Page 81 of 114

DAU03118
Smeren van voor- en
achterremhendelsRemhendels, smerenDe scharnierpunten van de voor- en ach-
terremhendels moeten worden gesmeerd
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU03371
Controleren en smeren van
middenbok en zijstandaardMiddenbok en zijstandaard, controleren en smerenDe werking van de middenbok en de
zijstandaard moet voorafgaand aan elke
rit worden gecontroleerd en de scharnier-
punten en de metaal-op-metaal contact-
vlakken moeten zo nodig worden
gesmeerd.
DW000114
X@Als de middenbok of de zijstandaard
niet soepel omhoog en omlaag
beweegt, vraag dan een Yamaha
dealer deze te controleren of te repare-
ren.
6-31
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU04034
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabelGasgreep en gaskabel, controleren en smerenDe werking van de gasgreep hoort voor-
afgaand aan elke rit te worden gecontro-
leerd. Smeer of vervang ook de gaskabel
volgens de intervaltijden gespecificeerd in
het periodiek onderhoudsschema.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
Zijstandaard
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 80
Page 82 of 114
6-32
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
MiddenbokAanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
DAU02939
Controleren van de voorvorkVoorvork, controlerenDe conditie en de werking van de voor-
vork moeten als volgt te worden gecon-
troleerd op de aangegeven tijden in het
periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma.
Controleren van de conditie
DW000115
X@Ondersteun de scooter goed, zodat
deze niet kan omvallen.Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.Controleren van de werking
1. Plaats de scooter op een horizontale
ondergrond en houd hem verticaal.
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar
beneden om te controleren of de
voorvork soepel in- en uitveert.
DC000098
<>Als u beschadigingen aantreft of wan-
neer de voorvork niet soepel functio-
neert, laat deze dan door een Yamaha
dealer nakijken of repareren.
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 81
Page 83 of 114

2. Houd de voorvorkpoten beet bij het
ondereinde en probeer ze naar
voren en achteren te bewegen. Als
speling kan worden gevoeld, vraag
dan een Yamaha dealer het stuur-
systeem te testen.
DAU01144
Controleren van wiellagersWiellagers, controlerenDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de
wielnaaf speling vertoont of het wiel niet
soepel draait, vraag dan een Yamaha
dealer de wiellagers te controleren.
6-33
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU00794
Controle van stuursysteemStuursysteem, controleLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur
moet als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.
1. Plaats een standaard onder de
motor zodat het voorwiel los is van
de grond.
DW000115
X@Ondersteun de scooter goed, zodat
deze niet kan omvallen.
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 82
Page 84 of 114
6-34
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU04417
Verwijderen van de accukapAccukap, verwijderenDe accukap moet worden verwijderd om
bij de accu, het zekeringenkastje en de
dop op het koelvloeistofreservoir te kun-
nen komen.
DAU01271
AccuAccuDeze scooter is uitgerust met een perma-
nent-dichte accu (onderhoudsvrij type)
waarvoor geen onderhoud vereist is. De
elektrolyt hoeft niet te worden gecontro-
leerd en er hoeft geen gedistilleerd water
te worden bijgevuld.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha
dealer de accu te laden als deze ontladen
lijkt te zijn. Vergeet niet dat de accu snel-
ler ontladen raakt als de scooter is uitge-
rust met optionele elektrische accessoi-
res.
1
1. Accu
Om de accukap te verwijderen haalt u de
mat op de rechtervoetplaat weg zoals
getoond, waarna de schroeven en de
accukap kunnen worden verwijderd.
2
3
1
1. Rechtervoetplaat
2. Schroef (×3)
3. Accukap
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 83
Page 85 of 114

Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de scooter
een maand lang niet wordt gebruikt,
laad volledig bij en zet hem dan weg
op een koele en droge plek.
2. Als de accu langer dan twee maan-
den wordt weggeborgen, moet deze
minstens eenmaal per maand wor-
den gecontroleerd; laad de accu dan
steeds volledig bij als dat nodig is.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
6-35
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
8 8
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
8 8
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN.
DW000116
X@8 8
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
doordat dit zwavelzuur bevat, een
stof die ernstige brandwonden
veroorzaakt. Vermijd contact met
de huid, ogen of kleding en
bescherm uw ogen altijd bij werk-
zaamheden nabij accu’s. Voer als
volgt EERSTE HULP uit als er
lichamelijk contact is geweest met
elektrolyt.
9UITWENDIG: Spoel met rijkelijk
veel water.
9INWENDIG: Drink grote hoe-
veelheden water of melk en
roep direct de hulp in van een
arts.
9OGEN: Spoel gedurende 15
minuten met water en roep
direct medische hulp in.
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 84
Page 86 of 114

6-36
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU04110
Zekeringen vervangenZekeringen, vervangenDe zekeringenkastjes bevinden zich
onder de accukap. (Zie pagina 6-34 voor
instructies over verwijderen en aanbren-
gen van de accukap.)
Vervang een zekering als volgt als deze
is doorgebrand.
1. Draai de sleutel naar “OFF” en scha-
kel alle elektrische circuits uit.
4
5
67
1
32
78
1. Hoofdzekering
2. Reservezekering (klok)
3. Zekering radiatorkoelvin
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Koplampzekering
6. Zekering signaleringssysteem
7. Reservezekering (×4)
8. Reservehoofdzekering
DC000102
<>8Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontladen
toestand weg te bergen kan per-
manente accuschade ontstaan.
8Om een permanent-dichte accu
(onderhoudsvrij type) te laden, is
een speciale acculader (met con-
stante laadspanning) vereist. Bij
gebruik van een conventionele
acculader raakt de accu bescha-
digd. Wanneer u niet beschikt
over een speciale acculader voor
permanent-dichte accu’s (onder-
houdsvrij type), vraag dan een
Yamaha dealer uw accu op te
laden.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met
de voorgeschreven ampèrewaarde
aan.
DC000103
<>Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch
systeem en mogelijk brandgevaar te
vermijden.3. Draai de contactsleutel in “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt. Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 30 A
Reservezekering (klok): 10 A
Zekering radiatorkoelvin: 4 A
Zekering ontstekingssysteem: 7,5 A
Koplampzekering: 15 A
Zekering signaleringssysteem:15 A
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 85
Page 87 of 114
3. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
1
2
1. Stekker koplampbedrading
2. Gloeilampkap
6-37
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU04128
Koplampgloeilamp vervangenKoplampgloeilamp, vervangenDe koplampen op deze scooter hebben
halogeen gloeilampen. Vervang een kop-
lampgloeilamp als volgt als deze is door-
gebrand.
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder het paneel A. (Zie pagina
6-11 voor het verwijderen en aan-
brengen van het paneel). 4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch systeem te con-
troleren.
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 86
Page 88 of 114
6-38
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
5. Breng een nieuwe koplampgloei-
lamp aan en zet deze dan vast met
de gloeilamphouder.
4. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
DW000119
X@Koplampgloeilampen worden zeer
heet. Houd daarom brandbare produc-
ten uit de buurt van een koplampgloei-
lamp en raak het lampglas niet aan
zolang dit niet is afgekoeld.
1
1. Gloeilamphouder
DC000105
<>Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van het
glas, de lichtintensiteit en de levens-
duur nadelig worden beïnvloed. Wrijf
eventuele verontreinigingen en vinger-
afdrukken op het gloeilampglas weg
met een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.6. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
a
a. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 87