Page 212 of 247

Motorruimte.................................................................. 8-2
Dagelijkse controles ..................................................... 8-5
Oliepeil controleren ...................................................... 8-6
Koelvloeistof control-eren en verversen ..................... 8-9
Accu controleren ........................................................ 8-12
Onderhoud airconditioning ........................................ 8-13
Vervangen van het luchtfilter .................................... 8-14
Remvloeist of ............................................................... 8-15
Koppelingvloeistof ...................................................... 8-16
Vloeistofpeil automatische transmissie controleren .. 8-16
Ruitesproeierreservoir bijvullen ................................. 8-18
Ruitenwissers ruiten wisserbladen ............................ 8-19
Vloeistofniveau ruitenspro-eier achterklep ................ 8-20
Speling van hetstuurwiel controleren ........................ 8-20
V-riemen controleren ................................................. 8-21
Banden ....................................................................... 8-22
8
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
8
Page 213 of 247
8INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
2MOTORRUIMTE
I010B01P-GXT DIESELMOTOR (Voor 2.5 4D56 TCI)
1. Dop ruitesproeierreservoir
2. Peilstaaf automatische transmiss- ievloeistof (Indien aanwezig)
3. Olievuldop 4. Oliepeilstaaf motor
5. Rembekrachtiger
6. Remvloeistofreservoir
7. Koelvloeistofreservoir 8. Luchtfilter
9. Reservoir stuurbekrachtiging
10.Accu
11.Zekeringhouder relaiskastI010B02P
Page 214 of 247
8
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
3
I010C01P-GXT
DIESELMOTOR (Voor 2.5 CRDi TCI)
1. Dop ruitesproeierreservoir
2. Olievuldop
3. Rembekrachtiger 4. Remvloeistofreservoir
5. Koelvloeistofreservoir
6. Luchtfilter
7. Reservoir stuurbekrachtiging8. Oliepeilstaaf motor
9. Accu
10.Zekeringhouder relaiskastI010C02P
LET OP:
Ga bij het controleren of repareren van de motor voorzichtig om met gereedschap en anderezware voorwerpen, zodat het kunststof kleppendeksel van de motor niet wordtbeschadigd.!
Page 215 of 247
8INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
4
I011A02P-GXT BENZINEMOTOR
1. Dop ruitesproeierreservoir
2. Olievuldop
3. Oliepeilstaaf motor
4. Rembekrachtiger 5. Remvloeistofreservoir
6. Radiateurdop
7. Luchtfilter
8. Reservoir stuurbekrachtiging
9. Accu
10.Zekeringhouder relaiskastI011A03P
LET OP:
Ga bij het controleren of
repareren van de motor voorzichtig om met gereedschap en anderezware voorwerpen, zodat het kunststof kleppendeksel van de motor niet wordtbeschadigd.
!
Page 216 of 247

8
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
5DAGELIJKSE CONTROLES
I020A03P-GXT
Motorruimte
Onderstaande punten moeten
dagelijks of wekelijks worden gecontroleerd:
o Motoroliepeil
o Versnellingsbakoliepeil
o Peil in remvloeistofreservoir
o Peil in koppelingvloeistofreservoir
o Koelvloeistofpeil
o Peil in ruitesproeierreservoir
o Conditie van V-riem
o Conditie van koelvloeistofslangen
o Vloeistoflekkage (bij of onder
componenten)
o Peil in reservoir stuurbekrachiging
o Conditie accu-controlelamp (indien van toepassing) I030A03P-GXT Buitenzijde Onderstaande punten moeten maandelijks worden gecontroleerd:
o Uiterlijk en staat van de carrosserie
o Toestand van de velgen en
bevestiging van de wielmoeren
o Conditie van luchtfilterelement
o Toestand van het uitlaatsysteem
o Conditie en werking van de
verlichting
o Conditie van de voorruit
o Conditie van de ruitewissers
o Conditie van de lak en eventuele
corrosie
o Vloeistoflekkage
o Conditie van portier- en motorkapsloten
o Bandenspanning en conditie (incl.
reservewiel) I040A01P-GXT Interieur De volgende punten moeten periodiek worden gecontroleerd voordat met de wagen wordt gereden:
o Verlichting
o Ruitewissers
o Claxon
o Werking van de aanjager (en
airconditioning, indien van toepassing)
o Werking van de stuurinrichting
o Werking en staat van de spiegels
o Werking van de richtingaanwijzers
o Werking van het gaspedaal
o Werking van de remmen, incl. de parkeerrem
o Werking van de versnellingsbak, incl. koppeling
o Werking van de automatische transmissie incl. het parkeermechanisme
o Werking van de stoelen en vergrendeling
o Werking van de veiligheidsgordels en conditie
o Werking van de zonnekleppen
Page 217 of 247

8INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
6OLIEPEIL CONTROLEREN
Alleen 2.5 4D56
G030B01HR
Als bij deze controles onregelmatigheden/onjuisthedenworden aangetroffen, moet de hulp van een Hyundai dealer worden ingroepen. Teneinde de waarde en het uiterlijk van uw voertuig zo lang mogelijk optimaal te houden, is adequaat en regelmatig onderhoud een eerstevereiste.Een aantalonderhoudswerkzaamheden kunnendoor de eigenaar (Informatie voor de Eigenaar) worden uitgevoerd, terwijl andere werkzaamheden moetenworden toevertrouwd aan een officiële Hyundai dealer (periodieke onderhouds- en inspectiebeurten). Indit hoofdstuk worden alleen de werkzaamheden besproken die door de eigenaar zelf kunnen wordenuitgevoerd. Wordt een defect of een ander probleem ontdekt, laat de inspectie en reparatie dan door een erkende Hyundai dealer uitvoeren.Wanneer u ervoor kiest de controlesen het onderhoud zoals deze in dit hoofdstuk zijn aangegeven, zelf uit te voeren, volg dan nauwkeurig deinstructies en raadgevingen op. Zorg bij werkzaamheden in de motorruimte dat de motor niet draait en voldoendeis afgekoeld. Mocht het toch noodzakelijk zijn de werkzaamheden te verrichten bij draaiende motor, waaker dan voor dat een kledingstuk, haar of andere zaken niet vast raken in bewegende delen, zoals een V-riemof de koelventilateur; dit is levensgevaarlijk.
I070A06P-GXT Aanbevolen olie Dieselmotor
Alleen 2.5 CRDi
I070A06P
Page 223 of 247

8INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
12
!
D010B02P
ACCU CONTROLEREN
G210A01A-AXT
WAARSCHUWING:
Accu's kunnen gevaarlijk zijn! Let bij het omgaan met accu's op onderstaandevoorzorgsmaatregelen teneinde verwondingen te voorkomen. De vloeistof in de accu bevat een sterk zwavelzuur dat giftig en in hoge mate corrosief is. Let erop dat accuzuur niet met de huid of metaccuzuur in aanraking komen, handel dan als volgt: o Als accuzuur op de huid terecht
komt moet de desbetreffende plaats gedurende tenminste 15 minuten met water worden afgespoeld. Raadpleeg een arts.
o Als accuzuur in uw ogen mocht komen, moet er direct een artsworden geraadpleegd.
o Als accuzuur wordt ingeslikt moet
direct een grote hoeveelheid waterof melk worden gedronken. Neem vervolgens magnesia, een rauw ei of plantaardige olie. Bezoek directeen arts.
Bij het laden van een accu (met een acculader of in de wagen met een dynamo) produceert de accu eenexplosief gas. Let op de volgende voorzorgsmaatregelen:
o Laad de accu alleen in een goed geventileerde ruimte.
o Let erop dat in de desbetreffende ruimte geen open vuur of vonken aanwezig zijn en ook dat er nietwordt gerookt.
o Houd kinderen uit de buurt van een accu. I090C01P-GXT Accukabels losnemen en aansluiten Maak de accukabels nooit los terwijl de motor draait; dit kan schade opleveren aan de elektrische componenten. Maak eerst demassakabel los en dan de pluskabel. Maak bij het weer aansluiten van de accu eerst de pluskabel en vervolgensde massakabel vast.
ATTENTIE:
o Houd de accupolen schoon. Breng na het aansluiten van dekabels vaseline of zuurvrij vetop de polen en kabelaansluitingen aan. Gebruik lauw water om de accupolen tereinigen.
o Sluit de accupolen nooit kort;
dit kan oververhitting en derhalve ernstige schade veroorzaken.
!
Page 224 of 247

8
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
13
o Rook niet en houd geen vuur in de omgeving van de accu; het explosieve gas in de accu kanhierdoor onbranden.
o Het accuzuur is sterk bijtend. Laat daarom geen accuzuur incontact komen met uw ogen, huid, kleding of het lakwerk van het voertuig. Gemorst accuzuurmoet direct met veel water worden weggespoeld. Indien de huid of ogen door accuzuurgeïrriteerd raken, moet onmiddellijk een arts worden geraadpleegd.
o Als de accu m.b.v. een snellader moet worden opgeladen, moeteneerst de accukabels worden losgenomen.
o Maak ter voorkoming van kortsluiting, als eerste altijd de massakabel los.ONDERHOUD AIRCONDITIONING
SG140A1-FX
Condensor schoonhouden
De condensor van de airconditioning
en de radiateur moeten regelmatig worden gecontroleerd op vuil, dode insekten, bladeren enz. Dit kan dekoelcapaciteit nadelig beinvloeden. Verwijder aangekoekt vuil enz. Ga bij het verwijderen van vuil voorzichtig tewerk om schade aan de ventilator te voorkomen. SG140C1-FX Controle van de werking van de Airconditioning
1. Start de motor en laat deze enkele minuten versneld stationair draaien met de airconditioning ingesteld op max. koude situatie.
2. Als de uit de dashboard-openingen stromende lucht niet koud is, moet de installatie door de HYUNDAIdealer gecontroleerd worden. SG140D1-FX Smering Voor de smering van de compressor en de afdichtingen in het systeem moet de airconditioning elke weektenminste 10 minuten draaien. Dit is vooral van belang bij koude weersomstandigheden als hetairconditioningsysteem niet wordt gebruikt.LET OP:
Als het airconditioning systeem
gedurende langere tijd werkt met een te laag koelmiddelniveau, zalbeschadiging van de compressor plaatsvinden.
!