Page 49 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
50
Een dienst kiezen Het laatst ingevoerde adres wordt weergegeven. Er zijn 3 mogelijkheden om de plaats voor een bepaalde dienst in te voeren:
Ð het laatste adres opnieuw gebruiken door de functie "Validate" te kiezen.
Ð invoeren van een nieuwe plaats en dan de straat (of de functie "City centre" ) met de functie "Change".
Ð automatische invoer van de naam van de plaats waar u zich bevindt met de functie "Current location".
Het adres van de gewenste dienst wordt weergegeven. Aan de rechterzijde van het scherm verschijnt een indicatie (1/50) als er binnen een straal van ongeveer 50 km meerde-re gelegenheden (maximaal 50) zijn die dezelfde dienst aan-bieden. Ga met de functies "Next"en "Previous" door de lijst.
Als het bedrijf van uw keuze is geselecteerd, kies dan de func- tie "Validate" en druk op de toets "VAL". Kies een navigatie-
criterium. Het navigeren begint, volg de aanwijzingen.
Kies na het bevestigen van het adres met de pijltjestoetsen een dienst uit de lijst en bevestig uw keuze met de toets
"VAL" . Een cursor aan de linkerzijde van het scherm geeft
aan waar u zich in de lijst bevindt.
Page 50 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
51
Een opgeslagen bestemming kiezen Bij het invoeren van een nieuw adres kunt u dit opslaan met behulp van de functie "Archive".
Voer de omschrijving van het adres in. Als de omschrijving albestaat voor een ander adres, dan kunt u het oude adresoverschrijven. Kies het privŽ- of zakelijke geheugen en druk op de toets
"VAL" . Het adres is nu opgeslagen in het door u gekozen
geheugen. (Er kunnen maximaal 100 adressen wordenopgeslagen.)Een opgeslagen bestemming kiezen Kies het geheugen waarin het adres is opgeslagen met behulp van de pijltjestoetsen en druk op de toets "VAL".
De opgeslagen adressen worden weergegeven. Een cursor aan de linkerzijde van het scherm geeft aan waar u zich in de lijst bevindt. Kies met behulp van de pijltjestoetseneen omschrijving uit de lijst en druk op de toets "VAL". Het vol-
ledige adres wordt weergegeven. Kies de functie "Validate"en
druk op de toets "VAL". Kies een navigatiecriterium. Het navi-
geren begint, volg de aanwijzingen.
Page 51 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
52
Instellingen display
Vanuit het hoofdmenu kan het menu "Configure display"wor-
den gekozen met de volgende instellingen:
Ð Regelen van de lichtsterkte van de tekst en de achter- grond op het scherm.
Ð Instellen van de datum en de tijd.
Ð Keuze van de taal voor de weergave op het display en de ges- proken informatie (Duits, Spaans, Frans, Engels, Italiaans).
Ð Instellen van formaten en eenheden. Er kan gekozen wor- den tussen de weergave in km/h of mph en in graden Cel- sius of Fahrenheit en tussen 12- of 24-uurs weergave vande tijd.Opties
Vanuit het hoofdmenu kan het menu "Navigation options"wor-
den gekozen met de volgende mogelijkheden:
Ð Beheer van de geheugens. Met deze functie kan de omschrijving van een opgeslagen adres gewijzigd worden en kan een adres gewist worden. Kies daarvoor het
geheugen en dan de omschrijving van het desbetreffendeadres.
Ð Het regelen van de geluidssterkte van de gesproken berichten.
Ð Het wissen van alle gegevens in beide geheugens.
Page 52 of 123
UW 206 CC IN DETAIL
53
Instellingen systeem Druk tijdens het navigeren op de toets "VAL"om in het menu
"Guidance tools" te komen.
Dit menu biedt de volgende mogelijkheden:
Ð criterium van huidige navigatie-opdracht wijzigen,
Ð weergave of wijzigen van een opgegeven bestemming,
Ð regelen van de geluidssterkte van de gesproken berichten,
Ð huidige navigatie-opdracht stoppen.
Page 53 of 123
UW 206 CC IN DETAIL
54
Ventilatie
Page 54 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
55
Ventilatie 1. Uitstroomopeningen voorruitontwaseming.
2 . Uitstroomopeningen zijruitontwaseming.
3 . Zijventilatieroosters.
4 . Middelste ventilatieroosters.
5 . Uitstroomopening voor beenruimte voor.
6 . Uitstroomopening voor beenruimte achter*.
Gebruiksadviezen
Ð Zet de luchttoevoer ver genoeg open voor een optimale verversing van de lucht in het interieur. In de stand ÒOFFÓkomt er geen buitenlucht meer in het interieur.
Opmerking: gebruik de stand ÒOFFÓalleen indien nodig (kans op beslaan van de ruiten).
Ð Stel de luchtverdeling naar wens en afhankelijk van de weersomstandigheden in.
Ð Wijzig de temperatuurinstelling geleidelijk om het gewenste comfort te bereiken.
Ð Schuif de knop van de luchttoevoerregeling naar links in de stand ÒToevoer van buitenluchtÓ.
Ð Let er voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur op dat het luchtinlaatrooster in de motorkap, de uit- stroomopeningen in de auto en de luchtkanalen onder de voorstoelen vrij blijven. Zorg ervoor dat het pollenfilter in een goede staat verkeert.
* Volgens uitvoering.
Page 55 of 123
UW 206 CC IN DETAIL
56
Verwarming / ventilatie2. Regeling luchtverdelingLuchtstroom naar voorruit en zijruiten (ontwasemen-ont-dooien). Ga voor het snel ontwasemen van devoorruit en de zijruiten als volgt tewerk:
- zet de knop regeling luchttoevoer
naar links in de stand toevoer bui- tenlucht,
- stel de temperatuur en de luchtop- brengst in op maximaal,
- sluit de middelste ventilatieroosters.
1. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen: van blauw (temperatuur buitenlucht) tot rood(warm).
Page 56 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
57
Luchtstroom naar de voorruit, de zijruiten en de beenruimtevan de inzittenden. Luchtstroom naar de been- ruimte van de inzittenden.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen koud klimaat. Luchtstroom naar de middel-ste en de linker en rechterventilatieroosters.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen warm klimaat.
3. Luchtopbrengstregeling Draai de knop om de gewenste luchtopbrengst tebereiken. 4. Regeling luchttoevoer
Toevoer van buitenlucht.
Dit is de normale stand.
Recirculatie van de lucht in
het interieur.
Deze stand dient om de toevoer vanbuitenlucht bij stank en stofoverlast afte sluiten en om het verwarmen vanhet interieur te versnellen. Zet de knop, zodra de omstandighe- den dit toelaten, weer in de stand toe-voer buitenlucht om het beslaan vande ruiten te voorkomen.5. Achterruitverwarming Het indrukken van de scha- kelaar als de motor draaitzorgt voor het inschakelenvan de achterruitverwarming
en de verwarming van de buitenspie-gels*. Deze gaat na ongeveer 12 minuten automatisch uit. Druk nogmaals op de schakelaar om de achterruitverwarming opnieuwgedurende 12 minuten in te schake-len. Druk de toets nogmaals in om de ach- terruitverwarming eerder uit te scha-kelen. Opmerking: deze functie werkt niet
wanneer het dak in de bagageruimte is opgeborgen.
* Volgens uitvoering.