Page 25 of 96
111
23
Overzicht en bediening
Rugleuning verwijderen
Open het buddyzit
Draai de bouten 1 van de rug-
leuning los
Rugleuning naar boven/voren
schuiven en verwijderen
– Expansiereservoir,
boordgereedschap en
zekeringhouder zijn bereik-
baar. Koelvloeistof bijvullen,
zekeringen vervangen
(
bOnderhoudsboekje -
Hoofdstuk 2)
e Attentie:
Let bij de montage op een cor-
recte vergrendeling van de rug-
leuning!
d Waarschuwing:
Klem de veiligheidsgordels
niet in!
Rugleuning aanbrengen Haak de bevestigingshaken
vast
Schuif de rugleuning naar
achteren/beneden
Controleer of de veiligheids-
gordel niet is ingeklemd
Breng de bouten 1 aan
Controleer of de rugleuning
goed vastzit
Sluit het buddyzit
( ) Getal tussen haakjesbPagina met
toelichting
Rugleuning
1
Page 26 of 96
11
24
Overzicht en bediening
Hardtop*
d Waarschuwing:
Om te voorkomen dat de vin-
gers bij het sluiten van de
hardtop ingeklemd raken:
Steun 1 van de hardtop
voorzichtig naar voren druk-
ken!
Hardtop openen/sluitenTrek de vergrendeling 4 naar
achteren en open de
hardtop 2 naar boven
Hardtop sluiten:
Druk de steun 1 voorzichtig
naar voren en trek de hardtop
naar beneden
Controleer of de hardtop cor-
rect is vergrendeld
Hardtop
verwijderen/aanbrengen
Hardtop openen
Trek de veiligheidsvergrende-
ling 3 naar voren en maak de
steun 1 los
Open de hardtop 2 volledig
en verwijder hem naar boven
Het aanbrengen geschiedt in
omgekeerde volgorde
*Optie
1
4
2
3
Page 27 of 96
111
25
Overzicht en bediening
1
2
A
B
Opbergvak
openen, vergrendelen
Verwijder, indien gemon-
teerd, het duozadel** (
b26)
resp. bagagerek* (
b27)
Draai de sleutel in stand 1 van
het slot van het opbergvak
Klap het deksel naar achteren
– De accu alsmede de gloei-
lamp van het achter- en rem-
licht zijn bereikbaar.
Uit-/inbouwen en onderhoud
van de accu alsmede vervan-
gen van de gloeilampen
(
b Onderhoudsboekje -
Hoofdstuk 2)
– Documentatie
– Reparatieset voor tubeless
banden
Deksel sluiten
Draai de sleutel in stand 2 van
het slot van het opbergvak
Breng het duozadel** (
b26)
resp. het bagagerek* aan
(
b27)
Bevestigingsset voor
opbergvak*
Bevestigingspunten A,B voor
duozadel** resp. bagage-
systeem*
*Optie
** Optie
( ) Getal tussen haakjes
bPagina met
toelichting
Opbergvak
Page 28 of 96
11
26
Overzicht en bediening
d Waarschuwing:
De aanwijzingen voor het ge-
bruik van het duozadel op pa-
gina 67 en 76 in acht nemen!
e Attentie:
Duozadel op vastzitten en een
correcte vergrendeling contro-
leren!
De aanwijzingen voor de mon-
tage op pagina 55 in acht ne-
men!
Duozadel
verwijderen/aanbrengen
Draai de sleutel in slot 2 in de
richting van de pijl en houd
hem in deze stand vast
Trek het buddyzit 1 naar
boven uit de vergrendeling
Verwijder het buddyzit 1 naar
achteren
Breng het buddyzit in omge-
keerde volgorde weer aan
** Optie
( ) Getal tussen haakjes
bPagina met
toelichting
Duozadel**
1
2
A
Page 29 of 96
111
27
Overzicht en bediening
321Bagagerek*
d Waarschuwing:
Na een aanrijding of als de
BMW C1 is omgevallen, con-
troleren of het bagagerek nog
correct gemonteerd is!
Het bagagerek mag met max.
20 kg worden belast!
Bagagerekaanbrengen Breng het bagagerek in de
opening aan de achterzijde
van de rugleuning aan
Breng het bagagerek in de
achterste bevestiging aan
Druk de handgreep 1 dicht en
beveilig het bagagerek m.b.v.
het slot 2 tegen diefstal
e Attentie:
Let er bij het aanbrengen van het
bagagerek op dat dit goed vast-
zit en correct wordt vergrendeld!
De aanwijzingen voor de monta-
ge op pagina 55 in acht nemen!
Bagagerekverwijderen Draai de sleutel in slot 2 in de
richting van de pijl
Trek de handgreep 1 naar boven
– Het bagagerek is ontgrendeld
Trek het bagagerek bij de
handgreep 3 naar boven en
verwijder het naar achteren
– het opbergvak is bereikbaar
*Optie
( ) Getal tussen haakjes
bPagina met
toelichting
Page 30 of 96
2
28
Veiligheidscontrole
Veiligheidscontrole aan de
hand van de checklist – en
wel v óór elke rit
Voer de veiligheidscontrole
nauwkeurig uit. Daar hebt u de
zekerheid dat uw BMW C1 vol-
doet aan de wettelijke voor-
schriften.
De belangrijkste voorwaarde
voor uw veiligheid, alsmede
voor de veiligheid van andere
verkeersdeelnemers, is een
technisch in goede staat verke-
rend voertuig.
Bij problemen of moeilijkheden
kunt u het beste contact opne-
men met uw BMW dealer. Deze
staat u graag met raad en daad
terzijde. Controleer dan ook v
óór het
begin van elke rit a.d.h.v. de
volgende hoofdstukken:
– Koelvloeistofpeil
– Tankinhoud
– Ruitenwisser
– Remhendels
– Remdruk
– Remvloeistofpeil
voor- en achterrem
– Verlichting
– Velgen, staat van de band,
profieldiepte en bandenspan-
ning
– Belading, totaalgewicht
Controleer met regelmatige
tussenpozen
(elke 2e/3e tankbeurt):
– Motoroliepeil
– Remblokken
Checklist
Page 31 of 96
2
29
Veiligheidscontrole
Koelvloeistofpeil
controleren
e Attentie:
Laat het vloeistofniveau niet on-
der het minimum niveau dalen!
Controleer het koelvloeistofni-
veau alleen bij koude motor.
• Plaats de BMW C1 op de standaard
– Let er hierbij op dat de onder- grond vlak en stevig is
Open het buddyzit
Controleer het koelvloeistofni- veau in het expansiereservoir:
MAX Maximumpeil
MIN Minimumpeil
( ) Getal tussen haakjesbPagina met
toelichting
e Attentie:
Voorkom beslist dat het expan-
siereservoir te ver wordt gevuld!
Zo nodig koelvloeistof bijvul- len (Onderhoudsboekje
b 24)
Sluit het buddyzit
L Opmerking:
Neem bij een vol expansiere-
servoir en een hoge
koelvloeistoftemperatuur
(aangegeven door de rode
waarschuwingslamp
j b 11) of
overmatig koelvloeistofverbruik
bij voorkeur contact op met een
BMW dealer.
Koelvloeistof
MAX
MIN
Page 32 of 96

2
30
Veiligheidscontrole
Motorolie
Rijden in de winter
\f Opmerking:
Bij langdurige temperaturen be-
neden 10 °C of in het koude
jaargetijde moet motorolie met
de SAE-specificatie
SAE 5 W-40 worden gebruikt!
( ) Getal tussen haakjesbPagina met
toelichting
Oliepeil controleren
e Attentie:
De controlelamp voor de
motoroliedruk rood
p (b 11)
geeft niet aan of de oliepomp
niet correct werkt; bovendien
heeft hij ook niet de functie van
een oliepeilcontrole. Als na
1-2 seconden de oliedruk is
opgebouwd, dooft de controle-
lamp – tijdens het rijden mag de
controlelamp voor de motoro-
liedruk rood
p niet gaan bran-
den. Controleer het oliepeil
regelmatig bij elke tankstop,
maar uiterlijk bij elke tweede
tankstop. Controleer het
motoroliepeil alleen bij een
bedrijfswarme motor. Wacht bij
een warme motor ca. 1 minuut
wachten, tot de olie zich in het
oliecarter heeft verzameld.
Het controleren van het oliepeil
als de motor slechts korte tijd
heeft gedraaid of nog niet op
bedrijfstemperatuur is, geeft
een verkeerd beeld waardoor
een verkeerde hoeveelheid olie
zou kunnen worden bijgevuld!