Page 185 of 382

181
Verlang de eerste kilo-
meters geen maximale
prestaties, maar wacht tot
de motor op bedrijfstemperatuur
is.
AUTO STILZETTEN
Voor het stilzetten van de auto hoeft
alleen het rempedaal ingetrapt te
worden, onafhankelijk van de stand
van de versnellingspook.
Als de motor stationair
draait en de hendel in
stand D of R staat, moet
het rempedaal ingetrapt worden
gehouden, ook als de auto op een
vlakke ondergrond staat; als u
het rempedaal niet ingetrapt
houdt, komt de auto in beweging. De contactsleutel kan alleen uit het
contactslot worden genomen als de
versnellingspook in stand Pstaat
(beveiligingssysteem Key-lock) en
binnen 30 seconden nadat de con-
tactsleutel in stand STOPis
gedraaid. Gedurende deze tijd is de
letter Pop het display van het in-
strumentenpaneel verlicht ( fig.
131). Na deze 30 seconden dooft de
letter Pop het display en blijft de
contactsleutel in het slot geblok-
keerd. Om de sleutel uit het slot te
nemen, moet de contactsleutel in
stand MARworden gedraaid en ver-
volgens weer in stand STOP; op
deze manier hebt u nog eens 30
seconden ter beschikking op de sleu-
tel uit te nemen. BELANGRIJK
In geval van nood
(storingen, lege accu, enz.) kan de
sleutel ook worden uitgenomen als
de versnellingspook niet in stand P
staat. Draai hiervoor de contactsleu-
tel in stand STOP, druk op knop A
(fig. 132) en neem tegelijkertijd de
sleutel uit het slot.
fig. 131
L0A0238b
fig. 132
L0A0178b
Page 186 of 382

182
KEUZE VOOR
AUTOMATISCHE/HANDMATIGE
SEQUENTIËLE WERKINGDe belangrijkste eigenschap van
deze versnellingsbak is de keuze tus-
sen automatische en handmatige se-
quentiële werking.
Plaats de versnellingspook in het
rechter gebied in stand Dvoor auto-
matische werking of in het linker ge-
bied in stand ( +/-) voor handmatige
sequentiële werking.
Op display A(fig. 133) van het in-
strumentenpaneel wordt de ingescha-
kelde versnelling ( 1- 5 bij handma-
tige sequentiële werking) of het sym-
bool D(bij automatische werking)
weergegeven. AUTOMATISCHE WERKING
Plaats voor de automatische werking
de versnellingspook in het rechter ge-
bied (fig. 130) in één van de volgende
standen:
P - parkeren (u kunt de motor star-
ten)
R - achteruit
N - vrijstand (u kunt de motor star-
ten)
D - automatisch vooruit rijden.
BELANGRIJK De versnellingspook
kan uitsluitend uit stand Pworden
verplaatst als de contactsleutel in
stand MARstaat en het rempedaal is
ingetrapt (beveiligingssysteem Shift-
lock).
De versnellingspook kan vanuit
stand Din een andere stand worden
geplaatst, zonder het rempedaal in te
trappen, volgens het schema dat op
het schakelmasker is aangebracht. Al-
leen als de pook vanuit stand Pwordt
verplaatst, moet om veiligheidsrede-
nen het rempedaal worden ingetrapt.
fig. 133
L0A0239b
P - Parkeren
Als u de auto parkeert, moet de ver-
snellingspook altijd in deze stand
staan. De aangedreven wielen worden
automatisch geblokkeerd.
Om onverwachtse verplaatsingen te
voorkomen, kan de pook alleen van-
uit Pin een andere stand worden ge-
plaatst als het rempedaal is ingetrapt.
De pook kan in stand Pworden ge-
plaatst zonder het rempedaal in te
trappen, maar het is raadzaam ook in
dit geval het rempedaal in te trappen.
BELANGRIJK Plaats de pook al-
leen in stand Pals de auto stilstaat.
Page 187 of 382

183
R - AchteruitPlaats de pook in stand Rals de
auto stilstaat, de motor stationair
draait en het rempedaal is ingetrapt.
Als de pook in stand Rstaat, scha-
kelen de achteruitrijlichten in en hoort
u ongeveer 4 seconden een geluids-
signaal dat u en eventuele andere in-
zittenden erop attendeert dat de ach-
teruit is ingeschakeld.
BELANGRIJK Als de pook in stand
R staat, wordt de achteruit niet inge-
schakeld als de snelheid van de auto
hoger is dan de vastgestelde limiet.
Als de snelheid onder deze waarde
zakt, schakelt de achteruit in en blijft
ingeschakeld ook als de snelheid de li-
miet weer overschrijdt. N - Vrijstand
Deze stand wordt gebruikt als de
auto moet worden geduwd of gesleept.
D - Vooruit rijden (automatisch)
Deze stand kan worden gebruikt als
u over alle automatische functies van
de versnellingsbak wilt beschikken.
De elektronische regeleenheid regelt
de automatische inschakeling van de
vijf versnellingen op basis van de snel-
heid van de auto, het motortoerental,
de stand van het gaspedaal, de snel-
heid waarmee het gaspedaal wordt in-
getrapt, en de belangrijkste rij-om-
standigheden zoals bergop- en berg-
afwaarts rijden, het nemen van boch-
ten en het remmen.
De automatische versnellingsbak
kan, afhankelijk van het rijgedrag van
de bestuurder, kiezen uit drie ver-
schillende schakelprogramma’s, van
comfortabel en economisch tot spor-
tief, waarbij de schakelpunten ver-
schuiven van lagere naar hogere toe-
rentallen.
Controleer voordat u de
auto verlaat of de automa-
tische handrem (EPB) is
ingeschakeld. Plaats de pook ook
in stand P als u de auto bij een
draaiende motor moet verlaten.
In geval van nood (storingen, lege
accu, enz.) kunt u de pook vanuit
stand Pin stand N, D of Rplaatsen
door het hendeltje A(fig. 134) onder
aan het schakelmasker van de ver-
snellingspook in te drukken. Om het
hendeltje te bereiken, moet het ge-
klemde afdekplaatje Bachter de ver-
snellingspook worden verwijderd.
fig. 134
L0A0276b
Page 188 of 382

184
Als u het gaspedaal snel intrapt voor
betere prestaties, wordt automatisch
het sportieve programma ingescha-
keld. Om de functie uit te schakelen,
moet u het gaspedaal gedeeltelijk la-
ten opkomen.
Als u het gaspedaal geleidelijk in-
trapt, wordt automatisch het tussen-
liggende programma of het economi-
sche programma ingeschakeld.
De regeleenheid is in staat om bij-
zondere omstandigheden te herken-
nen zoals het nemen van een bocht.
Via de actieve sensoren van het ABS
wordt namelijk het plotselinge ver-
schil in draaisnelheid van de voor-
wielen gesignaleerd, waardoor niet
kan worden opgeschakeld naar een
hogere versnelling totdat het maxi-
male toerental van de motor is be-
reikt. Alleen in deze situatie of na het
nemen van een bocht, wordt een ho-
gere versnelling ingeschakeld. Door
deze strategie wordt de stabiliteit van
de auto verbeterd en kan na de bocht
snel geaccelereerd worden, omdat de
meest geschikte versnelling al is inge-
schakeld. Op dezelfde manier wordt vooral bij
bruusk remmen een lagere versnelling
ingeschakeld, waardoor er beter op de
motor kan worden afgeremd. Bij een
bocht wordt de nieuwe versnelling al
ingeschakeld tijdens het afremmen
voor de bocht. Na de bocht hoeft
daarom niet te worden teruggescha-
keld om te accelereren.
Sportief rijden op verschillende tra-
jecten wordt door de regeleenheid her-
kend door het snelle loslaten van het
gaspedaal; als dit wordt geconsta-
teerd, blijft de versnelling ingescha-
keld (ook als het gaspedaal is losgela-
ten), zonder op te schakelen naar een
hogere versnelling, zodat snel geacce-
lereerd kan worden. De regeleenheid is in staat het om-
hoog rijden van de auto te herkennen,
op basis van de signalen van het over-
gebrachte motorkoppel in relatie tot
de snelheid van de auto, en is dus in
staat overbodig schakelen tegen te
gaan bij het loslaten van het gaspe-
daal (bijv. voordat een bocht wordt
genomen), waarbij alleen de noodza-
kelijke versnellingen worden inge-
schakeld die het rijcomfort verhogen.
Op dezelfde manier herkent de re-
geleenheid het omlaag rijden van de
auto en verhindert het opschakelen
naar hogere versnellingen als het gas-
pedaal wordt losgelaten, waardoor er
beter op de motor kan worden afge-
remd. Dit is gunstig voor het remsys-
teem en de stabiliteit van de auto.
BELANGRIJK Als tijdens het rem-
men naar een lagere versnelling wordt
teruggeschakeld, wordt er niet op de
motor afgeremd als het ABS in wer-
king treedt.
De hoogste versnelling (5
e) wordt ge-
bruikt voor het “rustig” rijden van de
auto, d.w.z. op lange trajecten met
hoge constante snelheid maar met een
beperkt motortoerental. Dit vermin-
Page 189 of 382

185
WinterprogrammaBij het wegrijden in omstandigheden
met weinig grip (besneeuwde wegen,
ijzel, enz.) schakelt de regeleenheid
van de automatische versnellingsbak
automatisch het “ICE”-programma
in.
Als dit programma is ingeschakeld,
kunt u wegrijden in de 2
eversnelling,
om zo vlot mogelijk te vertrekken bij
optimale overbrengingsverhoudingen,
afhankelijk van de grip op de weg.
Het “ICE”-programma kan alleen
ingeschakeld worden als de versnel-
lingspook in stand Dstaat. Als de
pook in het gebied voor sequentiële
werking staat, wordt voor het ver-
trekken altijd de door de bestuurder
geselecteerde versnelling gebruikt.
Als het “ICE”-programma is inge-
schakeld, wordt de kick-down niet in-
geschakeld. Inschakeling van een lagere
versnelling (kick-down)
Voor een snelle acceleratie (bijvoor-
beeld voor inhalen) moet het gaspe-
daal snel en diep worden ingetrapt,
waardoor de versnellingsbak de kortst
mogelijke overbrengingsverhouding,
die het toerenbereik van de motor toe-
staat, zal kiezen.
Als u het gaspedaal vervolgens los-
laat, zal de versnellingsbak een opti-
male overbrengingsverhouding kiezen
afhankelijk van de rijstijl en de gas-
klepopening.
De kick-down kan alleen worden in-
geschakeld als de versnellingspook in
stand Dstaat.
BELANGRIJK Gebruik de kick-
down alleen als dit nodig is, bijv. bij
het inhalen, om het brandstofverbruik
te beperken.
Bij stationair draaiende
motor en de versnellings-
pook in stand D kan de
auto in beweging komen, zelfs op
een vlakke ondergrond: houd het
rempedaal ingetrapt totdat u weer
wilt wegrijden. dert het geluid tijdens het rijden en
het brandstofverbruik. Als maximale
prestaties van de auto worden ver-
langd (acceleratie en snelheid), is het
daarom normaal dat deze versnelling
bijna nooit wordt ingeschakeld.
De elektronisch geregelde automati-
sche versnellingsbak is voorzien van
een systeem dat de aandrijving van de
inwendige tandwielen tot een mini-
mum beperkt als de auto stilstaat met
ingetrapt rempedaal. De voordelen
van deze functie zijn minder geluid bij
stationair toerental, minder trillingen
en minder brandstofverbruik.
Page 190 of 382

186
HANDMATIGE SEQUENTIËLE
WERKINGPlaats voor de handmatige sequen-
tiële werking de versnellingspook in
het linker gebied (fig. 130)in stand:
(+) = opschakelen;
(–) = terugschakelen.
De pook kan alleen in het linker ge-
bied geplaatst worden vanuit stand D:
de versnelling die door de automati-
sche versnellingsbak is ingeschakeld
op het moment dat de pook verplaatst
wordt, blijft ingeschakeld.
Onder alle rij-omstandigheden kan
worden overgeschakeld naar de hand-
matige sequentiële werking.
Plaats voor opschakelen de pook in
stand (+) en voor terugschakelen in
stand (–). BELANGRIJK
Als het commando
wordt gegeven om terug te schakelen
en de motor hierdoor met te hoge toe-
rentallen gaat draaien, wordt dit com-
mando genegeerd door de regeleen-
heid. De bestuurder wordt hierop ge-
attendeerd door een geluidssignaal en
door het knipperen van de ingescha-
kelde versnelling op het display van
het instrumentenpaneel.
Als de handmatige se-
quentiële werking is inge-
schakeld, moet handmatig
worden op- of teruggeschakeld,
zoals bij auto’s met een handge-
schakelde versnellingsbak. Alleen
als u de auto stilzet wordt auto-
matisch de 1
eversnelling inge-
schakeld.
Als u de pook in stand Dzet, werkt
het systeem weer automatisch en wor-
den de versnellingen gekozen op ba-
sis van de rij-eigenschappen en het
geselecteerde programma.
BELANGRIJK De elektronische re-
geleenheid is geprogrammeerd voor
het uitvoeren van één schakelcom-
mando per keer. Als u de pook dus
snel achter elkaar bedient, worden
niet alle commando’s uitgevoerd. Een
hogere of lagere versnelling wordt in-
geschakeld als u de pook in stand ( +)
of ( –) zet nadat het vorige commando
is uitgevoerd.
Als er een storing in het handmatige
sequentiële systeem is, wordt de au-
tomatische werking ingeschakeld.
Page 191 of 382

187
Bij een storing blijft het mogelijk de
versnellingspook in de standen R, N
en Dte plaatsen. Als de pook in stand
D staat, worden slechts enkele ver-
snellingen ingeschakeld, afhankelijk
van het type storing dat gesignaleerd
is.
Als er een storing in de
automatische versnellings-
bak is gesignaleerd, wendt
u dan zo snel mogelijk tot de Lan-
cia-dealer om de storing te laten
verhelpen.STORINGSMELDINGEN
Storingen in de automatische ver-
snellingsbak worden weergegeven
door het gaan branden van het waar-
schuwingslampje top het multi-
functionele display en het verschijnen
van de volgende berichten:
– TE HOGE OLIETEMPERATUUR
COMFORTRONIC
– DEFECT IN COMFORTRONIC.
TE HOGE OLIETEMPERATUUR
IN DE AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
Dit bericht verschijnt als de olie in
de versnellingsbak de maximale vast-
gestelde temperatuur heeft bereikt. In
dat geval beschikt de elektronische re-
geleenheid over een noodprogramma.
Onder deze omstandigheden raden
wij u aan te stoppen, de versnellings-
pook in stand Pof Nte zetten en de
motor stationair te laten draaien, tot-
dat het bericht van het display ver- dwijnt. Rijd daarna verder zonder te
veel van de motor te eisen.
Als het bericht weer op het display
verschijnt, moet de auto opnieuw
worden stilgezet met stationair draai-
ende motor totdat het bericht ver-
dwijnt.
Als tussen het verschijnen van de
storingsmeldingen minder dan 15 mi-
nuten zit, is het raadzaam de auto stil
te zetten, de motor uit te zetten en te
wachten totdat de motor-versnel-
lingsbak compleet is afgekoeld.
Storing in automatische versnel-
lingsbak
Als dit bericht tijdens het rijden op
het display verschijnt, dan is er een
storing in de automatische versnel-
lingsbak. In dat geval beschikt de
elektronische regeleenheid over een
noodprogramma.
Onder deze omstandigheden raden
wij u aan om te stoppen en de motor
uit te zetten: als de motor weer gestart
wordt, kan het zelfdiagnose-systeem
de storing, die door de elektronische
regeleenheid wordt opgeslagen, heb-
ben verholpen.
Page 192 of 382

188
Als tijdens het starten van de motor
een storingsmelding verschijnt, dan
betekent dit dat de elektronische re-
geleenheid van de versnellingsbak een
storing, tijdens de voorgaande rit
voordat de motor werd afgezet, heeft
opgeslagen. Wendt u ook in dit geval
tot de Lancia-dealer om de automa-
tische versnellingsbak te laten contro-
leren.
Rijd bij een storing in de
versnellingsbak zo voor-
zichtig mogelijk en houd
rekening met de beperkingen in de
prestaties (acceleratie en snelheid)
van de auto. Tijdens het rijden met
een defecte versnellingsbak kan de
blokkering van de achteruit moge-
lijk niet werken: plaats de pook
absoluut niet in stand R zolang de
auto in beweging is. AKOESTISCH
WAARSCHUWINGSSYSTEEM
Dit systeem treedt in werking:
– ongeveer 15 seconden als het por-
tier aan bestuurderszijde bij draaiende
of uitgezette motor wordt geopend en
de versnellingspook niet in stand P
staat
– ongeveer 15 seconden als de mo-
tor wordt uitgezet en de versnellings-
pook niet in stand Pstaat
– ongeveer 4 seconden als de ver-
snellingspook in stand R(achteruit)
wordt gezet.
– bij handmatige sequentiële wer-
king, als het commando voor inscha-
keling van een versnelling wordt ge-
geven en dit commando niet door de
regeleenheid wordt geaccepteerd (om-
dat hierdoor bijv. de motor met over-
matig toerental gaat draaien).ROLLEND STARTEN
Het starten door aanduwen of slepen
van de auto is niet mogelijk. In nood-
gevallen (lege accu) kan de auto wor-
den gestart met een hulpaccu. Houdt
u daarbij aan de aanwijzingen die ver-
meld staat in het hoofdstuk “Noodge-
vallen”.