Page 25 of 123

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
29
Verklikkerlampje airbags
Het lampje gaat bij het aan- zetten van het contact bran-
den en gaat na enkele seconden uit. Als dit lampje bij draaiende motor gaat branden in combinatie met een geluids-
signaal en een melding op het multi-
functionele display, wijst dit op eendefect in het airbagsysteem.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt. Verklikkerlampje veiligheidsgordel* Dit lampje gaat branden als,
bij draaiende motor, de bestuurder zijn veiligheidsgordel niet heeft vastge-maakt.
Verklikkerlampje zelfdiag-nose motor
Gaat elke keer dat het contactwordt aangezet branden.
Als dit lampje bij draaiende motor gaatbranden, wijst dit op een defect in het injec-tie-/ontstekingssysteem of in de emissiere-geling. De katalysator kan hierdoor be-schadigd raken. Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje brandstofreserve Op het moment dat dit
lampje gaat branden, kunt u nog onge- veer 50 km rijden (tankinhoud ongeveer47 liter).
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Ð Wijzer in zone (A): de temperatuur is in
orde,
Ð Wijzer in zone (B): de temperatuur is te
hoog. Het verklikkerlampje verplicht stoppen (STOP)gaat knipperen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt.
* Volgens uitvoering.
Verklikkerlampje uitschakelen airbag aanpassagierszijde*
Het lampje gaat branden in combinatiemet een geluidssignaal en de melding"Airbag passagier uitgeschakeld" op het
multifunctionele display. Als de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld, gaat het verklikker-lampje branden als het contact wordtaangezet, waarna het blijft branden. Raadpleeg in alle gevallen dat het lamp-
je knippert een PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje laden van de accu Wijst op hetzij:
Ð een storing in het laadcircuit,
Ð loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor,
Ð een gebroken of te slappe dynamo- riem,
Ð een defecte dynamo.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
Page 26 of 123

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
29
Verklikkerlampje airbags
Het lampje gaat bij het aan- zetten van het contact bran-
den en gaat na enkele seconden uit. Als dit lampje bij draaiende motor gaat branden in combinatie met een geluids-
signaal en een melding op het multi-
functionele display, wijst dit op eendefect in het airbagsysteem.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt. Verklikkerlampje veiligheidsgordel* Dit lampje gaat branden als,
bij draaiende motor, de bestuurder zijn veiligheidsgordel niet heeft vastge-maakt.
Verklikkerlampje zelfdiag-nose motor
Gaat elke keer dat het contactwordt aangezet branden.
Als dit lampje bij draaiende motor gaatbranden, wijst dit op een defect in het injec-tie-/ontstekingssysteem of in de emissiere-geling. De katalysator kan hierdoor be-schadigd raken. Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje brandstofreserve Op het moment dat dit
lampje gaat branden, kunt u nog onge- veer 50 km rijden (tankinhoud ongeveer47 liter).
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Ð Wijzer in zone (A): de temperatuur is in
orde,
Ð Wijzer in zone (B): de temperatuur is te
hoog. Het verklikkerlampje verplicht stoppen (STOP)gaat knipperen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt.
* Volgens uitvoering.
Verklikkerlampje uitschakelen airbag aanpassagierszijde*
Het lampje gaat branden in combinatiemet een geluidssignaal en de melding"Airbag passagier uitgeschakeld" op het
multifunctionele display. Als de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld, gaat het verklikker-lampje branden als het contact wordtaangezet, waarna het blijft branden. Raadpleeg in alle gevallen dat het lamp-
je knippert een PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje laden van de accu Wijst op hetzij:
Ð een storing in het laadcircuit,
Ð loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor,
Ð een gebroken of te slappe dynamo- riem,
Ð een defecte dynamo.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
Page 27 of 123

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
30
Display op het instrumentenpaneel Dit heeft na het aanzetten van het contact, 3 verschillende functies:
- onderhoudsintervalindicator (zie het desbetreffende hoofdstuk),
- motorolieniveaumeter,
- kilometerteller (totale kilometerstand en dagteller).Opmerking:de totale kilometerstand en de dagteller worden gedurende dertig
seconden na het uitzetten van het contact, bij het openen van het bestuurders- portier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto weergegeven. Motorolieniveaumeter Bij het aanzetten van het contact, wordt de onderhoudsintervalindicator enkele seconden weergegeven en vervolgens gedurende ongeveer 10 seconden hetmotorolieniveau.
Maximum
Controleer het olieniveau met de peilstok. Te veel
olie kan leiden tot motorschade. Als inderdaadblijkt dat het oliepeil te hoog is, neem dan zo
spoedig mogelijk contact op met een PEUGEOT-servicepunt. Minimum. Controleer het olieniveau met de peilstok en vul zonodig olie bij. De aanwijzing is alleen betrouwbaar als de autoop een vlakke, horizontale ondergrond staat en demotor minstens 10 minuten niet heeft gedraaid. Defecte motorolieniveaumeter Als de 6 blokjes knipperen, geeft dit een defect aan de motorolieniveaumeter aan. Er bestaat grote kans op ernstige motorschade.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Temperatuurmeter motorolie Bij een draaiende motor geeft de meter de temperatuur van de motor-olie aan:
Ð wijzer in zone
C, de olietemperatuur
is in orde,
Ð wijzer in zone D, de olietemperatuur is
te hoog. Verminder uw snelheid om de olietemperatuur te laten dalen.
Page 28 of 123

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
30
Display op het instrumentenpaneel Dit heeft na het aanzetten van het contact, 3 verschillende functies:
- onderhoudsintervalindicator (zie het desbetreffende hoofdstuk),
- motorolieniveaumeter,
- kilometerteller (totale kilometerstand en dagteller).Opmerking:de totale kilometerstand en de dagteller worden gedurende dertig
seconden na het uitzetten van het contact, bij het openen van het bestuurders- portier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto weergegeven. Motorolieniveaumeter Bij het aanzetten van het contact, wordt de onderhoudsintervalindicator enkele seconden weergegeven en vervolgens gedurende ongeveer 10 seconden hetmotorolieniveau.
Maximum
Controleer het olieniveau met de peilstok. Te veel
olie kan leiden tot motorschade. Als inderdaadblijkt dat het oliepeil te hoog is, neem dan zo
spoedig mogelijk contact op met een PEUGEOT-servicepunt. Minimum. Controleer het olieniveau met de peilstok en vul zonodig olie bij. De aanwijzing is alleen betrouwbaar als de autoop een vlakke, horizontale ondergrond staat en demotor minstens 10 minuten niet heeft gedraaid. Defecte motorolieniveaumeter Als de 6 blokjes knipperen, geeft dit een defect aan de motorolieniveaumeter aan. Er bestaat grote kans op ernstige motorschade.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Temperatuurmeter motorolie Bij een draaiende motor geeft de meter de temperatuur van de motor-olie aan:
Ð wijzer in zone
C, de olietemperatuur
is in orde,
Ð wijzer in zone D, de olietemperatuur is
te hoog. Verminder uw snelheid om de olietemperatuur te laten dalen.
Page 29 of 123
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
31
Alarmknipperlichten
Druk de knop in, de richtingaanwijzers knipperen tegelijkertijd. De alarmknipperlichten werken ook als het contact is afgezet.
Kilometerteller Druk op de knop 1om over te schake-
len van kilometerteller naar dagteller en terug. Druk, als de dagteller is ingeschakeld, langer dan 3 seconden op de knop omde dagteller op nul te zetten.Dimmer dashboardverlichting Druk, bij brandende verlichting, op de knop om de sterkte van de dashboard-verlichting en de lichtsterkte van hetmultifunctionele display te veranderen.Als de verlichting de zwakste (of felste)stand heeft bereikt, laat dan de knop losen druk deze vervolgens opnieuw in omde verlichting weer feller (of zwakker) telaten branden. Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte is bereikt.
Page 30 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
32
Instellen van de gegevens Druk knop 1in en houd deze gedurende 2 seconden ingedrukt. Het eerste gege-
ven knippert en kan worden veranderd.Hierna kunnen door het indrukken van knop 1achereenvolgens de verschillen-
de gegevens geselecteerd worden:
- de taal,
- de snelheidseenheden (km of mijl),
- de temperatuureenheden (graden Celsius of Fahrenheit),
- de tijdsaanduiding (in 12 of 24 uur),
- de uren,
- de minuten,
- het jaar,
- de maand,
- de dag.Door het indrukken van knop 2kan het geselecteerde gegeven worden gewij-
zigd. Houd de knop ingedrukt om de gegevens in een hoger tempo in te stellen. Als de knop gedurende 10 seconden niet wordt ingedrukt, geeft het display het basis- scherm weer en zijn de wijzigingen opgeslagen.Display B Dit kan de volgende informatie weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (knippert bij kans op gladheid),
- informatie van de autoradio,
- controle op geopende portieren. Het display geeft schematisch aan of een portier geopend is.
- waarschuwingen (bijv.: "storing laden accu") of berichten (bijv.: "brandstofni-veau laag") die tijdelijk worden weer-gegeven, kunnen worden gewist doorop knop 1of 2te drukken,
- de boordcomputer.
Page 31 of 123
UW 206 CC IN DETAIL
33
Display C Deze kan de volgende informatie weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (knippert bijkans op gladheid),
- informatie van de autoradio,
- controle op geopende portieren. Het display geeft schematisch aan of een portier geopend is, - waarschuwingen die tijdelijk worden weergegeven (bijv.: "brandstofniveau laag")
kunnen worden gewist met behulp van de afstandsbediening,
- de boordcomputer (zie volgende bladzijde),
- het navigatiesysteem* (zie desbetreffende hoofdstuk). Instellen van parameters Met behulp van de afstandsbediening kunnen de parameters ingesteld worden. De toegang tot de verschillende menu's is bij het navigatiesysteem beschreven.
* Volgens uitvoering.
Page 32 of 123
UW 206 CC IN DETAIL
34
Autoradio RD3
HendelFunctie
1 - Indrukken (achterzijde) V olume verhogen
2 - Indrukken (achterzijde) V olume verlagen
1 + 2 - Gelijktijdig indrukken Geluid onderbreken (mute); geluid keert terug door indrukken van een willekeurige toets
3 - Indrukken Automatisch zoeken naar zenders in oplopende frequentie (radio)
Volgende nummer selecteren (CD)
4 - Indrukken Automatisch zoeken naar zenders in aflopende frequentie (radio)
Vorige nummer selecteren (CD)
5 - Op het uiteinde drukken W ijzigen van de geluidsbron (radio/CD/CD-wisselaar)
6 - Draaien Selecteren van volgende opgeslagen zender (radio)
(rechtsom) Selecteren van volgende CD
7 - Draaien Selecteren van vorige opgeslagen zender (radio)
(linksom) Selecteren van vorige CD