Page 73 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-30
6
DC000102
LET OP:_
Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontladen
toestand weg te bergen kan perma-
nente accuschade ontstaan.
Om een permanent-dichte accu
(onderhoudsvrij type) te laden, is
een speciale acculader (met con-
stante laadspanning) vereist. Bij
gebruik van een conventionele ac-
culader raakt de accu beschadigd.
Wanneer u niet beschikt over een
speciale acculader voor perma-
nent-dichte accu’s (onderhoudsvrij
type), vraag dan een Yamaha dealer
uw accu op te laden.
_
DAU04359*
Zekeringen vervangen De hoofdzekering en het kastje met zeke-
ringen voor afzonderlijke circuits bevinden
zich achter stroomlijnpaneel B. (Zie pagina
6-6 voor de werkwijze bij verwijderen en
aanbrengen van het stroomlijnpaneel.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering aan
met de voorgeschreven ampèrewaar-
de.1. Zekeringenkastje
2. Hoofdzekering
1. Koplampzekering
2. Zekering ontstekingssysteem
3. Zekering klokcircuit
4. Circuitzekering alarmverlichting
5. Hoofdzekering
6. Reservezekering (× 3)
7. Zekering signaleringssysteemVoorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 30 A
Koplampzekering: 15 A
Zekering
signaleringssysteem: 20 A
Zekering
ontstekingssysteem: 10 A
Zekering klokcircuit: 10 A
Circuitzekering
alarmverlichting: 10 A
D_4KM.book Page 30 Tuesday, August 28, 2001 8:50 AM
Page 74 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-31
6
DC000103
LET OP:_ Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch sys-
teem en mogelijk brandgevaar te vermij-
den. _3. Draai de contactsleutel in “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te testen.
DAU04136
Koplampgloeilamp vervangen De koplamp op deze motorfiets heeft een
halogeen gloeilamp. Vervang de koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is doorgebrand.
1. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.2. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
DW000119
WAARSCHUWING
_ Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit
niet is afgekoeld. _
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1. Gloeilamphouder
D_4KM.book Page 31 Tuesday, August 28, 2001 8:50 AM
Page 75 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-32
6
3. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
DC000105
LET OP:_ Raak het glas van de koplampgloeilamp
niet aan zodat dit vetvrij blijft, anders
kan de doorzichtigheid van het glas, de
lichtintensiteit en de levensduur nadelig
worden beïnvloed. Wrijf eventuele ver-
ontreinigingen en vingerafdrukken op
het gloeilampglas weg met een doekje
gedrenkt in alcohol of thinner. _4. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
5. Vraag zo nodig een Yamaha dealer de
koplamplichtbundel af te stellen.
DAU01623
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen 1. Verwijder de lamplens van het rem-
licht/achterlicht door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroe-
ven aan te brengen.
DC000108
LET OP:_ Zet de schroeven niet overdreven strak
vast, anders kan de lamplens breken. _
DAU03497
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtin-
gaanwijzer door de schroeven los te
halen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef
aan te brengen.
DCA00065
LET OP:_ Zet de schroef niet overdreven strak
vast, anders kan de lamplens breken. _
1. Hier niet aanraken.
1. Schroef (× 2)
1. Schroef
D_4KM.book Page 32 Tuesday, August 28, 2001 8:50 AM
Page 76 of 102
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-33
6
DAU03598
Voorwiel Verwijderen van het voorwiel
DW000122
WAARSCHUWING
_
Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat er geen risico
is op omvallen.
_1. Zet de motorfiets op de middenbok.
2. Maak de snelheidsmeterkabel los van
het voorwiel.3. Verwijder de remslanghouders door
de bouten los te halen.
4. Verwijder de remklauwen door de
bouten los te halen.
DCA00047
LET OP:_ Trek de remhendel niet aan terwijl de
remklauw is losgehaald, anders worden
de remblokken tegen elkaar vastge-
klemd. _
5. Draai de klembout op de voorwielas
los en verwijder dan de wielas.
6. Trek de wielas uit en verwijder dan het
wiel.
1. Snelheidsmeterkabel
1. Bout (× 3)
2. Remslanghouder
3. RemklauwLinker
Rechter
1. Klembout voorwielas
2. Wielas
D_4KM.book Page 33 Tuesday, August 28, 2001 8:50 AM
Page 77 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-34
6
DAU04360
Aanbrengen van het voorwiel
1. Monteer de wielnaaf en het de tand-
wieloverbrenging voor de snelheids-
meter zodanig aan elkaar dat de
nokjes in de sleuven vallen.2. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
OPMERKING:_ Controleer of de sleuf in de snelheidsmete-
runit over de aanslag op de vorkpoot valt. _3. Steek de wielas naar binnen.
4. Monteer de remklauwen door de bou-
ten aan te brengen.OPMERKING:_ Kijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd. _
5. Monteer de remslanghouders door de
bouten aan te brengen.
6. Haal de machine van de middenbok,
zodat het voorwiel op de grond rust.
7. Zet de wielas en dan de voorwielas-
klembout en de remklauwbouten vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
8. Sluit de snelheidsmeterkabel aan.
9. Duw het stuur enkele malen stevig op
en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
1. Aanslag
Aanhaalmomenten:
Wielas:
59 Nm (5,9 m·kgf)
Klembout voorwielas:
19 Nm (1,9 m·kgf)
Remklauwbout:
40 Nm (4,0 m·kgf)
D_4KM.book Page 34 Tuesday, August 28, 2001 8:50 AM
Page 78 of 102
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-35
6
DAU04361
Achterwiel Verwijderen van het achterwiel
DW000122
WAARSCHUWING
_
Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat er geen risico
is op omvallen.
_
1. Draai de wielasmoer los en draai dan
de klembout op de achterwielas los.
2. Zet de motorfiets op de middenbok.
3. Verwijder de remklauw door de bou-
ten los te halen.
4. Haal de remankerstang los van de
remklauwsteun door de splitpen, de
moer en de bout te verwijderen.
5. Ondersteun het achterwiel en trek dan
de wielas uit.
6. Verwijder de remklauwsteun en de
ring.
7. Trek het wiel naar rechts om het los te
maken van het cardanhuis en verwij-
der dan het achterwiel.
1. Klembout achterwielas
1. Wielasmoer
1. Moer
2. Bout
3. Remankerstang
4. Splitpen
5. Remklauwsteun
6. Bout (× 2)
D_4KM.book Page 35 Tuesday, August 28, 2001 8:50 AM
Page 79 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-36
6
DCA00062
LET OP:_ Trap het rempedaal niet in terwijl het
wiel samen met de remschijf is verwij-
derd, anders worden de remblokken te-
gen elkaar vastgeklemd. _
DAU04362
Aanbrengen van het achterwiel
1. Smeer een dun laagje lithiumvet op de
spiebanen in het cardanhuis en op de
achterwielnaaf.
2. Breng het wiel, de remklauwsteun, de
ring en de wielas aan.
3. Monteer de remklauw door de bouten
aan te brengen.OPMERKING:_ Kijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauw over de
remschijf wordt gemonteerd. _
4. Koppel de remankerstang aan de
remklauwsteun door de bout en de
moer aan te brengen.
5. Breng de wielasmoer aan en draai
deze dan handvast.
6. Haal de motorfiets van de middenbok
zodat het achterwiel op de grond rust.
7. Zet de achterwielasklembout, de wie-
lasmoer, de remklauwbouten en de
remankerstang vast met de voorge-
schreven aanhaalmomenten.
1. Spiebanen
Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:
105 Nm (10,5 m·kgf)
Remklauwbout:
40 Nm (4,0 m·kgf)
Bevestigingsmoer remankerstang:
23 Nm (2,3 m·kgf)
Klembout achterwielas:
16 Nm (1,6 m·kgf)
D_4KM.book Page 36 Tuesday, August 28, 2001 8:50 AM
Page 80 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-37
6
8. Breng de splitpen voor de remanker-
stang aan.
DW000124
WAARSCHUWING
_ Gebruik steeds een nieuwe splitpen. _
DAU01008
Storingzoeken Yamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In het volgende storingzoekschema is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de machine correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
D_4KM.book Page 37 Tuesday, August 28, 2001 8:50 AM