BESCHRIJVING
2-2
2
Aanzicht rechterzijde13. Bagageriembevestiging (pagina 3-23)
14. Helmbevestigingen (pagina 3-18)
15. Hoofdzekering (pagina 6-35)
16. Zekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem (pagina 6-35)
17. Accu (pagina 6-33)
18. Remvloeistofreservoir achterrem (pagina 6-26)19. Luchtfilterelement (pagina 6-16)
20. Koelvloeistofradiatorvuldop (pagina 6-13)
21. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-12)
22. Kijkglas motorolieniveau (pagina 6-9)
23. Vuldop motorolie (pagina 6-9)
D_5pw.book Page 2 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-13
6
DC000080
LET OP:_
Als er geen koelvloeistof voorhan-
den is, gebruik in plaats daarvan
dan gedistilleerd water of zacht lei-
dingwater. Gebruik geen hard water
of zout water, hierdoor kan de mo-
tor worden beschadigd.
Wanneer water werd gebruikt in
plaats van koelvloeistof, ververs
dan zo snel mogelijk met koelvloei-
stof, anders wordt de motor onvol-
doende gekoeld en is het
koelsysteem niet beschermd tegen
bevriezing en corrosie.
Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel mo-
gelijk een Yamaha dealer het anti-
vries percentage van de
koelvloeistof te controleren, anders
zal de koelvloeistof minder effectief
zijn.
_
DW000067
WAARSCHUWING
_ Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop nooit terwijl de motor nog heet
is. _
OPMERKING:_
De radiatorkoelvin schakelt automa-
tisch aan of uit, afhankelijk van de
temperatuur van de koelvloeistof in de
koelvloeistofradiator.
Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 6-46 nadere instructies ver-
meld.
_
DAU04524
Verversen van de koelvloeistof
1. Zet de motorfiets op een vlakke onder-
grond en laat het motorblok zo nodig
afkoelen.
2. Verwijder de stroomlijnpanelen A en B
en het paneel A. (Zie de pagina’s 6-5–
6-7 voor de werkwijze bij verwijderen
en aanbrengen van de stroomlijn).
3. Schuif een opvangbak onder de motor
om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
4. Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop en de dop van het koelvloei-
stofreservoir.
DW000067
WAARSCHUWING
_ Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop nooit terwijl de motor nog heet
is. _1. Dop van koelvloeistofreservoir
2. Koelvloeistofradiatorvuldop
D_5pw.book Page 13 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-14
6
5. Verwijder de koppelingskabelhouder
van het koelvloeistofreservoir, zoals
getoond.
6. Verwijder het koelvloeistofreservoir
door de bouten los te halen en leeg
dan het koelvloeistofreservoir door dit
om te keren.
7. Monteer het koelvloeistofreservoir
door de bouten te installeren en breng
dan de houder voor de koppelingska-
bel aan.8. Verwijder de aftapplug voor koelvloei-
stof om het koelsysteem leeg te ma-
ken.
9. Draai de schroef los van de slangklem
aan de linkerzijde van de motor en trek
dan de slang los om de koelvloeisto-
fradiator leeg te maken.10. Spoel het koelsysteem grondig door
met schoon leidingwater, nadat alle
koelvloeistof is uitgestroomd.
11. Breng de aftapplug voor koelvloeistof
aan en zet deze dan vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
OPMERKING:_ Controleer of de ring beschadigd is en ver-
vang hem zo nodig. _12. Sluit de koelvloeistofradiatorslang aan
en zet dan de schroef in de slangklem
vast.
1. Bout (× 2)
2. Koelvloeistofreservoir
3. Houder koppelingskabel
1. Aftapplug koelvloeistof
2. Klemschroef
Aanhaalmoment:
Aftapplug koelvloeistof:
10 Nm (1,0 m·kgf)
D_5pw.book Page 14 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-15
6
13. Giet de voorgeschreven hoeveelheid
van de gespecificeerde koelvloeistof
in de koelvloeistofradiator en in het re-
servoir.
DC000080
LET OP:_
Als er geen koelvloeistof voorhan-
den is, gebruik in plaats daarvan
dan gedistilleerd water of zacht lei-
dingwater. Gebruik geen hard water
of zout water, hierdoor kan de mo-
tor worden beschadigd.
Wanneer water werd gebruikt in
plaats van koelvloeistof, ververs
dan zo snel mogelijk met koelvloei-
stof, anders wordt de motor onvol-
doende gekoeld en is het
koelsysteem niet beschermd tegen
bevriezing en corrosie.
Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel mo-
gelijk een Yamaha dealer het anti-
vries percentage van de
koelvloeistof te controleren, anders
zal de koelvloeistof minder effectief
zijn.
_
14. Breng de radiatorvuldop en de af-
sluitdop van het koelvloeistofreservoir
aan, start dan de motor en laat een
paar minuten stationair draaien. Voer
daarbij het toerental een paar keer op
tot tussen 3.000–5.000 tpm en zet de
motor dan uit.
15. Verwijder de radiatorvuldop om het
koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul zo nodig zoveel koel-
vloeistof bij tot het niveau bovenin de
radiator staat en breng dan de radia-
torvuldop aan.
16. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir. Verwijder zo nodig de
dop van het koelvloeistofreservoir, vul
koelvloeistof bij tot aan de merkstreep
voor maximumniveau en breng dan de
dop weer aan.
17. Start de motor en controleer dan of er-
gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
18. Breng de stroomlijnpanelen en het fra-
mepaneel aan. Mengverhouding antivries/water:
1:1
Aanbevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol
antivries met corrosieremmers voor
aluminium motoren
Hoeveelheid koelvloeistof:
Totale hoeveelheid:
2,45 L
Inhoud koelvloeistofreservoir:
0,24 L
D_5pw.book Page 15 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-35
6
DAU04548
Zekeringen vervangen De hoofdzekering en de zekering voor het
elektronisch brandstofinjectiesysteem be-
vinden zich onder het rijderzadel. (Zie
pagina 3-17 voor instructies over verwijde-
ren en aanbrengen van het rijderzadel.)
Het zekeringenkastje met de zekeringen
voor afzonderlijke circuits bevindt zich on-
der paneel B. (Zie pagina 6-7 voor het ver-
wijderen en aanbrengen van het paneel).
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering aan
met de voorgeschreven ampèrewaar-
de.
DC000103
LET OP:_ Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch sys-
teem en mogelijk brandgevaar te vermij-
den. _3. Draai de contactsleutel in “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te testen.
1. Koplampzekering
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering ontstekingssysteem
4. Zekering radiatorkoelvin
5. Reservezekering (kilometerteller en klok)
6. Zekering parkeerlichten
7. Reservezekering (× 3)
1. Hoofdzekering
2. Zekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 50 A
Koplampzekering: 20 A
Zekering signaleringssysteem: 15 A
Zekering radiatorkoelvin: 15 A
Zekering ontstekingssysteem: 15 A
Zekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem: 15 A
Zekering parkeerlichten: 5 A
Reservezekering
(kilometerteller en klok): 5 A
D_5pw.book Page 35 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-46
6
Oververhitte motor
DW000070
WAARSCHUWING
_
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de koelvloeistofradiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de koelvloeistofradiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
_CT-2ADOPMERKING:_ Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen. _ Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het koelvloeistofniveau
in het reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau
is in orde.Het koelvloeistofniveau
is laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem te
controleren en te repareren als de motor opnieuw oververhit raakt.
Er is lekkage.Er is geen
lekkage.
D_5pw.book Page 46 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
SPECIFICATIES
8-4
8
Elektrische installatie
Ontstekingssysteem TCI ontsteking (digitaal)
Laadsysteem
Type Wisselstroom-dynamo
Standaard
Vermogen 14 V, 32 A 5.000 tpm
Accu
Model GT12B-4
Gloeilampen,
Capaciteit 12 V, 10 Ah
Type koplampKwartslamp (halogeen)
Gloeilampen voltage, wattage × aantal
Koplamp 12 V, 60/55 W × 2
Remlicht/achterlicht L.E.D.
Richtingaanwijzer 12 V, 10 W × 4
Stadslicht 12 V, 5 W × 2
Kentekenverlichting 12 V, 5 W × 1
Instrumentenverlichting L.E.D.
Controlelampje voor vrijstand L.E.D.
Controlelampje grootlicht L.E.D.
Controlelampje richtingaanwij-
zers L.E.D.
Controlelampje voor brand-
stofniveau L.E.D.
Waarschuwingslampje voor
olieniveau L.E.D.Waarschuwingslampje motor-
storing L.E.D.
Controlelampje motortoerental L.E.D.
Zekeringen
Hoofdzekering 50 A
Koplampzekering 20 A
Zekering signaleringssysteem 15 A
Zekering radiatorkoelvin 15 A
Zekering ontstekingssysteem 15 A
Reservezekering
(kilometerteller en klok) 5 A
Zekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem 15 A
Zekering parkeerlichten 5 A
D_5pw.book Page 4 Friday, December 7, 2001 2:18 PM