Page 89 of 120
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-36
6
DAU04503
Koplampgloeilamp vervangen De koplampen op deze motorfiets hebben
halogeen gloeilampen. Vervang een kop-
lampgloeilamp als volgt als deze is doorge-
brand.
1. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.2. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
DW000119
WAARSCHUWING
_ Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit
niet is afgekoeld. _3. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
1. Gloeilampkap
2. Koplampstekker
1. Gloeilamphouder
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
D_5pw.book Page 36 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 90 of 120

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-37
6
DC000104
LET OP:_ Pas op en zorg dat de volgende onder-
delen niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers
op de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is
voorgeschreven.
_4. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
5. Vraag zo nodig een Yamaha dealer de
koplamplichtbundel af te stellen.
DAU03730
Remlicht/achterlicht Deze motorfiets is uitgerust met een LED
type remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
DAU03497
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtin-
gaanwijzer door de schroeven los te
halen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef
aan te brengen.1. Schroef
D_5pw.book Page 37 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 91 of 120
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-38
6
DCA00065
LET OP:_ Zet de schroef niet overdreven strak
vast, anders kan de lamplens breken. _
DAU04517
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen 1. Verwijder de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven los
te draaien.2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze naar buiten te
trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Monteer de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven aan
te brengen. 1. Schroef (× 2)
1. Gloeilamp kentekenverlichting
2. Lampeenheid kentekenverlichting
D_5pw.book Page 38 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 92 of 120

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-39
6
DAU01579
Ondersteunen van de motorfiets Dit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de mo-
torfiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
Onderhoud aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of, als
geen andere standaard voorhanden
is, door een krik te plaatsen onder het
frame aan de voorzijde van het achter-
wiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.Verwijderen van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen
onder beide zijden van het frame aan de
voorzijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de swingarm.
DAU04532
Voorwiel Verwijderen van het voorwiel
DW000122
WAARSCHUWING
_
Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat er geen risico
is op omvallen.
_1. Draai de wielasbout los en draai dan
de wielasklembouten en vervolgens
de remklauwbouten los.1. Klembout voorwielas (× 4)
D_5pw.book Page 39 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 93 of 120
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-40
6
2. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-39.
3. Verwijder aan beide zijden de rem-
slanghouders door de bout en de
moer los te halen.
4. Verwijder aan beide zijden de rem-
klauwen door de bouten los te halen.5. Verwijder de wielasbout, trek de wie-
las uit en verwijder dan het wiel.
DCA00046
LET OP:_ Bekrachtig de rem niet terwijl de rem-
klauwen zijn losgehaald, anders worden
de remblokken tegen elkaar vastge-
klemd. _
1. Remslanghouder
2. Bout/moer
3. Bout (× 2)
4. Remklauw
5. Wielasbout
1. Wielas
D_5pw.book Page 40 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 94 of 120

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-41
6
DAU04661
Aanbrengen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Laat het voorwiel zakken zodat dit op
de grond rust.
4. Monteer de achterremklauwen door
de bouten aan te brengen en zet deze
dan vast met het voorgeschreven aan-
haalmoment.OPMERKING:_ Kijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd. _5. Monteer de remslanghouders door de
bouten en moeren aan te brengen.6. Zet de wielas vast door de wielasbout
aan te brengen en draai dan aan met
het voorgeschreven aanhaalmoment.
OPMERKING:_ Blokkeer bij het vastzetten van de wielas-
bout de wielas met een 19-mm zeskant-
sleutel, zodat deze niet meedraait. _7. Bevestig de wielasklembouten A en B
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.8. Tik met een rubber hamer tegen de
buitenkant van de rechter vorkpoot om
deze in lijn te brengen met het uiteinde
van de wielas.
9. Bevestig de wielasklembouten C en D
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
10. Bekrachtig de voorrem en duw het
stuur een paar keer stevig op en neer
om te zien of de voorvork correct
werkt. Aanhaalmoment:
Remklauwbout:
40 Nm (4,0 m·kgf)1. Klembout voorwielas A
2. Klembout voorwielas B
3. Klembout voorwielas C
4. Klembout voorwielas D
Aanhaalmoment:
Wielasbout:
91 Nm (9,1 m·kgf)
Aanhaalmoment:
Wielasklembout:
18 Nm (1,8 m·kgf)
Aanhaalmoment:
Wielasklembout:
18 Nm (1,8 m·kgf)
D_5pw_Periodic.fm Page 41 Friday, January 18, 2002 8:53 AM
Page 95 of 120

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-42
6
DAU04533
Achterwiel Verwijderen van het achterwiel
DW000122
WAARSCHUWING
_
Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat er geen risico
is op omvallen.
_1. Draai de wielasmoer en de remklauw-
bouten los.
2. Licht het achterwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-39.3. Verwijder de wielasmoer en haal dan
de remklauw los door de bouten te
verwijderen.
4. Draai de borgmoer los aan beide zij-
den van de swingarm.
5. Draai de stelbouten voor de aandrijf-
ketting helemaal richting
a.6. Druk het wiel naar voren en haal dan
de aandrijfketting van het achtertand-
wiel.
OPMERKING:_ De aandrijfketting hoeft niet te worden ge-
demonteerd om het achterwiel te verwijde-
ren en aan te brengen. _
1. Wielasmoer
2. Stelbout van de doorbuiging aandrijfketting
3. Borgmoer
1. Bout (× 2)
2. Remklauw
3. Remklauwsteun
D_5pw.book Page 42 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 96 of 120

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-43
6
7. Ondersteun de remklauwsteun en trek
dan de achterwielas uit.
8. Verwijder het wiel.
DCA00119
LET OP:_ Bekrachtig de rem niet terwijl het wiel
samen met de remschijf is verwijderd,
anders worden de remklauwzuigers te-
gen elkaar gedrukt. _
DAU04534
Aanbrengen van het achterwiel
1. Monteer het wiel en de remklauw-
steun door de wielas vanaf de linker-
zijde in te steken.OPMERKING:_ Kijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat u het wiel aanbrengt. _2. Breng de aandrijfketting aan over het
achtertandwiel en stel dan de aandrijf-
ketting strak. (Zie pagina 6-27 voor de
werkwijze bij spannen van de aandrijf-
ketting.)
3. Breng de wielasmoer aan en laat het
achterwiel dan zakken zodat dit op de
grond rust.
4. Monteer de remklauw door de bouten
aan te brengen.
5. Zet de wielasmoer en de remklauw-
bouten vast met de voorgeschreven
aanhaalmomenten.
1. Wielas
Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:
150 Nm (15,0 m·kgf)
Remklauwbout:
27 Nm (2,7 m·kgf)
D_5pw.book Page 43 Friday, December 7, 2001 2:18 PM