Page 65 of 174

Het parkeerlicht kan al-
leen direct na het uit-
schakelen van het contact
worden ingeschakeld.
Schakelaar richtingaanwij-
zers links 1ingedrukt hou-
den, tot het parkeerlicht in-
geschakeld is.
Parkeerlicht
uitschakelenContact in- en weer uitscha-
kelen.
Parkeerlicht uitgeschakeld
KoplampKoplampinstelling
rechts-/linksrijdend
verkeer
Universeel plakband be-
schadigt het kunststof-
glas.
Om beschadiging van het
kunststofglas te voorkomen
contact opnemen met een
specialist, bij voorkeur een
BMW Motorrad dealer.
Bij het rijden in landen waar
aan de andere zijde van de
weg wordt gereden dan in het
land waar het kenteken van
de motorfiets is afgegeven,
verblindt het asymmetrische
dimlicht het tegemoetkomen-
de verkeer.
Gaat u naar een specialist, bij
voorkeur een BMW Motorrad
dealer, om de koplamp aan de betreffende omstandighe-
den aan te laten passen.
Lichtbundelinstelling en
veervoorspanningDe lichtbundel blijft in de regel
constant door de aanpassing
van de veervoorspanning aan
de beladingstoestand.
Alleen bij zeer zware bela-
ding kan de aanpassing van
de veervoorspanning ontoe-
reikend zijn. In dit geval moet
de koplampinstelling worden
aangepast aan het gewicht.
Twijfelt u aan de correcte
koplampbasisinstelling,
gaat u dan naar een speci-
alist, bij voorkeur een BMW
Motorrad dealer.
463zBediening
Page 66 of 174
Koplamphoogteverstel-
ling1Koplampinstelling, onder
instrumentenpaneel
Bij zeer zware belading kan
de aanpassing van de veer-
voorspanning ontoereikend
zijn. Om de tegenliggers niet
te verblinden kan de kop-
lamp worden ingesteld met
de zwenkhendel. A
Normale stand
B Stand bij zware belading
RichtingaanwijzersRichtingaanwijzers links
inschakelenContact inschakelen Schakelaar richtingaanwij-
zers links
1bedienen.
Na circa 10 seconden
rijden of een afstand van
circa 200 m worden de rich-
tingaanwijzers automatisch
uitgeschakeld.
Richtingaanwijzers links in-
geschakeld.
Controlelamp richtingaanwij-
zers links knippert.
Richtingaanwijzers
rechts inschakelenContact inschakelen
464zBediening
Page 67 of 174
Schakelaar richtingaanwij-
zers rechts2bedienen.
Na circa 10 seconden
rijden of een afstand van
circa 200 m worden de rich-
tingaanwijzers automatisch
uitgeschakeld.
Richtingaanwijzers rechts
ingeschakeld.
Controlelamp richtingaanwij-
zers rechts knippert.
Richtingaanwijzers
uitschakelenSchakelaar richtingaanwij-
zers uit 1bedienen.
Richtingaanwijzers uitge-
schakeld
Controlelampen richtingaan-
wijzers uit.
OpbergvakOpbergvak openenSlotcilinder 2met contact-
sleutel dwars op de rijrich-
ting draaien.
Slot van het opbergvak ont-
grendeld.
Op de slotcilinder drukken.
Het deksel 1springt open.
465zBediening
Page 68 of 174
Opbergvak sluitenDeksel1sluiten en dicht-
drukken.
Het slot vergrendelt hoor-
baar.
Slotcilinder 2met contact-
sleutel in de rijrichting draai-
en.
Slot van het opbergvak ver-
grendeld.
Automatische
stabiliteitsregeling
ASC
SU
ASC-functie uitschakelenContact inschakelen
De ASC-functie kan ook
tijdens het rijden worden
uitgeschakeld.
Toets ASC 1ingedrukt hou-
den.
Waarschuwingslamp
ASC brandt, bij niet af-
gesloten zelfdiagnose wisselt de waarschuwingslamp ASC
van knipperen naar branden.
Toets ASC binnen 5 secon-
den na het gaan branden
van de waarschuwingslamp
ASC loslaten.
ASC-functie uitgeschakeld. Waarschuwingslamp
ASC blijft branden
ASC-functie inschakelenToets ASC 1ingedrukt hou-
den.
466zBediening
Page 69 of 174
Waarschuwingslamp
ASC dooft, bij niet af-
gesloten zelfdiagnose wisselt
de waarschuwingslamp ASC
van branden naar knipperen.
Toets ASC binnen 5 secon-
den na het doven van de
waarschuwingslamp ASC
loslaten.
Waarschuwingslamp ASC
gaat niet branden.
Bij niet afgesloten ASC-
zelfdiagnose blijft de waar-
schuwingslamp ASC knip-
peren.
ASC-functie ingeschakeld.
Als alternatief voor het be-
dienen van de ASC-toets
kan ook het contact worden
uit- en weer ingeschakeld.
Als de ASC-waarschu-
wingslamp nog steeds
brandt nadat het contact is
uit- en ingeschakeld en daar-
na nog meer dan 10 km/h is gereden, dan is een ASC-sto-
ring aanwezig.
Berijders- en duo-
buddyseatDuo-buddyseat
verwijderenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
De sleutel
1in het buddy-
seatslot linksom draaien. Buddy aan de achterzijde
optillen en de sleutel losla-
ten.
467zBediening
Page 70 of 174
met SU
Buddyseatverwarming:Stekker 2losmaken; hiertoe
de borglippen 3boven en
onder samendrukken.
Buddyseat naar achteren uit
de houders trekken.
Buddyseat met het zitge-
deelte op een schone on-
dergrond leggen.Berijders-buddyseat
verwijderenDuo-buddyseat verwijderen
( 67) Berijders-buddyseat aan de
achterzijde optillen.
met SU
Buddyseatverwarming:
Stekker 2losmaken; hiertoe
de borglippen 3boven en
onder samendrukken.
Buddyseat naar boven toe
verwijderen.
Buddyseat met het zitge-
deelte op een schone on-
dergrond leggen.
Berijders-buddyseat
instellenDuo-buddyseat verwijderen
( 67)
468zBediening
Page 71 of 174
Berijders-buddyseat verwij-
deren ( 68)
Hoogteverstelling buddy-
seat1in de eindstand trek-
ken. Hoogteverstelling buddy-
seat tot de aanslag naar
voren en naar boven of naar
voren en naar beneden
drukken.
Eindstand
A: hoge zitposi-
tie.
Eindstand B: lage zitpositie.
Berijders-buddyseat aan-
brengen ( 69)
Duo-buddyseat aanbrengen
( 70)
Berijders-buddyseat
aanbrengen
Als de motorfiets te sterk
naar voren wordt ge-
duwd, bestaat het gevaar dat
hij van de standaard wordt
gedrukt.
Erop letten dat de motorfiets
stevig staat.
met SU
Buddyseatverwarming:
Stekker 2aansluiten.
469zBediening
Page 72 of 174
Berijders-buddyseat naar
voren over de hoogtever-
stelling schuiven. Controle-
ren of de buddyseat correct
is aangebracht.Duo-buddyseat
aanbrengen
Als de motorfiets te sterk
naar voren wordt ge-
duwd, bestaat het gevaar dat
hij van de standaard wordt
gedrukt.
Erop letten dat de motorfiets
stevig staat. met SU
Buddyseatverwarming:
Stekker 2aansluiten.
Duo-buddyseat onder de
berijders-buddyseat schui-
ven en aan de achterzijde krachtig naar beneden druk-
ken.
De buddyseat vergrendelt
hoorbaar.
HelmhaakHelmhaak onder duo-
buddyseatDe helmhaak
1bevindt zich
onder de buddyseat.
Aan de helmhaak kan een
motorhelm met de kinband
worden bevestigd. Als er
koffers zijn gemonteerd of
wanneer de kinband te kort
is, dan kan een motorhelm
470zBediening