Page 41 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
Periodiek smeer- en onderhoudsschema ............ 6-2
Stroomlijn- en framepanelen verwijderen en
aanbrengen ....................................................... 6-5
Controleren van de bougie .................................. 6-6
Cardanolie ........................................................... 6-7
Koelvloeistof ........................................................ 6-8
Reinigen van het luchtfilterelement ...................... 6-9
Afstellen van de carburateur .............................. 6-10
Afstellen van de vrije slag van de gaskabel ....... 6-11
Banden .............................................................. 6-11
Gietwielen .......................................................... 6-13
Vrije slag van voor- en achterremhendel
afstellen ........................................................... 6-13
Controleren van de remblokken
voor- en achter ................................................. 6-14
Controleren van het remvloeistofniveau ............ 6-14
Verversen van remvloeistof................................. 6-15Afstellen van de Autolube pomp ....................... 6-15
Controleren en smeren van de kabels .............. 6-16
Smeren van voor- en achterremhendels ........... 6-16
Controleren en smeren van de middenbok ....... 6-16
Controleren van de voorvork ............................. 6-17
Controle van stuursysteem ............................... 6-17
Controleren van wiellagers ................................ 6-18
Accu ................................................................... 6-18
Zekering vervangen .......................................... 6-20
Koplampgloeilamp vervangen ........................... 6-20
Gloeilampje voor remlicht/achterlicht
vervangen ........................................................ 6-21
Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen ......... 6-22
Storingzoeken ................................................... 6-22
Storingzoekschema’s ........................................ 6-23
Page 42 of 84
6-1
6
DAU00462
6-PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU03453
De eigenaar is verplicht de optimale veilig-
heid te waarborgen. Door periodiek inspec-
ties, afstellingen en smeerbeurten uit te
laten voeren, zorgt u ervoor dat uw machi-
ne in zo veilig en efficiënt mogelijke conditie
blijft. Op de volgende pagina’s wordt de be-
langrijkste informatie met betrekking tot in-
specties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
DW000060
WAARSCHUWING
_ Vraag een Yamaha dealer het onder-
houdswerk uit te voeren als u hiermee
niet echt vertrouwd bent. _
DAU00466
WAARSCHUWING
_ Deze scooter is uitsluitend ontworpen
voor gebruik op verharde wegen. Wan-
neer deze scooter wordt gebruikt in een
abnormaal stoffige, modderige of voch-
tige omgeving, dient het luchtfilterele-
ment vaker te worden gereinigd of te
worden vervangen om snelle slijtage
van de motor te voorkomen. Raadpleeg
een Yamaha dealer voor de juiste onder-
houdsperiodes. _
Page 43 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-2
6
DAU03686
Periodiek smeer- en onderhoudsschema
OPMERKING:_
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht.
Herhaal de intervalperioden vanaf 30.000 km, te beginnen bij 6.000 km.
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal ge-
reedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
_CP-03DNR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (×1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 6 12 18 24
1
*BrandstofleidingControleer de brandstofslangen en de onderdrukslang op
scheuren of schade.√√√√ √
2 BougieVervangen.√√√√ √
3 LuchtfilterelementReinigen.√√
Vervangen.√√
4*AccuElectrolytniveau en soortelijk gewicht controleren.
Correcte ligging van ontluchtingsslang controleren.√√√√ √
5*VoorremWerking en vloeistofniveau controleren, machine
controleren op vloeistoflekkage.
(Zie OPMERKING op bladzijde 6-4.)√√ √ √ √ √
Remblokken vervangen. Indien afgesleten tot aan slijtagelimiet.
6*AchterremWerking en vloeistofniveau controleren, machine
controleren op vloeistoflekkage.
(Zie OPMERKING op bladzijde 6-4.)√√ √ √ √ √
Remblokken vervangen. Indien afgesleten tot aan slijtagelimiet.
7*RemslangenControleren op scheuren of beschadiging.√√√√ √
Vervangen. (Zie OPMERKING op bladzijde 6-4.) Elke 4 jaar
8*WielenControleren op slingering en schade.√√√√
Page 44 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-3
6
9
*BandenControleren op correcte profieldiepte en op schade.
Zo nodig vervangen.
Bandspanning controleren.
Zo nodig corrigeren.√√√√ √
10*WiellagersLager controleren op losheid of schade.√√√√
11*BalhoofdlagersControleren op lagerspeling en stroefheid in
stuurbeweging.√√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 24.000 km
12*FramebevestigingenControleren of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn
vastgezet.√√√√ √
13 MiddenbokWerking controleren.
Smeren.√√√√ √
14*VoorvorkControleren op werking en olielekkage.√√√√
15*SchokdemperunitControleren op werking en schokdemper op olielekkage.√√√√
16*CarburateurChokebediening controleren.
Stationair motortoerental afstellen.√√√√√ √
17*Injectiepomp 2-takt olieWerking controleren.
Zo nodig ontluchten.√√√√
18 CardanolieControleer de machine op olielekkage.√√ √
Verversen.√√√
19*V-snaarVervangen. Elke 10.000 km
20*Remlichtschakelaars
voor- en achterremWerking controleren.√√√√√ √
21Bewegende delen en
kabelsSmeren.√√√√ √
22*Verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaarsWerking controleren.
Richthoek koplamplichtbundel afstellen.√√√√√ √ NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (×1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 6 12 18 24
Page 45 of 84
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
6
DAU03541*
OPMERKING:_
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
Hydraulisch remsysteem
Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul zo nodig bij.
Ververs de remvloeistof elke twee jaar.
De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
_
Page 46 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
6
DAU03810
Stroomlijn- en framepanelen
verwijderen en aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk moeten de hierboven afgebeelde
stroomlijn- en framepanelen worden verwij-
derd. Neem deze paragraaf door wanneer
een stroomlijn- of framepaneel moet wor-
den verwijderd of aangebracht.
DAU00482
Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van stroomlijnpaneelVerwijder de schroeven en neem het
stroomlijnpaneel los.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneelPlaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de schroeven
aan.
DAUM0084
Paneel A
Verwijderen van het paneel1. Open het opbergcompartiment.(Zie
pagina 3-11 voor de werkwijze bij ope-
nen en sluiten van het opbergcompar-
timent.)
2. Verwijder de schroef en haal dan het
paneel los.
Aanbrengen van het paneel1. Plaats het paneel in de oorspronkelij-
ke positie en breng dan de schroef
aan.
2. Sluit het opbergcompartiment.
1. Stroomlijnpaneel A
2. Paneel A1
2ZAUM0270
1. Schroeven
1ZAUM0271
1. Paneel A
2. Schroef
2
1
ZAUM0272
Page 47 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-6
6
DAU01651
Controleren van de bougie De bougie is een belangrijk motoronderdeel
dat periodiek moet worden gecontroleerd,
bij voorkeur door een Yamaha dealer. Om-
dat bougies door verhitting en neerslag al-
tijd langzaam slijten, moet de bougie
worden verwijderd en gecontroleerd vol-
gens de tijden genoemd in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Bovendien
kan aan het uiterlijk van de bougie de con-
ditie van de motor worden afgelezen.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin ver-
kleurd zijn (de ideale kleur als normaal met
de machine wordt gereden). De motor is
misschien defect als de bougie een duide-
lijk andere kleur heeft. Probeer dergelijke
problemen niet zelf vast te stellen. Laat in
plaats daarvan uw scooter nakijken door
een Yamaha dealer.
Vervang de bougie als de elektroden blijken
te zijn afgesleten en als overmatige kool-
aanslag of andere neerslag gevonden
wordt.Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng als dat
nodig is de elektrodenafstand op specifica-
tie.
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKING:_ Als er geen momentsleutel voorhanden is
om de bougie te monteren, is het aanhaal-
moment ongeveer correct als een kwart-
slag tot een halve slag–verder dan
handvast wordt aangedraaid. De bougie
moet echter zo snel mogelijk naar het juiste
aanhaalmoment worden aangedraaid. _
a. ElektrodenafstandVoorgeschreven bougie:
BR8HS (NGK)
Elektrodenafstand:
0,5–0,7 mm
a
ZAUM0037
Aanhaalmoment:
Bougie:
20 Nm (2,0 m·kgf)
Page 48 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-7
6
DAU04228
Cardanolie Vóór elke rit moet het cardanhuis worden
gecontroleerd op olielekkage. Ingeval van
lekkage dient u de scooter door een
Yamaha dealer te laten nakijken en te laten
repareren. Bovendien dient de cardanolie
als volgt te worden ververst op de aangege-
ven tijdstippen in het periodieke onder-
houds- en smeerschema.
1. Start de motor, warm deze op door
een paar minuten te gaan rijden en zet
dan de motor af.2. Zet de scooter op de middenbok.
3. Plaats een oliecarter onder het car-
danhuis om de gebruikte olie op te
vangen.
4. Verwijder de olievuldop en de aftap-
plug om de olie uit het cardanhuis af te
tappen.
5. Breng de olieaftapplug voor het car-
danhuis aan en zet hem vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
6. Voeg de benodigde hoeveelheid aan-
bevolen cardanolie toe. Breng vervol-
gens de olievuldop aan en draai deze
vast.
DWA00062
WAARSCHUWING
_
Zorg ervoor dat geen verontreini-
gingen het cardanhuis kunnen bin-
nendringen.
Zorg ervoor dat geen olie op de
banden of wielen terecht komt.
_7. Controleer het cardanhuis op olielek-
kage. Zoek ingeval van lekkage naar
de oorzaak.
1. Aftapplug cardanolie
2. Olievuldop
12
ZAUM0273
Aanhaalmoment:
Aftapplug cardanolie:
18 Nm (1,8 m·kgf)
Aanbevolen cardanolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
0,13 L