Page 97 of 120
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-44
6
7. Ondersteun de remklauwsteun en trek
dan de achterwielas uit.
8. Verwijder het wiel.
DAU04921
Aanbrengen van het achterwiel
1. Monteer het wiel en de remklauw-
steun door de wielas vanaf de linker-
zijde in te steken.
2. Breng de aandrijfketting aan over het
achtertandwiel en stel dan de aandrijf-
ketting strak. (Zie pagina 6-29 voor de
werkwijze bij spannen van de aandrijf-
ketting.)
3. Breng de wielasmoer aan en laat het
achterwiel dan zakken zodat dit op de
grond rust.
4. Monteer de remklauw door de bouten
aan te brengen.OPMERKING:_ Controleer voordat u de remklauw monteert
of er voldoende ruimte is tussen de rem-
klauwzuigers en de remblokken. _5. Zet de wielasmoer en de remklauw-
bouten vast met de voorgeschreven
aanhaalmomenten.
1. Wielas
Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:
150 Nm (15,0 m·kgf)
Remklauwbout:
27 Nm (2,7 m·kgf)
U5PWD1.book Page 44 Tuesday, July 16, 2002 9:15 AM
Page 98 of 120

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-45
6
DAU03087
Storingzoeken Yamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de machine correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.U5PWD1.book Page 45 Tuesday, July 16, 2002 9:15 AM
Page 99 of 120

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-46
6
DAU02990
Storingzoekschema’s Startproblemen of slechte werking van de motor
DW000125
WAARSCHUWING
_ Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt. _
CT-1AD
2. Compressie
3. Ontsteking
4. Accu1. BrandstofControleer het
brandstofniveau
in de brandstoftank.Er is voldoende
brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof
aanwezig.Controleer de compressie.
Vul brandstof bij. De motor start niet. Controleer de compressie.
Bedien de elektrische
startknop.Er is compressie.
Er is geen compressie.Controleer de ontsteking.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.Nat
DroogSchoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougie af of vervang de bougie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.Draai de gasgreep tot
halverwege open en bedien
de elektrische startknop.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.De motor draait snel rond.
De motor draait
langzaam rond.De accu is in orde.
Controleer de aansluitingen
van de accukabels en laad
de accu als dat nodig is.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer
de machine te controleren.
U5PWD1.book Page 46 Tuesday, July 16, 2002 9:15 AM
Page 100 of 120

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-47
6
Oververhitte motor
DW000070
WAARSCHUWING
_
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de koelvloeistofradiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de koelvloeistofradiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
_CT-2ADOPMERKING:_ Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen. _ Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het koelvloeistofniveau
in het reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau
is in orde.Het koelvloeistofniveau
is laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem te
controleren en te repareren als de motor opnieuw oververhit raakt.
Er is lekkage.Er is geen
lekkage.
U5PWD1.book Page 47 Tuesday, July 16, 2002 9:15 AM
Page 101 of 120
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7
Verzorging ......................................................................................... 7-1
Stalling .............................................................................................. 7-4
U5PWD1.book Page 1 Tuesday, July 16, 2002 9:15 AM
Page 102 of 120

7-1
7
DAU04525
7-VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETSVerzorging De open constructie van een motorfiets
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook meer
kwetsbaar. Er kan sprake zijn van roestvor-
ming en corrosie, ook al zijn hoogwaardige
componenten gebruikt. Een roestige uit-
laatpijp valt bij een auto niet zo op, bij een
motorfiets is dit echter nadelig voor de alge-
hele aanblik. Regelmatige en correcte ver-
zorging is niet alleen vereist volgens de
garantiebepalingen, maar verzekert ook
een fraai uiterlijk van de machine, verlengt
de levensduur en verbetert de prestaties.Alvorens te reinigen
1. Dek de uitlaatdemper af met een plas-
tic zak nadat de motor is afgekoeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen, ook de bougiedoppen, en
alle elektrische stekkers en aansluitin-
gen stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo-
als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen, tandwielen, de
aandrijfketting en de wielassen. Spoel
vuil en ontvetter altijd af met water.Reinigen
DCA00056
LET OP:_
Vermijd het gebruik van sterke en
bijtende wielreinigingsmiddelen,
vooral bij spaakwielen. Als dergelij-
ke producten toch worden gebruikt
om hardnekkig vuil los te maken,
laat het reinigingsmiddel dan niet
langer inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel ook
de directe omgeving schoon met
water, laat direct drogen en breng
daarna een corrosiewerende spray
aan.
Bij verkeerd reinigen kunnen de
kuipruit, de kuip, framepanelen en
andere kunststof delen en de uit-
laatdemper worden beschadigd.
Gebruik alleen een zachte, schone
doek of een spons met zachte zeep
en water om kunststof delen te rei-
nigen. Als de uitlaatdemper met ge-
bruik van zachte zeep niet echt
schoon wordt, kan een zachte bor-
stel met een basisch product wor-
den gebruikt.
U5PWD1.book Page 1 Tuesday, July 16, 2002 9:15 AM
Page 103 of 120

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-2
7
Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen of op de uitlaatdemper. Ver-
mijd het gebruik van doeken of
sponzen die in contact zijn geweest
met bijtende of schurende reini-
gingsmiddelen, oplosmiddelen of
thinner, brandstof (benzine), roest-
verwijderingsmiddelen of corrosie-
remmers, remvloeistof, antivries of
elektrolyt.
Gebruik geen hogedrukreinigers of
stoomreinigers, omdat dan op de
volgende plaatsen water kan door-
dringen en zo schade kan ontstaan:
afdichtingen (van wiel- en
swingarmlagers, voorvork en rem-
men), opbergcompartimenten,
elektrische componenten (kabel-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, schakelaars en verlichting),
beluchtings- en ontluchtingsslan-
gen.
Bij motorfietsen met een kuipruit:
gebruik geen bijtende reinigings-
middelen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten kras-
jes achter. Sommige reinigingsmid-
delen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de
kuipruit. Test het product op een
klein, niet-zichtbaar gedeelte van
de kuipruit om zeker te zijn dat
geen sporen achterblijven op de
kuipruit. Als de kuipruit krasjes ver-
toont, breng dan na wassen een
hoogwaardige polish voor gebruik
op kunststof aan.
_Na normaal gebruikVerwijder vuil met warm water, zachte zeep
en een zachte, schone spons en spoel dan
grondig met schoon water. Gebruik een
tandenborstel op moeilijk bereikbare plek-
ken. Hardnekkig vastzittend vuil en insec-
tenresten laten gemakkelijker los als de
bewuste plek alvorens te reinigen een paar
minuten met een vochtige doek wordt be-
dekt.Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-
kelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen ’s
winters worden bestrooid hebben in combi-
natie met water een zeer corrosieve wer-
king; handel daarom als volgt na een rit in
een regenbui, nabij de kust of op bepekelde
wegen.OPMERKING:_ ’s Winters gestrooid wegenzout kan nog tot
in de lente aanwezig blijven. _1. Reinig de motorfiets met koud water
en zachte zeep nadat de machine is
afgekoeld.
DCA00012
LET OP:_ Gebruik geen heet water, dit versterkt de
corrosieve werking van het zout. _2. Laat de motorfiets drogen en breng
dan met een spuitbus een corrosiewe-
rend middel aan op alle metalen de-
len, ook op de verchroomde en
vernikkelde onderdelen (niet op de ti-
tanium uitlaatdemper) om zo roestvor-
ming tegen te gaan.
U5PWD1.book Page 2 Tuesday, July 16, 2002 9:15 AM
Page 104 of 120

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-3
7
Reinigen van de titanium uitlaatdemperDit model is uitgerust met een titanium uit-
laatdemper die als volgt speciale verzor-
ging nodig heeft.
Gebruik alleen een zachte, schone
doek of een spons met zachte zeep en
water om de titanium uitlaatdemper te
reinigen. Als de uitlaatdemper met ge-
bruik van zachte zeep niet echt
schoon wordt, kan een zachte borstel
met een basisch product worden ge-
bruikt.
Gebruik nooit chemische stoffen of
andere speciale reinigingsmiddelen
om de uitlaatdemper schoon te ma-
ken, deze zullen de buitenste deklaag
van de demper aantasten.
Al heel geringe hoeveelheden olie zo-
als afkomstig van vingerafdrukken of
van met olie besmeurde poetsdoeken
zullen vlekken achterlaten op de tita-
nium demper, die met een zachte
zeep kunnen worden verwijderd.
De door hitte veroorzaakte verkleurin-
gen op een gedeelte van de uitlaatpijp
naar de titanium uitlaatdemper zijn
normaal en kunnen niet worden ver-
wijderd.Na reiniging
1. Droog de motorfiets met een zeemle-
ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen
en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te laten glanzen.
4. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
5. Gebruik een reinigingsspray als uni-
verseel schoonmaakmiddel om even-
tueel nog achtergebleven vuil te
verwijderen.
6. Werk kleine lakbeschadigingen bij ver-
oorzaakt door steenslag e.d.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
8. Laat de motorfiets volledig drogen al-
vorens te stallen of af te dekken.
DWA00031
WAARSCHUWING
_
Controleer of er geen olie of was
aanwezig is op de wielen of de rem-
men.
Reinig de remschijven en remvoe-
ringen zo nodig met een normale
remschijfreiniger of aceton en
spoel de banden schoon met lauw
water en een zachte zeep. Test de
remwerking en het weggedrag van
de motorfiets voordat u besluit har-
der te gaan rijden.
_
U5PWD1.book Page 3 Tuesday, July 16, 2002 9:15 AM