Page 97 of 114

7-1
DAU03434
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7
VerzorgingVerzorgingDe open constructie van een scooter
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook meer
kwetsbaar. Er kan sprake zijn van roest-
vorming en corrosie, ook al zijn hoog-
waardige componenten gebruikt. Een
roestige uitlaatpijp valt bij een auto niet zo
op, bij een scooter is dit echter nadelig
voor de algehele aanblik. Regelmatige en
correcte verzorging is niet alleen vereist
volgens de garantiebepalingen, maar ver-
zekert ook een fraai uiterlijk van de scoot-
er, verlengt de levensduur en verbetert de
prestaties.Alvorens te reinigen
1. Dek de uitlaatdemper af met een
plastic zak nadat de motor is afge-
koeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen, ook de bougiedoppen, en
alle elektrische stekkers en aanslui-
tingen stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling,
zoals verbrande olie op het carter,
met een ontvetter en een borstel,
maar gebruik dergelijke producten
nooit op afdichtingen, pakkingen en
wielassen. Spoel vuil en ontvetter
altijd af met water.Reinigen
DCA00011
<>8Vermijd het gebruik van sterke en
bijtende wielreinigingsmiddelen,
vooral bij spaakwielen. Als derge-
lijke producten toch worden
gebruikt om hardnekkig vuil los te
maken, laat het reinigingsmiddel
dan niet langer inwerken dan is
vermeld in de gebruiksinstructies.
Spoel ook de directe omgeving
schoon met water, laat direct
drogen en breng daarna een cor-
rosiewerende spray aan.
8Bij verkeerd reinigen kunnen de
kuipruit, de kuip, framepanelen en
andere kunststof delen worden
beschadigd. Gebruik alleen een
zachte, schone doek of een spons
met zachte zeep en water om
kunststof delen te reinigen.
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 96
Page 98 of 114

7-2
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7
8 8
Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van
doeken of sponzen die in contact
zijn geweest met bijtende of schu-
rende reinigingsmiddelen, oplos-
middelen of thinner, brandstof
(benzine), roestverwijderingsmid-
delen of corrosieremmers, rem-
vloeistof, antivries of elektrolyt.
8Gebruik geen hogedrukreinigers
of stoomreinigers, omdat dan op
de volgende plaatsen water kan
doordringen en zo schade kan
ontstaan: afdichtingen (van wiel-
en swingarmlagers, voorvork en
remmen), elektrische componen-
ten (kabelstekkers, messtekkers,
instrumenten, schakelaars en ver-
lichting), beluchtings- en ontluch-
tingsslangen.8Bij scooters met een kuipruit:
gebruik geen bijtende reinigings-
middelen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten
krasjes achter. Sommige reini-
gingsmiddelen voor kunststof
laten eveneens krasjes achter op
de kuipruit. Test het product op
een klein, niet-zichtbaar gedeelte
van de kuipruit om zeker te zijn
dat geen sporen achterblijven op
de kuipruit. Als de kuipruit krasjes
vertoont, breng dan na wassen
een hoogwaardige polish voor
gebruik op kunststof aan.
Na normaal gebruikVerwijder vuil met warm water, zachte
zeep en een zachte, schone spons en
spoel dan grondig met schoon water.
Gebruik een tandenborstel op moeilijk
bereikbare plekken. Hardnekkig vastzit-
tend vuil en insectenresten laten gemak-
kelijker los als de bewuste plek alvorens
te reinigen een paar minuten met een
vochtige doek wordt bedekt.Na rijden in regen, aan de kust of op
bepekelde wegenZilte zeelucht en wegenzout waarmee
wegen ’s winters worden bestrooid heb-
ben in combinatie met water een zeer
corrosieve werking; handel daarom als
volgt na een rit in een regenbui, nabij de
kust of op bepekelde wegen.OPMERKING:’s Winters gestrooid wegenzout kan nog
tot in de lente aanwezig blijven.1. Reinig de scooter met koud water en
zachte zeep nadat de machine is
afgekoeld.
DCA00012
<>Gebruik geen heet water, dit versterkt
de corrosieve werking van het zout.2. Breng met een spuitbus een corro-
siewerend middel aan op alle meta-
len delen, ook op verchroomde en
vernikkelde componenten, om zo
corrosie te voorkomen.
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 97
Page 99 of 114

7-3
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7
Na reinigen
1. Droog de scooter met een zeemle-
ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrij-
stalen delen te doen glanzen, ook
het uitlaatsysteem. (Zelfs thermische
verkleuringen op roestvrijstalen uit-
laatsystemen kunnen door oppoet-
sen worden verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen
delen, ook op verchroomde en ver-
nikkelde componenten, om zo corro-
sie te voorkomen.
4. Gebruik een reinigingsspray als uni-
verseel schoonmaakmiddel om
eventueel nog achtergebleven vuil te
verwijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen bij
veroorzaakt door steenslag e.d.6. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
7. Laat de scooter volledig drogen
alvorens te stallen of af te dekken.
DWA00002
X@8Controleer of er geen olie of was
aanwezig is op de wielen of de
remmen. Reinig de remschijven
en remvoeringen zo nodig met
een normale remschijfreiniger of
aceton en spoel de banden
schoon met lauw water en een
zachte zeep.
8Test eerst de remwerking en het
weggedrag in bochten alvorens
de scooter werkelijk te gaan
gebruiken.
DCA00013
<>8Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
8Breng oliespray of was nooit aan
op rubber of kunststof delen,
behandel deze met een daartoe
bestemd verzorgingsmiddel.
8Vermijd het gebruik van schuren-
de poetsmiddelen, deze tasten de
lak aan.OPMERKING:Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 98
Page 100 of 114

7-4
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7
StallingStallingKorte termijn
Stal uw scooter steeds op een koele en
droge plek en bescherm zo nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stalling-
hoes.
DCA00015
<>8Als de scooter wordt gestald in
een slecht geventileerde ruimte of
in vochtige toestand wordt afge-
dekt met een dekzeil, zal water en
vocht kunnen binnendringen en
roestvorming veroorzaken.
8 8
Voorkom corrosie door de machi-
ne niet te stallen in een vochtige
kelder, een stal (i.v.m. de aanwe-
zigheid van ammoniakdamp) en in
een opslagruimte voor sterke che-
micaliën.
Lange termijn
Alvorens uw scooter gedurende meerde-
re maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de para-
graaf “Verzorging” in dit hoofdstuk.
2. Leeg de vlotterkamer in de carbura-
teur door de aftapplug los te draaien;
u voorkomt zo dat neerslag uit de
brandstof achterblijft. Giet de afge-
tapte brandstof terug in de brand-
stoftank.
3. Vul de brandstoftank en voeg een
stabilisatoradditief (indien verkrijg-
baar) toe om roestvorming in de tank
en achteruitgang van de brandstof te
voorkomen.
4. Voer de volgende stappen uit om de
cilinder, de zuigerveren etc. te
beschermen tegen corrosie.a. Verwijder de bougiedop en de
bougie.
b. Giet een theelepel motorolie in
het bougiegat.
c. Breng de bougiedop aan op de
bougie en leg dan de bougie
zodanig op de cilinderkop dat de
elektroden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer
ronddraaien op de startmotor. (De
cilinderwand wordt zo geolied.)
e. Haal de bougiedop los van de
bougie en breng dan de bougie
en de bougiedop weer aan.
DWA00003
X@Om schade of letsel door vonkvorming
te voorkomen, moeten de bougie-elek-
troden aan massa liggen terwijl de
motor wordt rondgedraaid.
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 99
Page 101 of 114
7-5
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7
5. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.
6. Controleer de bandspanning en cor-
rigeer deze zo nodig en breng dan
de scooter omhoog zodat beide wie-
len los van de grond zijn. Een ande-
re mogelijkheid is de wielen elke
maand iets te draaien, zodat de ban-
den niet op één gedeelte sterker
achteruitgaan.
7. Dek de uitlaatdemper af met een
plastic zak om te voorkomen dat
vocht kan binnendringen.8. Verwijder de accu en laad deze vol-
ledig bij. Berg de accu op een koele
en droge plek op en laad hem eens
per maand bij. Berg de accu niet op
een extreem koude of warme plek
op (kouder dan 0 °C of warmer dan
30 °C). Zie pagina 6-35 voor meer
informatie over het opbergen van de
accu.
OPMERKING:Verricht eventueel noodzakelijke repara-
ties alvorens de scooter te stallen.
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 100
Page 102 of 114
SPECIFICATIES
Specificaties ........................................................................................................8-1
8
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 101
Page 103 of 114

8-1
DAU01038
SPECIFICATIES
8
SpecificatiesSpecificaties
Model YP250
Afmetingen
Grootste lengte 2.145 mm
Grootste breedte 770 mm
Grootste hoogte 1.350 mm
Zadelhoogte 730 mm
Wielbasis 1.535 mm
Minimale grondspeling 120 mm
Minimale draaicirkel 2.700 mm
Basisgewicht
(Met olie en volle benzinetank)170 kg
Motor
Type motor
Vloeistofgekoelde 4-takt, met
enkele bovenliggende nokkenas
Cilinder-opstellingEnkele cilinder, voorover
hellend
Verplaatsing 249 cm
3
Boring ×slag 69,0 ×66,8 mm
Kompressieverhouding 10:1
Startsysteem Elektrische starter
Smeersysteem Oliecarter-systeem (natte bak)Motorolie
Type
Aanbevolen klasse motorolie API service SE, SF SG type of
hoger
<>Gebruik uitsluitend een motorolie die geen anti-frictie middelen
bevat. Een motorolie bedoeld voor personenauto’s (vaak voorzien
van het opschrift “ENERGY CONSERVING
II”) bevat anti-frictie
toevoegingen die slippen van de koppeling en/of de startmotor-
koppeling kunnen veroorzaken, met een kortere levensduur van de
componenten en slechte motorprestaties tot gevolg.
Capaciteit
Periodieke olieverversing 1,2 L
Totale hoeveelheid
(droge motor) 1,4 L
–10° 0° 10° 20° 30°
40°
SAE 10W/30
SAE 10W/40
SAE 20W/40
SAE 20W/50
–20°
SAE 15W/40 50°C
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 102
Page 104 of 114

8-2
SPECIFICATIES
8
Eindoverbrengingsolie
TypeSAE10W30 type SE motorolie
Oliehoeveelheid 0,25 L
Capaciteit van het koelsysteem
(totale hoeveelheid)1,4 L
LuchtfilterNat type element
Brandstof
Type UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank 12 L
Carburateur
Merk TEIKEI
Type × hoeveelheid Y28V-1E × 1
Bougies
Merk/Type NGK/DR8EA
Bougie-elektrodenafstand 0,6–0,7 mm
Type koppeling
Droog, centrifugaal automatisch
Overbrenging
Primair reduktie-systeem
Schroef-tandwielenoverbrenging
Primaire reduktie-verhouding40/15 (
2,666)
Secundair reduktie-systeem
Schroef-tandwielenoverbrenging
Secundaire reduktie-verhouding
38/15 (2,533)Type overbrenging Automatisch, V-snaar
Bediening Automatische
centrifugaalkoppeling
Chassis
Type frame Stalen onderframebuizen
Casterhoek 28°
Spoorbreedte 103 mm
Banden
Voor
Type Tubeless
Bandenmaat 110/90-12 64L
Merk/model IRC/MB67
MICHELIN/BOPPER
Achter
Type Tubeless
Bandenmaat 130/70-12 62L
Merk/model IRC/MB67
MICHELIN/BOPPER
Maximale belasting* 185 kg
Luchtdruk (koube band)
Tot 90 kg
Voor 175 kPa (1,75 kgf/cm
2, 1,75 bar)
Achter 200 kPa (2,00 kgf/cm2, 2,00 bar)
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 103