Page 337 of 382

333
PRAKTISCHE TIPS OM DE
LEVENSDUUR VAN DE ACCU
TE VERLENGENHoudt u, om snel ontladen van de
accu te voorkomen en de levensduur
te verlengen, zorgvuldig aan de vol-
gende aanbevelingen:
– De klemmen moet altijd goed zijn
bevestigd.
– Voorkom zoveel mogelijk het ge-
bruik van stroomverbruikers als de
motor uit staat (autoradio, waarschu-
wingsknipperlichten, parkeerverlich-
ting, enz.).
– Wanneer u de auto in een garage
parkeert, controleer dan of de portie-
ren, het kofferdeksel en de verschil-
lende afsluitklepjes in het interieur
goed gesloten zijn. Hiermee wordt
voorkomen dat de interieurverlichting
blijft branden.
– Maak voordat werkzaamheden
aan de elektrische installatie van de
auto worden uitgevoerd eerst de min-
pool van de accu los.
– Als u na aanschaf van uw auto ac-
cessoires wilt monteren die constante voeding nodig hebben, raden wij u
aan contact op te nemen met de
Lan-
cia-dealer. Deze kan u de meest ge-
schikte installaties uit het Lancia Li-
neacccessori programma aanraden en
controleren of de elektrische installa-
tie van de auto geschikt is voor het ex-
tra stroomverbruik of dat het nood-
zakelijk is een accu met een grotere
capaciteit te monteren. Deze stroom-
verbruikers blijven permanent stroom
verbruiken ook bij een uitgenomen
contactsleutel (geparkeerde auto, mo-
tor uitgezet), waardoor de accu gelei-
delijk ontlaadt. Het totale energiever-
bruik van deze accessoires (standaard
en achteraf gemonteerd accessoires)
moet minder zijn dan 0,6 mA x Ah
(van de accu), zoals in de volgende ta-
bel staat vermeld:Accu van Max. str oomverbruik
bij stilstaande motor
70 Ah42 mA
80 Ah48 mA
100 Ah 60 mA
Als grote stroomverbruikers, zoals
verwarming van het babyflesje, stof-
zuiger, mobiele telefoon, koelbox, enz.
bij uitgezette motor of als de motor
stationair draait van voedingsspan-
ning worden voorzien, dan zal de accu
sneller ontladen.
– Als aan boord van de auto extra
systemen moeten worden geïnstal-
leerd, moet goed op de juiste aanslui-
tingen worden gelet. Niet correcte
elektrische verbindingen kunnen ge-
vaarlijk zijn, vooral voor de elemen-
taire elektronische systemen.
Page 338 of 382

334
BOUGIES
Schone en goede bougies met de
juiste warmtegraad zijn van door-
slaggevend belang voor een goede
werking van de motor en een lage uit-
stoot van schadelijke stoffen van de
motor.
De informatie die de bougie levert
aan een deskundige is een belangrijke
bron voor het opsporen van de sto-
ring, ook als deze niet door de ontste-
king wordt veroorzaakt. Het is
daarom belangrijk dat bij storingen in
de motorwerking de bougies worden
gecontroleerd door de Lancia-
dealer.
De bougies moeten bij de
kilometerstanden worden
vervangen die in het on-
derhoudsschema zijn aangegeven.
Gebruik uitsluitend bougies van
het voorgeschreven type: bougies
met een afwijkende warmtegraad
of waarvan de voorgeschreven le-
vensduur niet is gegarandeerd,
kunnen motorstoringen veroorza-
ken.
ELEKTRONISCHE
REGELEENHEDEN
Bij een normaal gebruik van de auto
zijn speciale voorzorgsmaatregelen
niet nodig.
Het is echter nodig de volgende aan-
wijzingen nauwkeurig op te volgen bij
werkzaamheden aan de elektrische in-
stallatie of bij een noodstart:
– Koppel de accu nooit los van de
elektrische installatie bij een draai-
ende motor.
– Koppel de accuklemmen altijd los
als de accu moet worden opgeladen.
Moderne laadapparaten kunnen een
spanning leveren tot 20V.
– Gebruik nooit een acculader voor
het starten van de motor, maar ge-
bruik een hulpaccu.
– Let op een goede aansluiting tus-
sen de accu en de elektrische installa-
tie, zowel wat betreft de juiste aan-
sluitwijze als de juiste verbinding tus-
sen de polen en de kabeluiteinden. – Neem de stekkers van de regeleen-
heden nooit los en sluit ze nooit aan
als de contactsleutel in stand MAR
staat.
– Controleer de polariteit niet door
middel van vonken.
– Neem de stekkers van de regeleen-
heden los voor het uitvoeren van las-
werkzaamheden aan de carrosserie.
Verwijder de regeleenheden als de
temperatuur boven de 80°C stijgt
(bijzondere werkzaamheden aan de
carrosserie, enz.).
Modificaties of reparaties
aan de elektrische instal-
latie die niet correct wor-
den uitgevoerd en waarbij geen re-
kening wordt gehouden met de
technische specificaties van het
systeem, kunnen storingen in de
werking en zelfs brand veroorza-
ken.
Page 339 of 382

335
WIELEN
EN BANDEN
BANDENSPANNINGControleer iedere twee weken of voor
een lange reis de spanning van de
banden inclusief het reservewiel.
De bandenspanning moet bij koude
banden worden gecontroleerd.
Tijdens het rijden neemt de banden-
spanning toe (een natuurlijk ver-
schijnsel). Houd er daarom rekening
mee, dat bij een controle of oppom-
pen van warme banden de spanning
0,3 bar hoger moet zijn dan de voor-
geschreven waarde.
Zie voor de juiste waarde van de
bandenspanning de paragraaf “Wie-
len” in het hoofdstuk “Technische ge-
gevens”. Bedenk dat ook de weg-
ligging afhankelijk is van
een juiste bandenspan-
ning.
Een onjuiste bandenspanning ver-
oorzaakt een onregelmatige slijtage
van de banden ( fig. 15):
A - Juiste spanning: gelijkmatige slij-
tage van het loopvlak.
B - Te lage spanning: te grote slij-
tage aan de zijkanten van het loop-
vlak.
C - Te hoge spanning: te grote slij-
tage in het midden van het loopvlak.
fig. 15
L0A0161b
Door een te lage banden-
spanning wordt de band te
heet, waardoor er onher-
stelbare inwendige schade aan de
band kan ontstaan.
Banden moeten worden vervangen
als de profieldiepte van het loopvlak
minder is dan 1,6 mm. Houdt u ech-
ter altijd aan de bepalingen van het
land waarin u rijdt.
Page 340 of 382

336
Bij de montage van een nieuwe band
moet ook het ventiel vernieuwd wor-
den.
Om een gelijke slijtage van de ban-
den op de vooras en de achteras te
verkrijgen, is het raadzaam de ban-
den om de 10.000 ÷ 15.000 km van
as te verwisselen. Hierbij moeten de
banden aan dezelfde zijde van de auto
gemonteerd blijven, zodat een omke-
ring van de draairichting wordt voor-
komen.
Verwissel de banden niet
kruiselings, waarbij de
banden van de rechter-
zijde aan de linkerzijde en omge-
keerd worden gemonteerd.BELANGRIJKE TIPS
Voorkom bruusk remmen, met
spinnende wielen optrekken, enz.
Vermijd ook harde contacten tussen
banden en stoepranden, kuilen, en
andere obstakels. Het langdurig
rijden op een slecht wegdek kan de
banden beschadigen. Controleer de
banden regelmatig op scheuren in
de wangen en bulten of slijtplekken
op het loopvlak. Raadpleeg zonodig
de Lancia-dealer.
Rijd nooit met een te zwaar beladen
auto. Hierdoor kunnen de banden
en de velgen ernstig beschadigd
worden. Stop zo snel mogelijk bij een lekke
band en verwissel het wiel om be-
schadiging van de band, de velg, de
wielophanging en de stuurinrichting
te voorkomen. Banden verouderen,
ook als zij weinig of nooit gebruikt
zijn. Scheurtjes in het loopvlak en op
de wangen geven aan dat de band
verouderd is. Banden die langer dan
zes jaar onder een auto gemonteerd
zijn, moeten dan ook door een spe-
cialist worden gecontroleerd. Dit geldt
in het bijzonder voor het reservewiel.
Monteer nooit gebruikte banden of
banden, waarvan de herkomst onbe-
kend is.
De THESIS is voorzien van tubeless
radiaalbanden zonder binnenband. In
dit type band mag nooit een binnen-
band worden gemonteerd.
Page 341 of 382

337
RUBBER SLANGEN
Houd voor de rubber slangen van
het rem- en brandstofsysteem zeer
nauwkeurig de voorschriften aan van
het geprogrammeerd onderhouds-
schema in dit hoofdstuk. Ozon, hoge
temperaturen en het gedurende lan-
gere tijd ontbreken van vloeistof in
een systeem zorgen ervoor dat de
slangen uitdrogen en scheuren, waar-
door het betreffende systeem gaat lek-
ken. Daarom is zorgvuldige controle
noodzakelijk.
RUITENWISSERS
WISSERBLADEN
Maak de wisserbladen regelmatig
schoon met een schoonmaakmiddel;
wij raden TUTELA PROFES-
SIONAL SC 35 aan.
Vervang de wisserbladen als het
rubber vervormd of versleten is. Het
verdient aanbeveling ten minste een
maal per jaar de wisserbladen te ver-
vangen.
Met enkele simpele voorzorgsmaat-
regelen is het mogelijk beschadigin-
gen van het rubber te voorkomen.
– Wanneer de temperatuur onder
0°C is gedaald, moet gecontroleerd
worden of er geen ijs tussen wisser-
blad en ruit zit: Maak de wissers zo-
nodig vrij met een anti-vriesmiddel.
– Verwijder eventueel opgehoopte
sneeuw van de ruit om de wisserbladen
te beschermen en oververhitting van de
ruitenwissermotor te voorkomen.
– Schakel de ruitenwissers niet in op
een droge ruit. Rijden met versleten rui-
tenwisserbladen is gevaar-
lijk, omdat ze het zicht on-
der extreme atmosferische om-
standigheden aanzienlijk beper-
ken.
Wisserbladen controleren
Voordat u de wisserbladen contro-
leert, moeten de voorruit en de rub-
ber delen (wisserbladen) zorgvuldig
gereinigd worden met warm water en
zeep of met ruitensproeiervloeistof
TUTELA PROFESSIONAL SC 35 .
De voorruit moet helemaal schoon en
vetvrij zijn: als het nodig is, moet met
sterkere vetverwijderende middelen
worden ontvet (op basis van ammo-
niak).
Page 342 of 382

338
RUITENSPROEIERS(fig. 17 )
Als de ruitensproeiers niet werken,
controleer dan eerst het niveau in het
ruitensproeiertankje. Controleer ver-
volgens of de ruitensproeiermonden
niet verstopt zijn. Deze kunnen zono-
dig met een speld worden doorge-
prikt.
De richting van de stralen kan met
schroef Aworden afgesteld. Stel de
sproeiermonden zodanig af dat de
stralen de ruit raken op het hoogste
punt in de slag van de ruitenwissers.
fig. 17
L0A0163b
Ook de wisserbladen moeten voor de
controle perfect gereinigd zijn: reinig,
indien noodzakelijk, alleen de randen
met warm water en zeep.
1) Controleer of het rubber van het
wisserblad niet vervormd of versleten
is en of alle onderdelen van de wis-
serbladen nog heel zijn: als het rub-
ber vervormd of versleten is, moeten
beide wisserbladen vervangen wor-
den.
2) Als de wisserbladen en de onder-
delen in goede staat zijn, moet de con-
trole worden voortgezet door het in-
schakelen van de ruitenwisser/-
sproeier: als de wisserbladen de ruit
goed reinigen, kunnen ze worden ge-
handhaafd, als de ruit niet goed ge-
reinigd wordt, moeten de beide wis-
serbladen worden vervangen. Wisserbladen vervangen
(fig. 16)
Wisserbladen vervangen:
1) Trek de arm van de ruitenwisser
omhoog.
2
) Druk op de lip van de veerklem en
trek het wisserblad A uit de arm B.
3) Monteer het nieuwe blad, waarbij
het wisserblad goed in de wisserarm
geborgd moet zijn.
BELANGRIJK Controleer na de
vervanging of de wisserbladen goed
in de wisserarm geborgd zijn.
fig. 16
L0A0162b
Page 343 of 382

339
KOPLAMP -
SPROEIERS
Controleer regelmatig of de kop-
lampsproeiers schoon en in goede
staat zijn fig. 18.
De koplampsproeiers werken auto-
matisch als het dim-/grootlicht brandt
en de ruitensproeiers worden inge-
schakeld.
AIRCONDITIONING
Schakel in de winter de airconditio-
ning 1 keer per maand gedurende 10
minuten in.
Laat voor het zomerseizoen de wer-
king van de airconditioning door de
Lancia-dealer controleren.
Het systeem gebruikt
koelmiddel R134a. Bij lek-
kage is dit middel niet
schadelijk voor het milieu. Ge-
bruik in geen geval het middel
R12, omdat dit middel de compo-
nenten van het systeem beschadigt
en het chloorfluorkoolstoffen
(CFK) bevat.
fig. 18
L0A0122b
REGELEENHEID
KLIMAATREGELING
INITIALISEREN
Iedere keer als de accu wordt losge-
koppeld en daarna weer wordt vast-
gekoppeld of de accu wordt opgela-
den als deze volledig leeg was of na
het vervangen van een zekering, moet
voor een correcte werking van de por-
tiervergrendeling, de klimaatregeling
en het ESP-systeem, de handelingen
voor het initialiseren worden uitge-
voerd die in de paragraaf “Accu los-
koppelen” in het hoofdstuk “Noodge-
vallen” vermeld staan.
Page 344 of 382

340
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN
ATMOSFERISCHE INVLOEDENDe belangrijkste oorzaken van roest
zijn:
– luchtverontreiniging
– zoutgehalte in de lucht en lucht-
vochtigheid (gebieden aan zee, warm
en vochtig klimaat)
– omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende ele-
menten, zoals stoffige omgeving, op-
waaiend zand, modder en steenslag
op de lak en de onderzijde moet niet
worden onderschat.
LANCIA heeft voor de THESIS de
beste technologische oplossingen toe-
gepast om de carrosserie efficiënt te-
gen roest te beschermen.
De belangrijkste zijn:
– De toepassing van aangepaste
spuittechnieken en lakproducten die
de auto de benodigde weerstand tegen roest en schurende elementen verle-
nen.
– Het gebruik van verzinkte (of
voorbehandelde) plaatdelen met een
hoge corrosiebestendigheid.
– Het aanbrengen van een gespoten
beschermende waslaag op de onder-
zijde, in de wielkuipen, in de motor-
ruimte en verschillende holle ruimtes,
met een hoog beschermend vermogen.
– Het aanbrengen van een bescher-
mende kunststof laag op kwetsbare
delen: onderzijde van de portieren,
binnenzijde van de spatborden, na-
den, randen, enz.
– Toepassing van “open” holle ruim-
tes om condensvorming te voorkomen
en binnendringend water af te voeren,
waardoor roest van binnenuit wordt
voorkomen. CARROSSERIEGARANTIE
Bij de THESIS is de carrosserie te-
gen doorroesten van alle originele
componenten van de carrosserie en
van alle dragende delen gegaran-
deerd. Voor de specifieke voorwaar-
den van deze garantie wordt verwe-
zen naar het boekje “SERVICE EN
GARANTIEHANDLEIDING”.
TIPS VOOR HET BEHOUD VAN
DE CARROSSERIE
Lak
De lak heeft behalve een esthetische
functie ook een beschermende func-
tie.
Daarom moeten beschadigingen van
de laklaag, zoals krassen, onmiddel-
lijk worden bijgewerkt om roestvor-
ming te voorkomen.
Het bijwerken dient met de originele
lak te worden uitgevoerd (zie het
“Plaatje met informatie over de car-
rosserielak” in het hoofdstuk “Tech-
nische gegevens”).