Page 41 of 96
BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
5-4
5
6. Als de motor eenmaal loopt, zet u de
chokeknop (starter) voor de helft te-
rug.OPMERKING:@ Voor een lange levensduur van de motor
dient u de motor voor wegrijden warm te la-
ten lopen. Geef nooit vol gas als de motor
nog koud is. @7. Als de motor volledig is opgewarmd,
zet u de chokeknop (starter) helemaal
dicht.OPMERKING:@ De motor is voldoende opgewarmd als
deze goed op de gashendel reageert wan-
neer de chokeknop (starter) volledig uit
staat. @
DAU01258
Starten van een warme motorAls de motor warm is, hoeft u de chokeknop
(starter) niet te gebruiken.
DC000046
LET OP:@ Alvorens de motorfiets voor de eerste
maal te gebruiken, is het raadzaam de
paragraaf “Inrijden” aandachtig door te
lezen. @
D_5el_Operation.fm Page 4 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 42 of 96

BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
5-5
5
DAU00423
SchakelenDe versnellingsbak regelt de overbrengver-
houding tussen de motor en het achterwiel,
m.a.w. het vermogen dat u naar het achter-
wiel kunt overbrengen, bij een gegeven
snelheid. Zorg dat u de juiste versnelling
kiest voor wegrijden, accelereren en het be-
klimmen en afdalen van heuvels.
Om de versnelling in zijn vrij te zetten, drukt
u het versnellingspedaal meermalen om-
laag totdat het niet verder kan, en vervol-
gens laat u het pedaal iets opkomen.
DC000048
LET OP:@ l
Rijd niet al te lange tijd met uitge-
schakelde motor een heuvel af en
sleep de motorfiets niet over al te
lange afstanden. Zelfs met de ver-
snelling in vrij, wordt de overbren-
ging alleen maar goed gesmeerd
als de motor draait. Een slechte
smering kan leiden tot beschadi-
ging van de overbrenging.
l
Schakel nooit over of terug zonder
de koppeling te gebruiken. De mo-
tor, de versnelling en de aandrij-
ving zijn niet ontworpen voor het
opvangen van schokken veroor-
zaakt door schakelen zonder kop-
peling, en kunnen hierdoor
beschadigd worden.
@
DAU02941
Aanbevolen snelheden voor op-
en terugschakelen (alleen voor
Zwitserland)In de onderstaande tabel vindt u de aanbe-
volen snelheden voor het omschakelen tus-
sen de verschillende versnellingen.COPY CF-25DCF-25DOPMERKING:@ Als u in één keer van de vierde naar de
tweede versnelling schakelt, zorg dan dat
de snelheid van uw motorfiets niet boven
de 35 km/uur ligt. @
Aanbevolen snelheid
(km/h)
1-ste®
2-de
2-de®
3-de
3-de®
4-de
4-de®
5-de23
36
50
60
D_5el_Operation.fm Page 5 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 43 of 96

BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
5-6
5
DAU00424
Tips voor het beperken van het
benzineverbruikHet benzineverbruik van uw motorfiets
hangt voor een groot deel af van uw rijstijl.
Hieronder volgen enkele tips voor het be-
perken van het benzineverbruik:l
Laat de motor warmdraaien voordat u
wegrijdt.
l
Zet de chokeknop (starter) zo snel
mogelijk in de uit-stand terug.
l
Schakel vlot door naar een hogere
versnelling en laat de motor tijdens het
accelereren niet teveel toeren maken.
l
Geef geen gas tussen het schakelen
door (dubbel-clutch) of tijdens het te-
rugschakelen en vermijd hoge toeren-
tallen bij onbelaste motor.
l
Zet de motor af in plaats van deze
lang stationair te laten draaien tijdens
het wachten voor een stoplicht, een
spoorwegovergang e.d..
DAU01128
InrijdenDe meest belangrijke periode voor de pres-
taties en de levensduur van uw motorfiets
zijn de eerste 1.600 km. Lees de onder-
staande paragraaf aandachtig door en volg
de aanwijzingen hiervan op. Aangezien de
motor nieuw is, dient u deze de eerste
1.600 km niet al te zwaar te belasten. De
motor-onderdelen dienen zich naar elkaar
te zetten en zich harmonieus aan elkaar
aan te passen. Tijdens de inrijperiode dient
u lange tijd met vol gas rijden en andere
omstandigheden die kunnen leiden tot te
zware belasting/verhitting van de motor, te
vermijden.
DAU01171
0 ~ 1.000 km
Vermijd gebruik met het gas verder dan
1/3 opengedraaid.
1.000 ~ 1.600 km
Vermijd konstante snelheden met het gas
verder dan 1/2 opengedraaid.
DC000056
LET OP:@ Na 1.000 km rijden dient u de motorolie
en de transmissie-olie te verversen en
het oliefilter te vervangen. @1.600 km en hoger
U kunt normaal rijden.
DC000049
LET OP:@ Mochten er zich moeilijkheden met de
motor voordoen tijdens de inrijperiode,
raadpleeg dan onmiddellijk u Yamaha
dealer. @
D_5el_Operation.fm Page 6 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 44 of 96
BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
5-7
5
DAU00457
ParkerenAls u de motorfiets parkeert, zet de motor
dan af en verwijder de sleutel uit het
kontaktslot. Draai de hendel van de benzi-
nekraan altijd naar “OFF” als u de motor af-
zet.
DW000058
WAARSCHUWING
@ De uitlaatpijp en het samenstel worden
bijzonder heet. Parkeer de motorfiets op
een plek waar spelende kinderen en
voorbijgangers zich niet kunnen bran-
den aan de uitlaat. Parkeer de motorfiets
niet op een helling of op een zachte on-
dergrond, aangezien de kans bestaat dat
deze omvalt. @D_5el_Operation.fm Page 7 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 45 of 96

6
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
Gereedschapsset ................................................. 6-1
Periodiek onderhoud en eenvoudige reparaties ... 6-2
Verwijderen en aanbrengen van panelen ............. 6-5
Paneel A ............................................................... 6-5
Bougies ................................................................. 6-6
Motorolie ............................................................... 6-7
Olie voor de eindoverbrenging .............................. 6-9
Luchtfilter ............................................................ 6-10
Afstelling van de carburateur .............................. 6-11
Afstelling stationair toerental .............................. 6-11
Kontroleren van de vrije speling van de gaskabel ........................................................... 6-12
Afstellen van de klepspeling ............................... 6-12
Banden ............................................................... 6-13
Wielen ................................................................. 6-15
Afstelling van de vrije slag van de koppelingshendel .............................................. 6-15
Afstellen van de vrije slag van de voorremhendel .................................................. 6-16
Hoogte-instelling van het achterrempedaal ........ 6-17
Afstelling van de remlicht-schakelaar ................. 6-17
Controleren van de voor- en achterremblokken ............................................. 6-18 Kontrole van het remvloeistofnivo ...................... 6-19
Verversen van de remvloeistof ........................... 6-20
Inspektie en smering van de kabels ................... 6-20
Smering van de gaskabel en van de
gashendel ........................................................ 6-20
Smeren van het rempedaal en versnellingspedaal ........................................... 6-21
Smeren van de voorremhendel en koppelingshendel ............................................. 6-21
Smering van de zijstandaard.............................. 6-21
Inspektie van de voorvork .................................. 6-22
Inspektie van de stuurinrichting ......................... 6-22
Wiellagers .......................................................... 6-23
Accu ................................................................... 6-23
Vervangen van een zekering .............................. 6-25
Vervangen van de gloeilamp van de koplamp ........................................................... 6-27
Vervangen van de richtingaanwijzerlamp en het achterlicht.............................................. 6-28
Verhelpen van storingen .................................... 6-29
Lijst voor het opsporen van storingen ................ 6-30
D_5el_PeriodicTOC.fm Page 1 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 46 of 96

6-1
6
DAU00462
6-PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
DAU00464
Het tijdig uitvoeren van het periodieke on-
derhoud, van de benodigde afstellingen en
van de smering zal uw motorfiets in een
goede en veilige staat houden. Veiligheid is
een “must” voor iedere motorrijder! De on-
derhoudstabellen en de smeringstabel zijn
een ruwe leidraad voor de intervallen waar-
op deze werkzaamheden moeten worden
uitgevoerd. VERGEET NIET DAT HET
WEER, HET SOORT TERREIN, DE MA-
NIER WAAROP DE MOTORFIETS
WORDT BESTUURD EN VELE ANDERE
OMSTANDIGHEDEN, AANPASSING VAN
DEZE INTERVALLEN NOODZAKELIJK
KUNNEN MAKEN. De meest belangrijke
punten voor onderhoud, smering en afstel-
ling worden in de volgende bladzijden be-
handeld.
DW000060
WAARSCHUWING
@ Als u geen ervaring heeft met onderhou-
den van een motorfiets, laat dit werk dan
over aan een erkende Yamaha dealer. @
DAU01129
GereedschapssetDe gereedschapsset bevindt zich in de ba-
gageruimte. (Zie blz. 3-11 voor het openen
van de bagageruimte.) Het gereedschap
van de bijgeleverde gereedschapsset dient
voor het verrichten van het periodiek onder-
houd. Daarnaast kan echter nog ander ge-
reedschap nodig zijn, zoals een
momentsleutel, om het onderhoud geheel
naar behoren te verrichten.
De aanwijzingen in deze handleiding die-
nen om u, de eigenaar van deze motorfiets,
de nodige informatie te verschaffen over
het periodieke onderhoud van de motorfiets
en over eenvoudige reparaties.
OPMERKING:@ Als u voor bepaalde onderhoudswerkzaam-
heden niet het vereiste gereedschap heeft,
breng uw motorfiets voor dit onderhoud dan
naar een Yamaha dealer. @
DW000062
WAARSCHUWING
@ Veranderingen aan deze motorfiets die
niet door Yamaha zijn goedgekeurd,
kunnen leiden tot slechtere prestaties
en kunnen de motorfiets zelfs onveilig
maken. Raadpleeg altijd eerst een
Yamaha dealer, alvorens enige verande-
ring aan te brengen. @
1. Gereedschapsset
D_5el_Periodic.fm Page 1 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 47 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-2
6
DAU00473
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
CP-01DNr. ONDERDEEL KONTROLE EN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDENEERSTE
MAAL
(na 1.000 km)IEDERE
6.000 km of
6 maanden
(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
12.000 km of
12 maanden(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
1
*Brandstofleiding• Brandstofslangen controleren op barsten of andere schade.
• Vervangen indien nodig.ÖÖ
2*Brandstoffilter• Controleren.
• Vervangen indien nodig.Ö
3 Bougies• Controleren.
• Reinigen, elektrodenafstand bijstellen, indien nodig vervangen.ÖÖÖ
4*Kleppen• Klepspeling controleren.
• Indien nodig bijstellen.ÖÖÖ
5 Luchtfilter• Reinigen, indien nodig vervangen.ÖÖ
6 Koppeling• Controleren.
• Kabel bijstellen of vervangen. ÖÖÖ
7*Voorrem• Werking en vloeistofpeil controleren en zonodig lekkage opsporen.
(Zie OPMERKING op blz. 6-4.)
• Corrigeren indien nodig.
• Remvoeringen vervangen indien nodig.ÖÖÖ
8*Achterrem• Werking en vloeistofpeil controleren en zonodig lekkage opsporen.
(Zie OPMERKING op blz. 6-4.)
• Corrigeren indien nodig.
• Remvoeringen vervangen indien nodig.ÖÖÖ
9*Wielen• Controleren op balans, uitloop, spakenspanning en schade.
• Spaken spannen en herbalanceren.ÖÖ
10*Banden• Controleren op profieldiepte en schade.
• Vervangen indien nodig.
• Bandenspanning controleren.
• Corrigeren indien nodig.ÖÖ
D_5el_Periodic.fm Page 2 Monday, May 1, 2000 11:15 AM
Page 48 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-3
6
11
*Wiellagers• Controleren op loszitten of schade.
• Vervangen indien nodig.ÖÖ
12*Zwaaiarm• Scharnierpunt controleren op speling.
• Corrigeren indien nodig.
• Smeren met molybdeen-disulfidevet om de 24.000 km of
24 maanden (welk het eerst bereikt wordt).ÖÖ
13*Stuurlagers• Controleren op speling en soepele stuurbeweging.
• Corrigeren indien nodig.
• Smeren met vet op lithiumzeepbasis om de 24.000 km of
24 maanden (welk het eerst bereikt wordt).ÖÖ
14*Bevestigingspunten aan
het frame• Controleren of alle bouten, moeren en schroeven stevig vast zitten.
• Aandraaien indien nodig.ÖÖ
15 Zijstandaard• Controleren.
• Smeren en rapareren indien nodig.ÖÖ
16*Zijstandaardschakelaar• Controleren.
• Vervangen indien nodig.ÖÖÖ
17*Voorvork• Controleren op juiste werking en op olielekkage.
• Corrigeren indien nodig.ÖÖ
18*Achterschokbreker• Controleren op juiste werking en op olielekkage.
• Gehele schokbrekerset vervangen indien nodig. ÖÖ
19*Carburateurs• Controleren op stationair-toerental, synchronisatie en werking
starter.
• Indien nodig bijstellen.ÖÖÖ
20 Motorolie• Controleren op oliepeil en olielekkage.
• Corrigeren indien nodig.
• Verversen. (Voor aftappen eerst motor laten warmdraaien.)ÖÖÖ
21 Motorolie-filterelement• Vervangen.ÖÖ Nr. ONDERDEEL KONTROLE EN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDENEERSTE
MAAL
(na 1.000 km)IEDERE
6.000 km of
6 maanden
(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
12.000 km of
12 maanden(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
D_5el_Periodic.fm Page 3 Monday, May 1, 2000 11:15 AM