor-
zichtig worden schoongemaakt,
waarbij moet worden voorkomen
dat stof of andere ongerechtighe-
den zich ophopen.
BELANGRIJK Telkens als de contact-
sleutel in stand MARwordt gezet of als
knop auto wordt ingedrukt, dan wordt de
ontwasemfunctie ingeschakeld. De functie
kan worden onderbroken door het indruk-
ken van de knoppen: airconditioning,
recirculatie, luchtverdeling, luchtop-
brengst. Hierdoor wordt het signaal van
de wasemsensor onderbroken, totdat u
opnieuw knop auto indrukt of de con-
tactsleutel in stand MARzet.
Bij sommige uitvoeringen is het systeem
uitgerust met een luchtkwaliteitsensor die
automatisch de luchtrecirculatie kan
inschakelen om de onaangename effecten
van vervuilde lucht, tijdens het rijden in de
stad, in de file en in tunnels, en als de rui-
tensproeiers worden ingeschakeld (met
de typische alcoholgeur), te verminderen.
BELANGRIJK De werking van de
luchtkwaliteitsensor is ondergeschikt aan
de veiligheid; daarom wordt de werking uit-
geschakeld als de compressor wordt uitge-
zet of bij een lage buitentemperatuur. U
kunt de sensor weer inschakelen door de
recirculatieknop
vin te drukken.
Hierdoor werkt het systeem weer automa-
tisch.
De luchtkwaliteit wordt ook geregeld
door een gecombineerd pollenfilter met
actieve koolstof. De klimaatregeling con-
troleert en regelt automatisch de volgende
ALGEMENE INFORMATIE
De auto is uitgerust met een airconditio-
ning met gescheiden luchttemperatuurrege-
ling voor bestuurders- en passagierszijde,
die geregeld wordt door een elektronische
regeleenheid. Voor een optimale tempera-
tuurregeling in de twee ruimtes van het inte-
rieur, is het systeem uitgerust met een bui-
tentemperatuursensor, een interieurtempe-
ratuursensor en een dubbele zonnestralings-
sensor. Bij sommige uitvoeringen is het sys-
teem voorzien van een wasemsensor direct
achter de binnenspiegel. Deze sensor kan
een bepaald gebied aan de binnenzijde van
de voorruit “controleren” en het systeem
automatisch bedienen, zodat wasem wordt
voorkomen of verminderd. Daarvoor voert
het systeem de volgende handelingen uit:
recirculatiefunctie uitschakelen, compressor
inschakelen, luchtverdeling naar voorruit,
aanjagersnelheid hoog genoeg voor ontwa-
semen; als de wasem hardnekkig is, dan
wordt de functie
MAX-DEFingeschakeld.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 96
Page 99 of 283

WEGWIJS IN UW AUTO
97
BEDIENINGSORGANEN (fig.
106)
1 - Display ingestelde interieurtempera-
tuur (bestuurderszijde)
2 - Draaiknop voor regeling van de inte-
rieurtemperatuur (bestuurderszijde)
3 - Display ingestelde aanjagersnelheid
en weergave uitgeschakeld systeem (
OFF)
4 - Draaiknop voor aanjagersnelheid en
uitschakelen systeem
5 - Display ingestelde interieurtempera-
tuur (passagierszijde)
6 - Draaiknop voor regeling van de inte-
rieurtemperatuur (passagierszijde)
7 - Drukknop in-/uitschakelen maxima-
le ontdooiing/ontwaseming van voorruit
en zijruiten voor, achterruitverwarming en
verwarming buitenspiegels (functie
MAX-
DEF-)
8 - Drukknop in-/uitschakelen recircula-
tie
v(handmatig/automatisch)
9 - Drukknop in-/uitschakelen achter-
r uit- en spiegelverwarming
(
10 - Drukknoppen voor instellen lucht-
verdeling 11
- Interieurtemperatuursensor
12 - Drukknop voor gelijkstellen inge-
stelde temperatuur van passagiers- met
bestuurderszijde MONO
13 - Drukknop voor inschakelen auto-
matische werking
AUTO
14 - Drukknop in-/uitschakelen airco-
compressor
√
fig. 106
A0A1021m
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 97
Page 100 of 283

WEGWIJS IN UW AUTO
98
GEBRUIK VAN DE AUTO-
MATISCHE AIRCONDITIONING
MET GESCHEIDEN REGELING
( fig. 106)
BELANGRIJK De ringen van de draai-
knoppen zijn niet voorzien van een
mechanische aanslag. Als de maximum of
minimum waarde is bereikt, dan kunnen
de ringen nog steeds in beide richtingen
draaien.
Het systeem kan op verschillende manie-
ren worden ingeschakeld, maar
aangeraden wordt te beginnen met het
invoeren van de gewenste temperaturen
op de displays en vervolgens knop ( 13)
AUTOin te drukken.
Op deze wijze werkt het systeem geheel
automatisch, zodat zo snel mogelijk de
ingestelde temperaturen worden bereikt
en in stand worden gehouden.
Tijdens de volledig automatische wer-
king van het systeem kunt u op ieder
moment de ingestelde temperaturen wijzi-
gen: het systeem zal automatisch de
eigen instellingen wijzigen en aanpassen
aan de nieuwe instellingen. BELANGRIJK
Het temperatuurverschil
tussen de bestuurders- en passagierszijde
mag maximaal 7°C zijn. Het systeem
accepteert geen grotere verschillen.
De automatische keuzes kunnen hand-
matig met de volgende bedieningsorga-
nen worden aangepast:
- draaiknop ( 4) regeling aanjagersnel-
heid
- drukknoppen ( 10) voor de luchtverde-
ling
- drukknop ( 8)
vin-/uitschakelen
recirculatie
- drukknop (14)
√voor inschakelen
aircocompressor.
Als handmatig een of meer van deze
functies worden gekozen, dan gaat het
lampje rechts op knop ( 13)
AUTOuit.Als een of meer functies handmatig zijn
ingeschakeld, dan blijft de regeling van de
luchttemperatuur automatisch plaatsvin-
den (het lampje links op knop 13
AUTO
brandt), behalve als de compressor niet is
ingeschakeld.
Onder deze omstandigheden kan de
luchttemperatuur naar het interieur niet
lager worden dan de buitentemperatuur;
in deze situatie zijn de twee lampjes op
knop (13)
AUTOuit en knippert de tem-
peratuuraanduiding op het display ( 1)
en/of (5).
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 98
Page 101 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
99
DRAAIKNOPPEN VOOR REGE-
LING LUCHTTEMPERATUUR
(fig. 107)Als u de ring van knop ( 2of 6) rechts-
of linksom draait, wordt de gewenste tem-
peratuur links (knop 2) of rechts (knop
6) resp. verhoogd of verlaagd. De inge-
stelde temperaturen verschijnen op de dis-
plays (1) en (5) boven de betreffende
knoppen.
De gescheiden temperatuurregeling
wordt automatisch hervat als u draaiknop
(6) bedient.
Als u de knop helemaal naar rechts of
helemaal naar links draait, tot aan de
uiterste waarden HIof LO, wordt respec-
tievelijk de functie van de maximale ver-
warming of de maximale koeling inge-
schakeld:
A0A1022m
fig. 107
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 99
Page 102 of 283

WEGWIJS IN UW AUTO
100
Functie HI
(maximale verwarming - fig. 108)
Als u op het display een temperatuur
hoger dan 32,5°C instelt, wordt deze
functie ingeschakeld, onafhankelijk of de
instelling aan de bestuurders- of passa-
gierszijde of aan beide zijden plaatsvindt;
door deze instelling wordt het systeem
niet meer gescheiden geregeld. De functie
wordt op beide displays aangegeven.
Deze functie kan worden ingeschakeld
als u het interieur zo snel mogelijk wilt
verwarmen, waarbij maximaal van het
vermogen van het systeem gebruik wordt
gemaakt.
Deze functie maakt gebruik van de maxi-
male temperatuur van de verwarmingsvloei-
stof, terwijl de luchtverdeling en de snelheid
van de aanjager door het systeem worden
ingesteld.
Het verdient aanbeveling om
deze functie niet bij koude motor in
te schakelen, omdat dan te weinig
warme lucht het interieur bereikt.
Als deze functie is ingeschakeld, zijn alle
handmatige instellingen toegestaan.
Om de functie uit te schakelen, moet u de
ring van knop (2 ) of (6) voor het instellen
van de temperatuur op een waarde onder
32,5°C zetten; op het andere display wordt
32,5°C weergegeven.
A0A1023m
fig. 108
Als u knop (13)
AUTOindrukt, dan geeft
het display een temperatuur aan van
32,5°C en wordt de temperatuur weer
automatisch geregeld.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 100
Page 103 of 283

WEGWIJS IN UW AUTO
101
Functie LO
(maximum koeling - fig. 109)
Als u op het display een temperatuur
onder 16,5°C instelt, wordt deze functie
ingeschakeld; deze instelling wordt op
beide displays weergegeven.
Deze functie kan worden ingeschakeld
als u het interieur zo snel mogelijk wilt
koelen, waarbij maximaal van het vermo-
gen van het systeem gebruik wordt
gemaakt.
De functie onderbreekt de verwarming
van de lucht, schakelt de recirculatiefunc-
tie in (om te voorkomen dat warme lucht
het interieur bereikt), schakelt de airco-
compressor in en zet de luchtverdeling in
de stand
RE. De aanjagersnelheid is
afhankelijk van de instelling door het sys-
teem.
Als deze functie is ingeschakeld, zijn alle
handmatige instellingen toegestaan.
Om de functie uit te schakelen moet u de
ring van knop ( 2) of (6 ) voor het instellen
van de temperatuur op een waarde hoger
dan 16,5°C zetten; op het andere display
wordt 16,5°C weergegeven.
Als u knop ( 13)
AUTOindrukt, geeft het
display een temperatuur aan van 16,5°C
en wordt de temperatuur weer automa-
tisch geregeld.
A0A1024m
fig. 109
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 101
Page 104 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
102
DRUKKNOP MONO VOOR
GELIJKSTELLEN INGESTELDE
TEMPERATUREN
(fig. 110)
Als u knop ( 12)
MONOindrukt, wordt
de temperatuur aan bestuurders- en pas-
sagierszijde automatisch gesynchroni-
seerd, waarna u de temperatuur in de
twee gedeelten met de ring van knop ( 2)
aan de bestuurderszijde kunt regelen.
Met deze functie kan de temperatuur in
het gehele interieur makkelijk geregeld
worden, als de bestuurder alleen in de
auto zit.
De gescheiden temperatuurregeling
wordt automatisch hervat als de passagier
de ring van knop ( 6) bedient of als knop
(12)
MONOwordt ingedrukt.
A0A1025m
fig. 110
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 102