Page 17 of 123
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
21
Op 0 zetten
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de onderhoudsintervalindicator na elkeonderhoudscontrole weer op 0. Als u zelf de onderhoudscontrole heeft uitgevoerd, kan de onderhoudsinterval-indicator op de volgende wijze op 0gezet worden: zet het contact af.
Ð druk op knop 1en houdt deze inge-
drukt.
Ð zet het contact aan. de kilometerteller begint 10 seconden terug te tellen.
Ð houd knop 1gedurende 10 secon-
den ingedrukt.
de teller geeft [= 0]aan en het lampje
gaat uit.
Page 18 of 123

PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
22
VERSCHILLENDE TYPEN ONDERHOUDSCONTROLES Elke auto heeft zijn eigen onderhoudsinterval, die door de constructeur is vastgesteld op basis van de technische eigenschappen.
Deze bestaat uit 2 verschillende onderhoudscontroles A en C, tussentijdse controles en enkele aanvullende werkzaamheden; deze zijn
speciaal op uw auto, de kilometerstand en de leeftijd van uw 206 CC afgestemd.Onderhoudscontrole type B geldt voor oudere auto's.Uw dealer geeft bij de garantiecontrole en daarna bij elke onderhoudscontrole het type en de werkzaamheden van de vol- gende onderhoudscontrole aan.
Tussentijdse controle tussen twee onderhoudscontroles.Niveau vloeistof automatische transmissie elke 60 000 km.
Vervangen van remvloeistofelke 60 000 km of elke 2 jaar.
Hiervoor dient vloeistof op synthetische basis gebruikt te worden ; het gebruik
van brandstofbesparende of synthetische olie is eveneens toegestaan.
ONDERHOUDSINTERVAL VAN UW 206 CC
Onderhoudscontrole elke 30.000 km of elke 2 jaar
KILOMETERSTAND 30 000 60 000 90 000 120 000
Garantiecontrole bij 10 000 km of na
6 maanden*. Deze is
noodzakelijk om aanspraak op de garantie te kunnen maken.
150 000 180 000 210 000 240 000 270 000
+ vervangen distributieriem
+ vervangen distributieriem
* Wat het eerst bereikt is.
Page 19 of 123

PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
23
- Motorolie verversen.∀∀
Type
Werkzaamheden Omschrijving van de werkzaamhedenGarantiecontroleACTussentijdse controle
- Oliefilter.∀∀- Brandstoffilter.∀- Luchtfilterelement.∀- Bougies.∀
- Motorolie (controleren + bijvullen).∀∀- Olie handgeschakelde versnellingsbak (controleren + bijvullen).∀∀- Niveau elektrolyt in accu (controleren + bijvullen) indien niet onderhoudsvrij.∀∀- Ruitensproeiervloeistof (controleren + bijvullen).∀∀∀∀- Koelvloeistof (controleren + bijvullen).∀∀∀∀- Remvloeistof (controleren + bijvullen).∀∀∀- Stuurbekrachtigingsvloeistof (controleren + bijvullen, volgens uitvoering).∀∀∀
- Werking verlichting en signalering.∀∀∀- Staat van ruiten, koplampreflectoren, lampglazen en spiegels.∀∀- Claxon.∀∀- Ruitensproeiers.∀∀- Staat van ruitenwisserbladen.∀∀- Staat en spanning van aandrijfriemen.∀∀- Werking van handrem.∀∀- Afdichting en staat van hydraulische circuits (slangen en carters).∀∀- Staat van rubber stofhoezen.∀∀∀- Remblokken.∀∀ o- Staat en speling van wiellagers, spoorstangen, kogels, silent blocs.∀- Afdichting van schokdempers.∀- Slijtage van remvoeringen achter.∀- Staat en spanning van banden (incl. reservewiel).∀∀∀- Emissieregeling, volgens wettelijke voorschriften.∀∀∀- Pollenfilter (volgens uitvoering).∀∀o- Visuele controle van de gehele auto door een Peugeot-monteur.∀∀
- Huurauto (indien overeengekomen).∀
∀∀
∀ Alle rijomstandigheden. oBijzondere rijomstandigheden.
VERVERSEN
VERVANGEN
NIVEAU
CONTROLE SERVICE
PROEFRIT
PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES TYPE A EN C EN TUSSENTIJDSE CONTROLE
Page 20 of 123
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
24
BENZINEBENZINE
(1)Minimale kwaliteitseis: Benzinemotoren: ACEA A3 en API SH/SJ - ACEA= Association des Constructeurs EuropŽens Automobiles - API = American Petroleum Institute
Bij gebruik van motorolie die niet voldoet aan de norm ACEA A3-B3 is het noodzakelijk het onderhoudsschema "Bijzondere gebruiksomstandigheden" te volgen met de korte intervallen.
COMMERCIèLE BENAMINGEN VAN DE GOEDGEKEURDE EN AANBEVOLEN SMEERMIDDELEN VOOR MOTOREN IN EUROPA (1)
Page 21 of 123

PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
25
Voorgeschreven en goedgekeurde smeermiddelen De olie in de tabel voldoet voor de meeste gebruiksomstandigheden. Het schema geeft een overzicht van de meest geschikte viscositeit bij een
bepaalde temperatuur. Het is ook mogelijk om synthetische "superkwaliteit" motorolie te gebrui-ken. Indien het gebruik van semi-syntheti- sche of synthetische oli‘n niet moge-
lijk is, mogen oli‘n van de kwaliteit APISH/SJ gebruikt worden, waarbij danwel het onderhoudsschema voor"Bijzondere gebruiksomstandigheden"met de korte intervallen dient te wor-den aangehouden.
Aarzel niet om een PEUGEOT-servi- cepunt advies te vragen om het rij-comfort van uw auto te behouden ende onderhoudskosten zo laag mogelijkte houden. Neem contact op met de lokale
vertegenwoordiger van Automobiles
PEUGEOT in landen buiten Europa.
0W203040
50
20W
15W
10W
5W
VERPLICHT VERPLICHT
Handgeschakelde ESSO GEAR OIL BVTOTAL TRANSMISSION BVversnellingsbak 75W-80 Ond. nr. 9736.41 75W-80 Automatische VERPLICHT
transmissie AL4 ATF 4HP20-AL4 Ond. nr. 9736.22
Stuurbekrachtiging ESSO ATF D TOTAL FLUIDE AT42 Ond. nr. 9730.94
Remvloeistof PEUGEOT DOT4 Koelvloeistof
PROCOR TM108/GLYSANTIN G33 of REVKOGEL 2000VERPLICHTVorstbescherming Ð 35¡C
Andere goedgekeurde producten
Page 22 of 123

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
26
1.Verklikkerlampje veiligheidsgordels*
2. Verklikkerlampje airbag passagier uitgeschakeld*
3. Verklikkerlampje airbags voor en zij-airbags*
4. Verklikkerlampje mistlampen v——r
5. ABS*: Verklikkerlampje antiblok-keersysteem*
6. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Richtingaanwijzer links
8. Kilometerteller, onderhoudsinterval-indicator en olieniveaumeter 9.
Richtingaanwijzer rechts
10. Verklikkerlampje zelfdiagnose motor
11 . Verklikkerlampje grootlicht
12. Verklikkerlampje handrem, te laagremvloeistofniveau en storing elek-tronische remdrukregelaar
13. Verklikkerlampje dimlicht
14. Verklikkerlampje laden van de accu
15. Verklikkerlampje motoroliedruk
16. Verklikkerlampje koelvloeistoftem-peratuur en te laag koelvloeistofni-veau 17.
Temperatuurmeter motorolie
18. Schakelaar dagteller / kilometertel-ler
19. Verklikkerlampje verplicht stoppen
(STOP)
20. Snelheidsmeter
21. Koelvloeistoftemperatuurmeter
22. Toerenteller
23. Dimmer dashboardverlichting
24. Brandstofmeter
25. Verklikkerlampje brandstofreserve
* Volgens uitvoering.
Instrumentenpaneel
Page 23 of 123

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
27
1.Verklikkerlampje veiligheidsgordels bestuurder*
2.Verklikkerlampje uitschakeling air- bag passagier*
3. Verklikkerlampje voorste airbags enzij-airbags*
4. Verklikkerlampje mistlampen v——r
5. ABS*: Verklikkerlampje antiblok-keersysteem
6. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Richtingaanwijzer links
8. Kilometerteller, onderhoudsinterval-indicator en motorolieniveaumeter 9.
Richtingaanwijzer rechts
10. Verklikkerlampje zelfdiagnose motor
11 . Verklikkerlampje grootlicht
12. Verklikkerlampje handrem, te laagremvloeistofniveau en storing elek-tronische remdrukregelaar
13. Verklikkerlampje dimlicht
14. Verklikkerlampje laden van de accu
15. Verklikkerlampje motoroliedruk
16. Verklikkerlampje koelvloeistoftempe-ratuur en te laag koelvloeistofniveau
17. Schakelprogramma's 18.
Schakelstandindicatie
19. Schakelaar dagteller/kilometerteller
20. Verklikkerlampje verplicht stoppen
(STOP)
21. Snelheidsmeter
22. Koelvloeistoftemperatuurmeter
23. Toerenteller
24. Dimmer dashboardverlichting
25. Brandstofmeter
26. Verklikkerlampje brandstofreserve
* Volgens uitvoering.
Instrumentenpaneel: Automatische Transmissie
Page 24 of 123

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
28
Verklikkerlampje handrem en te laagremvloeistofniveau enstoring elektronische
remdrukregelaar (REF)
Wijst op hetzij:
Ð een (iets) aangetrokken handrem,
Ð een te laag remvloeistofniveau in het reservoir (als het lampje ook brandt als de handrem niet gebruiktwordt),
- een storing in de elektronische rem- drukregelaar (REF), als het verklik-kerlampje brandt in combinatie met
het verklikkerlampje ABS.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt.
Controle tijdens het rijden Een verklikkerlampje dat constant blijft branden of bij draaiende motor knippertgeeft aan dat het desbetreffende onder-deel of systeem niet goed werkt.Sommige verklikkerlampjes kunnenbranden in combinatie met een geluids-signaal en een melding op het multi-
functionele display. Negeer een dergelij-ke waarschuwing niet, maar raadpleeg
zo snel mogelijk een PEUGEOT-service-
punt. Als tijdens het rijden het verklik-
kerlampje verplicht stoppen (STOP)gaat branden, zet de auto dan altijd zosnel mogelijk op een veilige plaats stil.
Verklikkerlampje antiblokkeersysteem(ABS)*
Als het lampje blijft branden, wijst ditop een storing in het antiblokkeersys-teem. De normale remwerking met
rembekrachtiging blijft echterbehouden.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt.
* Volgens uitvoering.
Verklikkerlampje te lage motoroliedruk enmotorolietemperatuur
Gekoppeld aan het verklikkerlampje
verplicht stoppen (STOP). Als het lampje brandt, stop dan onmiddellijk. Dit verklikkerlampje wijst op hetzij:
- te lage oliedruk,
- te weinig olie in het smeersysteem. Vul indien nodig olie bij.
-
een te hoge temperatuur van de motor-olie. Het verklikkerlampje brandt incombinatie met een geluidssignaal.Matig uw snelheid om de motorolietem-peratuur te laten dalen.
Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampjekoelvloeistoftemperatuur ente laag koelvloeistofniveau
Gekoppeld aan het verklikkerlampje
verplicht stoppen (STOP). Stop onmiddellijk.
Wacht tot de motor is afgekoeld alvorens koelvloeistof bij te vullen. Het koelcircuit staat onder druk.
Draai, om verwondingen te voorkomen ,
de vuldop twee omwentelingen los om de druk te laten dalen.
Verwijder vervolgens de vuldop en vulkoelvloeistof bij.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
Verklikkerlampje verplicht stoppen
(STOP)
Gekoppeld aan het verklikkerlampje te lagemotoroliedruk, koelvloeistofniveau- en tem-
peratuurmeter, handrem, remvloeistofni-veau, storing elektronische remdrukrege-laar en aan de waarschuwing geopend por-tier aangegeven door een weergave op het
multifunctionele display. Als het lampje bij draaiende motor knippert, stop dan onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.