Page 28 of 114
3-12
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU03890
Noodstopschakelaar “#/$”NoodstopschakelaarZet deze schakelaar op “#” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“$” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de
machine omslaat of als de gaskabel blijft
hangen.
1
2
1. Noodstopschakelaar “#/$”
2. Startknop “,”
DAU03801
Startknop “,”StartknopDruk bij ingetrokken zijstandaard en
bekrachtigde voor- of achterrem deze
knop in om de motor via de startmotor te
starten.
DC000005
<>Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
DAU03882
VoorremhendelRemhendel (voor)De voorremhendel bevindt zich aan de
rechterstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
1
1. Voorremhendel
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 27
Page 38 of 114

3-22
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
Er is mogelijk iets mis met de
zijstandaardschakelaar.Rijd niet met de scooter totdat deze door
een Yamaha dealer is gecontroleerd.
JA NEE
Met afgezette motor:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar in “#” staat.
3. Draai de sleutel naar “ON”.
4. Bekrachtig de voor- of achterrem.
5. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?
Er is mogelijk iets mis met de remschakelaar.
Rijd niet met de scooter totdat deze door
een Yamaha dealer is gecontroleerd.
Met nog afgezette motor:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Bekrachtig de voor- of achterrem.
8. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?Terwijl de motor nog draait:
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Er is mogelijk iets mis met de
zijstandaardschakelaar.
Rijd niet met de scooter totdat deze door
een Yamaha dealer is gecontroleerd.OPMERKING:Deze controle is het meest betrouwbaar bij
een warme motor.
JA NEE
Alles in orde. U kunt met de scooter gaan rijden.
JA NEE
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 37
Page 45 of 114

5-1
DAU00372
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DAU01118
X@8Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties
en hun werking voordat u gaat rij-
den. Informeer bij een Yamaha
dealer als u de werking van een
schakelaar of functie niet volko-
men begrijpt.
8Start de motor nooit in een afge-
sloten ruimte en laat deze hierin
ook niet lange tijd aaneen draaien.
Uitlaatgassen zijn giftig en het
inademen ervan kan al binnen
korte tijd leiden tot bewusteloos-
heid en dodelijk letsel. Controleer
altijd of er voldoende ventilatie is.
8Start de motor om veiligheidsre-
denen te allen tijde met de mid-
denbok naar beneden.
DAU03843
Starten van de motorStarten van de motor
DC000046
<>Zie pagina 5-4 voor instructies over
het inrijden van de motor alvorens de
machine in gebruik wordt genomen.Het startspersysteem staat starten alleen
toe als de zijstandaard is opgetrokken.
DW000054
X@8Controleer voor het starten van de
motor de werking van het starts-
persysteem en volg daarbij de
werkwijze beschreven op pagina
3-22.
8Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “#” is gezet.
2. Sluit de gasklep volledig.
3. Start de motor door de startknop in
te drukken terwijl de voor- of achter-
rem wordt bekrachtigd.
3
2
1
1. Startknop
2. Voorremhendel
3. Achterremhendel
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 44
Page 94 of 114

6-44
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
Oververhitte motor
DW000070
X@8Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof
en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
8Breng na verwijderen van de borgbout voor de koelvloeistofradiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de koelvloeistofradiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.Wacht totdat de
motor is afgekoeld.
Controleer het koelvloeistofpeil in
de expansietank en de radiateur.
Koelvloeistofpeil in orde.Te weinig koelvloeistof:
Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Laat een Yamaha dealer het koelsysteem
controleren en zonodig repareren.Koelvloeistof bijvullen.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Als de motor weer oververhit raakt, laat dan een
Yamaha dealer het koelsysteem controleren en zonodig repareren.
Lekkage
geconstateerd.Geen lekkage
te vinden.
OPMERKING:Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorge-
schreven koelvloeistof worden vervangen.
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 93
Page 112 of 114
Lichtsignaalschakelaar ......................3-10
Richtingaanwijzerschakelaar .............3-10
Variaties in koplampmodel .................3-11
Noodstopschakelaar ..........................3-12
Startknop ...........................................3-12
Stuursysteem, controle .........................6-33
T
Temperatuurmeter koelvloeistof .............3-5
Toerenteller ............................................3-3
U
Uitlaatkatalysator ..................................3-15
V
Verzorging ..............................................7-1
Voorvork, controleren ...........................6-32
Vuldop brandstoftank ...........................3-13
W
Wegrijden ...............................................5-2
Wielen ..................................................6-26
Wiellagers, controleren .........................6-33
Z
Zekeringen, vervangen .........................6-36
Zijstandaard ..........................................3-20
INDEX
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 111